Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Voorzitter, minister, ‘last but not least’. Want het zorgthema – dat weet u, daarvoor staan we hier dikwijls – is belangrijk voor de Vlaming, net als voor onze sp.a-fractie. We willen graag de bekommernissen die daaromtrent leven in Vlaanderen, te berde brengen en oplossingen zoeken. Want welke zorg we kunnen krijgen, welke zorg we kunnen geven, waar we goede zorg kunnen krijgen, waar we goede zorg kunnen geven, dat leeft enorm. U moet maar kijken naar de krantenartikelen die de afgelopen week verspreid zijn naar aanleiding van het personeelstekort in de ziekenhuizen door een populaire krant, Het Laatste Nieuws, en de reacties daarop van modale Vlamingen.
U hebt ongetwijfeld ook de reactie gelezen van het u wel bekende Zorgnet, dat heeft gezegd dat de bodem van het vat is bereikt en dat het personeelstekort niet langer houdbaar is. En vandaag is Verso, de koepel van socialprofitondernemingen, daar opnieuw met een noodkreet over het personeel in de zorg. De titel: '46.000 werknemers tekort in de social profit'. Ondanks de inspanningen die al zijn geleverd door onder meer de zorgambassadeur, want daar zult u ongetwijfeld naar verwijzen, staan alle lichten op rood met betrekking tot het zorgpersoneel, het personeel dat we nodig hebben om goede zorg te verlenen. Er zijn gewoon meer handen nodig, meer mensen die een zorgberoep uitoefenen.
Er is ook meer attractiviteit nodig om de zorgberoepers, zij die zorg uitoefenen, te behouden. Mijn vraag aan u is dan ook heel eenvoudig, minister. Verso doet vandaag een aantal concrete aanbevelingen, onder meer de geïntegreerde sensibiliseringscampagne voor de instroom van jongeren. Neemt u die aanbevelingen echt ter harte en ontwikkelt u een nieuw en geïntegreerd actieplan om nieuwe mensen te kunnen aanwerven in de zorgsector?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Sinds de beleidsnota die hier ook is goedgekeurd, is in deze legislatuur telkens opnieuw een nieuw actieplan ontwikkeld en uitgerold om de uitdaging ook aan te kunnen. Er zijn intussen drie actieplannen geweest, en de resultaten daarvan liegen er niet om. Tussen 2009 en 2016 is de instroom van verplegend personeel met 64 procent toegenomen. Dat is niet alleen te danken aan de actieplannen en de inzet van de zorgambassadeur maar toch in belangrijke mate.
U weet uit onze beleidsbrief dat er een vierde actieplan in voorbereiding is want de ‘sense of urgency’ die door Verso wordt aangegeven, is natuurlijk terecht. Er zijn nogal wat studies die erop wijzen dat we op korte termijn een aantal uitdagingen hebben overwonnen maar dat de uitdagingen er niet minder op worden door het groeiende zorgaanbod en door de golf van pensioneringen die op ons afkomt. We hebben dan ook alle redenen om versterkt in te zetten op instroom en zijinstroom en op innovatieve vormen van arbeidsorganisaties.
Ik wil ook kort iets zeggen over de suggesties van Verso in verband met het middelbaar onderwijs. Ik neem aan dat u weet dat de nieuwe campagne die we dit jaar hebben gelanceerd, werkt met een ‘escape room’-concept dat in dertig scholen wordt neergezet. We zorgen ervoor dat studenten en docenten uit de opleiding verpleegkunde en zorg beschikbaar zijn wanneer leerlingen aan die acties hebben deelgenomen. We rollen dit uit in alle scholen aso, tso en bso. Dat is een succes want we hebben echt wel voldoende scholen gevonden die aan die actie willen deelnemen. Maar uiteraard wil ik ook de vele suggesties die Verso doet en die ook in vorige actieplannen al voorkwamen, een impuls geven in het nieuwe actieplan.
Ik wil ook een aantal kanttekeningen maken. Campagnes alleen zullen ons niet helpen. Dat is belangrijk, maar niet voldoende. We kijken nu naar twee thema’s die belangrijk zijn. Het eerste is dat instroom in de zorgsector vaak diplomagebonden is. Men moet een diploma hebben om een aantal handelingen te kunnen stellen. Dat vraagt ook een aantal stages. Dat is dus iets wat zich niet zo snel leent tot omscholingsconcepten. We zijn er nochtans van overtuigd dat we met de sociale partners en wellicht ook met de federale overheid moeten kijken naar een idee van een tweede carrière. Voor mensen die een actieve loopbaan achter zich liggen hebben en een nieuwe en boeiende keuze maken voor een baan in de zorgsector, moet een nieuw kader worden gecreëerd om dat mogelijk te maken. We zijn dat momenteel aan het bekijken.
Daarnaast zien we ook dat in onze sector vaak sprake is van onvrijwillig deeltijds werken, ook dat thema willen we aanpakken. We zien dat het aandeel van onze sector in de inkomensgarantie-uitkeringen vrij hoog ligt in Vlaanderen. We gaan na of we daar een aantal zaken kunnen aanbieden om organisaties te stimuleren om op dat vlak innovatief te zijn.
Ik noem die twee om aan te geven dat we de vertrouwde paden een beetje zullen moeten verlaten. De signalen, die Verso vandaag versterkt, zetten ons er uiteraard toe aan om met de Zorgambassadeur werk te maken van een nieuw actieplan. Daarin zullen die verschillende issues uiteraard aan bod komen.
De heer Bertels heeft het woord.
Minister, niemand betwist dat er inspanningen zijn gebeurd en dat die deels resultaat opleveren. U verwijst – bewust neem ik aan – naar het cijfer van de stijging van het aantal zorgkundigen, maar u weet evengoed dat het cijfer inzake de stijging van het aantal verpleegkundigen vele malen lager ligt en dat de nood daar even groot is.
Voor ons is zorgzekerheid een belangrijk concept. Zorgzekerheid niet alleen voor de zorgbehoevenden die de nodige, goede, kwalitatieve en betaalbare zorg moeten kunnen krijgen, maar ook de zekerheid voor de zorgverlener, de professional én de mantelzorger, de informele zorgverlener dus. Hij of zij moet ook goed zorg kunnen verlenen. Daarvoor zijn er maatregelen nodig op het vlak van instroom, onderwijs, ingroeibanen voor mensen die competenties kunnen verwerven en het al dan niet toelaten dat deeltijds werken toeneemt. Maar er zijn ook maatregelen nodig voor de zorgverleners, zoals werkbaar werk en de nodige tijd om de zorg te kunnen geven. De mantelzorgers moeten de nodige ondersteuning kunnen krijgen.
U spreekt van een nieuw actieplan, maar dat is vanuit het beleidsdomein Welzijn. Er zijn hierbij verschillende beleidsdomeinen betrokken. Is het niet mogelijk om dit thema te trekken op het niveau van de hele regering en dat alle ministers samen, eventueel onder auspiciën van de minister-president, een gezamenlijk actieplan uitwerken?
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Dit is inderdaad een belangrijk thema op het moment dat er op een andere plek in Brussel over de mensen zelf wordt gesproken.
Mensen in de zorg hebben een ongelooflijk belangrijke taak. Daar moet ik niemand van overtuigen. Het is goed dat er een actieplan is om meer mensen aan te trekken, want er zijn jobs. Dat zijn ook jobs die zullen blijven. Deze sector zal blijven bestaan. Het is ongelooflijk interessant om erin te werken, maar we stellen wel vast dat de jobs te weinig worden ingevuld. We stellen ook vast, en ik hoop dat dit in het actieplan zit, dat mannen of mensen met migratieroots veel minder de weg vinden naar de zorg, terwijl die ook de capaciteiten hebben om een goeie zorgverlener te zijn. Ik hoop dat dit ook in het nieuwe actieplan zit vervat om die mensen naar de zorg te trekken.
Als we mensen in de zorg willen krijgen, dan is de beste reclame ervoor te zorgen dat het goede, aantrekkelijke jobs zijn en dat de arbeidsvoorwaarden goed zijn. U hoort mij al komen, want het is niet de eerste keer dat ik het vraag, maar ik hoop wel de laatste keer. Een sociaal akkoord met de sociale partners is het antwoord op die vraag. Is er nu eindelijk een VIA zodat u samen met de sociale partners een antwoord biedt op de werkomstandigheden in de sector?
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
We moeten kijken naar een gedifferentieerd aanbod van zorgverstrekkers voor wat hun competentieprofiel betreft. We hebben nood aan zowel hbo5-verpleegkundigen als aan bachelor-verpleegkundigen, elk met een eigen en duidelijk gedifferentieerd profiel. Onze fractie staat er dan ook achter om vooral hbo5-verpleegkundigen te blijven inzetten.
Sensibiliseringscampagnes naar jongeren zijn zeker nodig. We zien dat de instroom daalt van het aantal studenten dat kiest voor verpleegkunde of een opleiding in de gezondheidszorg. We moeten ook inzetten op de zijinstromers, de 50-plussers die misschien dichter bij huis willen gaan werken of deeltijds willen werken. Zij kunnen een nuttige component zijn om de puzzel van de 45.000 jobs mee te kunnen invullen.
Tot slot blijven een goede stagebegeleiding en een goed management op de werkvloer cruciaal om zorgverstrekkers op te leiden tot de leveranciers van kwalitatieve zorg.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Als we een actieplan maken omtrent werken in de zorgsector, dan is dat uiteraard een plan dat ook de goedkeuring kan wegdragen van de collega's. Er zijn daarin duidelijk een aantal partners betrokken, zoals VDAB en het onderwijs. Ik denk niet dat het verstandig is om een plan te maken vanuit de sector Welzijn alleen.
Je moet uiteraard proberen dat in consensus te doen, omdat je inderdaad op meerdere partijen een beroep moet kunnen doen. Dat is bij de vorige actieplannen zo geweest. Dat zal bij het volgende uiteraard ook zo zijn.
Mevrouw Van den Brandt, het moment dat de sociale partners hun handtekening zullen zetten en wij als overheid ons daarbij zullen aansluiten, dat zal het moment zijn waarop het VIA is gefinaliseerd. Ik heb dat vorige week al gezegd: men is daar natuurlijk intens over aan het onderhandelen. Het budgettaire kader is door de overheid ook al maanden geleden gegeven, en binnen dat kader wordt nu natuurlijk getracht om daadwerkelijk te landen. Ik heb de indruk dat de partijen echt wel in een fase zitten waarin ze proberen die onderhandelingen te finaliseren.
Ik ben het helemaal eens met een aantal bedenkingen die net zijn geformuleerd. De Vlaamse Regering heeft ook het standpunt ingenomen dat we ook echt blijven gaan voor hbo5-opleidingen. We zijn er ook van overtuigd dat zijinstromen een absolute opportuniteit is. Ik vind dat zeer belangrijk. Ik denk dat velen onder u het met me eens zullen zijn dat een goede zorgverlener of een hulpverlener in onze sectoren natuurlijk iemand is die over de nodige skills beschikt, maar levenservaring, een heel goede attitude, mensen graag zien en dat doen vanuit enige levenservaring zijn wat mij betreft minstens even belangrijk in veel van onze sectoren. Zijinstroom is voor ons dus een absolute opportuniteit. Daar ben ik het helemaal mee eens. Zoals gezegd, zijn we ook aan het bekijken of we op dat vlak een aantal sporen kunnen trekken, en ook dat vraagt natuurlijk de medewerking van meerdere beleidsdomeinen als je dat op een consistente manier wilt doen.
Minister, kijken naar mogelijke oplossingen alleen is niet genoeg. De noodkreet uit de sector, en dat weet u evengoed als ik, zelfs beter, klinkt steeds luider. We kunnen niet negeren dat de lichten daar nu op felrood staan. Er zijn meer inspanningen nodig, van de volledige Vlaamse Regering, want wat dat betreft, hebt u een punt. Die inspanningen moeten ertoe leiden dat er nu concrete initiatieven zullen worden genomen om ons voor te bereiden op dat personeelstekort dat er nu ook al is en dat nog groter zal worden. Er zijn inspanningen nodig voor de instroom, voor de zijinstroom – wat dat betreft, hebt u gelijk –, voor kwaliteitsvol werk, maar die inspanningen moeten wel leiden tot iets. Het actieplan moet wel resultaat opleveren. Het mag niet blijven bij ‘we zullen bekijken of er oplossingen zijn’. Neen, minister, ik neem aan dat we allemaal herhalen dat we zijn voor menselijke zorg en niet voor puur zakelijke zorg omdat personeel geen tijd meer kan krijgen om zorg te verstrekken. Laten we er absoluut allemaal samen naar streven dat men menselijke zorg kan blijven verlenen. (Applaus bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.