Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aanhoudende droogte en de aanbevelingen uit het evaluatierapport droogte 2017 van de Minaraad
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, een maand geleden heb ik de minister in dit halfrond geïnterpelleerd over het droogteplan. En vandaag sta ik hier opnieuw, minister. Want ik viel hier bijna van mijn stoel toen ik de communicatie hoorde die de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voerde in het kader van de extreme droogte die we vandaag kennen. Zij gaat er namelijk van uit dat er vandaag geen probleem is met onze drinkwatervoorziening. Nochtans is Vlaanderen een regio met een ernstig watertekort. Dat zeg niet ik, maar dat zegt het Departement Landbouw en Visserij. Dat departement vergelijkt Vlaanderen met een regio zoals Italië en Tsjechië. Niet met Portugal, noch met Spanje, maar wel met een aantal westerse landen die het vandaag slechter doen. En Vlaanderen is daarbij. En waarom zijn wij daarbij? Men spreekt van een ernstig watertekort indien men minder dan 1000 kubieke meter water per inwoner per jaar ter beschikking heeft. En minister, in Vlaanderen hebben wij 834 kubieke meter water per inwoner per jaar. En dus zijn wij een regio met een ernstig watertekort.
En dan, minister, vind ik het niet serieus dat een overheidsinstelling de boodschap lanceert naar de bevolking: ‘Er is geen probleem. Zet uw kraan maar open. Daar komt altijd water uit, want wij garanderen u dat.’
Minister, ik zou dus graag weten hoe u, dergelijke zaken wetend over de watertekorten, de inwoners kunt motiveren en sensibiliseren om duurzaam en zonder verspilling met ons drinkwater om te gaan, zonder daarbij boodschappen de wereld in te sturen die het tegenovergestelde beweren.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega's, minister, het weerbericht vandaag voorspelde warm en zonnig weer, met op de meeste plaatsen maxima tot 22 en 27 graden.
We moeten vaststellen dat de blaadjes van het jonge plantgoed beginnen te krullen en dat ook het gras naar water snakt. Gezien de extreme droogte die we vorig jaar hebben gekend, zijn we allemaal sneller alert voor de droogteperiode die op ons afkomt.
Minister, ik weet dat u na de extreme droogte van verleden jaar heel wat stappen hebt ondernomen. Er werd een ongelooflijk monitoringsysteem opgezet, om permanent te kunnen volgen in welke fase wij ons vandaag bevinden.
Naar aanleiding van die extreme droogte is er een evaluatierapport opgemaakt vanuit de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW). Daarin zijn heel wat aanbevelingen opgenomen om maatregelen te treffen, proactief en reactief, en om te bekijken wat we moeten doen bij een crisis.
Ik heb de afgelopen dagen gemerkt dat er gemeenten zijn die ook een signaal hebben gegeven en een aantal maatregelen hebben opgelegd om zuinig om te gaan met water, uit vrees voor een droogteperiode.
Op 21 juni heeft ook de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad) een aanbevelingsbrief geschreven waarin hij verwijst naar het evaluatierapport en specifiek naar een crisisaanpak vraagt en naar voorstellen om eventueel in een testfase uit te proberen om na te gaan of ze effectief ook kunnen werken.
Minister, met alle kennis die we vandaag hebben verzameld en de aanbevelingen die zijn gedaan, wil ik u vragen welke maatregelen u eventueel op korte en op middellange termijn zult nemen voor de eventuele droogte die op ons afkomt.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega's, voor alle duidelijkheid, en laat er geen misverstand over bestaan: we moeten altijd zuinig zijn met drinkwater. Het is inderdaad schaars en het kost trouwens ook heel veel geld. Jaarlijks wordt 1,3 miljard euro besteed aan het aanleveren van zuiver, goed, kwaliteitsvol drinkwater. Dit wordt veel te weinig gezegd. Het is trouwens ook een van de redenen waarom wij samen in deze meerderheid de voorbije jaren het gratis drinkwater hebben afgeschaft, net om mensen bewust te maken van het feit dat je daar zuinig mee moet omgaan.
Vorig jaar hebben we extreme droogte gekend, een droogte die volgde op een heel droge winter en een heel droge herfst. Er was geen voorraad drinkwater aangevuld. Op basis van de communicatie die toen is gevoerd, hebben we gezegd dat er een evaluatie moest komen en een aantal duidelijke afspraken moesten worden gemaakt over hoe er wordt gecommuniceerd en wie wat op welk moment doet. Die afspraken zijn gemaakt.
Het is droog. Iedereen ziet dat. Het heeft al lang niet meer geregend en de komende dagen zal het ook niet regenen. Er is een Droogtecommissie die de zaken op de voet volgt. Dat was een duidelijke afspraak die we met alle actoren hebben gemaakt. We hebben ook afgesproken dat we met een kleurencode werken: groen, geel, oranje en rood. Groen betekent geen verplichte maatregelen waar je sancties tegenover stelt. Geel betekent waakzaam zijn. Oranje betekent overgaan tot maatregelen. Rood is heel acuut en een groot probleem. Op dit moment volgen de Droogtecommissie en de experten die erbij betrokken zijn de situatie op de voet.
Er is een verschil met vorig jaar. De voorraden zijn gedurende de winter en de herfst wel aangevuld. Het heeft veel geregend in de herfst en de winter. De bevoorrading van drinkwater dreigde vorig jaar wel een probleem te worden, maar op dit moment is er nog geen probleem. Zoals gezegd, blijven we het opvolgen.
Als je afspraken maakt op basis van een grondige evaluatie met alle actoren, is het heel belangrijk dat je je er ook aan houdt. Je kunt op dit moment niet voorspellen hoe de situatie zich verder zal ontwikkelen, welke maatregelen zullen worden genomen. Wat ik wel belangrijk vind – het staat ook in het advies van de Minaraad – is dat we ook proactief moeten werken. Het Departement Landbouw heeft concreet per sector aanbevelingen over hoe je spaarzaam met water kunt omgaan, welke alternatieven er zijn. Er zijn ook een aantal initiatieven op het terrein zoals meer hergebruik van water, het ‘grijs water’. In West-Vlaanderen is hierrond een heel mooi project dat we kunnen subsidiëren.
Uiteraard is het ook belangrijk – maar het is geen evidente oefening, collega Rombouts – om proactief ook goede afspraken te maken. Op het moment dat er schaarste is, komt de vraag wie er voorrang heeft op wie. Dat is een heel moeilijk debat waarbij we alles heel duidelijk in kaart moeten brengen. Hoe kunnen we dat regelen? Wie krijgt er voorrang als er een tekort zou zijn? Wie mag op welk water een beroep doen? Dat is een hele moeilijke oefening die we de komende maanden zullen doen en die ook in het advies van de Minaraad staat, maar er zal nog wel wat water naar de zee vloeien voor we daar expliciet uit zijn.
Laat ons vooral het hoofd koel houden en correct communiceren. Collega Nevens, toen mij naar mijn mening werd gevraagd, heb ik heel uitdrukkelijk gezegd dat je altijd heel spaarzaam met water moet omgaan omdat het een kostbaar goed is. Het klopt natuurlijk dat we die boodschap moeten blijven herhalen.
U weet ook dat de drinkwatermaatschappijen zelf een verplichting hebben om te werken aan het preventieve, het zuinig omgaan met water. Ze hebben er een heel programma rond uitgewerkt, dat trouwens mee in het droogteplan zit en waarin zij bijvoorbeeld uitleggen dat wanneer je een douche neemt, je minder water verbruikt dan wanneer je een bad laat vollopen. Dat is maar een voorbeeld, maar zo zijn er tal van voorbeelden die de drinkwatermaatschappijen aan hun klanten communiceren.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik ben nogal een voorstander van het voorzorgsprincipe. Het voorzorgsprincipe in het waterbeleid is geen ‘rocket science’. Dat gaat over de juiste informatie naar de verbruikers, maar dat gaat ook over het tegengaan van verspilling. Vandaag wordt er nodeloos drinkwater gebruikt voor toepassingen die niet echt nodig zijn. Het gaat ook over hergebruik stimuleren, maar misschien ook verplichten, en over drinkwater gebruiken waarvoor het gebruikt moet worden, namelijk om te drinken.
Minister, ik zou dus wensen dat we in die communicatie een duidelijke boodschap brengen naar de consument. Want vandaag moet ik vaststellen dat volgens het droogteplan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en AquaFlanders een groene kaart naar boven halen, de gouverneur van Vlaams-Brabant een gele kaart trekt, hoewel dat niet zijn kleur is – maar wat nog niet is kan misschien komen –, en de burgemeester van Oosterzele terecht zijn eigen kleur trekt, de oranje kaart, en zegt: ‘Alle hens aan dek, we verbieden het gebruik van drinkwater voor alle andere toepassingen.’ Minister, de vraag is of u de rode kaart trekt en inzet op een degelijk drinkwaterbeleid.
Minister, ik wil u ook danken voor uw duidelijk antwoord. Ik ben het er niet mee eens dat er in communicatie van uwentwege of vanuit de administratie gezegd zou zijn dat wij niet spaarzaam zouden moeten omgaan met water. Dit is een basisprincipe dat te allen tijde permanent wordt gecommuniceerd. Dit is ook zeer terecht. Dat moet de basiscommunicatie zijn.
Maar op het moment dat je in moeilijke situaties komt, zoals droogteperiodes, dan moet je verfijnde communicatie kunnen doen. Minister, ik ben blij dat u aanhaalt dat er een monitoring is en dat daarover ook zeer duidelijke afspraken gemaakt zijn. Iedereen zal daaraan moeten wennen en afstemmen op elkaar. Ik denk dat daar zeker nog een uitdaging ligt, zodat ook lokale bestuurders en de Vlaamse overheid zeer goed weten hoe we op elkaar kunnen inspelen met de juiste communicatie en de juiste maatregelen.
Minister, specifiek over de crisiscommunicatie heb ik nog een vraag. Worden op het moment dat er afspraken rond gemaakt worden, alle actoren daarbij betrokken? Hoe gaat u dat precies aanpakken?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, dat er duurzaam moet worden omgegaan met water, is duidelijk. Dat staat ook in het regeerakkoord. Daar moet inderdaad actie voor worden ondernomen. Ik moet alleen vaststellen dat er de voorbije dagen niet echt op een coherente manier werd gecommuniceerd. Ik denk dat er wat dat betreft actie moet worden genomen. Als men het signaal geeft dat er niet echt een zeer groot probleem is, dan zijn we fout bezig.
Minister, we weten met zijn allen dat in deze tijden van droogte, wanneer mensen het gras besproeien, niet met regenwater of ander water, maar met drinkwater, dat ze fout bezig zijn. U stelt dat er correct gecommuniceerd moet worden. Daar zijn we het uiteraard met zijn allen over eens. Maar er is de voorbije dagen niet op een coherente manier gecommuniceerd. Op welke manier zult u ervoor zorgen dat er toekomstgericht op een correcte, coherente manier zal worden gecommuniceerd? Welke communicatie-initiatieven plant u extra?
De heer Danen heeft het woord.
Naar aanleiding van de droogte vorig jaar, heb ik een aantal keer aangedrongen op het aanstellen van een droogtecoördinator. Ik ben blij dat hij er is. De Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW) neemt die rol waar en naar mijn aanvoelen doet ze dat op een heel serieuze manier.
Maar ik heb toch sterk het gevoel dat we vandaag vooral ingaan op kortetermijnmaatregelen die genomen moeten worden rond water. Natuurlijk, als het probleem daar is en dringend wordt, dan is dat ook nodig. Wat mij vooral interesseert, is onze langetermijnvisie op de waterbeschikbaarheid en het droogterisicobeheer, zoals dat zo mooi heet. Hoe ver staat het met de bijhorende maatregelen om Vlaanderen in de toekomst minder kwetsbaar te maken voor de gevolgen van droogte?
Collega's, naar aanleiding van de droogte vorig jaar hebben wij inderdaad een droogtecoördinator aangesteld, en we hebben ook een droogtecommissie met experten. We hebben hen aan het werk gezet. We zijn tot een plan van aanpak gekomen over hoe je kunt communiceren en wanneer je verplichte maatregelen begint op te leggen, zoals een verbod om het een of ander te doen. Dat is een afspraak die we hebben gemaakt en die breed gedragen wordt door het veld. We zijn het erover eens geworden in de loop van de maand mei.
Nu is het droog, het is zomer. Iedereen begint zich af te vragen of er een probleem is met het water of niet. Wat wij consequent doen, dat is volgens de afspraken die we hebben gemaakt, de lijn aanhouden zoals die is afgesproken. Zolang die experten en die droogtecoördinator niet tot de conclusie komen dat er een verbod moet komen, is het volgens de afspraak ook zo dat wij dat niet doen.
Dat is één zaak, een tweede is natuurlijk algemeen communiceren: wees zuinig met water. Ik denk dat die boodschap heel duidelijk verspreid is. Ik heb trouwens nergens, collega Nevens, de Vlaamse Milieumaatschappij horen zeggen: doe maar op, verspil maar water. Ik denk dat dat een beetje heel overdreven is. Ik heb dat nergens gehoord. Ik heb trouwens ook al die communicatie van de VMM opgevraagd.
Waar we voor moeten opletten, collega's, is het omgekeerde effect. Als je, vanaf het moment dat er zich een periode van droogte voordoet, telkens opnieuw snelsnel een aantal verbodsbepalingen gaat opleggen en afkondigen, gaan de mensen op den duur ook zeggen: waar komt dat nu ineens vandaan? Ik vind het heel belangrijk dat, als er een afspraak is, je die nakomt en je daar ook aan vasthoudt. En uiteraard zijn wij bereid om een evaluatie te doen als we zien dat er zich nadien iets anders voordoet.
Ik zie ook geen tegenstelling, collega Nevens. U zwiert met een aantal kaartjes. Ik heb inderdaad gezien dat de burgemeester van Oosterzele – en dat behoort tot zijn bevoegdheid – gevraagd heeft om zuinig te zijn met water. Dat is een communicatie die we natuurlijk alleen maar kunnen onderschrijven. Maar binnen AquaFlanders hebben wij die codes, waarbij we zeggen: vanaf het moment dat er oranje is, dan pas zullen er verplichte maatregelen worden opgelegd.
En nogmaals, als het specifiek over de drinkwatervoorraad gaat die op dit moment aanwezig is, stellen wij vast dat de situatie helemaal anders is dan vorig jaar, op het moment dat wij die beslissingen hebben moeten nemen.
Het klopt helemaal niet dat er geen langetermijnmaatregelen genomen worden. Ook dat maakt deel uit van die droogtecommissie. Die zijn er ook. Ik heb daarnet gewezen op een aantal initiatieven die lopen, onder andere in West-Vlaanderen. We werken uiteraard ook op vergunningen, collega Nevens. Bij heel wat bedrijven leggen wij ook de verplichting om het water te hergebruiken op vergunningenniveau. Ik denk dat dat heel belangrijk is. We nemen ook tal van andere maatregelen, collega Danen, om de droogte te vermijden en met betrekking tot de manier waarop het water wordt gebruikt. Het is dus niet dat het alleen over kortetermijnmaatregelen gaat: ook de grote maatregelen worden meegenomen.
Uiteraard moeten we verder werken, zoals ook in de Minaraad gevraagd wordt, om met alle actoren proactief naar de toekomst te kijken. Maar nogmaals, ik vind het heel belangrijk dat als je tot een gedragen standpunt en communicatieafspraken komt, je dat ook volgt en je je daar ook aan houdt, en niet bij het kleinste dat zich voordoet, dat helemaal gaat omdraaien en zeggen: dat was niet correct, we gaan het op een andere manier doen. We moeten ons daar nu aan houden. Dat is ook de boodschap die ik heb gebracht, op een heel genuanceerde, correcte manier, en waar ik ook altijd heel uitdrukkelijk aan toegevoegd heb dat we uiteraard zuinig moeten zijn met water en dat we geen water mogen verspillen, en dat dat iets is dat we trouwens nooit mogen doen. Het klopt dat we daarover moeten blijven communiceren en mensen sensibiliseren. Dat is trouwens ook een van de redenen waarom wij in het onderwijs ook een aantal onderwijspakketten hebben die gaan over het zuinig omgaan met water. We doen dat in het kader van de milieuzorg op school.
Collega's, ik denk dat wij op dit moment de afspraken volgen zoals die ook zijn gemaakt. De droogtecommissie neemt de conclusie en wij verbinden daar de communicatie aan, zoals die ook is afgesproken.
Minister, het is nuttig om in de toekomst in te zetten op een duurzaam waterbeleid. Het is niet prettig om crisismanagement te doen in het kader van extreme droogte, zoals we dat vorig jaar en vandaag kennen. De toekomst voorspelt dat we meer zulke extreme droogtes zullen kennen. Daarom zou het goed zijn een beleid te voeren waarbij de consument weet dat drinkwater schaars is, dat hij zuinig moet zijn met drinkwater en dat hij drinkwater moet gebruiken waarvoor het dient.
Dat moet het hele jaar door de communicatielijn zijn, en niet alleen vandaag, wanneer de nood het hoogst is, wanneer de landbouw en de economie veel water nodig hebben. We moeten blijven inzetten op de boodschap dat we zuinig moeten omspringen met ons drinkwater.
Minister, laat duidelijk zijn dat water inderdaad een duurzaam goed is waarmee we heel spaarzaam moeten omgaan. Dat is de permanente basis om ook op de lange termijn te bekijken hoe we dat nog beter kunnen uitbouwen en verzekeren. Op het moment dat de nood hoog is, zijn een goede communicatie en een correcte uitvoering van afspraken zeer belangrijk. U geeft heel duidelijk aan dat de afspraken duidelijk zijn en moeten worden gevolgd. Als er eventueel nood is aan bijsturing na een evaluatie, is daar ook ruimte voor. In die zin kan ik u volledig volgen en kijk ik zeker uit naar hoe het crisisbeleid nog verder wordt verfijnd. Dit wordt vervolgd.
De actuele vragen zijn afgehandeld.