Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het bedrijfswagenbeleid van de VRT
Verslag
De heer Caron heeft het woord.
Minister, mijn actuele vraag gaat over een initiatief van de VRT, dat heet ‘bedrijfswagens met loonruil’. De VRT is een mediabedrijf, maar heeft als Vlaamse openbare instelling ook een missie, een visie en een aantal waarden naar voren geschoven. Die waarden vind je in het jaarverslag. Een daarvan luidt: de VRT is creatief, innoverend en duurzaam. Creatief is het management in ieder geval als het gaat over de mobiliteit. De VRT heeft namelijk beslist om het stelsel ‘bedrijfswagens met loonruil’ in te voeren en toegankelijk te maken voor alle contractuele personeelsleden.
Dat komt boven op de 250 bedrijfswagens, meestal grote diesels met tankkaart, die de VRT vandaag al heeft voor het topmanagement, voor IT'ers enzovoort. De vraag is of de VRT als Vlaamse openbare instelling niet het goede voorbeeld moet geven.
Wat is het gevolg van zo'n systeem? Iedereen kan intekenen. Je moet wat van je brutoloon inleveren en je krijgt er een wagen voor in de plaats zolang je bij de VRT werkt, met een soort leasingformule. Tweeduizend mensen kunnen daarop intekenen en het gevolg is wellicht: meer auto's op de weg. Dat terwijl, vanuit de waarde van de VRT, vooral zou moeten worden geïnvesteerd in een flexibele mobiliteit die andere vervoersmodi, zoals de fiets en het openbaar vervoer, promoot ten nadele van de wagen. Nu gaat de VRT daar letterlijk tegenin. Dat is zeer vreemd voor een Vlaams openbaar bedrijf.
Minister, vindt u het verantwoord dat de Vlaamse openbare instelling, het mediahuis de VRT, dit soort maatregelen neemt?
De heer Bajart heeft het woord.
Minister, dit gaat over het feit dat de VRT haar mobiliteitsbeleid wil aanpakken en vergroenen. Daarom stelt ze voor om medewerkers aanspraak te laten maken op bedrijfswagens. Die maatregel kan nota bene leiden tot een vertienvoudiging van het wagenpark.
Wat staat daartegenover? Een continu precaire verkeerssituatie van de Reyerssite. Dat is een gegeven.
Dan is er het nieuwe gebouw, dat er nog moet komen, met minder parkeerruimte. Ten slotte, waarnaar de heer Caron heeft verwezen, is er opnieuw een kans voor de openbare omroep om een voorbeeldfunctie, een voorbeeldrol op te nemen, ook als het gaat over het maatschappelijk debat in verband met de bedrijfswagens.
Het gaat met andere woorden om een twijfelachtige keuze, te meer zo omdat de vakbonden er geen voorstander van zijn.
Minister, hoe evalueert u die keuze? Wat kunt u of kunt u niet in dit dossier? Wat kan er gedaan worden om een slimmer alternatief te vinden?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, het klopt dat bedrijfswagens voor loonruil een onderdeel zijn van een breder plan binnen de VRT, dat zowel een sociaal plan is als een mobiliteitsplan. Eigenlijk is de aanleiding de verhuizing naar het nog te bouwen nieuwe gebouw. U weet dat het huidige gebouw niet meteen een toonbeeld is van duurzaamheid. Het is tot op de draad versleten. Men zal naar een duurzaam gebouw verhuizen. Aanpalend aan het huidige gebouw heeft men meer dan duizend parkeerplaatsen.
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest heeft gesteld dat de vergunning voor het nieuwe gebouw kan worden afgeleverd voor een goede zeshonderd parkeerplaatsen. Bij de VRT is er de wil om te verduurzamen, maar er is ook de noodzaak.
Mochten de bedrijfswagens voor loonruil de enige maatregel zijn, dan zou ik de vraagstellers volledig kunnen bijtreden. Er is evenwel een breder verhaal. Men wil meer inzetten op fietsvergoedingen. Men wil blijven inzetten op openbaar vervoer. Men wil meer inzetten op telewerken. De loonruil met de bedrijfswagens is met andere woorden maar een van de maatregelen. Er zijn nu eenmaal een aantal medewerkers die, wegens de zeer onregelmatige werkuren of om andere redenen, met de auto moeten komen. Daar kan men heel moeilijk omheen. De regeling is zeker niet met de natte vinger uitgewerkt. In een proefproject met tweehonderd werknemers werd dit aanbod gedaan.
Men schat dat van de 1500 rechthebbenden die gebruik zouden kunnen maken van een loonruil, er 10 à 15 procent op in zou kunnen gaan. Bij deze wagens hoort geen tankkaart. Het mogen geen dieselwagens zijn. Er wordt een stimulans gegeven om te kiezen voor elektrische wagens en ze moeten een minimale ecoscore hebben van 68. Er zijn dus een aantal beperkende maatregelen om dit niet uit de hand te laten lopen. Ik zou er ook niet automatisch van uitgaan dat er nieuwe wagens in het verkeer komen. Dat kan, dat spreek ik niet tegen. Maar het kan ook dat bestaande wagens door andere, groenere vervangen worden. In elk geval is van al de maatregelen die ik net heb opgesomd, de doelstelling van de VRT om over 2 of 3 jaar, in 2021, het woon-werkverkeer met de wagen met 40 procent te verminderen.
Ziedaar de uitleg die ik u kan geven. Ik hoef deze plannen niet goed, noch af te keuren. Ze behoren tot de strategische keuze en de autonome bedrijfsvoering van de VRT.
Ik kan niet goed rekenen, dat geef ik toe. Ik kan ook niet inschatten wat het effect zal zijn, maar, minister, de redenering die u vanuit de VRT-gebouwen hebt gekregen en hier echoot, is toch zeer bizar. Het spijt me, het is zeer ongeloofwaardig dat dat de duurzaamheid zou verhogen en minder wagens naar de VRT zal lokken. Daarenboven zijn er vierhonderd minder parkeerplaatsen op de VRT-site. Waar zal men die wagens parkeren?
Akkoord, dat mensen met onregelmatige werkuren een auto hebben om op hun werk te geraken, is nogal vanzelfsprekend. Voor laatavondvergaderingen kan ik dikwijls niet anders dan de wagen nemen. Maar dit veralgemenen voor iedereen en dan nog spreken over vergroening en ecoscore, dat kan echt niet. De VRT moet hierin een voorbeeldrol spelen. Technici die ’s avonds laat of zeer vroeg moeten werken, kan men toegang geven tot die regeling. Maar dit veralgemenen met die argumenten, dat is voor een Vlaamse openbare instelling totaal ongeloofwaardig.
Minister, ik treed de heer Caron grotendeels bij. U hebt de noodzaak uitgelegd en gezegd dat dit past in een breder kader, gelukkig maar. U hebt ook gezegd dat men gaat naar 40 procent minder woon-werkverkeer. Dat zijn allemaal zaken die ik versta.
Voor mij blijft dit, naar analogie met de vorige spreker, een verbazingwekkend beleid, zeker voor een publiek beleid. Het is natuurlijk een autonome keuze en dat moeten we respecteren, maar een autonome keuze moet een synoniem zijn van een juiste, gezonde keuze. Ik ben er absoluut niet van overtuigd dat dit de juiste weg is.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, als er een plaats in Vlaanderen is waar ze weten hoe lang de ellendige files in Vlaanderen zijn, is het wel aan de Reyerslaan, waar ze meerdere keren per dag het verkeersoverzicht omroepen. Het is meestal slecht nieuws, namelijk dat de files in Vlaanderen alleen maar langer worden. Dat uitgerekend aan de Reyerslaan de keuze wordt gemaakt om meer mensen in auto’s in plaats van in euro’s te betalen, vind ik onbegrijpelijk. Ik vind dat de VRT op dit vlak een voorbeeldrol te spelen heeft en zich nu buiten de consensus plaatst die er stilaan is gekomen. We moeten ophouden met die salariswagens.
Minister, nu u en de sprekers van de meerderheid en de oppositie hebben gezegd dat dit geen goede zaak is, hoop ik dat de VRT nog tot andere inzichten zal komen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, de openbare omroep heeft in ieder geval een voorbeeldfunctie. Het klopt dat wat nu gebeurt, althans zoals het nu in de pers komt, een vreemd signaal geeft. Het zou natuurlijk nuttig zijn het hele plan te kunnen bekijken om dan een echt oordeel te kunnen vellen. Wij hebben dat plan in elk geval niet en ik denk ook niet dat we het kunnen opvragen. Voor het overige is het de bevoegdheid van de federale overheid de salariswagens in het geheel van de verloningsproblematiek te bekijken.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, zoals het in de pers is verschenen, lijkt het wel alsof morgen tweeduizend werknemers van de VRT een salariswagen zullen krijgen. U hebt echter uitgelegd dat dit deel uitmaakt van een plan waarin ook telewerk, fietsdelen en vooral een vergroening van het wagenpark wordt vooropgesteld. Aangezien er veel minder parkeerplaatsen zullen zijn, heb ik een klein vermoeden dat niet zo heel veel werknemers hierop zullen ingaan, behalve natuurlijk zij die een wagen nodig hebben omdat het openbaar vervoer op bepaalde momenten niet rijdt en ze op hun werk moeten geraken. Dat die mensen dan met een groene wagen in plaats van met een dieselwagen komen, vind ik in feite een vooruitgang.
Mijnheer Bajart, ik wil nog opmerken dat niet alle vakbonden tegen zijn. De christelijke vakbond heeft dit goedgekeurd.
Mijnheer Vandaele, misschien moeten we, zoals u hebt gezegd, het hele plan bekijken voor we zo maar alles geloven wat de media, die hierover gisteren hebben bericht, ons vertellen.
Ik zal de leden van het Vlaams Parlement in staat stellen nader kennis te nemen van de plannen van de VRT. Ik zal de VRT vragen de gegevens te bezorgen, zodat we een breder en diepgaander debat kunnen voeren en over alle feiten kunnen beschikken.
Minister, ik heb de woordvoerder van de VRT aan de telefoon gehad. Hij heeft me verteld dat dit lijstje niet fantastisch lang is. We moeten dat toch doen. Ik zou u echter willen vragen om de regeringscommissaris van de Vlaamse Regering aan de raad van bestuur van de VRT te laten vragen deze beslissing te bevriezen tot het breder plaatje is bekeken. Het is een autonome bevoegdheid van de raad van bestuur, maar ik vind dat dergelijke signalen vanuit het Vlaams Parlement ernstig moeten worden genomen en dat een Vlaams overheidsbedrijf een voorbeeldrol moet spelen.
Het Vlaams Parlement kan de wet niet overtreden. (Opmerkingen van Bart Caron. Opmerkingen van minister Sven Gatz)
Als afsluiter wil ik zeggen dat het volgens mij belangrijk is inzicht in dat document te krijgen, want dat is een startpunt. We hebben ons punt kunnen maken en we moeten dit nog bekijken. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.