Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXVIII.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Collega's, onderwijsdecreten met een nummer als XXVII of XXVIII of alles wat daarvoor kwam, zijn meestal technische decreten die een aantal wijzigingen aanbrengen aan bestaande regelgeving om een volgend schooljaar ordentelijk te laten verlopen. In het verleden zijn er soms al grote aanpassingen gedaan aan zulke onderwijsverzameldecreten, maar nu is dat niet het geval. Het zijn vooral kleinere technische maatregelen, waarvan sommige zeer goed zijn, zoals een uitbreiding van het rookverbod, en andere waar we toch nog vragen bij hebben, zoals de schoolsport. Die hebben we ook geuit in de commissie.
Die bespreking is gebeurd. Maar wij vonden toch dat het absoluut het moment was om bij dit ontwerp van decreet een kleine wijziging aan te brengen wat betreft de inschrijvingen. Het is ondertussen geweten dat er al jarenlang wordt gebakkeleid over een nieuw Inschrijvingsdecreet voor scholen, zowel voor het basisonderwijs als het secundair onderwijs. Ik heb de indruk dat de meerderheid daarover geregeld samenkomt. Maar zij lijken niet tot een consensus te komen. Het regeerakkoord zei ook dat die inschrijvingsprocedure eenvoudiger en transparanter moest, maar toch een sociale mix moet naleven. Blijkbaar is het moeilijk om iets te vinden waarover er een akkoord kan zijn.
Maar waarover wel heel duidelijk een akkoord is – en dat is al meermaals gebleken, zowel in de commissie als tijdens vragen in deze plenaire vergadering – is om op zijn minst een inschrijvingsdatum vast te leggen. Op dit moment – en dat hebben we uit de nota van de LOP’s en de administratie – zijn er 131 verschillende inschrijfdata in Vlaanderen. Dat zorgt voor absolute chaos. Het is absoluut niet transparant. Het is verwarrend voor ouders. En het is al zo moeilijk om een school te kiezen, zeker op plaatsen waar er een capaciteitstekort is en je dus niet zomaar kunt inschrijven in de school van je keuze, maar waar dat via een aanmeldingssysteem moet gebeuren.
Dat bepaalde inschrijfdata steeds vroeger komen te liggen – want nu is er decretaal geregeld dat dat al vanaf maart kan – betekent de facto dat ook de studiekeuze steeds moet worden vervroegd. De meeste van de opendeurdagen op scholen komen na maart, vaak in mei of juni. Dat betekent dat je dan met een kindje uit het vijfde leerjaar lager onderwijs, een kind van 10 jaar dus, moet gaan kijken welke school je binnen twee jaar zou willen kiezen. Dat is dus geen goede evolutie. De verschillende inschrijfdata zorg ook voor extra concurrentie. Want in de randgemeenten rond grote steden wordt de inschrijfdatum vervroegd, waardoor de stad moet volgen. Want anders krijg je een soort van stadsvlucht, vaak van sterkere ouders die goed geïnformeerd zijn.
Dus hebben wij een amendement ingediend, minister en collega's, om heel simpel te bepalen dat er vanaf volgend jaar één inschrijfdatum komt voor heel Vlaanderen waarop de inschrijvingen voor verschillende scholen kunnen starten. We weten dat er nog veel andere dingen zouden moeten gebeuren, onder andere een aanmeldingsysteem dat uniform is enzovoort. Maar we weten dat het op dat vlak moeilijk ligt om tot een akkoord te komen. We hebben er dit aspect al uitgenomen. Er is grote vraag. Ouders van de wachtlijst-ouders Antwerpen hebben ons net nog een brief geschreven om te zeggen: ‘Probeer daar alvast mee te beginnen.’
Voilà, dit is ons amendement. Jullie hebben jullie steun al geuit in de commissie en in de plenaire vergadering. Het zal dus wellicht worden goedgekeurd.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik beperk me in eerste instantie tot OD XXVIII. Meer bepaald wil ik het hebben over een aantal zaken die in dit ontwerp van decreet staan. Want u zegt dat het wat technisch is en niet zo belangrijk, maar er zitten toch wel een aantal zeer belangrijke zaken in. Zo is er de basiseducatie, dat we voor die mensen zekerheid creëren.
Er is ook de re-integratie, waarmee we in het onderwijs al zeer lang worstelen, collega’s. Als leerkrachten ziek zijn en eigenlijk wel opnieuw willen komen werken, wat niet meteen lukt omdat ze fulltime werken, kunnen we gaan kijken naar aangepaste taken. Dat lijkt mij zowel voor die leerkracht, die directie of dat personeelslid als voor de school niet onbelangrijk. Daarbij heeft onze fractie nog iets aangegeven. Het federale Medex vormt een oordeel in de kwestie of leerkrachten van wie de ziektedagen zijn uitgeput, op pensioen worden gesteld. Nu zijn er een aantal schrijnende situaties waarbij vrij jonge leerkrachten, vrij jonge personeelsleden in onderwijs, getroffen worden door kanker. Hun ziektedagen zijn uitgeput. Zij wíllen wel opnieuw komen werken, maar worden dan om medische redenen al vrij vroeg op pensioen gesteld. Ze worden eigenlijk medisch afgeschreven voor de maatschappij, voor het onderwijs. In tijden waar we mensen nodig hebben, lijkt me dat toch heel raar.
Om die reden stelt mijn fractie voor om met die federale dienst rond de tafel te zitten en te kijken welke mogelijkheden er zijn.
Iets waar mijn fractie en mevrouw Krekels al zeer regelmatig op hebben gewezen, is het doorgeven van leerlingeninformatie. Veel scholen en leerkrachten investeren in het invoeren van info in leerlingenvolgsystemen. Als leerlingen dan naar een andere school gaan, begint alles opnieuw en gaat heel veel info verloren, behalve de basisfiche, maar daar staat eigenlijk niet veel op.
In dit ontwerp van decreet staat dat de info die we over leerlingen hebben en die didactisch-pedagogisch noodzakelijk is, wordt meegegeven. Dat is niet louter technisch, maar echt belangrijk.
Over de scholengemeenschappen zullen we het in de toekomst nog hebben, maar voor mijn fractie is het duidelijk. We zijn blij dat de scholengemeenschappen worden verlengd. De scholengemeenschappen werken goed. We hebben er een hoorzitting over gehad. Eigenlijk is naar voren gekomen dat veel koepels en scholen vroegen om hen gewoon zo te laten voortwerken. Voor ons mag de einddatum voor de scholengemeenschappen dus gerust worden geschrapt. We zien niet goed in wat de meerwaarde is.
Als er iets anders komt, kan dat financieel, budgettair of op het vlak van personeel niet ten nadele zijn van de huidige bestaande schoolreglementen. Dat willen we hier heel duidelijk stellen.
Voorzitter, ik wil nog twee punten aanhalen, want ik zie u al naar de klok kijken, en u hebt gelijk.
We schrijven in dit ontwerp van decreet eindelijk in dat we het duaal leren meer structureel zullen maken. Het is een speerpunt van mijn partij geweest om dit mee in het Vlaams regeerakkoord te krijgen en om dit als een volwaardige manier van leren te zien voor leerlingen die op een andere manier willen leren, door het te doen in het werkveld. Het heeft succes bij zowel scholen als leerlingen en de bedrijfswereld. Daar kunnen we alleen maar blij om zijn.
Mijn laatste punt is dat scholen in het secundair onderwijs waarvan de capaciteit uitbreidt, kunnen hertellen. Dit betekent dat ze extra middelen en leerkrachten krijgen omdat het leerlingenaantal is gestegen. Het is zeer goed dat dit in het ontwerp van decreet is opgenomen.
Mijn fractie pleit ervoor om dat te bekijken voor scholen in het basisonderwijs die capaciteitsmiddelen krijgen, iets waarmee we worstelen. In het licht van wat mevrouw Meuleman net heeft gezegd, denk ik dat het voornaamste niet is dat we moeten sleutelen aan inschrijvingsdecreten, maar dat we moeten zorgen voor voldoende capaciteit op de plaatsen waar leerlingen en ouders naartoe willen en waar leerlingen zitten. Als we daar middelen voor extra plaatsen investeren, moeten we er ook voor zorgen dat ze ook de leerkrachten hebben en dat die plaatsen direct worden opengesteld en geïnstalleerd.
Mijn fractie zal dit ontwerp van decreet in elk geval enthousiast goedkeuren.
Mijnheer Daniëls, dat ik naar de klok kijk, betekent niet dat u daarom uw spreektijd moet inkorten. Dat is uw eigen interpretatie. (Opmerkingen van Koen Daniëls. Gelach)
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, ik overloop even wat volgens mij de vier kenmerken van dit ontwerp van decreet zijn. Als ik ze met de vorige legislatuur vergelijk, zijn de huidige verzameldecreten minder omvangrijk en daardoor overzichtelijk. De inhoud is beperkter en meer beperkt tot het strikt noodzakelijke, veelal technische verbeteringen. Het aantal amendementen ligt veel lager dan in het verleden. Tijdens de vorige legislatuur waren er soms meer amendementen dan artikelen. Het valt ook op dat er voor vrijwel elk punt een protocol van akkoord is.
Minister, u weet dat het mijn grote bezorgdheid is dat het schooljaar ordentelijk kan starten. Dat staat in een resolutie die we destijds unaniem hebben goedgekeurd. Dat betekent uiteraard dat er nog heel wat werk voor de boeg is. De uitvoeringsbesluiten en de omzendbrieven die op het ontwerp van decreet volgen, zouden eigenlijk voor de laatste week van juni in de scholen moeten toekomen.
Zonder er expliciet op in te gaan, zal ik een aantal elementen opsommen die in het ontwerp van decreet staan en die volgens mij belangrijk zijn.
Wat de bestuurlijke optimalisatie betreft, wordt de uitstap uit de scholengemeenschappen uitgesteld. Dat was reeds toegezegd naar aanleiding van een vraag om uitleg die ik hierover enkele maanden geleden in de commissie heb gesteld.
Ik denk dat de hertelling van de capaciteit van scholen in het secundair onderwijs voor deze scholen heel belangrijk is.
De bepaling met betrekking tot het meenemen van schooldossiers na een schoolverandering is zeker een vereenvoudiging.
Het uitstel met een jaar van de ingangsdatum getuigschrift basisonderwijs spoort met de hervorming van het secundair onderwijs. De studiefinanciering en de verdere uitbouw van het automatische dienstensysteem met vroegere opstart en kans op vroegere uitbetaling zijn een goede zaak, evenals het neutraliseren van de gevolgen van de gemeentefusies gedurende de eerste zes jaar voor een aantal scholen. Ik vermeld ook met overtuiging de bepalingen in verband met basiseducatie.
Minister, net als sommige andere collega’s heb ik meermaals gewezen op het probleem van de hertelling in een aantal basisscholen die capaciteitsproblemen hadden, die daar extra middelen voor hebben gekregen, die hebben bijgebouwd maar die eigenlijk onvoldoende uren hebben op het moment dat het schooljaar start. Ik heb begrepen dat het op dit moment nog niet mogelijk is om dit probleem op te lossen. Ik geef alvast de suggestie dat OD XXIX hierbij een opportuniteit is, maar als het vroeger zou kunnen, zal ik uiteraard enthousiast reageren.
De heer De Ro heeft het woord.
Ik heb in de commissie een aantal opmerkingen gemaakt namens mijn fractie.
Genummerde decreten zijn inderdaad niet de meest sexy decreten, maar in dezen verbergt OD XXVIII ook wel wat mooie punten achter een aantal technische aanpassingen. Voor ons is het misschien geen groot punt, maar de opname in het leerlingenkenmerk thuisloos, wat scholen en die leerlingen extra uren en begeleiding oplevert, en in het leerlingenkenmerk niet-begeleide minderjarige vluchtelingen is voor ons een heel belangrijk punt. Het gaat niet over een heel grote groep maar de scholen die deze kinderen binnen hun schoolmuren opvangen, steken daar veel tijd, energie en engagement in. Zij zullen in de toekomst op dat vlak beter worden ondersteund.
OD XXVIII probeert een aantal stappen te zetten om dubbele inschrijvingen te vermijden. Ik hoop dat we ook zullen monitoren hoeveel dubbele inschrijvingen we zullen kunnen vermijden, want een dubbele inschrijving betekent dat op een bepaald moment in het schooljaar een leerling twee stoelen bezet. In het kader van de capaciteit en het inschrijvingsbeleid is dat geen goede situatie.
De twee vorige sprekers wezen ook al op de betere informatiedoorstroming van het basisonderwijs naar de secundaire school. We hebben ook veel respect voor de inspanningen die in de basisschool worden geleverd om heel wat gegevens en zaken over de aanpak van de leerlingen, leerstoornissen enzovoort, op te lijsten en te beschrijven.
Wanneer scholen door dit ontwerp van decreet meer zekerheid krijgen dat ze naar aanleiding van capaciteitsuitbreiding ook de nodige leerkrachten en extra omkadering kunnen genereren, dan zal dat schoolbesturen effectief aanzetten om iets sneller die stappen naar extra capaciteit te zetten.
Een punt dat nog niet is aangeraakt, tenzij ik het over het hoofd heb gezien, is het volledig doortrekken van het rookverbod, 24 uur op 24, op de schoolcampus. Veel mensen die in het onderwijs staan, vinden het verbazingwekkend dat er tijdens het weekend andere dingen in een school mogen dan tijdens de week. Het lijkt me dan ook niet meer dan logisch dat we het rookverbod doortrekken.
En dan is er nog een punt waarover ik van mening verschil met de heer Daniëls. Zoals ik al meermaals heb gezegd, is capaciteit de basis van alles. Als er niet voldoende capaciteit is, kunnen we hier nog tal van decreten, regels en reglementen goedkeuren. Het vinden van een vergelijk om tot één inschrijvingsdatum te komen is geen fait divers en is gevraagd door heel wat collega-schepenen van Onderwijs en mensen uit het werkveld. Ik nodig iedereen uit om tijdens de periode tussen de weigeringen die bijvoorbeeld in gemeente X vallen, twee à drie weken voor de inschrijvingen in gemeente Y beginnen, eens stage te doen op de administratie van een school in een zone die later inschrijft.
U kunt zeggen dat men dan maar zelf moet kiezen om dat allemaal tegelijk te doen. Dat is nog waar voor het stuk van de Vlaamse Gemeenschap dat zich in het Vlaamse Gewest bevindt, maar u weet evengoed als ik dat er ook scholen zijn die in die situatie belanden omdat ze dicht bij Brussel liggen. Daar krijgen ze wekenlang niet alleen telefoons, maar er komen ook mensen aan de deur om te vragen of de inschrijvingen daar nog bezig zijn. Ik weet dat in de Vlaamse Rand mensen die op schoolsecretariaten werken, daardoor gewoon uitvallen, omdat ze eigenlijk niet meer tot ander werk komen, en de telefoon, als ze hebben opgelegd nadat ze iemand hebben geholpen, onmiddellijk opnieuw rinkelt en iemand informeert wanneer de inschrijvingen daar beginnen. Dat maakt het ook niet mogelijk om een degelijk communicatiebeleid te voeren vanuit de Vlaamse Gemeenschap voor alle ouders, ook de ouders die moeilijker te bereiken zijn, om hun duidelijk te zeggen vanaf wanneer er wordt ingeschreven in heel Vlaanderen. Ik vind dit zelf geen punt dat we hier kunnen afdoen als een fait divers. Dit is een oproep om daar toch heel goed over na te denken, om, voor het schooljaar eindigt en met het oog op de volgende inschrijvingsperiode, hier wars van de grenzen tussen meerderheid en oppositie toch een vergelijk te vinden om één inschrijfdatum te hebben.
Voorzitter, als ik daar toch even op mag doorgaan, en dan neem ik het amendement dat na het indienen van het verslag is ingediend door collega Meuleman, maar in het verleden ook al is ingediend door collega Meuleman en haar collega’s van de sp.a-fractie. Ik vrees gewoon dat dit amendement te beperkt is. We hebben zelf ook al die oefening gedaan. Ik ben een groot voorstander van eenvoudige regelgeving, maar ik vrees dat dit te eenvoudig is. Ik zeg dat niet vanuit een soort gemakzucht, zo van ‘kijk, we zullen dit hier niet goedkeuren, want het is onvoldoende’, maar als ik de teksten zie die we al hadden voorbereid en die ettelijke pagina’s besloegen, dat is dit op wettelijk vlak onvoldoende. Dat doet niks af aan de stelling van onze fractie dat één inschrijfmoment in heel Vlaanderen echt wel het minimum minimorum is dat we in dit parlementair, politiek jaar hier in dit parlement nog moeten goedkeuren.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, als ik alle fracties zo beluister, en dat is niet de eerste keer, dat was ook vorige week in het plenaire debat aan de orde, dan wil iedereen eigenlijk een ordelijke inschrijving in de scholen, en dat begint inderdaad bij voldoende capaciteit, maar ook bij één uniforme inschrijvingsdatum in heel Vlaanderen. Er zijn al diverse pogingen gedaan: sp.a heeft een decreettekst ingediend, Groen heeft een decreettekst ingediend. Nu is er een voorstel van amendement op OD XXVIII. De Vlor vraagt een nieuw Inschrijvingsdecreet. Heel veel actoren, vooral op het terrein, en veel ouders die niet langer de ambitie of zin hebben om volgend schooljaar te gaan kamperen, zijn vragende partij. De minister heeft ook aangegeven zelf naar een oplossing te streven. De minister heeft ook de parlementsleden aangemoedigd om daar dringend werd van te maken. Ik stel vast dat de parlementsleden van de oppositie hun huiswerk doen, dat de parlementsleden van Open Vld en CD&V minstens lippendienst bewijzen aan een aantal principes, zoals die uniforme inschrijvingsdatum, maar dat het schoentje knelt bij de collega’s van de N-VA. Voorzitter, als we echter daadwerkelijk het parlement voor vol aanzien, en dat moet u enorm aan het hart gaan, dan zou ik alle collega’s willen oproepen, ook die van CD&V en Open Vld, om de oplossing die voorligt, toch daadwerkelijk via amendement goed te keuren. Collega De Meyer, u pleit toch altijd voor die ordentelijke start van het schooljaar, en die zit mee vervat in die genummerde onderwijsdecreten. Hier is dus zeker een opportuniteit, via het amendement.
Ten gronde, wat het ontwerp van onderwijsdecreet XXVIII betreft, en het voorstel dat is besproken in de commissie: we hebben daar een aantal goede elementen in gevonden, zoals het algemeen rookverbod op school, dat ons de evidentie zelve lijkt in 2018. Wat we ook goed vinden, is dat de mogelijkheid wordt geboden om deelkwalificaties aan jongeren aan te bieden. We hebben hier al herhaaldelijk gewezen op het belang van succeservaringen voor een goede en succesvolle schoolse carrière, weze het dat uiteraard het behalen van een volledig diploma het nastreven waard blijft.
Er zijn ook een aantal elementen in het ontwerp van Onderwijsdecreet waar we minder gelukkig mee zijn, zoals de overheveling van de naadloos flexibele trajecten naar het beleidsdomein Welzijn.
We vrezen dat net de doelgroep die nu al zeer precair is in ons onderwijs en die extra omkadering behoeft, niet de nodige omkadering zal hebben, temeer omdat onderwijs, zoals u weet, open end garandeert, en welzijn niet, ook al zouden wij daar vanuit het concept zorgzekerheid uiteraard heel erg graag het omgekeerde zien. Tot op vandaag is dat niet het geval. Vandaar dat we op het risico van die overheveling hebben gewezen.
Moraal van het verhaal: nogmaals een oproep om in dit geval het amendement van de collega’s van Groen mee goed te keuren. Daar is een parlementaire meerderheid voor. Bij de stemming over het volledige ontwerp van decreet zullen wij ons namens sp.a onthouden.
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Ik wil ingaan op de vraag om de amendementen van mevrouw Meuleman te steunen in deze plenaire vergadering. Ik wil duidelijk beklemtonen dat we het vanuit de CD&V-fractie belangrijk vinden dat er één tijdslijn komt in Vlaanderen, maar er zijn nog andere knelpunten die wij ook zeker en vast willen aanpakken. De heer De Ro heeft er al op gewezen: puur technisch zijn er een aantal bijkomende artikelen nodig om die ene inschrijvingsperiode te regelen. Vandaar is het beter om dit ten gronde te bekijken en ervoor te zorgen dat dit technisch in orde is, zodat de reglementering overal goed in elkaar zit.
Naast het element van de inschrijvingsperiode willen we inspanningen blijven leveren om het ontwerp van decreet op een aantal andere punten te verbeteren. We hebben er geen probleem mee dat de oppositie ons blijft stimuleren om er werk van te maken. Wij zullen daar als CD&V maximaal onze verantwoordelijkheid in nemen.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik wil nog even kort ingaan op het onderwerp van de scholengemeenschappen, waar de heer Daniëls al naar verwees. We zijn inderdaad blij dat de einddatum verplaatst wordt naar 1 september 2019.
Ik zou de minister toch willen vragen om omtrent die scholengemeenschappen snel duidelijkheid te brengen. De manier waarop dat is opgesteld in het ontwerp van decreet doet immers nog altijd uitschijnen dat de uitstap van de scholengemeenschappen verwacht wordt om dan in te stappen in een schoolbestuur met bepaalde kenmerken, terwijl we weten dat de vraag om de scholengemeenschappen te behouden, steeds luider klinkt. Ik had begrepen dat de minister daar zeker voor open staat en wil beamen dat de scholengemeenschappen kunnen blijven bestaan, ook in de toekomst. De vraag is dus om ten aanzien van de scholen snel duidelijkheid te scheppen. Wanneer zou dat kunnen?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik voel opnieuw duidelijke steun voor het realiseren van één inschrijfdatum. Nu blijkt alleen dat er misschien technisch hier en daar nog een mankementje in de voorstellen zit. Voor ons lijkt dat redelijk oké. Ik neem aan dat er dan snel iets komt, want dit loopt nu al jaren. Als we niet nu iets goedkeuren, betekent dat dat het te laat wordt om volgend jaar opnieuw dezelfde chaos te vermijden. Als we willen dat de volgende inschrijvingsronde, voor het schooljaar 2019-2020, ordentelijk verloopt, dat er geen chaos is, dat we de ouders uit onder andere het Antwerpse, maar ook de scholen in het centrum en in de rand, de garantie willen geven dat het allemaal minder chaotisch en transparant zal verlopen, dan dringt de tijd. Dan verwacht ik van jullie toch heel snel een voorstel. De nieuwe inschrijfronde zal immers gauw beginnen. We kunnen niet aan scholen zeggen dat we over iets zullen stemmen en dat ze dat de maand nadien moeten invoeren. Zo rap gaat dat niet in een parlement. Laat ons alstublieft zeker voor de zomervakantie die ene inschrijfdatum realiseren. We kunnen niet blijven voorstellen doen en het antwoord krijgen dat het goed is, maar dat we moeten blijven wachten.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Vanuit de oppositie wordt nogal naar ons gewezen. Laat het duidelijk zijn: voor de N-VA-fractie blijft een eenduidig, transparant en uniform Inschrijvingsdecreet belangrijk. Wat ik niet begrijp in dit amendement is de oproep, ik dacht vooral van mevrouw Gennez, dat het parlement ten volle zijn rol moet spelen. Het enige wat dit amendement doet, is net datgene wat het parlement ooit heeft beslist, dat de inschrijvingen niet mogen starten voor 1 maart, opheffen en een volmacht aan de regering geven om een datum te bepalen. Welnu, ik vind dat zwak van een parlement.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, ik ben blij dat OD XXVIII hier ter goedkeuring voorligt. Ik kijk specifiek naar de heer De Meyer, die graag heeft dat we de decreten op tijd goedkeuren en dus op tijd kunnen uitleggen aan de schooldirecties. Ik kan jullie ook melden dat er deze week opnieuw een ronde van directeurs is gestart. Zo'n 2600 directeurs in Vlaanderen nemen eraan deel om te luisteren naar de maatregelen die worden genomen. Het is dus wel belangrijk dat dit ontwerp van decreet hier vandaag kan worden goedgekeurd, want men is het aan het uitleggen en aan het uitvoeren op het terrein. Collega De Meyer, ik denk dat we perfect op schema zitten vandaag.
Collega's, ik zou even op drie inhoudelijke punten willen ingaan. Het eerste puntje gaat over de scholengemeenschappen waarover een paar vragen zijn gesteld. Ik probeer natuurlijk zo getrouw mogelijk het regeerakkoord uit te voeren, want dat is voor mij de bijbel waar ik door moet geraken. Voor hen die vinden dat er helemaal niets nodig is, lees ik duidelijk: “Binnen het basis- en secundair onderwijs gaan we naar bestuurlijke optimalisatie van het onderwijslandschap met respect voor de verscheidenheid ervan en in de geest van het subsidiariteitsbeginsel. We stimuleren scholen om in grotere verbanden samen te werken zodat ze de uitdagingen van de toekomst kunnen aangaan. Op welke manier ze dat doen, kunnen ze zelf bepalen.” En verder: “Bij nieuwe bestuursmodellen moet de herkenbaarheid van de individuele school en haar inbedding in de lokale gemeenschap behouden blijven. Zeker in het basisonderwijs zetten we in op die nabijheid.”
Ik heb dus een opdracht vanuit het regeerakkoord om te kijken naar de toekomstige schoolorganisaties. We hebben met de Vlaamse Regering al een conceptnota goedgekeurd. Dat weet u. Er is overleg geweest en er zijn heel wat vragen. Ik weet, en ik heb het ook in het parlement al gezegd, dat bij veel scholengemeenschappen de vraag leeft om te kunnen blijven samenwerken. Zeker in het basisonderwijs is men een beetje bang dat men verplicht zal worden om niveauoverstijgend samen te werken en vraagt men of men ook niveaugerelateerd kan blijven werken. Ik zal proberen om in het voorstel dat ik aan de regering zal doen, die keuzevrijheid voor scholen maximaal te garanderen. Ik hoop dat we er snel door geraken. Tot nu toe is dat nog niet gelukt, collega's, omdat er wat vragen en zorgen zijn. Er zijn veel verscheiden modellen in Vlaanderen. Ik hoop zeker dat dit voor OD XXIX opgelost zal zijn. Dat is evident. Ik kan nu al een geruststelling geven aan de scholen: we hebben een datum opgegeven net om wat rust te brengen zodat de scholengemeenschappen nog wat kunnen blijven bestaan.
Het tweede puntje is het punt van collega Gennez, die het spijtig vindt dat de naadloos flexibele trajecten (NAFT) overgaan naar Welzijn. Langs de ene kant begrijp ik u, maar ik heb proberen duidelijk te maken waarom we dat doen. De NAFT’s binnen Onderwijs zijn nu georganiseerd als projecten. Projecten hebben kwalijke gevolgen voor de mensen die erin werken. Ze blijven projectmedewerkers en kunnen moeilijker anciënniteit opbouwen enzovoort. Als we ze overhevelen naar Welzijn, zijn het geen projecten meer, maar wordt het een structurele inbedding. Dat is goed voor de mensen die erin werken. Dat is ook een van de redenen waarom we dat doen. De budgetten voor de NAFT’s zijn nooit open-end geweest. Het zijn onderwijsbudgetten, maar het gaat over ongeveer 1 miljoen euro. Om u een beetje gerust te stellen: de budgetten gaan naar Welzijn, maar ze zijn geoormerkt en ze worden geïnspecteerd. Het is dus niet zo dat die budgetten in de vijver van Welzijn komen en voor van alles en nog wat kunnen worden gebruikt. Het blijven geoormerkte budgetten om naadloos flexibele trajecten aan te bieden aan jongeren. Het voordeel van het ingebed zijn in Welzijn, is het feit dat de welzijnssector er vaak een grote rol in speelt, want het gaat over jongeren die om allerhande redenen geen normaal traject kunnen afleggen. Het is dus helemaal niet de bedoeling om ze af te stoten, integendeel, we willen het personeel wat meer garanties geven en we willen ook dat de flexibele samenwerking met Welzijn goed verloopt. U mag er altijd vragen over stellen en we zullen opvolgen dat die budgetten verder worden geïnvesteerd in jongeren die leerplichtig zijn.
Een volgend puntje betreft het Inschrijvingsdecreet en het voorstel van mevrouw Meuleman en de commentaren daarop. Ik wil ook hier een onduidelijkheid uit de wereld helpen. Ik hoorde sommigen zich afvragen waarom daar iets aan veranderd moet worden, maar die opmerking verrast mij. Ons regeerakkoord is ook wat dat betreft heel duidelijk en stelt dat “we een nieuwe en eenvoudige decretale grondslag willen creëren voor schoolinschrijvingen waarbij de keuzevrijheid van de ouders gemaximaliseerd wordt. (…) We willen zeker een oplossing zoeken voor de problematiek van de meervoudige aanmeldingen en inschrijvingen.” Dat zijn de zaken die we moeten oplossen. Ook voor het buitengewoon onderwijs moeten we iets hebben.
Mevrouw Meuleman, ik denk dat we het met z'n allen wel eens zijn over één inschrijvingsdatum, maar dit alleen zal er niet voor zorgen dat er volgend jaar ordentelijkheid is. Wat los je daarmee op? Dat het niet kan dat je in de ene regio op datum A en in de andere regio op datum B inschrijft, maar over de aanmeldingsprocedure zeg je niets. Die blijven dan bestaan, terwijl ze ook heel verschillend zijn. Er zijn een aantal zaken die extra geregeld moeten worden. Het is mijns inziens verstandiger om te proberen te komen tot een algemene oplossing. Als er geen oplossing komt, dan blijft het huidige decreet gewoon bestaan. Dat betekent dat er geen verplichting is in het secundair onderwijs, maar het is in eenieders belang om dit proberen op te lossen.
Ik kan de belofte niet doen dat ik binnen x aantal schooljaren kan verhinderen dat bepaalde scholen een veel grotere aantrekkingskracht hebben dan andere. Ook al bouw je bij waar het kan, het is niet uitgesloten dat er wachtlijsten zullen zijn in secundaire scholen. We moeten dan kijken wat de beste manier is om op de meest eerlijke manier mensen een ticket te geven om hun kind in een bepaalde school te laten schoollopen. Daar woedt ook een debat over. Ik zie volgende week de schepenen van Gent en Antwerpen terug om daarover ook nog eens van gedachten te wisselen, omdat ze beiden een systeem op poten hebben gezet. Ik zou het goed vinden dat we die discussie mee proberen op te lossen om op die manier het regeerakkoord uit te voeren en tot iets werkbaars te komen.
Ik volg zij die zeggen dat we daar spoedig werk van moeten maken, want er is wel druk. Ik vind ook dat het tijd wordt om een ei te leggen. Het is een dossier dat aan de parlementsleden is overgelaten. Die afspraak is gemaakt aan het begin van de legislatuur. Ik hoop dat men er op dat niveau ook uitgeraakt. Ook in het buitengewoon onderwijs is het urgent dat er een nieuw Inschrijvingsdecreet komt. Ik zou dat ook graag opgelost zien, maar misschien kan het allemaal samen. Ik deel wel de zorg. Ik heb mij niet uit te spreken over uw stemgedrag, maar ik vind het een beetje beperkt om enkel dat voor te leggen. Er is meer nodig om het ordentelijk te maken voor de volgende schooljaren.
In dit Onderwijsdecreet zitten een aantal bijzonder belangrijke maatregelen. Ik zal ze niet allemaal opsommen, maar het zijn stuk voor stuk maatregelen die ook de planlast in scholen kunnen verbeteren. Hier zitten serieuze winsten in op het vlak van de papierlast die er vandaag is voor de leerkrachten en directies. Ik denk aan de automatische dossiers die opgemaakt zullen worden en het doorgeven van informatie. Ik hoop dat u er ook van overtuigd bent dat we met dit Onderwijsdecreet XXVIII echt stappen voorwaarts zetten in de strijd tegen de grote administratieve last in het onderwijs.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, u zegt dat u het aan het begin van de legislatuur aan het parlement hebt overgelaten, maar intussen zijn we bijna aan het einde van de legislatuur en er is nog steeds niets op het vlak van het Inschrijvingsdecreet. Dat komt omdat er geen eensgezindheid is over de te nemen maatregelen.
Er is wel eensgezindheid over één inschrijvingsdatum. Ik durf te betwijfelen of dit niet veel zou oplossen. Zoals ik al zei, zijn er 131 inschrijvingsdata. Dit betekent dat deze telkens lokaal moeten worden vastgelegd, dat er overlegd moet worden wanneer er opnieuw zal worden ingeschreven enzovoort. Zoals de heer De Ro zei, zijn er ook scholen die constant worden opgebeld op het moment dat mensen beginnen te denken aan inschrijvingen. Dit betekent heel veel inspanningen voor het administratief personeel op scholen.
Voor de ouders is het ontzettend verwarrend. Dat één inschrijfdatum niet alles oplost en dat daarmee het capaciteitsprobleem en de toewijzing van de plaatsen niet is opgelost, daarover ben ik het met u eens. Maar omdat het een kleine stap voorwaarts is, die evident te nemen is, mochten er tegen het einde van dit schooljaar geen andere maatregelen komen, vind ik dat we dit echt moeten doen. Daar is immers eensgezindheid over en we kunnen dat realiseren. Daarom dring ik erop aan om dit voor de zomervakantie goed te keuren als er tegen het einde van het schooljaar niets anders uit de bus komt.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Ik wil mijn ongerustheid over de scholengemeenschappen iets meer duiden, want ze stoelt op hoe de ondersteuningsnetwerken zijn ontstaan. Daar hebben we gezien dat onderwijsverstrekkers het heft in handen hebben genomen om totaal nieuwe ondersteuningsnetwerken uit de grond te stampen, waardoor bestaande, ook netoverschrijdende samenwerkingen teloor zijn gegaan. Ik wil vermijden dat wanneer scholen kiezen om in een groter verband te gaan samenwerken, dit niet zou kunnen vanuit de samenwerking die ze nu al kennen, namelijk die scholengemeenschappen. Als scholen beslissen om van daaruit ook nog met andere scholen in een groter verband te gaan samenwerken, hebben we daar uiteraard geen probleem mee, maar de bestaande scholengemeenschappen en de bestaande samenwerkingen zouden toch gehandhaafd moeten worden. De keuze om samen te werken in grote gehelen moet groeien bij de directeurs en het mag niet zo zijn dat de onderwijsverstrekkers ook hier het heft te veel in handen gaan nemen.
Minister, u verwees terecht naar de planlastvermindering in dit ontwerp van decreet. U weet dat ik dat nauw opvolg en dat ik daar blij mee ben, zoals ik al zei in de commissie. Ook hier hoop ik dat de onderwijsverstrekkers een voorbeeld zullen nemen om de oefening te maken naar hun directie toe om de planlastvermindering verder door te voeren.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik kan leven met de opmerkingen van mevrouw Krekels en van mevrouw Meuleman.
Het is belangrijk voor uw psychisch welzijn dat u daarmee kunt leven.
Voorzitter, ik ben zeer blij dat u zich daar ook om bekommert.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1574/3)
– De artikelen 1 tot en met 27 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er zijn amendementen tot invoeging van een artikel 27/1 en een artikel 27/2. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1574/4)
De stemmingen over de amendementen worden aangehouden.
– De artikelen 28 tot en met 72 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er zijn amendementen tot invoeging van een artikel 72/1 en een artikel 72/2. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1574/4)
De stemmingen over de amendementen worden aangehouden.
– De artikelen 73 tot en met 133 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.