Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over sociale dumping in de thuiszorg
Verslag
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Collega's, in Bulgarije worden vrouwen gerekruteerd met de vraag om een zorgtaak op te nemen in het buitenland. De taak die ze moeten opnemen, wordt redelijk vaag gehouden. Er wordt soms gezegd dat het als gezelschapsdame is of om een aantal huishoudelijke taken op te nemen. In de praktijk komen ze voor zes maanden naar België om inwonend te zorgen voor mensen met een zware zorgnood, oudere mensen en mensen met een handicap. Ze moeten daar 24 uur op 24 beschikbaar zijn, zeven dagen op zeven. Ze krijgen een loon dat varieert tussen 350 en 700 euro.
Collega's, dit is uitbuiting. Uitbuiting van kwetsbare mensen. Uitbuiting op kap van onze ouderen, want die ouderen – en vandaag staat er een getuigenis in Knack – zien geen oplossing. Ze willen niet naar het rusthuis en willen heel graag thuis blijven, samen, en zo kunnen ze hun zorgnood lenigen. Enkel op die manier is in hun ogen hun zware zorgnood op te vangen.
Die zorgnood is reëel. Als je kijkt naar het aanbod van bijvoorbeeld thuiszorg, zie je dat we gemiddeld aan 2,5 uur per week zitten. Daar moet je geen tekening bij maken, daarmee kun je geen zorg dag en nacht inkopen.
Minister, wat me nog het meeste stoort, is dat dit eigenlijk niet nieuw is. Knack doet prachtig onderzoekswerk vandaag, maar dit is niet nieuw. Uw eigen Zorginspectie heeft in 2011 dit bedrijf reeds veroordeeld en een boete opgelegd omdat ze niet in orde zijn. Uw eigen Zorginspectie heeft in 2013 opnieuw hetzelfde bedrijf veroordeeld. Het bedrijf is intussen van eigenaar veranderd en er wordt mee gefoefeld. Intussen heeft ook de federale Sociale Inspectie een miljoenenboete opgelegd aan dit bedrijf met een gevangenisstraf van 15 maanden. Deze corrupte, frauduleuze speler is niet nieuw.
Minister, hoelang gaan we dit nog tolereren? Wat gaat u doen om hieraan een einde te maken?
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, onderzoeksjournalisten hebben ons vanmorgen nog maar eens met de neus op de feiten gedrukt. Weeral een symptoom van de zorgcrisis die in Vlaanderen woedt.
We werden geconfronteerd met duidelijke voorbeelden van sociale dumping in de ouderensector, wat ons niet onberoerd kan laten. Het gaat hier om moderne slavernij. Minister, de ouderenzorg als lucratieve speeltuin voor arbeidsmarktfraude. Voor sp.a is het heel duidelijk: dat kan gewoon niet. Bulgaarse vrouwen worden, zonder voorkennis, onwetend, zonder diploma's, naar België gestuurd voor een beperkte termijn om Vlaamse zorgbehoevenden via een contract met schimmige Bulgaarse firma's, zorg te bieden.
Minister, ik geef twee voorbeelden die aantonen waarover het gaat. Er is het voorbeeld van Willy en Chris en hun dochter, die Bulgaarse vrouwen inhuren uit noodzaak, uit de grote vrees dat, als zij naar een woon- en zorgcentrum zouden moeten gaan, ze daar zouden worden gescheiden. Ook al voelen ze heel goed aan dat er iets mis omdat elke zes maanden iemand anders hen komt helpen, ze blijven het toch doen, uit schrik om gescheiden te worden.
Ik geef een tweede voorbeeld: Pavlina, die ook geciteerd wordt, wordt eensklaps naar België gestuurd en ontdekt daar dat ze de zorg moet opnemen, onwetend, onvoorbereid en zonder competentie, voor een immobiele oude bejaarde vrouw. Minister, dat is onverantwoord. En ik hoop dat u, net als wij, daarover verontwaardigd bent en dat die verontwaardiging wordt aangegrepen om iets ten goede te veranderen. De kwaliteit van de zorg is hier in gevaar. Mijn vraag is dan ook heel simpel: wat zult u nu eindelijk concreet doen om die kwaliteit te blijven garanderen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Die praktijken zijn onaanvaardbaar, en het gaat wat mij betreft over een organisatie met duidelijk malafide intenties. Het is natuurlijk ook een verhaal dat men op twee niveaus moet zien. Langs de ene kant is de Vlaamse overheid bevoegd en moeten wij de toepassing van het decreet Zorg en Bijstand en dus ook de kwaliteitscriteria handhaven die we opleggen aan professionelen die zorg verstrekken. Dat is onze opdracht, en daar moeten wij onze inspectie voor mobiliseren.
De activiteiten die dat bedrijf uitoefent, vallen nergens onder een specifieke regelgeving in Vlaanderen, maar de activiteiten van de betrokkenen zelf zijn onderworpen aan het decreet Zorg en Bijstand. Vanuit dat perspectief kunnen wij wel degelijk optreden. En het is inderdaad juist dat onze Zorginspectie in april heeft beslist om een gerechtelijke procedure in te spannen om een aanzienlijke boete die intussen opnieuw is opgelegd, in te vorderen.
Het tweede aspect is dat we te maken hebben met een bedrijf dat in Europa via een aantal constructies mensen naar hier laat komen. Wij hebben heel veel vragen over de arbeidsvoorwaarden waarin dat gebeurt. Dat is ook een aangelegenheid die de federale bevoegde instanties moeten bekijken.
Ik kan u verzekeren dat Zorginspectie en de federale inspectiediensten in het verleden al voldoende regelmatig met elkaar hebben afgestemd omdat zij beseffen dat dit moet worden gecoördineerd. Ik heb vandaag opnieuw federaal minister van Werk Kris Peeters gecontacteerd en ook bekeken of minister Muyters eventueel bevoegd is wanneer het gaat over private arbeidsbemiddeling. We zijn het er ook over eens dat we onze acties om een eind te maken aan die activiteiten moeten opdrijven. Het probleem is echter dat het bedrijf regelmatig van naam en identiteit verandert en dat het dus moeilijk grijpbaar is. Minister Peeters heeft intussen aangekondigd dat hij contact zal opnemen met de Bulgaarse overheid. Er zal ten gronde moeten worden gezocht naar een methode om paal en perk te stellen aan deze activiteiten die een oorsprong vinden in Bulgarije.
Ik maak een voetnoot wanneer u het hebt over het feit dat het zorgaanbod in Vlaanderen niet toereikend is. U weet natuurlijk dat we de laatste jaren serieuze inspanningen doen, ik zal dat hier vandaag niet allemaal herhalen. Maar ik moet er ook eerlijk bij zeggen dat als wij ervan zouden uitgaan dat wij vanuit de overheid een een-op-eenondersteuning in een thuissituatie moeten kunnen realiseren met publieke middelen, dat wel een zeer ambitieuze opdracht is. Dat is geen evidente zaak binnen alles wat we organiseren. We moeten ons ook maatschappelijk de vraag stellen op welk moment we in alle eerlijkheid moeten zeggen dat dit niet meer organiseerbaar is. Vandaar dat we ook inzetten, niet alleen op de professionele diensten maar binnen de eigenheid van het vrijwilligerswerk en misschien later ook andere vormen van activiteiten in het kader van de federale wetgeving, op activiteiten die we kunnen omkaderen, waarvan we de kwaliteit kunnen borgen en waarvan we kunnen garanderen dat zij niet in de plaats komen van andere zorg. We moeten kijken naar een pallet van mogelijkheden om op dat vlak die vragen naar ondersteuning die zeer terecht zijn en die eigenlijk uitgaan van mensen die zo lang mogelijk in een thuissituatie ondersteund willen worden, waar te maken.
Minister, u zegt dat u een een-op-eenrelatie niet kunt waarmaken.
De realiteit is dat het nu om gemiddeld 2,5 uur per week gaat. Tussen een een-op-eenrelatie en 2,5 uur per week hebt u echt nog een groeimarge. U kunt meer doen.
De ouderenzorg is een kerntaak van de overheid. Het is uw verantwoordelijkheid te zorgen voor voldoende kwaliteitsvol en betaalbaar aanbod. U moet die sector aanpakken. Het is aan u om te bepalen welke spelers op de markt komen. Er zijn momenteel geen regels die bepalen dat mensen geen woekerwinsten in de zorg mogen maken. Het bedrijf vraagt 2500 euro aan de ouderen en geeft 500 euro aan de betrokkene. Er wordt per maand 2000 euro winst gemaakt op kosten van onze ouderen. U kunt dit binnen uw bevoegdheden reglementair beperken. U kunt paal en perk aan die winsten stellen en dit niet langer toelaten. U kunt Zorginspectie de macht geven hiertegen op te treden en veel harder en adequater te zijn.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag. U hebt verklaard dat u, samen met minister Muyters en minister Peeters, de acties zult opdrijven. Hoe zult u dit concreet doen? Wat zijn die acties? Wat zult u opdrijven?
Minister, u weet dat we voor zorgzekerheid zijn. De publieke overheid heeft daar een rol in te spelen. Er zijn grenzen aan de vermaatschappelijking van de zorg. U hebt een punt wanneer u stelt dat we met een palet aan maatregelen voor de zorgzekerheid moeten zorgen. De publieke sector heeft hier echt een heel belangrijke rol in te spelen en moet zich niet terugtrekken.
U hebt net verklaard dat u vandaag nog met minister Peeters voor afstemming hebt gezorgd. Dat is voor mij onbegrijpelijk. Die Bulgaarse firma’s genieten al sinds 2011 van een lucratieve speeltuin in de ouderenzorgsector. Sinds 2011 is Zorginspectie ervan op de hoogte dat er zaken gebeuren die niet kunnen. In 2013 is dat nog eens herhaald en is vastgesteld dat dit niet kan. Dit jaar is een gerechtelijke procedure ingesteld. Waarom moet het zeven jaar duren voor u die zaken daadwerkelijk ter harte neemt en u vanuit uw eigen bevoegdheid controle op de kwaliteit van de zorg uitoefent? Waarom hebt u die carrousel van Bulgaarse firma’s, waarvan we allemaal weten dat ze met elkaar zijn verbonden, niet eerder gestopt en waarom moet u nog met andere ministers voor afstemming zorgen? (Applaus bij sp.a)
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, praktijken als fraude en uitbuiting moeten worden aangepakt en bovenal tegengegaan. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat dit op de kap van kwetsbaren en ouderen echt schrijnend is en niet kan. We streven al langer naar een voldoende groot en kwalitatief aanbod in de thuiszorg. Daarbij is flexibiliteit een aandachtspunt. We onderschrijven dit omdat de zorgnoden in huis de tijdsvork tussen 9 en 17 uur overschrijden. Dit laat mensen echter toe in de eigen vertrouwde sfeer samen te blijven en om thuis te blijven wonen.
Minister, ik heb enkele bijkomende vragen. Wat zijn de bevindingen van Zorginspectie met betrekking tot de diploma’s? Wanneer zijn die bevindingen gedaan? Hebben u of uw administratie klachten gekregen van de gebruikers van die senior 24-diensten?
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat het heel duidelijk is dat sociale dumping voor mijn fractie niet kan en zeker niet in een zorgcontext. Het kan in geen enkele sector, maar zeker niet in een zorgcontext, want daar wordt gewerkt met mensen die toch brozer zijn dan in andere sectoren.
Minister, hierover is reeds gediscussieerd in 2011 en in 2012. Ik wil hierover een bijkomende vraag stellen. Tot nu toe doet Zorginspectie observaties. Hoe verloopt de communicatie met de andere inspectiediensten? Ik heb u horen zeggen dat u contact hebt gehad met minister Muyters en minister Peeters. Ik veronderstel dat de inspectiediensten zelf ook communiceren. Hopelijk communiceren ze goed, zodat dit snel kan worden opgevolgd.
Indien we de ouderenzorg in de toekomst anders willen organiseren en in een een-op-eenrelatie willen werken, zal het altijd moeilijk blijven dit in een thuissituatie te inspecteren. Dit zal zeker nodig zijn en we moeten hier in de toekomst rekening mee houden. Hoe kunnen we naar een of andere vorm van terbeschikkingstelling kijken?
De heer Depoortere heeft het woord.
Voorzitter, de problematiek is inderdaad duidelijk geschetst. De twee streefdoelen – betaalbare en kwaliteitsvolle zorg – zijn in dit specifieke geval alleszins niet aangetoond, integendeel. Ik verwijs in de marge naar het debat dat we in de commissie Welzijn hebben gevoerd in februari over de dagprijzen in de woonzorgcentra. Toen was een van de aanbevelingen om de financiële transparantie van de zorgsector onder de loep te nemen en daar werk van te maken.
Minister, u hebt toen verwezen naar een opdracht die u hebt gegeven aan de universiteit van Gent, die een en ander zou uitwerken in een voorstel. We mochten dat verwachten tegen eind juni. Wanneer kunnen we de resultaten hiervan verwachten?
Collega's, de Europese realiteit en de globalisering hebben hun effect op onze zorgsector. We moeten ons daarvan bewust zijn. Dit is helaas een ongewenst effect. Als Europa nieuwe richtlijnen uitvaardigt rond detachering kunnen en moeten die implicaties hebben op de manier waarop in deze sector mensen uit andere landen naar hier kunnen komen om hier taken op te nemen in de thuiszorg.
Wij zijn ervan overtuigd dat de samenwerking met de federale sociale inspectie in dezen cruciaal is. Uiteraard is het bewaken van de vereiste kwalificaties één zaak, maar je moet ook de sociale dumping kunnen aanpakken. De moeilijkheid in deze case of situatie is dat dit bedrijf al heel wat keren van identiteit is veranderd. Uiteraard hebben onze diensten in het verleden een aantal keren afgestemd met andere inspectiediensten. We beseffen natuurlijk goed dat we die informatie moeten doorgeven aan elkaar. Uiteraard is het zo – dat heb ik vandaag nog eens bevestigd gekregen – dat er een federaal auditoraat specifiek met dit bedrijf bezig is en met de opvolging van de pv's.
Er zijn een aantal acties bezig. Het feit dat ons agentschap een tijdje geleden beslist heeft om effectief tot invordering over te gaan van een openstaande boete, bewijst dat onze administratie zich bewust is van de nood aan handhaving. Natuurlijk, als je een decreet moet toepassen dat overal toepassing kan vinden, dan ben je vaak afhankelijk van informatie en klachten die worden geformuleerd. Dat is belangrijk als input als we wat dit betreft in specifieke situaties buiten ons erkenningenapparaat en onze erkende diensten die vaststellingen moeten doen.
We moeten die inspanningen absoluut volhouden. De reportage is natuurlijk een aanleiding om nog eens heel scherp te kijken of we tegenover Bulgarije initiatieven kunnen nemen. Ik heb begrepen dat minister Peeters daarvoor alvast een aantal dingen zal opnemen, al was het maar omdat hij in de marge van een Europese top de kans krijgt om de Bulgaarse overheid daarover aan te spreken.
Toegankelijke en betaalbare zorg is cruciaal. We moeten de kwaliteit bewaken, dat betekent ook: dit decreet bewaken en toepassen. Zoals gezegd, heb ik geen aanleiding om te zeggen dat onze Zorginspectie, wanneer zij daarop wordt geattendeerd, daar niet op reageert. Zoals gezegd, gaat ze over tot de gerechtelijke invordering van de boete.
Minister, u zegt dat Zorginspectie nu aan de slag gaat. Er wordt nu een boete van 2013 geïnd. Ik vrees dat dit bedrijf, of dit kluwen van bedrijven, daar niet van onder de indruk zal zijn. Ik vrees dat er veel meer, een veel slagkrachtiger beleid nodig is.
Dit is er nodig. Op korte termijn moet u samen met uw collega's zorgen dat deze zwendel stopt. U moet kijken wat het probleem is, want misschien is het niet enkel Bulgarije, misschien is het ruimer. U moet dat goed in kaart brengen. Dan moet u maatregelen op lange termijn treffen. Dat betekent dat u een verbod legt op die ongebreidelde winsten in de zorg, dat u daar limieten op zet, dat u zorgt dat men geen woekerwinsten kan maken op de rug van onze ouderen die zorg nodig hebben. U moet de inspectie de slagkracht geven zodat ze niet enkel afhankelijk zijn van klachten of informatie die eraan komt, zodat ze zelf op zoek kunnen gaan. U moet ervoor zorgen dat de 82 mensen die nu al door Knack gedetecteerd zijn, effectief in het vizier kunnen komen.
Ten derde moet u alternatieven voor dat rusthuis uitwerken. De vraag die vandaag op tafel ligt, is hoe we onze ouders en grootouders een goede oude dag willen geven, op welke manier we kwaliteit van leven en vrije keuze een plaats geven en hoe we onze ouderenzorg gaan organiseren. Dat doe je niet, zoals de laatste jaren is gebeurd, door te besparen op thuiszorg en door het aantal uren thuiszorg per oudere te laten afnemen.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, u zei dat u zou kijken of u initiatieven kunt nemen ten aanzien van Bulgarije. Ik hoop dat dat een lapsus was en dat u bedoelde dat u initiatieven zúlt nemen ten aanzien van Bulgarije. We moeten initiatieven nemen ten aanzien van Bulgarije. U hebt terecht verwezen naar de detacheringsrichtlijn. Dit zijn geen correcte detacheringen, dit is uitbuiting van werkneemsters uit Bulgarije op kap van zorgbehoevenden.
Dit is voor ons een zoveelste symptoom van de zorgcisis in Vlaanderen. Ze leidt tot uitwassen, die u moet aanpakken. De tekorten inzake betaalbare en kwalitatieve zorg die we nu kennen leiden ertoe dat mensen, zoals Willy en Chris die ik daarnet noemde, terechtkomen bij schimmige, malafide firma’s. Die moderne slavernij op kap van zorgbehoevenden en arme werkneemsters kunnen we niet dulden. Daarom moeten we zelf voldoende betaalbare en kwalitatieve zorg organiseren. U weet dat we als sp.a altijd hebben gezegd dat zorgzekerheid belangrijk is, ook in de thuiszorg.
Minister, we hebben u al meermaals de hand gereikt om die zorgzekerheid uit te werken. We zullen dat opnieuw doen tijdens de begrotingscontrole. Ik hoop dat u ze eindelijk zult aannemen. (Applaus bij sp.a)
De actuele vragen zijn afgehandeld.