Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
De krant De Tijd pakte het voorbije weekend uit met een aantal opmerkelijke titels over de evolutie van de waterfactuur. Zo stond er: “De waterfactuur blijft voor iedereen stijgen. Zuinig met water en toch een hogere factuur.” Men stelde vast dat sinds de invoering van de nieuwe tariefstructuur – de nieuwe berekening van de prijs die u hebt ingevoerd begin 2016 – de facturen van de meeste watermaatschappijen intussen alweer met 10 procent zijn gestegen voor een gemiddeld gezin met een gemiddeld gebruik.
Het was nochtans uw bedoeling en de bedoeling van de Vlaamse Regering om zuinig gebruik van water aan te moedigen omdat drinkwater wereldwijd inderdaad schaars dreigt te worden. Zuinig zijn met water zou een prijsvoordeel moeten opleveren voor de Vlaming. Het motto dat u daarbij hanteerde, was dat van de ‘vervuiler betaalt’. En inderdaad, vanaf een bepaalde hoeveelheid verbruik verdubbelde de prijs, niet alleen voor water maar ook voor de afvoer en voor de zuivering van dat water.
Nu blijkt dat waar Vlamingen in eerste instantie een prijsdaling vaststelden in 2016 dit maar een eenmalig effect was, want het prijsvoordeel voor een gemiddeld gezin is kort na de hervorming van die tariefstructuur alweer verdwenen. Het voordeel van zuinige gebruikers is tenietgedaan door nieuwe prijsstijgingen. Dat stond dit weekend te lezen in de krant.
Hetgeen waarvoor we al langer hebben gewaarschuwd, is dat vooral alleenstaanden worden benadeeld. Zij blijken de grootste dupe te zijn van de nieuwe tariefstructuur die u hebt ingevoerd. Zelfs al blijven ze binnen het pakket basisverbruik, dan nog worden ze gestraft omdat de vaste kosten voor hen zeer zwaar doorwegen.
Minister, wat is uw reactie op de conclusies van de steekproef die deze krant heeft uitgevoerd, waaruit blijkt dat de totale waterfactuur voor de gemiddelde waterverbruiker in Vlaanderen is gestegen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Janssens, ik wil toch nog even de geschiedenis schetsen. Wat we hebben gezegd op basis van de hervorming van de waterfactuur, zijn we ook nagekomen. We hebben vanaf 1 januari 2016 de watertariefstructuur – de manier waarop de factuur is opgebouwd – herzien. We hebben altijd gezegd dat het een budgetneutrale oefening was. U spreekt altijd van gratis water dat is afgeschaft. We hebben het niet afgeschaft, maar we hebben de dubieuze benaming ‘gratis water’ op een correcte manier vertaald, want het was nooit gratis. Het werd altijd al berekend in de factuur.
De belofte dat de hervorming van de waterfactuur die de transparantie ten goede komt de factuur niet doet stijgen, zijn we absoluut nagekomen. Als je kijkt naar de waterfactuur en een vergelijking maakt tussen 2015 met de vorige structuur en 2016 met de nieuwe structuur, dan zie je zelfs een daling. Het was niet eens budgetneutraal, want de gemiddelde Vlaming betaalt minder.
U hebt het nu over een analyse van 2017 die De Tijd heeft gemaakt. Dat heeft op zich niets te maken met de hervorming van de structuur van de waterfactuur. Het is wel zo – als u het debat in de commissie zou volgen, dan zou u dat ook weten – dat de watermaatschappijen eind 2016 een meerjarenplanning hebben neergelegd van hoe zij de waterfactuur en de verrekening van de kosten aan de abonnees zien tot 2022. Dat is goedgekeurd op de raden van bestuur. Dat is in openbaar onderzoek geweest en aanvaard door de WaterRegulator. Het klopt dat sommige drinkwatermaatschappijen hebben beslist om dat op hetzelfde niveau te houden. Andere drinkwatermaatschappijen hebben inderdaad in een lichte verhoging voorzien. Dat is ook onderbouwd op basis van extra kosten die ze hebben, bijvoorbeeld om oude leidingen te vervangen. Dat is beslist op de raden van bestuur, is in openbaar onderzoek geweest en aanvaard door de WaterRegulator die volledig onafhankelijk werkt.
Wat zie je dan als je kijkt naar de periode 2016-2017? In 2017 zie je dat we inderdaad gemiddeld opnieuw op het niveau van 2015 zitten. In 2016 was er een daling. In 2017 zitten we terug op het niveau van 2015. Zeggen dat de waterfactuur is gestegen door de hervormingen die we hebben gedaan, klopt niet.
Het is zo dat er inderdaad regionale verschillen zijn, maar ik wil ook wel meegeven dat er belangrijke sociale correcties zijn en dat we bezig zijn met de volledige evaluatie. Ik heb in het parlement al een paar keer gezegd dat er voor mij geen taboes zijn. Als uit die grondige evaluatie, die we dit jaar moeten krijgen, blijkt dat er een aantal bijsturingen nodig zijn, zullen we dat ook doen. Maar beweren dat de waterfactuur door de nieuwe structuur gestegen is, klopt helemaal niet.
Minister, als u de geschiedenis wilt meegeven, moet u ook wel correct zijn. Wat u altijd vergeet, is dat de Vlaamse Regering in het begin van de legislatuur ook wel heeft beslist om 48 miljoen euro te besparen op de waterzuivering. Die kosten werden gewoon doorgerekend aan de verbruiker. Wat u ook vaak vergeet te vermelden, is dat de Federale Regering de vennootschapsbelasting voor intercommunales heeft ingevoerd. Een kost die ook alweer werd doorgerekend aan de consument.
Intussen moeten we vaststellen dat steeds meer mensen het moeilijk hebben om de waterfactuur te betalen. Steeds meer dossiers worden naar het OCMW doorgestuurd waar dan een oplossing moet worden gezocht om ervoor te zorgen dat mensen die het moeilijk hebben om die waterfactuur te betalen, uiteindelijk niet zonder water vallen. In 2016 ging het al om 30.000 dossiers, een verdubbeling ten opzichte van 2012. Nu publiceert een krant cijfers waaruit blijkt dat de factuur met 10 procent zou zijn gestegen. Ik hoor u die cijfers niet eens tegenspreken. U zegt alleen dat het niet de nieuwe tariefstructuur is die daarvoor verantwoordelijk is. Uiteindelijk betaalt de Vlaming wel meer door de beslissingen die de Vlaamse Regering heeft genomen. De belofte die u aan de Vlaming hebt gedaan om een rechtvaardige waterfactuur in te voeren deze legislatuur, bent u wel degelijk niet nagekomen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, u blijft vandaag zeggen, en u hebt dat eerder ook al gezegd, dat wanneer mensen zuinig omspringen met water, zij worden beloond met een goedkopere waterfactuur. Vanuit de sp.a-fractie, en in het bijzonder collega Beenders, hebben wij meermaals gewaarschuwd dat uw hervorming ertoe zal leiden dat alleenstaanden, kleine gezinnen, gepensioneerden die waterfactuur sterk zullen zien stijgen, hoe zuinig zij ook omspringen met water. Wat blijkt nu? De feiten geven ons gelijk.
U kondigt al twee jaar een evaluatie aan. We hebben die nog altijd niet gezien en wij zouden graag willen aandringen om daar onmiddellijk werk van te maken, maar vooral, minister, zou ik u willen vragen op welke manier u ervoor gaat zorgen dat mensen die zuinig omspringen met water, niet worden geconfronteerd met een factuur die water onbetaalbaar maakt.
De heer Danen heeft het woord.
Ik denk dat er twee principes vooropstaan als het over water gaat, namelijk dat water een basisrecht is en dat waterzuinigheid moet worden gestimuleerd. Die principes, minister, heb ik u ook al vaak horen verkondigen en ik ben daar blij om.
In de praktijk zie ik natuurlijk andere dingen gebeuren. Ik zie dat vooral de kleine gezinnen en alleenstaanden een relatief hoge component vast recht hebben. En dan is er een getrapte structuur met twee trappen, namelijk een basistarief en een comforttarief. Als we echt waterzuinigheid willen stimuleren, zou ik willen voorstellen om die vaste component voor iedereen zo klein mogelijk te houden en dan te werken met een getrapt systeem met geen twee, maar misschien vijf of zes verschillende trappen, zodat mensen die echt weinig verbruiken ook echt weinig betalen en mensen met zwembaden en sauna’s en andere luxeproducten – en ze mogen het gerust hebben – echt betalen wat ze gebruiken, namelijk heel veel. Alleen zo kunnen we de waterfactuur hervormen zodat ze eerlijk is voor iedereen en betaalbaar voor iedereen.
Collega's, ik wil nog eens herhalen – en blijkbaar aanvaardt men dat niet, maar ik kan dat zwart op wit aantonen en bewijzen – dat de hervorming van de waterfactuur met het vast recht en dan het progressieve tarief geen aanleiding heeft gegeven tot een verhoging van de waterfactuur, gemiddeld, voor gezinnen in Vlaanderen. Dat is één zaak.
Wat zien we in Vlaanderen? Dat we met het drinkwater serieus onder de andere gewesten en de ons omringende landen zitten. Onze waterfactuur is bijzonder laag en is ook betaalbaar. We hebben er ook op toegezien dat er sociale correcties zijn en dat er bijsturingen zijn op basis van de gezinssamenstelling.
We hebben gekozen voor een progressief tarief. Voor het eerste water dat je gebruikt betaal je minder, maar als je op een luxueuze manier water gaat gebruiken – we noemen dat het comforttarief –, ga je inderdaad meer betalen. En dat is juist om mensen aan te zetten om op een correcte en zuinige manier om te gaan met dat schaarse drinkwater.
Mijnheer Vandenbroucke, de evaluatie is er binnenkort. Als uit die objectieve evaluatie blijkt dat er een aantal bijsturingen moeten gebeuren, bijvoorbeeld inzake het vast recht voor alleenstaanden, dan bestaat daar absoluut geen taboe over en ben ik bereid om met een voorstel in die zin naar de Vlaamse Regering te gaan. Maar beweren dat de hervorming en het afschaffen van het gratis water ertoe heeft geleid dat de Vlaming meer betaalt voor drinkwater, klopt niet. Ik denk dat deze regering heel correct heeft gekozen om een meer gelijke structuur in de verschillende drinkwatermaatschappijen te stoppen, om een gezinscorrectie toe te passen en een heel sterke sociale correctie in te voeren die er trouwens vroeger niet was.
Dat ons drinkwater gemiddeld voor een Vlaming 1,5 procent van het beschikbare gezinsinkomen bedraagt, is absoluut niet veel en valt dus binnen het aanvaardbare.
Minister, u zegt enerzijds dat u zwart op wit kunt bewijzen dat de nieuwe hervorming van de Vlaamse Regering niet heeft geleid tot hogere prijzen. Anderzijds zegt u dat er een evaluatie aan de gang is die nog niet is afgerond en dat u de resultaten daarvan dus nog niet kunt geven. Mag ik u dan vragen om de cijfers waarover u beschikt en waaruit zou blijken dat er geen prijsverhoging is, via de voorzitter aan het parlement te bezorgen? Ik zou daar met veel interesse kennis van willen nemen. De enige cijfers die wij tot nu toe hebben gezien, stonden dit weekend in een krant en daaruit blijkt dat de waterfactuur met 10 procent is gestegen, en dat kan voor ons in geen geval. Die waterfactuur moet betaalbaar en vooral eerlijk blijven.
Het principe dat u hanteert waarbij de vervuiler betaalt, is een rechtvaardig principe. Maar het andere principe waarbij alleenstaanden zwaar worden bestraft omdat zij hoge kosten betalen voor hun vast recht, vind ik niet rechtvaardig. En dus, minister, kan ik alleen besluiten dat u de belofte die u in 2015 deed over de invoering van dit nieuwe systeem, namelijk dat het allemaal rechtvaardig zou zijn en dat de Vlamingen die minder verbruiken, ook minder zouden betalen, niet hebt gerealiseerd, want uit de enige cijfers die wij tot nu toe hebben gezien, blijkt dat Vlamingen 10 procent meer betalen voor hun waterfactuur door de plannen die deze Vlaamse Regering heeft ingevoerd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.