Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, zoals u weet, heeft driekwart van de Turken die in België gestemd hebben voor de Turkse presidentsverkiezingen, gekozen voor de despoot Erdogan. Bij de parlementsverkiezingen stemde zowat twee derde van de Turkse burgers in dit land voor Erdogans fundamentalistische AK-partij (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling).
Opvallend is bovendien dat Erdogan bijna nergens zo populair is als hier in België. Bijna 75 procent van de Turken die in België gingen stemmen, stemde voor Erdogan. Zijn belangrijkste concurrent haalde amper 15 procent van de stemmen. Een verontrustende vaststelling is dus dat driekwart van de Turken in dit land kiest bij de Turkse verkiezingen voor een leider die zijn land islamiseert, de vrijheid van media beknot, politieke opponenten in de cel gooit, minderheden als Koerden en christenen onderdrukt en er zelfs niet voor terugschrikt om de miljoenen in Europa levende Turken te gebruiken als chantagemiddel.
De logische conclusie van heel wat Vlamingen is dan ook dat de integratie van een groot deel van de in Vlaanderen levende Turken mislukt is. Een deel van de verklaring is mijns inziens te vinden in het feit dat het integratiebeleid veel te laks is. Een ander deel van de verklaring is natuurlijk de massale aanwezigheid van Turkse organisaties en zelfs van staatsmoskeeën in Vlaanderen die er vooral voor moeten zorgen dat de Turken in dit land in het gareel van Erdogan blijven. Deze organisaties worden zelfs gelegitimeerd door de Vlaamse Regering en ontvangen ook nog belastinggeld, en dat baart mij zorgen, minister, die evolutie. Ik neem aan dat dat u als minister van Integratie ook ernstig zorgen baart. Ik zou u dan ook willen vragen welke conclusies u daaruit trekt voor uw integratiebeleid.
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Janssens, ik had uw vraag zien aankomen. Het is natuurlijk uw volste recht om die vraag te stellen, maar u weet, zolang de dubbele nationaliteit bestaat, en dat is een federale bevoegdheid, zullen mensen van Turkse origine die in Vlaanderen wonen, natuurlijk kunnen deelnemen aan de Turkse verkiezingen.
Het is niet mijn rol om als Vlaams minister van onder andere Binnenlands Bestuur uitspraken te doen over verkiezingsuitslagen in het buitenland. Ik heb wel altijd duidelijk gesteld, en ik zal dat hier vandaag nog eens doen, collega Janssens en andere collega’s, dat ik het niet tolereer dat een buitenlandse politiek of conflict in Vlaanderen wordt geïmporteerd. Het kan natuurlijk – en daar hebt u een punt – nooit, maar als er dan nog een erkende lokale geloofsgemeenschap mee gemoeid is, bijvoorbeeld een moskee, want daar gaat het hier concreet over, kan dat natuurlijk helemaal niet.
Ik heb op dat vlak al heel wat duidelijke concrete lijnen getrokken. Buitenlandse imams die in een erkende moskee – want ik heb niets te zeggen over niet-erkende moskeeën, uw partij roept mij altijd op om deze te sluiten, maar dat kan ik niet, dat is mijn bevoegdheid niet – in Vlaanderen komen werken, moeten een inburgeringstraject volgen. Dat is zo sinds maart 2016.
U weet ook dat concrete erkende moskeeën die niet meer voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, hun erkenning verliezen. U herinnert zich wellicht nog het debat van vorig jaar tijdens de paasvakantie, toen er een speciale commissievergadering was over de Fatih-moskee in Beringen. Het kot was te klein. Enkel mijn partij en uw partij hebben mij toen gesteund. Alle andere partijen vonden mij veel te voorbarig.
Het was echter heel duidelijk – u hebt dat daarna ook kunnen lezen in een brief van de bewuste moskee – dat er daar wel buitenlandse conflicten werden geïmporteerd en vooral ook dat tegenstanders tegen elkaar werden opgezet. Meer concreet waren er daar aanhangers van Erdogan die de zogenaamde Gülen-aanhangers weerden en dergelijke.
Ik denk ook, collega Janssens – en daarmee sluit ik af, voorzitter – dat we heel duidelijke erkenningscriteria moeten hebben. Daar zijn we het allemaal over eens. Maar er moet natuurlijk ook handhaving zijn. Het ene gaat hand in hand met het andere. Sommige criteria waren onvoldoende duidelijk. Sommige bestonden niet, zoals het verbod op buitenlandse financiering. Dat bestond doodgewoon niet en de handhaving liet absoluut te wensen over.
U weet ook dat ik dan een onderzoek besteld heb, dat uitbesteed werd aan de KU Leuven. Het is van start gegaan op 1 november 2017 en zal ten vroegste afgelopen zijn op 1 november 2018. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zal ik de gepaste conclusies trekken.
Minister, ik denk dat die verkiezingsresultaten inderdaad bewijzen dat de invloed en de propaganda van het Turkse regime op de Vlaamse Turken veel te sterk is. Dat is wel degelijk ook een verantwoordelijkheid van deze regering. U hebt al verwezen naar de Diyanet-moskeeën. Daarvan zijn er 72 in België en worden er op dit moment nog 12 erkend door de Vlaamse Regering. Die ontvangen bijna een half miljoen euro per jaar van belastinggeld, via de provincies. Indien u de moed hebt, indien u consequent bent en niet alleen de vergunning van de Diyanet-moskee in Beringen intrekt maar ook die van de twaalf andere Diyanet-moskeeën in Vlaanderen, dan zou er tenminste een einde komen aan die subsidiëring via belastinggeld.
Bovendien is er een heel Turks netwerk actief in Vlaanderen, dat ook nog eens gelegitimeerd wordt door de Vlaamse Regering. Ik heb het dan over de Unie der Turkse Islamitische Culturele Verenigingen en de Unie van Turkse Verenigingen, die jaarlijks bijna een miljoen euro ontvangen van de Vlaamse Regering, minister. Bent u het niet met mij eens dat deze subsidies eerder contraproductief zijn en dat zij de greep van Turkije op de Turken in Vlaanderen eerder versterken dan hun integratie hier bevorderen?
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Collega, ik denk dat het inderdaad niet veel zin heeft om rond de pot te draaien als het gaat over de keuze die Belgische Turken hebben gemaakt bij de jongste verkiezingen. Het is wel heel duidelijk dat die keuze gestuurd geweest is door de ‘grote Turkse leider’. Ik denk dat de Turken alle mogelijke middelen inzetten om mensen die al decennialang in ons land wonen aan hen te blijven binden.
U hebt het gehad over de moskeeën. Maar Erdogan is zelfs niet te beroerd om brieven te schrijven naar de Turken in ons land, waarvan ik hier een voorbeeld bij heb. Hij schrijft daarin zwart op wit dat hij er trots op is dat hij de afgelopen decennia duizenden religieuze leiders naar ons land heeft gestuurd. Het is dus duidelijk dat die sturing er is vanuit Turkije.
Collega, het gaat er niet om dat we al die mensen moeten terugsturen. Die oplossing, die vaak door uw partij wordt aangehaald, is zeker niet de oplossing. Het gaat erom dat jongeren die al jaren in ons land wonen en tot de vierde generatie behoren, misschien wel in ons land geboren zijn maar met hun hoofd nog altijd in Turkije zitten.
Voorzitter, ik wil afsluiten met een oproep. Laten we die mensen eindelijk voor de keuze stellen: ofwel kiezen ze ervoor om tot onze gemeenschap te behoren ofwel wordt hun de dubbele nationaliteit afgepakt. Laten we dus naar de overkant kijken en onze collega’s oproepen om die dubbele nationaliteit eindelijk af te schaffen.
Wat collega Sminate op het einde zegt, heb ik ook al gezegd: de dubbele nationaliteit is een van de problemen hier. Collega Janssens, u weet dat ook. Net als u betreur ik ook, zoals ik al zei in mijn initiële antwoord, het importeren van buitenlandse conflicten.
Als ik me niet vergis naar aanleiding van de resultaten van de verkiezingen en de herverkiezing van Erdogan, waren er onder andere in uw provincie, in Heusden-Zolder deze keer, denk ik, heel grote rellen. Dat kan niet, want dat is een zeer goed voorbeeld van het importeren van buitenlandse conflicten. Dat kan niet. U kunt echter natuurlijk ook niet ontkennen – en misschien zal het met een beetje pijn zijn dat u dat moet bevestigen – dat ik mijn verantwoordelijkheid in dezen wel heb genomen. Ik heb de erkenning van de Fatih-moskee ingetrokken. Daarna is eigenlijk alles on hold gezet. Ik heb ook nog geen enkele moskee erkend in deze legislatuur, voor alle duidelijkheid, omdat van in het begin heel duidelijk was dat er iets mis was met de erkenningscriteria, maar ook iets mis was met de handhaving. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen wegens de brief die ik heb gekregen van het desbetreffende moskeebestuur.
Nu zegt u me dat ik eigenlijk alle erkenningen van die Diyanetmoskeeën moet intrekken. Het is het ene of het andere. Alle staat on hold. Ik heb nog geen erkenning gegeven. Ik zal er ook geen geven, maar tegelijkertijd kan ik er natuurlijk ook geen intrekken. We moeten de resultaten van dat onderzoek afwachten, en dan zal ik de gepaste conclusies daaraan verbinden, en ook de gepaste maatregelen nemen. Zoals u echter weet, mijnheer Janssens, als ik mijn verantwoordelijkheid moet nemen, dan zal ik dat doen. Ook al is bijna 80 procent van dit parlement tegen, dan neem ik toch mijn verantwoordelijkheid. (Applaus bij de N-VA)
Minister, dank u. Misschien hebt u onlangs ook dit krantenartikel gezien in Het Nieuwsblad, waarin wordt gesteld dat de Turkse Belgen steeds Turkser worden. Dan maak ik me de bedenking dat dat hoegenaamd toch niet de bedoeling kan zijn van uw integratiebeleid, waarvoor jaarlijks meer dan 73 miljoen euro wordt besteed.
Ik maak me ook de bedenking dat de normale situatie is dat immigranten en zeker allochtonen van de tweede, derde, vierde generatie moeten integreren, dat ze moeten opgaan in de gastsamenleving en dat de band met hun thuisland kleiner wordt, maar het omgekeerde is in dezen het geval. Dat heeft onder meer te maken met het integratiebeleid, dat volgens mij veel te laks is, en met het feit dat er inderdaad miljoenen euro’s subsidies worden gegeven aan Turkse organisaties in dit land, maar ook aan Turkse Diyanetmoskeeën, waar Erdogan de plak zwaait.
Minister, daarom vraag ik u: wacht daar niet op, trek de erkenning van de Diyanetmoskeeën in, zet subsidies aan allerlei Turkse organisaties stop, stop met de diversiteit en werk nu eindelijk eens aan een degelijk aanpassingsbeleid.
De actuele vraag is afgehandeld.