Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega’s, geachte leden van de Vlaamse Regering, voor de groenen is het duidelijk dat we vandaag meer Europa nodig hebben en niet minder Europa. Voorzitter, ik heb daarnet begrepen waarom er nu zo’n grote band is tussen Limburg en Luxemburg: blijkbaar zijn ze ongeveer op hetzelfde moment tot stand gekomen. Mijnheer De Croo, bedankt dat u dat hebt opgehelderd. Hoewel, over die horror ingens en de paars-groene regering verschillen we fundamenteel van mening. Ik zag dat u zich vestimentair al had voorbereid op die quote. Maar goed, daar zeg ik straks wel nog iets meer over.
Mijnheer de eerste minister, ik heb geboeid geluisterd naar uw toespraak. Ik wil u vanuit de groene fractie twee punten meegeven, die u zelf even hebt aangeraakt. Ik denk dat we samen met Luxemburg bondgenoten kunnen zijn om Europa op dat vlak te versterken.
Ik trap natuurlijk een open deur in als ik zeg dat we op dit ogenblik zeer boeiende, complexe tijden beleven. Er verandert zeer veel. Europa heeft niet meer de hegemonie die het ooit heeft gehad. Zeker omdat er op het vlak van economie heel veel schuift: China, India, Rusland, Brazilië en Zuid-Afrika zijn opkomende landen. Daar zit ook een uitdaging in om Europa, zoals u daarnet ook zei, heruit te vinden. Dat kan, zo denken we in de groene fractie, onder meer door op één punt vooruit te lopen en door op een tweede punt de uitdaging aan te nemen om op een andere manier te functioneren. Ik wil het nu even hebben over die twee punten.
Het eerste punt dat ik wil maken, is dat we het erover eens zouden moeten zijn dat Europa met alles wat met klimaat en klimaatambitie te maken heeft, een vooruitstrevende en trekkende rol zou moeten spelen in de herpositionering van de grote geopolitiek. Ik vermoed dat u daar met uw Luxemburgse regering, waarin de groene partij, mijnheer De Croo, ook haar rol speelt, aan meewerkt.
Europa was en is een voortrekker van duurzame ontwikkeling en van de strijd tegen de opwarming van de aarde. Met Europa kunnen we niet enkel een stap vooruit zetten, we kunnen ook aan de spits lopen door zelf het goede voorbeeld te geven, door echt te gaan voor doelstellingen die vastliggen en afdwingbaar zijn. We kunnen een drijvende rol spelen in de hertaling van de economie naar een economie die rekening houdt met de draagkracht van de planeet en van de mens door daar een werkende markt op te zetten, een werkende markt op het vlak van emissierechten en van financiering, zodat ook de armste landen de gelegenheid krijgen om zich aan te passen aan de klimaatverandering of om al hun geleden schade te vergoeden. Wij zijn als groene fractie ervan overtuigd dat Europa met deze klimaatambities een leidende rol kan spelen. Zoals ook op het vlak van de transitie naar hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en de afbouw van onze verslaving aan fossiele brandstoffen. Dat zal ook leiden tot meer kwaliteit van leven voor alle Europeanen. Voor ons betekent investeren in klimaat en schone lucht tegelijkertijd het behoud van open ruimte, meer bossen en groen, duurzaam voedsel en door dat alles ook groene jobs. Mijnheer de eerste minister, ik denk dat op dat vlak Europa een voortrekker kan zijn om te laten zien waar we met de toekomstige economie en toekomstige samenleving naartoe willen. We kunnen daar, denk ik, toch rekenen op de steun van Luxemburg.
U hebt ernaar verwezen in uw toespraak: populisme lijkt in sommige landen te regeren. Dat lijkt niet alleen zo, het is ook zo. Ook in een aantal Europese staten, hier niet zover vandaan, doen populistische partijen het niet alleen erg goed, er zijn zelfs regeringen binnen Europa die een loopje nemen met democratische verworvenheden, met de scheiding tussen Kerk en Staat, met de persvrijheid, met de bescherming van burgerrechten, allemaal waarden die toch wel het Europese project van bij het begin heel hard hebben belichaamd. Met de Groenfractie zijn we ervan overtuigd dat als Europa zich wil heruitvinden, we ook een nieuw verhaal rond de democratie moeten vertellen, en dat we moeten blijven pleiten voor meer openheid en transparantie, als een antwoord op de populisten die vaak zeer kort door de bocht gaan met simpele oplossingen. Meer openheid, transparantie, sterkere betrokkenheid van burgers en meer democratie,… het is vaak geen evident pad, omdat de onderbuik ons soms eens naar een andere richting verwijst, maar het is het enige pad waar we met Europa kunnen op lopen, om er daar voor te zorgen dat meer mensen betrokken raken bij het Europese project. Op die manier kunnen we het Europese project opnieuw geloofwaardigheid geven, door er een project van te maken van iedereen, van en voor burgers.
Mijnheer de eerste minister, dat zijn de twee punten vanuit de groene fractie waarvan we uitgaan dat ook Luxemburg er, samen met Vlaanderen, samen met België, kan aan werken, elk op zijn terrein, telkens in een belangrijk samenspel, in een belangrijke rol tussen de twee. Op die manier kunnen we Europa terug positioneren, kunnen we nieuwe, hoopgevende instrumenten ontwikkelen om die omslag te maken, zowel op het vlak van het klimaat als op het vlak van democratie. Dat deden we in het verleden al. Dat zullen we dan ook in de toekomst samen blijven doen. Daar vertrouw ik op. (Applaus bij Groen, de N-VA, CD&V, Open Vld en sp.a)
Mijnheer de eerste minister, mag ik u op mijn beurt namens de Vlaams-Belangfractie welkom heten in het Vlaams Parlement. U weet allicht dat een Vlaams-nationalistische partij als de mijne veel sympathie heeft voor kleinere volkeren die hun identiteit en hun cultuur koesteren, en daarom dus ook voor de Luxemburgers en hun taal, het Letzeburgs.
Het is onder meer omdat wij veel waarde hechten aan de identiteit van alle Europese volkeren dat wij minder enthousiast zijn dan u, en zeker minder enthousiast dan uw voorganger, de huidige commissievoorzitter Jean-Claude Juncker, over het huidige project van de Europese Unie. Als Vlamingen voelen wij ons trotse Europeanen. Wij houden van de Europese culturele ruimte, maar niet van deze Europese Unie, die wat ons betreft, de Europese gedachte gekaapt heeft. Mijn partij verzet zich inderdaad tegen het infernale mechanisme van de ‘ever closer union’ die op geen enkel moment democratisch gelegitimeerd is. Het brexitreferendum toonde dat glashelder aan, alsook verkiezingsoverwinningen van een aantal eurokritische partijen in tal van Europese landen. Ik verwijs onder meer naar de recente verkiezingsuitslag in Italië. Mijn partij verzet zich tegen de EU-superstaat, tegen Schengen en tegen de muntunie. Dat zijn volgens ons bedreigingen voor onze identiteit, voor onze veiligheid, voor onze welvaart en ons welzijn.
Zijn wij als Vlaams-nationalisten dan tegen Europa, anti-Europees, zoals men wel eens durft te beweren? Allerminst. Wij zijn grote voorstanders van Europese samenwerking op confederale wijze, samenwerking in eenieders wederzijds voordeel, in alle openheid, in alle transparantie, en vooral in het licht van de democratische inspraak van de bevolking. Europa is een cultuurverbondenheid die een grondslag mag zijn van een moderne vorm van coöperatieve verbondenheid over landsgrenzen en over staatsgrenzen heen. Ook wij willen zeker niet terug naar het Europa van het begin van de twintigste eeuw en naar de demonen van toen. Maar de excessen van de EU-machine aan het begin van de 21e eeuw moeten vreedzaam tot een einde worden gebracht, in het belang van Europa en in het belang van de volkeren van Europa. Mijnheer de eerste minister, als ik u vandaag één beknopte boodschap mag meegeven, laat het dan deze zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega’s ministers, geachte parlementsleden, dames en heren, eerste minister, Xavier, on sait que les Luxembourgeois sont des polyglottes, mais vous nous avez quand même surpris avec votre introduction en néerlandais, un néerlandais impeccable, même en prononçant les mots ‘Zeeuwse mosselen’. C’est peut-être grâce à votre connaissance du droit maritime. Merci.
Dames en heren, ik denk dat de toespraak van de eerste minister veel mensen heeft geïnspireerd hier in het parlement. Eerste minister, ik heb gemerkt dat veel leden zijn ingegaan op de uitdagende woorden die u hebt uitgesproken met betrekking tot de Europese Unie. Ik denk dat we wat dat betreft heel veel zaken gemeenschappelijk zien. U hebt terecht beklemtoond dat de Unie vrede en stabiliteit heeft gebracht, dat de interne markt voorspoed en welvaart heeft gebracht. We zijn het met u eens dat die interne markt nog kan en moet worden verdiept, onder andere op het digitale vlak. Wij vinden ook dat de Europese Unie onze wereldspeler is, onze hefboom in de wereld is. In verband daarmee wil ik waarschuwen voor de reactie op de aangekondigde heffingen op staal en aluminium. We mogen ons als Europese Unie niet uit elkaar laten spelen. Sinds 1958 is de Europese Unie bevoegd voor handelsverdragen, bevoegd voor wereldhandel, en sinds het Verdrag van Lissabon is ze ook bevoegd voor de investeringsverdragen. Het gevaar bestaat dat de Europese landen zich uiteen zouden laten spelen.
Ik ben het ook eens met uw visie op de brexit: ter zake zijn er geen winnaars. We moeten de schade beperken bij de brexit. We mogen niet meegaan in een punitieve logica. Anderzijds ben ik het eens met u dat er een ‘level playing field’ moet zijn en dat we ook geen Singapore aan de Noordzee mogen hebben. Het zal dus nog heel veel inspanningen vergen om tot een goed akkoord te komen.
Ik wil u bij het begin van mijn toespraak danken voor de warme ontvangst in juni 2015. De Luxemburgse wijn is inderdaad een goede wijn. We hebben ook over onze bilaterale betrekkingen en over de Benelux gesproken. U hebt terecht de performantie van de Luxemburgse economie beklemtoond, niet alleen wat de staalindustrie betreft, maar ook inzake multimedia, inzake slimme logistiek en in de financiële en verzekeringssector. In al die opzichten is Luxemburg een belangrijke handelspartner van Vlaanderen. We hebben een Vlaams-Luxemburgs vriendschapsverdrag. In dat kader werken we op diverse domeinen met elkaar samen. Ik ga die niet opsommen. We hebben zeer specifieke gemeenschappelijke belangen. We hebben het gehad over het potentieel van de al bestaande transportas tussen Luxemburg en het Zuid-Franse Perpignan voor de Vlaamse havens, een zeer belangrijke transportas. Vandaag functioneert die intermodale treinverbinding tussen de havens van Antwerpen en Zeebrugge en Luxemburg goed, maar het kan nog beter. We mogen verheugd zijn dat het belangrijke transportknooppunt Athus-Meuse momenteel in uitbouw is. Laten we daarbij niet vergeten dat voor dat Luxemburgse staal het de Antwerpse haven is die de belangrijkste exporthaven is.
Luxemburg heeft op zijn beurt de ambitie om van het logistiek centrum Bettembourg een Europees knooppunt te maken, en dus tegelijk voor ons ook een belangrijk knooppunt voor het achterland van de Vlaamse havens. Meer in het algemeen meen ik dat we de samenwerking tussen de Vlaamse havens en de Luxemburgse binnenhaven van Mertert met name op het vlak van de containerbinnenvaart verder moeten ontplooien.
U hebt terecht een opmerking gemaakt over de spoorverbinding tussen Brussel en Luxemburg, dat die er niet beter op is geworden. Dat is een federale bevoegdheid. Ik ontvang veel buitenlanders. Als het slecht weer is, zeg ik dat het weer een federale bevoegdheid is in dit land. Bij dezen, maar het is inderdaad ook zo.
Dames en heren, collega’s, Luxemburg is onze vijftiende handelspartner. Ik ben ervan overtuigd dat we met een betere connectiviteit niet alleen onze wederzijdse handelsbetrekkingen, maar ook de intermenselijke relaties tussen Vlamingen en Luxemburgers zullen kunnen versterken.
Uw land, premier, heeft mee de fundamenten gelegd van de Benelux, de EU, de OESO, de NAVO en de Verenigde Naties. Ik wil nog iets zeggen over onze samenwerking in het kader van de Benelux.
In 2016 nam Luxemburg het voorzitterschap op van de Benelux. U focuste vooral op mobiliteit, veiligheid van personen, milieubescherming en het verdiepen van de interne markt. Luxemburg heeft zijn rol als voorzitter met glans vervuld en wist het buitenlands beleid te versterken. Bovendien werden de uitwisselingen met andere regionale samenwerkingsverbanden, onder meer met Nordrhein-Westfalen, verder uitgebreid.
In 2018 bekleedt ons land het voorzitterschap. Vlaanderen is nauw betrokken bij de voorbereiding daarvan. We zetten in op duurzaam transport, energietransitie en e-governance. Ik denk dat de Benelux een voorloper kan zijn op dat vlak voor de Europese Unie. Belangrijke thema’s voor Vlaanderen binnen de trilaterale samenwerking zijn: mobiliteit, energie, de digitale interconnectiviteit, arbeidsmobiliteit en de strijd tegen sociale fraude.
We zijn het erover eens, denk ik, dat de Benelux, als kerngebied een versterking kan vormen, een voorloper kan zijn binnen de EU van nauwere samenwerking.
We nemen grensobstakels weg. Dat is gebeurd, en dat is een voorbeeld binnen Europa, met het Albertknooppunt. Tussen de Vlaamse gemeente Lanaken en het Nederlandse Maastricht is zonder dat er een verdrag nodig was, een toetsingskader opgemaakt voor de geluidsnormen voor een grensoverschrijdend bedrijventerrein. De EU ziet dit als een pilootproject dat eventueel kan worden uitgerold.
We werken niet alleen samen binnen de Europese Unie. We hebben ook een lange traditie van investeringsbeschermingsakkoorden. Ik ben blij dat we op de laatste interministeriële conferentie een doorbraak hebben kunnen bereiken over het nieuwe BLEU-protocol, het nieuwe ontwerp van verdrag. Ik wil u daar oprecht voor danken. Luxemburg heeft een grote rol gespeeld in de totstandkoming van dit akkoord.
Premier Bettel, tijdens ons voorzitterschap dit jaar blikken we niet alleen terug op de verwezenlijkingen van de afgelopen zestig jaar. We vieren namelijk de zestigste verjaardag van de Benelux in 2018. We willen een verdere impuls geven aan de toekomstige Benelux-samenwerking die de economische, politieke en intermenselijke contacten tussen alle Benelux-partners moet versterken, tegelijk de banden aanhaalt met Nordrhein-Westfalen en Hauts-de-France en zowel de motor als de voorbode kan zijn van een verdere verdieping van de Europese Unie.
Wij zijn heel blij met uw bezoek aan het Vlaams Parlement. Bedankt voor uw inspirerende toespraak, ook al zijn we het niet altijd overal mee eens. U hebt een aantal geprononceerde uitspraken gedaan. Ik denk dat het Vlaams Parlement daarmee verder de toon zet in de internationalisering in het ontvangen van buitenlandse en Europese gasten. Dank u. (Applaus)
Voorzitter, in een democratisch systeem is het normaal dat ik niemand opleg mijn ideeën of inzichten te delen. Ik heb gewoon mijn persoonlijke mening gegeven. Ik heb het gehad over de enorme kans die ik heb gehad om in vrede te kunnen leven. Ik heb het gehad over het feit dat ik Europa dagelijks kan beleven.
Wij staan vandaag voor een belangrijke etappe. Het is de eerste keer dat iemand ons verlaat. We hebben altijd een convergentiebeleid gevoerd. Het is de eerste keer dat we gaan divergeren. Dat is een belangrijke etappe. Het is een stap waarin we moeten slagen. Ik ben niet naar hier gekomen om u te overtuigen, iedereen heeft zijn eigen politieke mening. Ik heb alleen maar gezegd dat we niet mogen vergeten dat we in onze geschiedenis niet altijd het geluk hebben gehad om politieke diversiteit te hebben en om de Unie van verschil van cultuur en van rijkdom te zijn.
Luxemburg – en ik zei het in mijn betoog – was honderd jaar en nog langer geleden het Gibraltar van het Noorden. Het was een fort, we hadden muren. Na het Verdrag van Londen hebben we de muren neergehaald, en geloof mij, Luxemburg zou niet geworden zijn wat het nu is, als er nog altijd muren zouden hebben bestaan. We zijn er in Europa in geslaagd om muren neer te halen die Europa in tweeën deelden. Als we vandaag leven in een ruimte van vrede, van vrijheden, van succes, moeten we er ons van bewust zijn dat dat geen evidentie is. In 1957 zijn er mensen bereid geweest om impopulair te zijn en een deel van hun soevereiniteit af te staan om in de toekomst iets groters te verwerven. Ik ben fier opmdeze erfenis, maar ik wil vooral fier kunnen zijn op de beslissingen die we vandaag moeten nemen voor de toekomstige generaties.
De collega van Groen heeft het gehad over het leefmilieu. Natuurlijk is het leefmilieu een van de prioriteiten van de Europese Unie. Als we het hebben over sociale en fiscale dumping, hoop ik dat we dezelfde engagementen kunnen aangaan. Maar daar wordt niet over gesproken. Voor het leefmilieu zijn er doelstellingen bepaald. Als president Trump heeft beslist om zich terug te trekken uit het Akkoord van Parijs, dan had de Chinese president een week later exact hetzelfde kunnen doen en hadden we een domino-effect gehad. Europa moet belangrijke ambities naar voren schuiven, sterke ambities op het vlak van leefmilieu, maar we moeten ook een level playing field tot stand brengen en we moeten ook de andere landen aanmoedigen om dat te doen. Ik heb het over data zonder grenzen, maar ook leefmilieu heeft geen grenzen. En we moeten ook werk maken van de industrie in Europa. Daarvoor moeten we regels opleggen die misschien hinderlijk zijn, maar waardoor de volgende generaties ook een goede levenskwaliteit zullen hebben.
Voorzitter, ik wil u bedanken voor het feit dat ik hier het woord heb kunnen nemen. Ik zie hier een aantal vrienden terug. Bart Tommelein was voorzitter van het Beneluxparlement. Als jong parlementslid, een van mijn eerste functies, in 1999, heb ik vooral van hem geleerd om uit te wisselen. Door uit te wisselen en te dialogeren, word je uiteindelijk wie je bent. Zelfs als de politieke kloof ervoor zorgt dat je het niet altijd over alles eens bent, moeten de menselijke waarden van dialoog, respect en uitwisseling, die vanaf 1957 Europa tot stand hebben gebracht, op politiek vlak de grondbeginselen van ons engagement blijven. Je hoeft niet altijd akkoord te gaan, maar je moet luisteren naar elkaar en elkaar respecteren. Voor ieder probleem is er altijd een oplossing, en daar moeten we samen aan werken. Ik dank u. (Applaus)
Monsieur le premier ministre, ik dank u voor uw mooi statement in ons parlement. Collega’s, minister-president, ik dank u voor uw betogen.
Ik ga de eerste minister begeleiden met een Letzeburgse groet: ‘Merci datt Dirr komm sidd. Villmols merci. Bis geschwënn.’ (Applaus)