Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Hendrickx heeft het woord.
De definitieve terdoodveroordeling van de Iraanse gastprofessor Djalali is de pijnlijke evolutie in een dossier waar we nu toch al enkele maanden rond bezig zijn.
Een tiental dagen geleden, twee weken geleden, bereikte ons nog hoopvol nieuws, namelijk de opschorting van die terdoodveroordeling na het beroep bij het Hooggerechtshof. Maar blijkbaar is dit beroep niet gegrond en is de terdoodveroordeling definitief. Enkel de gratieverlening door de ayatollah rest nog als mogelijkheid om daaraan te ontsnappen.
Minister-president, we hebben verleden week in de commissie Buitenlands Beleid gediscussieerd over dit dossier. U gaf een overzicht van alle inspanningen, en dat waren er toch wel wat, die u de laatste maanden had geleverd, zoals contacten met de ambassade, met Europees commissaris Mogherini, aanzetten tot bilaterale contacten via onder meer de ambassade, ook multilaterale contacten, aandringen bij federaal minister Reynders enzovoort. De vraag is nu wat de laatste stand van zaken is. Denkt u nog iets te kunnen ondernemen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Hendrickx, u hebt de feiten geresumeerd. Ik heb op 12 december 2017 een onderhoud gehad met de ambassadeur van Iran, die me toen heeft bevestigd dat de doodstraf helaas definitief was. U weet dat ik toen een genadeverzoek heb ingediend, dat ik ook mevrouw Mogherini heb aangesproken, die vervolgens ook in actie is getreden.
Vorige zondag zijn we dan allemaal verrast door het nieuws dat er toch nog een procedure tot heroverweging beroep was ingediend bij het hooggerechtshof, maar dat dit bijna onmiddellijk was afgewezen. Daarna verschenen in de media berichten dat er nog een tweede procedure tot heroverweging beroep herziening mogelijk was. Ik heb dan de ambassadeur van Iran opnieuw bij mij geroepen. Dat is gisterennamiddag gebeurd.
Ik heb hem om uitleg gevraagd. Hij heeft inderdaad bevestigd dat die feiten van vorige zondag klopten. Hij heeft ook bevestigd wat in de media staat, namelijk dat er een tweede procedure kan worden ingediend. Dat is mogelijk. Hij wist niet of die was ingediend. Hij zei: als die wordt ingediend, zal die grondiger worden behandeld. Hij heeft op mijn vraag ook bevestigd dat de uitvoering van de doodstraf in de onmiddellijke toekomst niet is gepland.
Ik heb hem opnieuw gevraagd naar de medische toestand van de heer Djalali. Hij heeft mij bevestigd dat de heer Djalali de nodige medische zorgen krijgt, maar wel geweldig lijdt onder de situatie, uiteraard, met een doodstraf die hem boven het hoofd hangt. Hij heeft ook gezegd dat hij nog geen antwoord heeft op mijn gratieverzoek. Hij heeft beloofd te rapporteren aan Teheran en mij verder op de hoogte te houden.
Ik durf dus niets met zekerheid te zeggen, maar het ziet ernaar uit dat er een nieuwe procedure aanhangig is of wordt gemaakt bij het hooggerechtshof, die dit keer grondiger – als ik het mag geloven – dan op één uur tijd zal worden behandeld.
Minister-president, ik dank u voor de inspanningen die u zich niet alleen al hebt getroost, maar zich blijft getroosten. Het is een dossier dat we over de grens van meerderheid en oppositie, over de grenzen van de partijen heen hebben opgevolgd. We weten dat u ter zake al heel wat hebt ondernomen, zoals nu nog dat onderhoud van gisteren met de ambassadeur. Laat ons hopen dat dat iets uithaalt.
Het is natuurlijk een magere troost voor de man zelf. We weten dat de terdoodveroordeling niet voor onmiddellijk is, maar je zult daar maar zitten in die cel. Zijn medische toestand baart ons natuurlijk ook zorgen. We zullen in de komende weken en maanden opvolgen wat ervan komt. We blijven dit net als u – waarvoor dank trouwens – nauwgezet opvolgen.
De heer Rzoska heeft het woord.
Ook vanuit mijn fractie wil ik graag aansluiten bij de vraag van de heer Hendrickx, maar ik wil u ook danken voor alle kanalen die u openzet. Zowel vanuit uw kabinet als vanuit uw regering is het van belang dat u elke sprankel hoop, al is het maar een sprankel, blijft vastgrijpen. Het is inderdaad onbegrijpelijk wat daar gebeurt. Ik sluit me dus zeer graag aan bij de oproep om u ertoe aan te zetten – ik weet dat dat niet hoeft, dat dat overbodig is – te blijven zoeken naar om het even welk sprankeltje hoop dat we hebben om heel dit proces om te keren en de man veilig naar huis te krijgen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister president, ik sluit me uiteraard ook aan bij de bekommernissen die hier zijn uitgesproken, net zoals we dat vorige week in de commissie hebben gedaan toen we met z'n allen gematigd positief waren na het nieuws vanuit Iran dat de doodstraf zou worden opgeschort. U hebt gezegd dat, als reactie op uw inspanningen, mevrouw Mogherini vanuit Europa ook inspanningen zou hebben gedaan.
Anderzijds vind ik dat het vanuit Europa te stil, oorverdovend stil blijft in deze zaak. Vooral de Europese leiders, die achter de schermen misschien wel diplomatieke inspanningen doen, maar vooralsnog zonder al te veel positief gevolg, moeten veel harder op tafel kloppen en alles doen wat ze in hun mars hebben om deze zaak alsnog recht te trekken.
De heer Verstreken heeft het woord.
Natuurlijk zijn we allemaal tegen de doodstraf, want die druist in tegen alle internationale verdragen.
Minister-president, ik dank u voor de al geleverde inspanningen. Maar het is inderdaad dringend tijd dat er internationale druk wordt uitgeoefend op Iran. Daarom wil ik u vragen om ook contact op te nemen met de Europese instanties, zodat er massaal wordt gereageerd. Mensenrechten vormen een rode draad doorheen uw beleid. Daar staan wij volledig achter. Hier is terecht al heel veel inkt over gevloeid, laten we hopen dat we een sprankje hoop hebben op een goede uitkomst.
Mevrouw Soens heeft het woord.
We hebben hier inderdaad al een aantal initiatieven genomen om de vrijlating van dokter Djalali te vragen, waaronder twee keer een unaniem goedgekeurde resolutie. We hebben er vorige week nog over gesproken in de commissie. Toen was er nog een beetje hoop omdat zijn zaak werd herzien. Laat ons hopen dat die nieuwe procedure een goede uitkomst brengt.
We moeten er alles aan blijven doen om dokter Djalali vrij te krijgen. We moeten druk blijven zetten. En als de taal van de diplomatie niet meer werkt, dan moeten we erover nadenken om de taal van het geld aan te spreken.
We kunnen misschien discussiëren over de manier waarop er internationaal druk wordt gezet en internationaal wordt tussengekomen. Heel wat Europese leiders doen, net zoals wij, publiek een oproep aan het regime in Iran. Minister Reynders levert heel wat inspanningen op dat vlak. Italië, Zweden en ook de Europese Unie leveren ook veel inspanningen. De EU doet dat bij monde van Eurocommissaris Mogherini. Het is inderdaad de taal van de diplomatie.
Ik heb de resoluties gelezen die hier werden goedgekeurd. Daarin wordt niet opgeroepen om tot sancties over te gaan. Ik heb in het verleden al gezegd dat we alle diplomatieke middelen moeten uitputten in deze zaak, die van het hoogste humanitaire belang is. We moeten die weg verder bewandelen. Nu dreigen met sancties of met het opzeggen van de ‘nuclear deal’ of van wat dan ook zou op dit moment contraproductief zijn. Een van de argumenten die we in de weegschaal werpen ten aanzien van Iran is trouwens dat wij, in tegenstelling tot president Trump en geïnformeerd zijnde door de Europese diplomatie, weten dat Iran de ‘nuclear deal’ naleeft, en dat we ons ook houden aan de akkoorden die daar gesloten zijn. Dat is een niet onbelangrijk element in de diplomatieke inspanningen die werden geleverd.
Collega’s, ik dank jullie voor jullie herhaalde steun. Ik kan jullie verzekeren dat ik telkens opnieuw bekendmaak dat dit iets is wat in dit Vlaams Parlement parlementsbreed wordt gesteund, en dat het voor ons een zaak is van uitzonderlijk groot belang.
Gelet op de eensgezinde reacties van mijn collega’s en op het antwoord van de minister-president, heb ik hier niet veel aan toe te voegen. We moeten in de toekomst de voorzichtige en omzichtige benadering van dit dossier blijven steunen. We moeten hoopvol blijven wat betreft het resultaat dat we beogen. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.