Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Poschet heeft het woord.
Vandaag hebben we gelezen dat 35 grote bedrijven, waaronder IKEA, Colruyt, maar ook Unilever, aan de Europese Commissie vragen om ambitieus te zijn inzake de beperking van de CO2-uitstoot. Ze willen die tegen 2025 met 24 procent reduceren. Dat is heel belangrijk om de klimaatdoelstellingen van Parijs te halen, waarbij we in Europa 40 procent minder CO2-uitstoot moeten hebben tegen 2030. De strijd tegen de klimaatverandering is volgens mij de uitdaging van onze generatie. Die uitstoot van CO2 houdt ook verband met de uitstoot van fijn stof. Ook daar zitten we met grote problemen, want 13.000 Belgen sterven voortijdig door de schadelijke gevolgen van fijn stof. We hebben al een aantal goede maatregelen genomen op het gebied van transport, zoals de slimme kilometerheffing voor vrachtwagens, waarbij de milieuscore een rol speelt voor de bepaling van de fiscaliteit. Andere landen gaan nog verder. Duitsland heeft nu gezegd dat ze de slimme kilometerheffing op nul zullen zetten voor elektrische vrachtwagens. Onze fractie heeft eind vorig jaar een zeer sterke conceptnota opgemaakt rond die elektromobiliteit.
Minister, welke maatregelen zult u nemen vanuit uw beleidsdomein innovatie om zowel de CO2-uitstoot als de uitstoot van fijn stof terug te dringen?
Minister Muyters heeft het woord.
U vraagt naar wat ik kan doen vanuit mijn beleidsdomein, en ik zal het dus niet hebben over fiscale of infrastructurele maatregelen, noch over wat je kunt doen via het openbaar vervoer. Mijn collega’s zijn ook op die gebieden sterk bezig om die uitstoot van CO2 en fijn stof te verminderen. Ik zal het dus hebben over innovatie. Wat op dat gebied gebeurt, komt niet zo vaak aan bod, evenmin als het experimentele aspect. De AI van daarnet zit daar ook in. Er zal een experiment worden uitgevoerd op de ring rond Antwerpen met autonome voertuigen. Een van de elementen daarvan is ‘platooning’: het aan elkaar haken, of het automatisch blokrijden van vrachtwagens. Dat heeft een enorm effect op de uitstoot omdat het stoppen en optrekken wordt vermeden. Dat is dus een eerste belangrijke maatregel.
Iedereen weet dat een van de belangrijke beperkingen met elektrische voertuigen de batterijcapaciteit is. Vanuit het beleidsdomein Innovatie zetten we daar met EnergyVille en VITO al heel sterk op in, bijvoorbeeld wat betreft de vraag hoe de batterij efficiënt kan worden aangestuurd.
Maar vorige week nog – als u de krant hebt gelezen, hebt u het misschien gezien – heeft imec een nieuwe technologie wereldwijd als primeur naar voren gebracht om de vastestofbatterij effectief te kunnen inzetten, waardoor het aantal kilometers dat men kan rijden enorm gaat verhogen. Dan zijn er nog een aantal projecten rond circulaire economie, bijvoorbeeld bij Umicore, die ook met batterijen te maken hebben.
Een derde punt, ook heel belangrijk, is alles wat we doen binnen de speerpuntcluster van het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL). Ik noem twee projecten: heel de slimme logistiek waarbij we er bijvoorbeeld kunnen voor zorgen dat vrachtwagens minder leeg rijden van punt a naar punt b, maar ook bijvoorbeeld experimenten voor het zoeken naar een parkeerplaats in een stad. Misschien weet u dat het zoeken naar een parkeerplaats in een stad 25 procent van alle kilometers die worden gereden, uitmaken, dus ook 25 procent van de uitstoot is. Slimme technologieën kunnen ervoor zorgen dat men weet waar men moet gaan parkeren en dat men niet meer moet rondrijden. Zulke experimenten doen we bijvoorbeeld in het Antwerpse. Nog een heel leuk en goed experiment is de ‘last mile’, waarbij een bedrijf als Bubble Post met de vrachtwagen rijdt tot op enkele kilometer van een stad en van daaruit verder met de fiets levert.
Mijn conclusie is dat dankzij het bundelen van krachten, de krachten van onderzoeksinstellingen en van onze ondernemingen, we in verband met de vergroening van het verkeer en innovatie op dat vlak topprojecten hebben, die gaan van wetenschappelijk onderzoek over hoe we de batterij nog kunnen verbeteren – daarover hebben we wereldkennis – tot en met zeer praktische zaken zoals de lastmileprojecten. Op die manier moeten we verder gaan.
U spreekt over platooning, LaMiLo, slimme logistiek. Dat zijn interessante projecten. Het is ook belangrijk om vanuit wetenschappelijk onderzoek eens te focussen op een totale ecoscore van voertuigen. Ik blijf op dat punt nog altijd op mijn honger. Ik zou eens willen weten wat de exacte ecoscore, de ecologische impact, van bijvoorbeeld een zware Tesla is, waarvoor een zware batterij moet worden uitgewerkt, met kobalt, die ergens moet worden gevonden – en dat is niet altijd in conflictvrij gebied –, die voor een grotere slijtage aan de banden zorgt en dus meer fijn stof uitstoot, waarbij de remeffecten misschien groter zijn dan bij een kleine benzinewagen. Daar is nog een zeer groot zwart gat. We moeten daar absoluut iets aan doen.
Daarnaast bent u ook bevoegd voor opleidingen. Op dit moment zijn de automecaniciens vooral gericht op het werken aan verbrandingsmotoren. We gaan absoluut een switch moeten maken om voldoende stielmannen te hebben die aan de nieuwe hybride en elektrische wagens en vrachtwagens kunnen werken. Daarom zou ik u willen vragen wat u plant in het kader van de opleiding van SYNTRA en VDAB om daar het gat in de arbeidsmarkt te vullen.
In verband met de ecoscore moet vooral minister Schauvliege de lead nemen, maar ik zal samen met haar bekijken op welke manier dat moet gebeuren. De vraag is of dat in Vlaanderen, dan wel meer internationaal moet gebeuren. Van toen ik nog minister van Financiën was, weet ik dat er toen internationaal een aantal normen waren en dat de ecoscore van de verschillende voertuigen op dat vlak wordt bepaald. Persoonlijk denk ik dat dat beter op Europees vlak gebeurt.
In verband met de opleiding, kan ik zeggen dat VDAB en SYNTRA continu kijken naar welke evoluties er op de markt zijn en hun opleidingen daaraan aanpassen. Dat gebeurt zeker ook voor de hybride en elektrische wagens.
Het feit dat de andere fracties niet tussenkomen, interpreteer ik niet als een gebrek aan interesse of inzicht in het thema, maar ik ga ervan uit dat er een kamerbrede steun is voor mijn vragen en voor mijn pleidooi voor meer aandacht daarvoor. We hebben in Vlaanderen een grote kennis en veel knowhow, ook rond bijvoorbeeld elektrische bussen. VDL Bus in Roeselare is een wereldspeler op dat vlak. Het heeft op dit moment lopende orders voor duizend bussen. Daarvan zijn er maar vier voor Vlaanderen bestemd. Eigenlijk is dat bedroevend laag en zouden we absoluut nog een tandje bij moeten steken om zo te ‘lead by example’, om een Engelstalig spreekwoord te gebruiken. Het is een thema dat absoluut op de agenda blijft staan en waar we zullen op terugkomen, ook, voorzitter, in de Senaat, waar we samen kunnen werken aan een informatieverslag rond fijnstofbestrijding. (Applaus bij CD&V)
Thanks, mister Poschet.
De actuele vraag is afgehandeld.