Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega's, minister, het is altijd een spijtige zaak dat we in de politiek een debat moeten voeren over een incident met een jonge persoon voor wie kamerbreed heel wat empathie bestaat, zeker op het moment dat die persoon het leven verliest omdat er een aantal zaken fout lopen.
Gisteren hebt u aangekondigd daar niet ongevoelig voor te zijn. Uiteraard niet, maar ondertussen slepen een aantal van die zwarte punten om allerlei redenen al meer dan 15, 16 jaar aan. In 2016 hebt u gezegd dat van de 810 punten die op die lijst stonden, er nog 22 overblijven, en dat u 50 miljoen euro extra gaat investeren om die tegen eind 2016 af te werken.
Gisteren bleek dat er nog een aantal punten op staan en kondigt u opnieuw 20 miljoen euro extra aan om die punten weg te werken. Die 50 miljoen euro extra heeft blijkbaar toch niet voor de versnelling gezorgd die u toen hebt aangekondigd. Hoe gaan we ervoor zorgen dat we ook die laatste zwarte punten veel sneller kunnen wegwerken om in de toekomst te vermijden dat er nog meer verkeersslachtoffers vallen? Dat wordt niet alleen kamerbreed in het parlement, maar ook hierbuiten gevraagd.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb inderdaad pas gisteren gereageerd. Maandag werden er, heel snel na het ongeval, door sommigen al conclusies getrokken en werd er met een beschuldigende vinger in een bepaalde richting gewezen. Ik heb aan mijn administratie gevraagd wat in dat dossier de concrete oorzaak is van het feit dat een en ander op zich heeft laten wachten. Het bleek heel concreet om een dispuut te gaan tussen de stad Gent en mijn administratie – nog los van wie het daar bij het juiste eind heeft.
Ik heb ook duidelijk gezegd dat wij zullen blijven doorgaan om aan een versneld tempo zo veel mogelijk verkeersonveilige situaties aan te pakken in heel Vlaanderen, en trouwens niet alleen de zwarte punten waarover het hier vandaag gaat. En we doen dat op drie niveaus. Ten eerste: er bestaat inderdaad een historische lijst van 809 zwarte punten in Vlaanderen. Die lijst dateert al van 2002. Dat is een statische lijst. Die is ondertussen niet gewijzigd. Er zijn ondertussen bijna 790 punten afgewerkt. Daar is bijna een miljard euro in geïnvesteerd. Er zijn nog 22 resterende dossiers. Dat zijn niet toevallig de laatste loodjes, want die zijn heel complex en er hangt ook een prijskaartje aan vast. Daarom heb ik in 2016 gezegd dat ik daar 50 miljoen euro extra voor vrijmaak. Ik heb natuurlijk niet gezegd dat die zwarte punten onmiddellijk in 2016 zouden zijn afgewerkt. Ik ken de materie genoeg om te weten dat het niet zo is dat je 50 miljoen euro uit de schuif haalt en dat het dan onmiddellijk gerealiseerd is, maar we hebben er wel 50 miljoen euro extra uit gehaald. Van die lijst van 22 dossiers zijn er 5 momenteel in uitvoering. 1 project daarvan kost alleen al 20 miljoen euro, namelijk de fly-over in Mechelen. Daarom heb ik gezegd dat ik nog 20 miljoen euro extra zou moeten uittrekken om die lijst volledig te kunnen afwerken.
Van de lijst van 809 gaan we dus de resterende 22 afwerken. Er zijn er 5 momenteel in uitvoering. 9 worden dit jaar aanbesteed. De rest zit in een ontwerpfase en/of in een onteigeningsfase. Want dat is dikwijls het probleem: als je vaststelt en oplijst waarom die dossiers blijven liggen, zijn het dikwijls discussies over onteigeningen en/of discussies met de lokale stad of gemeente.
Het tweede deel van ons investeringsplan is: per jaar 350 kruispunten in Vlaanderen aanpakken. Hoe kunnen we zorgen voor meer verkeersveiligheid en betere doorstroming, met misschien kleinere maatregelen? Daarvoor heb ik het budget ook verdubbeld. Daar zitten we op 10 miljoen euro. Dat is de tweede trap.
De derde trap van het investeringsverhaal in verkeersveiligheid is dat we sinds 2016 werken met een dynamische lijst van zogenaamde zwarte punten. We doen dat op basis van de meest recente verkeersongevallencijfers. We passen die lijst jaarlijks aan. We werken dus niet meer met een lijst die eigenlijk al achttien jaar oud is en niet meer relevant is, want ondertussen is de realiteit gewijzigd, zijn er andere verkeersstromen ontstaan, zijn sommige punten niet meer verkeersveilig en andere veel verkeersonveiliger. Daarom werken we sinds 2016 met een dynamische lijst van zwarte punten, op basis van zo recent mogelijke verkeersongevallencijfers. We geven die ook zo maximaal mogelijk een vertaalslag in het investeringsplan. Voor die dynamische lijst van zwarte punten alleen heb ik nog eens 45 miljoen euro per jaar uitgetrokken.
Dat is een totaliteit van een serieus budget. Natuurlijk is het zo dat na elk menselijk drama de conclusie altijd is dat het te weinig en te laat is. En dat is juist. Die conclusie is altijd juist, ook al kun je niet bij voorbaat zeggen: hadden we die investering gedaan, was dat ongeval dan vermeden? Ik weet het niet. Niemand weet dat. Je kunt dat niet zeggen. Maar we doen wel het maximaal mogelijke, met historische investeringsbedragen en met maximaal mogelijke krachten. (Applaus bij de N-VA)
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, u weet dat ik dit dossier van zeer dichtbij opvolg. En af en toe raak ik wat in de war door uw communicatie. Ik heb u in oktober 2015 in de commissie dezelfde vraag gesteld. Toen u aankondigde dat u die lijst van 809 zwarte punten wou afwerken, heb ik u gevraagd waarvoor u die 50 miljoen euro allemaal zou gebruiken. U hebt toen geantwoord, op 8 oktober 2015: “We hebben een lijst van 809 gevaarlijke punten. Die wordt afgewerkt. De timing daarvoor is volgend jaar.”
Als ik dat aan u vraag en u zegt tegen mij ‘eind 2016’, dan mag ik er toch van uitgaan dat dat antwoord klopt?
Ik ben blij dat u uw toon wat mildert. Ik moet eerlijk zeggen dat wat betreft de communicatie van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en uw communicatie gisteren, waarbij u het zelfs had over verzet van de lokale besturen, er weinig sprake is van verzet als ik vandaag de kranten lees. Al die mensen op het terrein zijn bondgenoten om zo snel mogelijk onveilige situaties weg te werken.
Ze geven ook aan dat ze een stap verder gaan. Ze zijn ook constructief, want het gaat uiteraard ook over mensen uit hun gemeenten. Zij stellen voor om op die punten in afwachting van definitieve oplossingen tijdelijke maatregelen te nemen. U kunt dan wel zeggen dat u werkt met een dynamische lijst en niet meer met een statische lijst, maar de punten die op die zwarte lijst stonden en niet zijn afgewerkt, blijken de dag van vandaag nog altijd zwarte punten te zijn. Dus stel ik opnieuw mijn vraag. U hebt heel wat budget. U gooit er nog eens extra budget tegen aan. Zeer goed, maar de cruciale vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat we versneld die zwarte punten kunnen aanpakken. Versneld. (Applaus bij Groen)
De heer Van Miert heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik denk dat deze minister, net zoals zijn collega’s in de rest van het land die met openbare werken en mobiliteit bezig zijn, gefocust is op verkeersveiligheid en op het naar beneden halen van het aantal verkeersslachtoffers. Ik denk dat we dat in dit halfrond niet in vraag moeten stellen. Deze minister werkt die lijst van zwarte punten versneld af, de lijst die ook door zijn voorgangers goed werd behandeld en goed werd afgewerkt. Ik denk dat we ons werk wel doen.
Collega Rzoska, ik ben blij dat u het bent die de vraag stelt, want ik ken u persoonlijk als een goede collega, maar we moeten er ons als beleidsmakers altijd voor hoeden om individuele feiten te gebruiken om ze naar het groter geheel te tillen. Collega Rzoska, als u het hebt over de aanval van deze minister op de lokale beleidsmakers, dan wil ik u toch een klein voorbeeld meegeven om u te duiden dat die menselijke factor altijd speelt. Uw voormalige collega Dirk Peeters sloot een hele gemeente af voor vrachtwagen, en toch hadden wij in die gemeente een dodelijk ongeval te betreuren, een identiek ongeval als dat van deze week. Ik zou er vooral op willen wijzen dat, ja, de minister en, ja, AWV hun werk goed ten uitvoer moeten brengen, maar er zal altijd nog een menselijke factor zijn.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, we weten allemaal dat u deze legislatuur bijkomende middelen vrijmaakt om te investeren, ook voor de aanpak van de gevaarlijke punten. Er is kamerbreed een consensus over om daar verder in te investeren. Maar wat mij verontrust, is dat er een stijgend aandeel is van fietsers in het aantal zwaargewonde en dodelijke verkeersslachtoffers. Van 2005, toen we nog zaten op een percentage van 18,4, zitten we nu aan een percentage van 28,7. Minister, kan vanuit het STOP-principe (stappen, trappen, openbaar vervoer, privévervoer) er werk worden gemaakt van de prioritering en het maken van keuzes voor werken in het kader van verkeersveiligheid? Hoe wilt u het spectaculair gegroeide aantal fietsdoden en zwaargewonden uit die ongevallenstatistieken weghalen en dat getal terugdringen?
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de Fietsersbond en collega Rzoska hebben een punt, namelijk dat het moeilijk valt uit te leggen dat men er niet in slaagt om een kruispunt dat al zestien jaar geboekstaafd staat als een levensgevaarlijk kruispunt voor fietsers, veiliger te maken. Minister, ik denk dat het heel wijs is om hier niet in te gaan op de anekdotiek in Gent, maar er is wel de vaststelling dat er op verschillende plaatsen in Vlaanderen dergelijke punten bestaan waar al jaren gewacht wordt op ingrepen.
Het zal wel zijn dat er procedures zijn en juridische problemen, en dat er overleg moet worden gepleegd met lokale besturen, maar het zijn wel allemaal kruispunten van AWV. AWV beheert die kruispunten en heeft de regie. Minister, u hebt vandaag in de kranten gezegd dat er resoluter en doortastender moet worden opgetreden. U hebt al tweemaal extra middelen aangekondigd, en ook een dynamische lijst. Ik denk dat het inderdaad tijd is voor meer dynamiek op het terrein zelf.
Ik wil eindigen met een constructief voorstel, in aanwezigheid van de voorzitter van de commissie Openbare Werken. Ik stel voor dat we AWV uitnodigen naar onze commissie om met hen eens diepgaand van gedachten te wisselen over hoe we sneller, beter en efficiënter die gevaarlijke punten in Vlaanderen kunnen aanpakken. (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb in mijn eerste antwoord getracht duidelijk te maken hoe we aan een versneld investeringstempo werken aan het verkeersveiliger maken van verschillende punten. Wat ik op dat vlak niet hebt belicht, is dat ik, zoals ik gisteren ook heb gezegd, inderdaad wens dat men bij de administratie resoluut doorgaat. Er is een terughoudendheid, die ik volledig begrijp, waarbij men op het vlak van de onteigeningen probeert tot een consensus te komen. Daardoor slepen dossiers eindeloos aan. Daar moet men iets doortastender en resoluter zijn.
Dat geldt ook voor de contacten met de lokale gemeenten. Ik begrijp volkomen dat men tracht om in een volledige consensus te werken met de betrokken stad of gemeente, maar soms komt daar een einde aan. Dan moet je resoluter doorduwen. Dit ligt ook vaak aan de grondslag van het uitstel van investeringen.
De administratie heeft ook een grote terughoudendheid bij het minste dat er zelfs maar wordt gedreigd met een juridische procedure. Dan deinst men al snel terug en zegt men: ‘Oei, we gaan onze werkzaamheden stilleggen want er komt een juridische procedure.’ Ook daar vraag ik om resoluter door te duwen. Ik weet wel dat het uit goede wil is, maar als je meteen je ‘schup’ laat staan zodra er ook maar gedreigd wordt met een juridische procedure of als er één wordt gevoerd, dan komen we niet tot ‘schuppen’ toe. Daarom vraag ik aan de administratie om resoluter en doortastender op te treden.
Dan nog een tweede element. Voor alle duidelijkheid, de cijfers zijn wat ze zijn. We hebben een krachtdadig Vlaams verkeersveiligheidsplan uitgetekend, met doortastende maatregelen. Wie mij een gebrek aan daadkracht verwijt, kan ik toch eens verwijzen naar alle kritiek die er is geweest toen het ging over de verlaging van de maximumsnelheid op de gewestwegen van 90 tot 70 kilometer per uur, over de hervorming van de rijopleiding, die mij ook ongelooflijk populair heeft gemaakt, over de invoering van de trajectcontroles en het grotere aantal camera’s dat er nog bij zal komen. Maar dat heeft wel zijn effect gehad. In 2014 hadden we 400 verkeersdoden. In 2016 konden we een daling van het aantal verkeersdoden met 15 procent noteren. In de eerste negen maanden van het voorbije jaar was er daarbovenop nog eens een daling met 20 procent. Dat is de weg waarop we resoluut zullen blijven doorgaan, met meer middelen dan ooit, maar ook met meer daadkracht dan ooit. (Applaus bij de N-VA)
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, al de punten van de hervorming die u daar opsomt en waarop u kritiek hebt gehad, zijn altijd gesteund geweest, ik denk zelfs kamerbreed. Daar zit dus geen probleem. Het probleem zit er hem in dat je inderdaad met extra middelen niet altijd een versnelling teweegbrengt. Het is kamerbreed duidelijk, en ook hier buiten is het zo: men aanvaardt dat niet meer. Ik zeg niet dat dit uw persoonlijke verantwoordelijkheid is. Maar als we die omslag willen maken, zullen we inderdaad doortastender moeten optreden.
De heer Vandenbroucke heeft een constructief voorstel gedaan. Ik zal er ook een doen. Vandaag lees ik in de kranten dat dit voor al die lokale bestuurders ook een prioriteit is en dat zij voorstellen hebben om tijdelijke maatregelen te nemen, in afwachting van een definitieve oplossing. Er bestaat zoiets als een tasforce ‘Doorstroming’ bij De Lijn. Ik stel voor dat er een tasforce ‘Zwarte punten’ komt bij AWV, waarbij de lokale bestuurders worden betrokken en waarin we de volgende maanden de knopen doorhakken die moeten worden doorgehakt, zodat we tenminste die lijst van de 809 punten, waarvan er nog 22 overblijven, zo snel mogelijk gerealiseerd kunnen zien. Het is onaanvaardbaar dat er door toedoen van allerlei administratieve vertragingen nog meer slachtoffers vallen. (Applaus bij Groen en sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.