Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet tot modernisering van de erf- en schenkbelasting, aangepast aan het nieuwe erfrecht.
De algemene bespreking is geopend.
Ik begrijp dat de heer Joris Vandenbroucke, verslaggever, en de heer Willem-Frederik Schiltz, ook verslaggever, het woord vragen en daarmee eigenlijk het debat in de kiem smoren, zo heb ik begrepen. Als u verslag uitbrengt, mag er voor de rest niemand meer aan het woord komen, zo heb ik dat begrepen.
De heer Schiltz, verslaggever, heeft het woord.
Voorzitter, na de lezing van uw wijze antwoorden op onze mailtjes en na consultatie van de collega's, verwijs ik graag naar het schriftelijk verslag.
Wie vraagt er het woord namens de fracties?
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, ik zal zeer beknopt zijn. Met dit ontwerp van decreet hebben de Vlaamse Regering en de meerderheidspartijen gevolg gegeven aan de modernisering van het erfrecht die federaal goedgekeurd werd. De toegenomen vrijheid van vooral erfgenamen in de zijlijn en niet-rechtstreekse erfgenamen in de eerste graad, wordt ook bekrachtigd door de hervorming van deze belastingen. De hoge tarieven die in de zijlijn en in derde en verdere graden werden toegepast, worden verlaagd, zoals alom geweten is. Bovendien worden tal van modernere constructies toegestaan om de wil van de erflater te versterken. Zo wordt de figuur van de erfovereenkomst in het leven geroepen. Een mogelijkheid die vroeger niet bestond, wordt nu ontgrendeld, waarbij het mogelijk zal zijn om zeer vele conflicten na de dood van de erflater te vermijden en een evenwichtige verdeling van erfenissen al op voorhand in te stellen.
Het ontwerp van decreet draagt in grote mate bij tot fiscale transparantie en rechtvaardigheid die horen bij een moderne samenleving, waarbij de samenstelling man en vrouw met kinderen in de eerste lijn, al lang niet meer de norm is. Daarom juicht mijn fractie van harte dit langverwachte ontwerp van decreet toe. (Applaus bij Open Vld)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Collega's, allereerst wil ik iedereen bedanken voor de bijzonder boeiende debatten over de erfbelasting die we in de commissie hebben gevoerd. Ik dank ook degene die het verslag geschreven heeft. Een van de redenen waarom we het niet mondeling brengen, is omdat het zo ongelooflijk goed is. Het is nauwelijks voor verbetering vatbaar.
Ik ga niet alle argumenten herhalen, collega's, maar ik wil even meegeven waarom de sp.a-fractie toch ontgoocheld is in deze hervormingen. Ik zal misschien beginnen met de positieve aspecten. Het is een goeie zaak dat de toptarieven van de erfbelasting, die inderdaad niet legitimeerbaar hoog waren, naar beneden worden gehaald. Het is een goeie zaak dat de belasting voor wie in de zijlijn erft, gematigd wordt en dat een aantal vrijstellingen worden verhoogd. Maar au fond verandert deze hervorming niet wat in onze ogen fundamenteel het probleem is, namelijk de wijze waarop wij de transfer van vermogen van de ene naar de volgende generatie belasten. Ik heb het dan zowel over de erf- als de schenkbelasting.
Het probleem, collega's, is dat die belasting, hoewel ze nominaal heel wat zeer hoge tarieven heeft, de facto door de relatief kleine groep waar het grootste deel van het vermogen van de gezinnen geconcentreerd zit, niet betaald wordt en dat zij via allerlei wegen, meestal legale wegen, wettelijke wegen, maar ook minder legale wegen daaraan ontsnappen. Ik heb gezien dat ondertussen de kaasroute weer helemaal open ligt dankzij een uitspraak van de Raad van State van vorige week. De gewone mensen, die hard moeten werken om hun spaarboek door te geven aan de volgende generatie, die niet de mogelijkheid hebben om dat bij leven al te doen en die spaarboek nodig hebben voor hun oude dag, die hard hebben gewerkt voor de ene gezinswoning, betalen de volle pot vanaf de eerste eurocent.
Daarom zijn wij als sp.a voorstander van een fundamenteel ander systeem, een systeem puur vanuit het perspectief van degene die een vermogen verwerft, waarbij wij zeggen: over heel je levensloop vinden wij dat de eerste 250.000 euro die je verwerft, via een transactie tussen twee generaties, volledig belastingvrij moet zijn. En daarbij maakt het voor ons niet uit wat je verwerft, of dat bakstenen, aandelen of centen zijn. Het maakt ook niet uit wanneer je het verwerft, is het bij schenking of is het na het overlijden van een dierbare. Het maakt ook niet uit van wie je dat verwerft. Op die manier – totale neutraliteit ten opzichte van de aard, het tijdstip en de band die je hebt met degene van wie je het verwerft – denk ik dat we nauwer aansluiten bij een aantal maatschappelijke realiteiten, zoals de gezinsvormen die totaal veranderen en dergelijke meer.
Voor degenen die het geluk hebben om in een situatie te belanden waarbij zij meer dan 250.000 euro aan vermogen verwerven in de loop van hun leven, en dat zijn er niet zo gek veel, zouden wij wel zeggen: laat hen onderworpen zijn aan een progressief oplopend tarief. Dat zijn geen tarieven die zo hoog zijn als de nominale tarieven van vandaag, maar tarieven die een pak lager zijn, op voorwaarde dat ze daadwerkelijk betaald worden. Op die manier, zo zijn wij overtuigd, kun je een budgetneutrale hervorming doen, een fundamentele hervorming van de erf- en schenkbelasting, waarbij je de overgrote meerderheid van de mensen volledig kunt vrijstellen, dankzij het feit dat we een reële, maar faire bijdrage vragen aan die kleine groep waar een groot vermogen geconcentreerd zit, maar die vandaag zo goed als volledig ontsnapt. Dat is veel eenvoudiger. Dat is veel eerlijker. En ik vind, niettegenstaande het feit dat het voorstel van de regering een aantal positieve punten bevat, het te weinig in die richting gaan. Daarom zullen wij ons onthouden bij de stemming over dit ontwerp van decreet. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, dit is een belangrijk ontwerp van decreet. Het gaat ook over een stevig ontwerp van decreet. Ik wil beginnen met de verslaggeving te danken, want zoals u weet, was het collega Rzoska die in de commissie zat namens Groen, maar hij kan er nu helaas niet zijn. Ik heb mij op het verslag mogen en kunnen beroepen om tot in detail te weten wat er gezegd is. Ik vond het inspirerend en boeiend.
Er is een lang debat geweest, dat zijn waarde heeft gehad, maar ik wil toch nog kort toelichten waarom Groen dit ontwerp straks ook niet zal steunen. Het zijn drie elementen die ik naar voren wil halen.
Het eerste gaat erover dat het geheel van hervormingen – het gaat hier over de erfrechten, maar ook over schenkingsrechten, registratierechten en onroerende voorheffing – niet alleen voor ons, maar ook volgens een resolutie die in dit Vlaams Parlement in 2010 is voorgesteld, coherent moet zijn, dat dat op elkaar moet worden afgestemd, dat dat allemaal samen moet worden gebundeld en dat daarop wordt ingezet. Minister, u spreekt geregeld over een drieluik, maar behalve dat het over tariefverlagingen gaat, is er weinig coherentie, weinig samenhang, bijvoorbeeld om echt een doelmatige en rechtvaardige vermogensfiscaliteit door te voeren, een vernieuwend woonbeleid enzovoort. Wij missen die samenhang. Wij vinden dat jammer, want ik denk dat het een kans was. Vlaanderen heeft daar een aantal bevoegdheden, die het zou moeten bundelen en voortdoen. Dat is een eerste zaak. Dat gaat over het globale plaatje.
U hebt daarstraks al gezegd dat dit geen budgetneutrale hervorming is. Voor Groen was het van belang dat die hervorming wel budgetneutraal was, dat we gingen verschuiven in die tarieven, maar niet enkel gingen verlagen. Dit slaat een stevig gat in de begroting. Dat weet u ook. Op kruissnelheid zal het 139 miljoen euro per jaar zijn. Er zijn een aantal terugverdieneffecten, maar u zegt dat het uit de algemene middelen zal moeten komen. Wat zijn de algemene middelen? Dat is geen pot goud aan het einde van de regenboog, dat zijn middelen die ook via belastingen worden opgehaald. Er wordt dus een belastingverlaging aangekondigd, terwijl die op de andere kant gevoeld zal worden.
Dan kom ik tot de essentie, het derde luik. Waarom we zeggen dat we toch moeite hebben met deze hervorming, is dat we de indruk hebben dat als je een verlaging van die vlakke fiscale tarieven gaat doen bij een erfenis, dat veel gunstiger is voor die grotere vermogens en dat de voorgestelde hervorming van erflasten op die manier eigenlijk niet tot een echte herverdeling leidt. En voor ons is het systeem van belastingen een principe van herverdeling van de rijkdom en de welvaart in Vlaanderen. Dit zal integendeel de kloof tussen arm en rijk zelfs nog kunnen vergroten.
De rest is uitvoerig in de commissie besproken, collega’s, maar we wilden hier wel nog motiveren waarom we dit met Groen niet mee zullen goedkeuren.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Voorzitter, ik zal niet de hele discussie die we in de commissie hebben gevoerd, vandaag herhalen, maar ik wil wel enkele zaken benadrukken en tegelijk kort reageren op wat de heer Vandenbroucke en mevrouw Van den Brandt daarnet hebben gezegd.
Het is zeer belangrijk dat er nooit is aangekondigd, noch in het regeerakkoord, noch naderhand, dat het om een fundamentele hervorming zou gaan. Dan konden we waarschijnlijk wel spreken over ‘historisch’, minister. Ik wil het resultaat helemaal niet minimaliseren, maar er is nooit aangekondigd dat het een fundamentele hervorming zou zijn, wel dat het zou gaan om een belastingverlaging. Daar zijn we fier op, mevrouw Van den Brandt. Het is ook een regeling die ons volledig in regel stelt met de hervorming van het federale erfrecht, zoals het onlangs in het federale parlement is goedgekeurd.
Het is een heel logische stap, en daar zijn we blij om. Minister, u zult het straks ook herhalen, en daar hebt u gelijk in, dat het een logische verlaging is na de verlaging van de schenkbelasting, van de registratiebelasting en van de miserietaks. Deze belastingverlaging kost inderdaad 139 miljoen euro rechtstreeks, zonder rekening te houden met terugverdieneffecten.
We moeten wel rekening houden met het volgende. De tarieven waren – daar zijn we het toch over eens – onredelijk hoog. De compensatie komt gedeeltelijk uit de fiscale regularisatie, maar komt ook door de mogelijkheid die het federaal parlement schept om te schenken via legaat aan de zijlijn. Er zal meer gebruik van worden gemaakt. Omdat dit nog altijd de tak blijft die het meest belast blijft, zal er altijd een terugverdieneffect zijn.
Wat zeer belangrijk is – dat hebben we in de commissie ook altijd herhaald –, is dat hoe lager de belastingen zijn, hoe minder nood er is om te ontwijken. Dit is een opmerking op de uitspraak dat er geen terugverdieneffecten zijn. Wel, er zullen dus terugverdieneffecten zijn. Als de belastingen hoog zijn, is er altijd een ontwijking, of tenminste de goesting om te ontwijken. Dat is de kritiek die ik heb op collega Vandenbroucke, die zegt dat het de mensen zijn die het meest hebben, die ontwijken. Lagere tarieven zullen zorgen voor minder ontwijking.
Onze fractie is altijd voorstander van een belastingverlaging, indien die past binnen het budgettair evenwicht. Daarstraks is al gezegd, hoewel dat daar niet op zijn plaats was, dat we in een budgettair evenwicht zitten. Van het moment dat er een budgettair evenwicht is, zijn we altijd voorstander van een belastingverlaging, zeker als die rechtvaardig is. Niemand kan toch ontkennen dat het afschaffen van een tarief van 65 procent voor de tweede zijlijn, zeer rechtvaardig is.
Mevrouw Van den Brandt, ik hoor u daarnet zeggen dat het in het voordeel is van de hogere inkomens of de rijkere vermogens. Wel, het invoeren van een belastingschijf van de eerste 35.000 euro in de tweede zijlijn die nu wordt belast aan een tarief van 25 procent, is net in het voordeel van diegene die minder krijgt. Wanneer we kijken naar een vrijstelling op de woning die wordt geërfd door weeskinderen, is het zeer rechtvaardig. Dat is niet in het voordeel van de rijkere vermogens, maar net een tegemoetkoming aan diegene die het het meest nodig heeft. Wanneer we kijken naar wat de langstlevende partner op dit ogenblik gaat krijgen, daar waar diegene die een gezinswoning heeft tot nu toe de gezinswoning zonder erfbelasting kon verwerven, dan kijken we nu naar degenen die alleen maar roerende middelen hebben. De eerste 50.000 euro is belastingvrij. Dat is zeer rechtvaardig en niet in het voordeel van de hogere vermogens.
Mijn fractie vindt het zeer belangrijk dat die hogere tarieven verdwijnen, dat de weeskinderen een voordeel krijgen, dat de langstlevende een voordeel krijgt.
We moeten dan ook kijken naar de Europese context. En dat is wat in de commissie vaak over het hoofd werd gezien, en wat vandaag evenmin ter sprake komt, ook niet in het voorstel, mijnheer Vandenbroucke, dat u lanceert. Kijk eens naar de Europese context. In talrijke landen is er geen erfbelasting meer. Er zijn er zo een tiental in Europa. In andere landen waar wel nog een erfbelasting is, zijn de vrijstellingen zeer hoog, tot 500.000, tot 400.000 euro. Kijk naar Nederland, kijk naar Duitsland.
We zetten een stap in de goede richting. We moeten Vlaanderen fiscaal concurrentieel op de kaart zetten. Staar niet alleen naar de eigen navel, maar kijk ook naar de omliggende landen. Dan zult u zien dat deze beperkte stap, die inderdaad 139 miljoen euro kost, er wel een is in de goede richting. Daar zijn we zeer blij over.
Mijnheer Vandenbroucke, destijds heb ik al op uw voorstel gereageerd. Ik zal mijn houding vandaag zeer kort herhalen. Uw voorstel om 250.000 euro belastingvrij te ontvangen – ik bekijk het dus inderdaad van de kant van de ontvanger – klinkt heel mooi. Ik denk echter niet dat u er dan zou komen met 139 miljoen euro. Als u iedereen gratis 250.000 euro laat krijgen, weze het door schenking, erfenis of legaat, dan opent u alle mogelijke deuren tot ontwijking. Dan zoeken we toch mensen die die 250.000 euro kunnen krijgen en die dat bedrag daarna eventueel zullen terugschenken.
U zult het ook met me eens zijn dat dit geen enkele oplossing biedt voor het probleem dat u aankaart, namelijk dat de mensen met een groter vermogen via legale of illegale weg een andere oplossing vinden om aan de erfbelasting te ontsnappen. Uw voorstel biedt geen enkele oplossing om ervoor te zorgen dat die vermogenden wel zullen betalen. U stelt dat ze dat dan wel zullen doen. Ik vind dat helemaal geen oplossing.
Mijnheer Vandenbroucke, mijn fractie is ook voorstander om de schenkbelasting lager te houden dan de erfbelasting. Waarom? Omdat in uw voorstel niemand geneigd zal zijn of de impuls heeft om vroeger, bij leven, al gelden te schenken. Die gelden blijven dan voor de economie immobiel. Mijnheer Vandenbroucke, u schudt van neen, maar ik knik van ja. Wij zijn er voorstander van dat men een impuls krijgt zodat de gelden sneller worden geschonken.
Minister, mijn fractie is wel tevreden met het voorliggende ontwerp van decreet. Toch wil ik nog enkele punten aanhalen die voor ons zeer belangrijk zijn, die vandaag niet op tafel liggen. We moeten echter rekening houden met de budgettaire beperking, en we hebben al een stap gezet, we gaan verder op die ingeslagen weg. Voor de toekomst zouden we aandacht willen vragen voor de alleenstaanden. We hebben het voorstel gedaan om de beste vriend aan te duiden, die zou kunnen erven volgens hetzelfde tarief dat geldt voor de rechte lijn.
Minister, samen met ons bent u voorstander van de afschaffing van de in-globoberekening. We hebben echter samen met u vastgesteld dat dat op dit ogenblik niet haalbaar is. We vinden dat jammer, maar we weten dat we die richting uitgaan. Eigenlijk hebben we al één stap gezet, namelijk door het bieden van de mogelijkheid voor de langstlevende om 50.000 euro te krijgen aan roerende goederen. Dat is een eerste stap in de richting van de afschaffing van de split. Wij zijn daar voorstander van. Ik denk niet dat het nog van deze tijd is onderscheid te maken tussen roerend en onroerend bij de erfenis, zeker gelet op het feit dat op deze manier gezinswoningen nog altijd immobiel kunnen blijven omdat mensen naar het bejaardenhuis gaan en het huis niet willen verkopen omdat er dan een nadeel is bij latere erfenissen.
Mijnheer Schiltz, aangezien die punten voor mijn fractie belangrijk zijn, wilde ik ze nog even aanhalen, maar voor het overige zal ik u gelukkig maken door mijn toespraak nu af te ronden. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, ook wij zullen dit ontwerp van decreet en deze hervorming voluit goedkeuren en ondersteunen. Daar zijn heel wat redenen voor. Een heel belangrijke reden is in de eerste plaats dat we de implementatie van het nieuwe federale erfrecht hiermee veel kansen geven en mogelijk maken.
We weten allemaal dat de federale overheid heel hard aan dat nieuw erfrecht heeft gewerkt. De modernisering van het erfrecht geeft de erflater meer vrijheden, maar het spreekt voor zich dat de Vlaamse overheid hieraan moet meewerken door onze tariefstructuren hierop af te stemmen. Als we dat niet doen, zal de federale hervorming van het erfrecht dode letter blijven.
We weten allemaal dat we een veelheid aan nieuwe familievormen en complexere maatschappelijke realiteiten hebben. De mensen worden ouder en dergelijke. Het nieuwe federale erfrecht gaat hierop in, en als Vlaamse overheid volgen we. Dit is een mooi voorbeeld van de wijze waarop de beleidslijnen op verschillende bestuursniveaus op elkaar kunnen worden afgestemd.
We vinden het natuurlijk ook een goede zaak dat er een matiging van de tarifering is voor verkrijgingen en dit vooral buiten de rechte lijn, maar ook in de rechte lijn. Het verschil in de tarifering tussen de rechte lijn en de zijlijn werd door heel wat mensen als te groot beschouwd. De reden waar voornamelijk dat de tarifering in alle zijlijnen zeer hoog was. Tijdens de discussies in de commissie en tijdens plenaire vergaderingen hebben we meermaals gezegd dat een tarief van 65 procent door iedereen als heel onrechtvaardig wordt beschouwd. We vinden het natuurlijk heel goed dat we hiermee met deze hervorming komaf maken.
We kunnen natuurlijk discussiëren over de vraag of de erfbelasting moet blijven bestaan. We weten allemaal dat de erfbelasting niet populair is, maar dat betekent niet dat ze onrechtvaardig is. De voorliggende hervorming heeft volgens ons een goede balans tussen de maatschappelijke bezorgdheden gevonden. Ik wil in dit verband heel graag nog naar enkele specifieke elementen verwijzen.
Het zal niemand verwonderen dat ik de flexibele erfenissprong expliciet vermeld. Die erfenissprong maakt de vermogenstransfer naar een jongere generatie gemakkelijker. Mensen zijn ouder als ze sterven en dus ook ouder als ze van hun ouders erven. De jongere generatie kan dat duwtje in de rug veel beter gebruiken. De federale overheid heeft die erfenissprong enkele jaren geleden door middel van de verwerping mogelijk gemaakt. Het nieuwe erfrecht creëert nog meer mogelijkheden. De federale erfenissprong die in 2013 is georganiseerd, is absoluut een alles-of-nietskwestie. We zien dat hier heel weinig gebruik van wordt gemaakt. Met de flexibele erfenissprong, die we nu door middel van de vrijstelling van schenkbelasting mogelijk maken in Vlaanderen, maken we de federaal ingestelde erfenissprong veel socialer en dat vinden we heel goed. Wat in dit verband vaak niet wordt vermeld, is dat we op die manier meer mogelijkheden creëren voor stief- en zorggrootouders om bij stief- en zorgkleinkinderen aan hetzelfde tarief een nalatenschap of een gedeelte van een nalatenschap te laten toekomen.
We ondersteunen ook de maatregelen voor de langstlevende echtgenoot. De vrijstelling van de gezinswoning bestaat al een tiental jaren en is een goede zaak, maar niet iedereen kan hiervan genieten. We ondersteunen dan ook de vrijstelling op roerende goederen.
Mevrouw Van den Brandt, ik heb de aftopping van de hoogste belastingschijven al vermeld. Ik wil heel expliciet stellen we heel sterk achter de bijkomende belastingschijf in de zijlijn staan. Een tarief van 25 procent voor bedragen tot 35.000 euro betekent niet enkel dat we een lager tarief hebben voor de mensen die in de schijf terechtkomen waarvoor ze 65 procent moeten betalen, maar ook dat iedereen die in de zijlijn een kleiner bedrag erft tenminste van een tariefverlaging kan genieten.
Mevrouw Van den Brandt, verder hoorde ik u zeggen dat Groen voor een hervorming is, maar dat die helemaal budgetneutraal moet zijn. Ik weet niet hoe men dat kan doen zonder bepaalde tarieven aan de andere kant te verhogen. Ik heb daarrond geen voorstellen van u gehoord. De tarieven zijn voor heel wat gevallen al zo hoog, dat er geen mogelijkheden tot verhogen zijn, integendeel, en dat wensen wij daarenboven absoluut niet.
Wij staan achter deze hervorming. De schaal en de omvang van de hervorming vinden we op dit moment gepast. We weten dat er nog nieuwe hervormingen zullen komen in de toekomst, maar het is voor ons zeker een stap in de goede richting, met oog voor de huidige budgettaire realiteit.
Minister Tommelein heeft het woord.
De collega’s van de meerderheid hebben voldoende onderstreept dat dit ontwerp beantwoordt aan de twee bedoelingen die we hadden: ten eerste, een afstemming op het federale erfrecht. Ik denk dat we daar goed in zijn geslaagd. Deze hervorming gaat trouwens ook in op dezelfde dag als de hervorming van het federale erfrecht, op 1 september. Vandaar dat we dit nog voor het reces goedkeuren. Ten tweede, een matiging en een belastingverlaging. Mevrouw Van den Brandt, ik ben in de eerste plaats heel trots dat we een belastingverlaging invoeren. Blijkbaar heeft Groen het wel heel moeilijk met belastingverlagingen, want als het over andere zaken gaat, dan kan men niet gul genoeg zijn met het uitdelen van middelen. De erfbelastingverlaging, zeker al wat de tarieven in de zijlijn betreft, die tot 65 procent gaan, waarmee we een start maken en waarmee we een belastingverlaging hebben van 140 miljoen, wat 10 procent betekent van de totale geschatte inkomsten van de erfbelasting, is inderdaad significant. Ik merk dat men daar bij de oppositie, in mindere mate bij sp.a, maar zeker bij Groen, last van heeft, want ze moet gecompenseerd worden. Mevrouw Van den Brandt, u bent er zich te weinig van bewust dat het hier gaat over gewone mensen, die ook onder de erfbelasting vallen. Het gaat niet altijd over miljoenen, het gaat over gewone mensen die tot 65 procent betalen op iets wat ze krijgen van iemand die toevallig geen familie, of heel verre familie, is. Die bedragen zijn ongelooflijk. Als u dan zegt dat we een aantal belastingen moeten verhogen – ik heb uw collega Rzoska dat horen zeggen in de commissie – dan vraag ik u: waar wilt u dan die belastingverlaging compenseren? Waar wilt u dan die belastingen verhogen? Bij wie? Waar gaat u dat halen? Ik ben daar heel eerlijk in: ik ben er trots op dat de Vlaamse Regering beslist om belastingen te verlagen.
Er is inderdaad nog heel wat werk. We hebben een aantal zaken gedaan. Ik ga ze niet meer herhalen. We hebben ook de ontwijkingsmechanismen aangepakt, mijnheer Vandenbroucke. Er is een verplichte registratie van buitenlandse akten, er is een aanpak met antimisbruikbepaling, er is een verlenging van de verdachte periode. Er zijn dus ook een aantal achterpoortjes aangepakt, en u weet dat zeer goed. Ik heb daar trouwens uitgebreid op geantwoord in de commissie. Het is niet zo dat we de superrijken de staat maar laten bedotten. We pakken dat aan. We hebben daar zelfs nog af en toe discussies over binnen de meerderheid. Over de verrekeningsbedingen heb ik met de heer Lantmeeters een debat gevoerd. Immers, volgens een aantal mensen gaan wij te ver in het aanpakken van een aantal zaken. Dan hebt u natuurlijk gezegd dat u een betaalbaarder en beter voorstel zou doen. Ik ga het niet allemaal herhalen, maar het was een mooie theoretische oefening waarvan ik in de commissie heb aangetoond dat ze helemaal op drijfzand was gebaseerd en dat, als we dat voorstel zouden uitvoeren, het pas een serieuze krater in de Vlaamse begroting zou slaan, die op geen enkele manier zou kunnen worden opgevangen.
We zijn heel tevreden. Dit is zeker geen druppel op een hete plaat. Het is een belastingverlaging die een belastingverlaging ís. Als minister van Financiën hoop ik dat de volgende Vlaamse Regering nog verder gaat in het verminderen van die te hoge tarieven in de zijlijn. We gaan de tarieven van 65 procent schrappen, we gaan een nieuw tarief invoeren van 25 procent, wetende dat de gemiddelde erfenis in die categorie ongeveer 30.000 euro is.
Dat betekent dat heel veel Vlamingen deze belastingverlaging concreet zullen voelen. De globalisering in de zijlijn is effectief nog altijd een doorn in het oog, maar het was budgettair nu niet haalbaar om dat aan te pakken. Er ligt nog werk op de plank. De volgende regering kan daar ook werk van maken. Ik ben alleszins blij met deze eerste aanzet, die significant genoeg is om er trots op te zijn.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1584/1)
– De artikelen 1 tot en met 14 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.