Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, collega’s, volgens een studie van de Universiteit Antwerpen en het Centrum voor Sociaal Beleid zou een op de tien ouders die een of meerdere kinderen met een beperking hebben, niet de toeslag bij de kinderbijslag krijgen waar ze nochtans recht op hebben. Die toeslag is er voor kinderen met een beperking of een aandoening.
Men haalt daar ook een aantal redenen voor aan. Een van de redenen is de logge procedure. Dat is momenteel natuurlijk nog federaal geregeld, via de Directie-generaal Personen met een handicap. Het gaat om moeilijke invulformulieren, lange vragenlijsten, wachttijden enzovoort, waardoor mensen afhaken. En ten tweede is er een gebrek aan informatie. Een aantal mensen zijn eigenlijk niet op de hoogte van het feit dat zij recht hebben op die toeslag bij de kinderbijslag. Dat is natuurlijk spijtig, want het gaat heus wel om extra bedragen. Mensen die een kind hebben met een beperking of een aandoening, die hebben niet alleen extra zorgen, maar meestal ook extra kosten. En het gaat over bedragen van 80 euro per maand tot iets meer dan 500 euro per maand.
De Gezinsbond lanceerde daarop het voorstel om extra in te zetten op die informatie, via onder meer huisartsen, scholen en Kind en Gezin, en op een zo veel mogelijk automatische toekenning van die toeslag.
Minister, vanaf 1 januari 2019 wordt de kinderbijslag helemaal Vlaams. Het groeipakket dat het systeem daartoe zal organiseren, ligt hier in het parlement ter bespreking. Wat zult u doen, minister, opdat mensen die recht hebben op die extra toeslag, die ook zullen krijgen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, door de overdracht van de bevoegdheid ontstaan hier andermaal opportuniteiten om te kijken of wij een meer geïntegreerd beleid kunnen voeren, dus ook meer afgestemd op andere welzijnsdiensten en -voorzieningen, en ook of we het beter en efficiënter kunnen organiseren. Die verhoogde kinderbijslag is belangrijk. In het nieuwe systeem blijft die ook overeind, onder meer omdat een aantal rechten in Vlaanderen op dit moment ook gekoppeld zijn aan de toegang tot de verhoogde kinderbijslag. Als u achttien punten hebt in dat systeem, hebt u recht op de tegemoetkoming die nu in de zorgverzekering bestaat. Als u twaalf punten haalt, kunt u in aanmerking komen, onder een aantal voorwaarden, voor het basisondersteuningsbudget voor personen met een beperking. Het is dus belangrijk dat we dat systeem handhaven en voortzetten.
De oorspronkelijke optie was natuurlijk om het systeem, de toegang tot dat recht, in het nieuwe groeipakket ook als dusdanig te handhaven. Maar natuurlijk bekijken we nu wat daarin meer automatisch kan worden toegekend en of er mogelijkheden zijn om ook het recht te openen op een andere manier dan via de medische inschaling, die op basis van een protocol dat is afgesloten tussen de verschillende overheden van het land, vooralsnog blijft gebeuren door de FOD Sociale Zekerheid.
Een van de pistes waar we naar kijken, is een verslag van het multidisciplinaire team. Kan dat het recht openen? Kunnen we via de andere mogelijkheden gaan, zoals de Huizen van het Kind of de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s)? Er zijn zeker een aantal pistes die onderzocht kunnen worden, want het is uiteraard de bedoeling om dat meer automatisch en op een snellere manier te kunnen realiseren.
Toch zijn er een paar opmerkingen en bedenkingen. De studie is zeer interessant, maar ze is gebaseerd op cijfers van 2010. Dat wil dus zeggen dat een aantal ontwikkelingen in Vlaanderen, zoals de komst van het basisondersteuningsbudget voor iemand die twaalf punten haalt in de inschaling, of de ontwikkeling in het aanbod handicapspecifiek voor jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen, daar dus nog niet in zitten. Dat is belangrijk om mee te nemen.
Het is juist dat de inschaling veelal vanuit een medische invalshoek gebeurt. Het is een medische inschaling, maar het groeipakket bevat een nieuwe terminologie. We spreken nu over zorgtoeslagen. Meteen is verklaard dat het natuurlijk de ambitie is breder dan enkel de medische inschalingscriteria te gaan. Wat mij betreft, is dat laatste punt zeer erg aan de orde, bijvoorbeeld in het plan voor een autismevriendelijk Vlaanderen. We hebben vastgesteld dat gedrags- en emotionele stoornissen in de medische inschaling niet echt zwaar doorwegen. Volgens de experts is dat altijd wel een kritiek punt geweest. Die stoornissen hebben daar niet echt een grote impact op. In het Vlaams Actieplan Autisme staat dan ook met zo veel woorden dat we willen nagaan of de inschaling niet anders moet worden opgevat. Net omdat een aantal zaken hierin niet echt worden gewaardeerd, moeten we nagaan of hiernaast nog andere toegangen moeten worden gecreëerd.
Wie recht heeft op een verhoogde kinderbijslag, heeft daarom niet altijd recht op handicapspecifieke ondersteuning. Dat is een recht in de kinderbijslag dat breder gaat. Ziekte, bijvoorbeeld, geeft zeker recht op een verhoogde kinderbijslag. Andersom lijkt het op het eerste gezicht misschien een nogal evidente connectie. Een erkende handicap geeft toegang tot een verhoogde kinderbijslag. Als ik Kind en Gezin bevraag, krijg ik echter de suggestie dit aspect toch eens nader te onderzoeken. Op het eerste gezicht lijkt dat intuïtief nogal evident. De studie biedt echter geen uitsluitsel. De studie gaat uit van de assumptie dat het altijd zo is. Misschien zou dat aspect wat nader onderzoek kunnen verdragen.
Zoals ik al heb verklaard, zullen we tijdens de inloopperiode en de overname van de bevoegdheid nagaan wat we anders en beter kunnen doen. Dat zal niet allemaal op 1 januari 2019 van kracht zijn, want tijdens de transitie is de continuïteit van het recht op kinderbijslag voor ons natuurlijk een primordiale kwestie.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik denk dat de overdracht een aantal opportuniteiten biedt. Ik ben absoluut tevreden dat u hier werk van zult maken, zodat de toekenning op termijn zo veel mogelijk automatisch kan verlopen en iedereen die er recht op heeft, de verhoogde kinderbijslag ook krijgt.
Natuurlijk is 2019 nog bijna een volledig jaar verwijderd. We weten dat een aantal gezinnen met een kind met een aandoening of een beperking hier ondertussen geen beroep op doen. De vraag is of u ondertussen, bijvoorbeeld met de artsen van Kind en Gezin, een informatiecampagne kunt opzetten, zodat de mensen die hier mogelijk recht op hebben, toch zouden weten dat ze al een aanvraag kunnen indienen.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Voorzitter, de ouders van kinderen met een handicap nemen veel zorg op zich. Ze doen dat meestal met veel liefde en overtuiging. Wat hen frustreert, is dat ze op zes verschillende plaatsen uitleg moeten geven over de handicap van hun kind. Ik hoor dat bijna unisono van al die ouders. Ze moeten jaarlijks formulieren invullen en opnieuw invullen. Ze worden van het kastje naar de muur gestuurd. Er is veel bureaucratie waar ze geen boodschap aan hebben.
Minister, het is 2018. We kunnen informatie delen. We hebben daar technologie voor. Het kan beter dan nu het geval is. Er zijn een aantal opportuniteiten. De kinderbijslag is naar Vlaanderen gekomen. Er is uw hervorming voor mensen met een handicap en er is het basisondersteuningsbudget. De persoonsvolgende financiering voor minderjarigen komt er misschien aan. U moet die momenten aangrijpen om ervoor te zorgen dat die rechten automatisch worden toegekend, zodat mensen niet document na document en formulier na formulier moeten invullen.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ongeveer een jaar geleden, op 8 maart 2017, heb ik hier een vrij gelijkaardige actuele vraag gesteld over de verhoogde kinderbijslag voor kinderen met een beperking. We hebben toen ook de procedures, de problemen, de attesten en de administratieve rompslomp besproken. Die nieuwe studie bevestigt dit helaas.
Ik vind het opvallend dat vooral kinderen met een niet-medische beperking, bijvoorbeeld kinderen met een autismespectrumstoornis, heel hoog scoren in de groep van de non-take-up. Daar moeten we zeker aandacht aan besteden.
Minister, ik vind uw antwoord een beetje teleurstellend. We waren het er allebei over eens dat het systeem eenvoudig moet zijn. Dat ís het nieuwe systeem voor de gezinsbijslag. We waren het er echter ook over eens dat we, zeker voor kinderen met een beperking, zo veel mogelijk moeten gaan naar een automatische rechtentoekenning, en naar een goed en efficiënt inschalingssysteem.
We waren het erover eens dat ouders één keer een aanvraag zouden moeten indienen en dan op basis van die inschaling ook automatisch de verhoogde kinderbijslag zouden moeten kunnen krijgen. U zei toen dat u het nog verder moest bestuderen en wetenschappelijk onderbouwen. Dat is intussen een jaar geleden. Januari 2019 staat voor de deur. Buiten de algemene toelichting die u hebt gegeven, zou ik toch meer concreet willen weten hoe dat in de praktijk voor de ouders van die kinderen zal verlopen.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
De vaststelling die hier wordt gemaakt, maakt niet blij maar verwondert ook niet. Uit eerdere studies is inderdaad al gebleken dat de groep van kinderen die gezinsbijslag krijgen voor kinderen met een specifieke zorgbehoefte, niet overeenkomt met de groep van kinderen die een erkenning heeft van het VAPH. Heel veel mensen lopen allerlei voordelen mis omdat ze ofwel het bestaan er niet van kennen ofwel opzien tegen de aanvraagprocedures of niet in staat zijn om die te doorlopen. Zoals gezegd, is het een opportuniteit dat Vlaanderen nu bevoegd is, zowel voor de zorg voor personen met een handicap als voor gezinsbijslag.
Minister, u verwijst naar een aantal pistes en mogelijkheden. Een ervan is een automatische koppeling van de gezinsbijslag met het verslag van het multidisciplinair team voor kinderen die een erkenning hebben van het VAPH. Minister, onze fractie zou graag hebben dat er concreet werk van wordt gemaakt. Zou u dat vlug doen?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Deze studie is inderdaad zorgwekkend, maar u was gewaarschuwd, minister. In het kader van de hervorming van de kinderbijslag hebben verschillende experten u gewaarschuwd voor het gevaar van onderbescherming door bijkomend te werken met een aantal toeslagen, en het is dus een pleidooi om zoveel mogelijk automatisch toe te kennen. Er is meer, op de website van het VAPH kunnen we lezen dat het basisondersteuningsbudget automatisch wordt toegekend als je voldoende punten hebt in het kader van verhoogde kinderbijslag. Deze studie zet daar grote vraagtekens bij.
Minister, u lanceert een aantal pistes. U bent er goed in, in het lanceren van pistes. Minister, u kunt voor mensen met gedrags- en emotionele stoornissen, voor kinderen met autisme en hun ouders echt wel het verschil maken. Quousque tandem, Jo Vandeurzen? Wanneer gaat u concrete maatregelen nemen? Ik hoor dat bij de meerderheid, u hoort dat bij de oppositie.
Ik moet nog even bekomen van de suggestie dat we met het groeipakket geen grote stappen vooruit zouden zetten in de automatische toekenning van een en ander, want het is natuurlijk wel een van de grote issues en links die we kunnen maken naar inkomens, naar participatietoeslagen, naar toeslagen voor het gebruik van kinderopvang, naar schooltoelage en noem maar op. Ik dacht eerlijk gezegd dat het een grote stap vooruit zou zijn.
Collega's, het is juist dat we moeten onderzoeken of we bijvoorbeeld vanuit het verslag van een multidisciplinair team een automatische link kunnen leggen naar de verhoogde kinderbijslag. Dat is evident. Dat zijn allemaal perspectieven die wij nu mee onder ogen moeten nemen omdat het mogelijk wordt door de overdracht en het homogeniseren van de bevoegdheden. Wat mij betreft, ben ik absoluut vragende partij. We zullen nagaan in welke mate dat mogelijk is op de korte termijn – uiteraard zou ik zeggen –, maar de waarheid gebiedt mij ook te zeggen dat onze grote zorg natuurlijk nu is om over te nemen ‘as is’, ook voor deze gerechtigden. Ik kan alleen maar bevestigen dat we zeker nagaan of er een aantal automatische links mogelijk zijn.
Ik denk niet dat die studie iets heeft gezegd over het basisondersteuningsbudget, mijnheer Van Malderen. Het is juist – en het valt me nog meer op nu we zelf bevoegd zijn – dat de inschaling in de verhoogde kinderbijslag, die een naam heeft die verwijst naar ‘gehandicapt’ – een vrij oubollige naam – op Vlaams niveau naar een breder verhaal moet gaan dan een pure indicatie op medisch vlak van een handicap. Als u het autismeplan hebt gelezen, dan heeft de regering beslist dat, zeker wat gedrags- en emotionele stoornissen betreft, we moeten nagaan hoe die verbreding kan worden georganiseerd. Die vaststelling kunnen we toch alleen maar doen op het ogenblik dat we zelf de bevoegdheid krijgen om daar in de toekomst mogelijkheden voor te creëren.
Nog een laatste opmerking in functie van de opmerking van mevrouw Schryvers. Op het ogenblik dat het nieuwe systeem in werking treedt, moeten we met de belangrijke partners van de gemeenschap, zoals Kind en Gezin en de Huizen van het Kind, de huisartsen, de eerste lijn, uiteraard de inspanning doen om ervoor te zorgen dat onderbescherming zo minimaal mogelijk voorkomt en dat we diegenen die er recht op hebben in die beweging, ook vanuit die zorgtoeslagen, maximaal meenemen en opzoeken.
De overdracht op 1 januari van volgend jaar biedt op dit vlak enorm grote kansen. Laat ons die kansen absoluut grijpen om ervoor te zorgen dat mensen met een kind met een bepaalde zorgbehoefte – en dat kan inderdaad breder zijn dan de interpretatie van vandaag – recht krijgen op die extra toeslag, en dat die toeslag, waar mogelijk, ook automatisch wordt toegekend.
De actuele vraag is afgehandeld.