Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de staking bij het Agentschap Integratie en Inburgering
Actuele vraag over de impact van de herstructurering van het Agentschap Integratie en Inburgering op de decentrale werking
Verslag
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, maandag werd er gestaakt bij het Agentschap Integratie en Inburgering. Gisteren verscheen er een open brief van bijna 400 personeelsleden van datzelfde agentschap, een open kritische brief over de werking en het aankomende ontslag van 170 personeelsleden. Volgens de vakbonden zal dit catastrofale gevolgen hebben, en volgens het personeel zelf komt de decretale verplichting in het gevaar. Dat wil zeggen dat de reguliere dienstverlening van het agentschap niet langer gewaarborgd is.
Dat betekent concreet dat er vandaag nog geen wachtlijsten zijn, maar dat die in de toekomst weer zullen ontstaan. Wachtlijsten om Nederlands te leren, om trajecten naar werk voor nieuwkomers te begeleiden, om lokale besturen die om advies vragen te bedienen, om les te geven om de Vlaamse waarden en normen te leren en dergelijke.
De staking en de malaise die ik net omschreef, komen niet uit de lucht vallen. Sinds de zomer komt er al een regen aan alarmerende berichten uit het agentschap. Het is begonnen met het opstappen van de voorzitter van de raad van bestuur wegens een gebrek aan transparantie. Daarna volgden er berichten over tekorten, al jaren, van miljoenen euro in de begroting van het agentschap. Ten slotte kwam er het harde nieuws dat er dan maar 170 personeelsleden moesten afvloeien om het agentschap opnieuw gezond te krijgen.
Ondertussen steeg het wantrouwen tussen het personeel enerzijds en de directie en de top anderzijds. Beste meerderheidspartijen, u treft net zoals minister Homans een grote verantwoordelijkheid en het agentschap is amper drie jaar geleden opgericht. U deed dat toen tegen de wens van het veld in en in de overtuiging dat er efficiëntiewinsten zouden zijn. Nu blijkt vandaag dat er geen efficiëntiewinsten zijn. Nu blijkt zelfs dat er 170 personeelsleden moeten worden afgedankt en dat de reguliere dienstverlening in het gedrang komt.
Beste meerderheidspartijen, minister, gaat u blijven doen alsof er niets aan de hand is? Gaat u het integratiebeleid laten blijven afbrokkelen? Of gaat u eindelijk de hand in eigen boezem steken en akkoord gaan met de vraag van Groen om ten minste vandaag of morgen een externe audit te organiseren?
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, het personeel heeft aan de alarmbel getrokken omdat ze effectief vrezen dat de werking van het Agentschap Integratie en Inburgering in het gedrang komt als een kwart van het personeel moet verdwijnen. U geeft als argument dat de asielinstroom opgedroogd is, waardoor het aantal nieuwkomers daalt en we dus gelijklopend het personeel afbouwen. Klopt dat argument wel?
Laat ons kijken naar het profiel van de inburgeraars. Op het piekmoment van de asielinstroom was het aandeel 30 à 40 procent. De rest van de inburgeraars, minister, zijn Europeanen: Polen, Bulgaren, Roemenen.
Gezinshereniging is een tweede groep. En verder is er ook arbeidsmigratie. En die groep zal de komende jaren niet dalen. Het vrij verkeer van Europeanen zal niet dalen. Gezinshereniging is sinds 2014 gestegen. En arbeidsmigratie stijgt. Ik wil hiermee maar aangeven dat de ongerustheid van het personeel terecht is. Ze zijn er terecht van overtuigd dat de asielinstroom als een drogreden wordt gebruikt om personeel te doen afvloeien en op die manier die miljoenenput die gecreëerd is door het mismanagement te dekken.
Minister, bent u bereid om orde op zaken te stellen? Want inburgering en integratie zijn van cruciaal belang. Bent u bereid om orde op zaken te stellen door in eerste instantie een externe audit te bestellen, om op die manier duidelijk te maken wat er is gebeurd in het agentschap en wat de concrete noden zijn, zodat we kunnen rekenen op een goed draaiend agentschap? Want nogmaals, minister, inburgering en integratie zijn zaken van cruciaal belang. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mevrouw Claes heeft het woord.
Beste collega's, voorzitter, minister, mijn vraag heeft een iets andere insteek. Als er middelen te kort zijn – veel middelen, veel miljoenen –, dan moet er worden ingegrepen. We zijn ervan overtuigd dat een herstructurering in het centrum noodzakelijk is. We moeten bekijken hoe dit is kunnen foutlopen. Hoe is dit zo grondig kunnen foutlopen? Daaruit moeten we onze lessen trekken.
Maar een tweede punt – en daarvoor wil ik vandaag een lans breken – is dat er in het verleden ook afspraken zijn gemaakt. Die afspraken moeten worden gehonoreerd. Limburg zou in eerste instantie, net als Antwerpen en Gent, een aparte entiteit blijven. Limburg heeft vijftig jaar ervaring op het vlak van integratie. Er is door de regering beslist om Limburg toch te laten inkantelen. Op dat ogenblik zijn er afspraken gemaakt binnen de regering, met de deputatie en met medewerkers, dat de regionale autonomie zou blijven, dat de juristen, de tolkendiensten regionaal zouden kunnen blijven. Die afspraken zijn ook gemaakt in verband met welke verantwoordelijkheid de regionale voorzitters zouden hebben.
Minister, CD&V pleit ervoor een regionale verankering te behouden. We kunnen ons heel moeilijk voorstellen wat het voordeel ervan is dat juristen, tolken, vanuit eender welke regio, ook vanuit Limburg, naar Brussel moeten gaan. Wat is daarvan de meerwaarde? Wij wensen de regionale spreiding te behouden. (Applaus bij CD&V, Open Vld en Groen)
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, collega's, het onderwerp is – jammer genoeg – al verschillende keren aan bod gekomen in dit parlement. Het is goed dat erover wordt gesproken, niet alleen in de plenaire vergadering, maar ook in de commissies.
De redenen waarom dit allemaal gebeurt, zijn al genoegzaam bekend, net als de redenen waarom we tot een herstructurering moeten overgaan. Ik ben heel blij, mevrouw Claes, dat u ook erkent dat het nodig is. Ik ben het absoluut oneens met mevrouw Moerenhout en mevrouw Kherbache, die insinueren dat er sprake is van mismanagement. Ik ben het daar absoluut niet mee eens.
U weet dat wij absoluut, expliciet en duidelijk hebben gekozen voor een herstructurering. Waarom? Omdat dat de meest transparante manier is om dat te doen.
Ik kan u meegeven dat er eind 2017 8 bijzondere ondernemingsraden zijn geweest en dat er door de vakbonden minstens 93 vragen zijn gesteld en ook beantwoord. Het is zeer belangrijk dat de vakbonden die ook hebben beantwoord.
Ik heb deze week in de media vernomen dat de vakbonden een persoonlijk gesprek hebben gevraagd met mij. Ik zal dat gesprek ook aangaan. Ik zal hen volgende week ontvangen. Ik doe dat met veel plezier.
De fase van consultatie, van informatie werd eind 2017 afgesloten. Sinds begin 2018 wordt er gesproken over een sociaal plan. Dat hebt u ook kunnen lezen in de media. Collega's, hierbij is het heel belangrijk om aan te stippen dat we de mensen die jammer genoeg moeten vertrekken, met dat sociaal plan, ook vanuit de Vlaamse Regering en vanuit het management van het agentschap willen ondersteunen, bijvoorbeeld wat de uittredingsvergoeding betreft, maar ook wat de mogelijkheden voor outplacement betreft. We kunnen daar alleen maar achter staan.
Ik ben blij, mevrouw Moerenhout, dat u hier vandaag hebt gezegd dat er geen wachtlijsten zijn, in tegenstelling tot wat u in het verleden altijd hebt beweerd. Ik ben zeer blij dat u nu dan zegt dat er geen wachtlijsten zijn. De bekommernis dat er in de toekomst geen wachtlijsten mogen ontstaan, is natuurlijk ook mijn bekommernis. U weet dat ik onmiddellijk, bij aanvang van de herstructurering, zowel aan het management maar ook aan de regeringscommissaris heb gevraagd om er echt over te waken dat er in de toekomst ook geen wachtlijsten zullen ontstaan.
Collega's, het laten afvloeien van mensen is nooit aangenaam, maar ik wil toch nog eens aanstippen dat bij het uitbreken van de asielcrisis er heel duidelijk is gezegd bij de toekenning van de middelen dat enerzijds de middelen tijdelijk waren maar anderzijds ook de arbeidscontracten tijdelijk waren. Dat is altijd zeer duidelijk gecommuniceerd, ook naar de vakbonden. Het heeft natuurlijk geen zin om mensen aan boord te houden als er geen trajecten voorhanden zijn. Is hier sprake van mismanagement zoals de collega's van Groen en sp.a eigenlijk insinueren? Neen. Maar als er natuurlijk een afname is van de instroom van vluchtelingen en van mensen die een inburgeringstraject volgen, dan is het ook normaal dat de personeelsleden die tijdelijk waren aangenomen, ook afvloeien.
Ik ben het ook met u eens, mevrouw Kherbache, dat u zegt dat we moeten blijven inzetten op – en u hebt het woord niet genoemd – vrijwillige inburgering. U weet dat wij daar altijd middelen voor hebben vrijgemaakt, dat wij er ook absolute voorstander van zijn. Het is niet omdat je uit Polen komt en niet uit Marokko dat je Nederlands zou kennen. Die mensen moeten ook worden ingeburgerd als ze in Vlaanderen een toekomst willen uitbouwen.
Collega's, ik wil nog meegeven dat er op het agentschap nooit, maar dan ook nooit, een euro is bespaard. Als u weet dat de basisdotatie in 2015 35,2 miljoen euro was en in 2018 45,6 miljoen euro, dan is dat, als ik goed kan rekenen, plus 10,4 miljoen euro. Als hier mensen durven te beweren of er in de media geruchten opgaan dat er systematisch is bespaard op het agentschap, dat vraag ik daar bewijzen voor, want daar is niets van aan en dat klopt absoluut niet. Als ik zeg dat er in 2018 een budget is van 45,6 miljoen euro, is dat exclusief de asielmiddelen van 3,2 miljoen euro die er in 2018 ook nog bij komen.
Collega's, van twee zaken een. We hebben afgesproken – en dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van mijn partij in de regering, mevrouw Moerenhout – in collegialiteit met de andere twee regeringspartijen dat alle middelen, niet alleen de middelen die ik heb gekregen voor inburgering, maar ook bijvoorbeeld middelen die collega Vandeurzen heeft gekregen in het kader van woonbegeleiding en van ondersteuning van de CAW's, ook de middelen die collega Muyters heeft gekregen voor het begeleiden naar werk van nieuwkomers, ook de middelen die collega Crevits heeft gekregen voor het begeleiden in het onderwijs, tijdelijk waren. En tijdelijke middelen impliceren natuurlijk ook tijdelijke contracten. Al die mensen die zijn aangenomen bij het agentschap, wisten op voorhand zeer goed dat het een tijdelijke job was. Dat er nu een herstructurering zou zijn, stond in de sterren geschreven: de instroom is gedaald, de mensen wisten het op voorhand. Ik denk dat het zeer goed is dat we voor deze optie, voor deze piste en voor deze keuze zijn gegaan omwille van de transparantie en omwille van het feit dat het dan ook in overleg met de vakbonden gebeurt. Wil dat zeggen dat de vakbonden per definitie altijd akkoord moeten gaan met alles wat we vragen en zeggen? Neen. Ik denk dat het goed is dat we rond de tafel zitten, dat er bijzondere ondernemingsraden worden georganiseerd enzovoort. Zoals ik daarnet heb gezegd, zal ik hen volgende week met heel veel zin ontvangen. Ik zal ook antwoorden op hun vragen enzovoort. We doen wat we moeten doen en we voeren alleen maar een verantwoord bestuur.
De dienstverlening moet natuurlijk gegarandeerd blijven. Ik heb er al naar verwezen dat er geen wachtlijsten zijn en dat er ook geen zullen komen. Dat komt natuurlijk enerzijds door de vele mensen die nog altijd zullen blijven werken voor het agentschap, maar ook door het feit dat de afvloeiing van die mensen natuurlijk ook gefaseerd gaat verlopen. We gaan ze niet allemaal tegelijk bedanken voor bewezen diensten. Het gaat heel gefaseerd gebeuren.
Collega Claes, ik ben het absoluut met u eens dat de dienstverlening moet worden gegarandeerd over de provincies heen. Maar het is natuurlijk wel zo dat het agentschap ontstaan is, zoals u weet, uit een fusie van een twintigtal entiteiten en organisaties die zich met inburgering en integratie bezighielden. Er is nu inderdaad sprake van om bepaalde diensten centraal te gaan organiseren. Maar ik zal er samen met u – en u hebt mijn woord wat dat betreft – over waken dat bijvoorbeeld organisaties die zich daarmee bezighouden in de provincie Limburg, in de provincie West-Vlaanderen, in de provincie Vlaams-Brabant, absoluut nog dezelfde dienstverlening vanuit de centralistische structuur in Brussel zullen krijgen. Ik denk dat ze dat absoluut verdienen. (Applaus bij de N-VA)
Minister, u zegt dat er geen wachtlijsten zullen ontstaan. Dat is nu net onze aanklacht, en die van het personeel: zij zeggen dat als die besparingen en ontslagen onverwijld doorgaan, dat er dan wel wachtlijsten zullen ontstaan. U en iedereen hier weten dat het voor integratie en inburgering ontzettend belangrijk is dat we ingrijpen voordat die wachtlijsten ontstaan en niet op het moment dat ze ontstaan.
U zegt dat de besparingen en ontslagen passen in het terugschroeven van de asielmiddelen. Dat klopt niet. Ten eerste omdat vandaag nog altijd een heel groot deel van de erkende vluchtelingen uit 2015, uit die zogenaamde asielcrisis, nog steeds een traject volgt. En ook, ten tweede, omdat uit de herstructureringsplannen, die pas twee weken geleden werden bekendgemaakt, blijkt dat er wordt bespaard op alle cruciale diensten, niet alleen op de diensten die asielmiddelen hebben gekregen, bijvoorbeeld de juridische dienst. Dat is een van de efficiëntste diensten. Daar ging 0 euro asielmiddelen naartoe, en toch moeten die mensen één vierde van het personeel afdanken. Minister, dat is geen goed beleid. Hier wordt niet transparant met overheidsmiddelen omgegaan. Dat schept absoluut geen vertrouwen. Niet voor ons, niet voor het personeel, voor niemand in Vlaanderen. Daarom is die externe audit broodnodig.
Minister, u gaat echt voorbij aan de realiteit. Ik heb daarnet benadrukt dat de stijging van het aantal inburgeringscontracten niet volledig te wijten is aan de instroom van asielzoekers. Het grootste aandeel komt er door de stijging van de gezinshereniging, de arbeidsmigratie en de Europeanen. Het is toch van de pot gerukt dat u bij een stijging van het aantal nieuwkomers de middelen terugschroeft en een kwart van het personeel laat afvloeien! Welk signaal geven wij hiermee aan Vlaanderen? Vinden wij inburgering en integratie minder belangrijk? Of denken we dat het gemakkelijker kan met veel minder personeel, met de helft van de trajectbegeleiders, met een kwart minder personeel voor het geven van de cursussen maatschappelijke oriëntatie? Als u een externe audit zou durven te overwegen, dan zou u weten dat de cursussen maatschappelijke oriëntatie vandaag niet binnen de drie maanden kunnen worden aangeboden.
Wat is uw probleem? Wat vreest u van een externe audit? Die zou klaarheid en duidelijkheid scheppen. (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister, ik ben blij dat ik met u een partner heb om de regionale verankering te blijven realiseren. Maar ik ben er niet helemaal gerust op. U zegt dat bekwame juristen, waarop we met de gemeentebesturen heel vaak een beroep doen om onze medewerkers het juiste advies te laten geven aan de nieuwkomers, eerst naar Brussel moeten reizen om vandaaruit advies te geven. Minister, dat zal niet werken. Centraal aangestuurd? Ja. Maar niet een centrale werkplaats, want dan ga je alle voeling verliezen met het lokale bestuur en met de provincie. Wij pleiten ervoor dat deze mensen ook een werkplaats kunnen hebben in Limburg of in de andere vestigingsplaatsen. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Ik ben toch een beetje verwonderd over het verloop van deze discussie. Het agentschap heeft inderdaad extra middelen gekregen om de asielcrisis te tackelen. Het gaat over meer dan honderd voltijdse medewerkers. Die asielcrisis is ondertussen onder controle. Dan kun je toch niet verwachten dat het agentschap tot in de oneindigheid zal zorgen voor alle aspecten van integratie. De bevoegdheid van het agentschap houdt in dat het de inburgeringstrajecten verzorgt. Dat heeft het in het verleden gedaan en dat zal het in de toekomst doen, want het beschikt over die extra middelen. Mevrouw Moerenhout, wat u zegt over eventuele toekomstige wachtlijsten, klopt helemaal niet. Ik vraag mij echt af wat hier het probleem is.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, integratie en inburgering zijn essentieel, u weet dat zeer goed. Die twee elementen zijn van cruciaal belang, willen we de mensen goed laten samenleven. Het doet pijn te zien dat er perikelen zijn en dat er betwijfeld wordt of de dienstverlening verder kan worden gegarandeerd.
We hebben er lang op aangedrongen om ook in Brussel een verplichte inburgering te krijgen. Nu is dat in een ordonnantie vastgelegd. Laat nu het beeld niet ontstaan dat men er in Brussel werk van maakt en dat in Vlaanderen de dienstverlening voor nieuwkomers niet langer gegarandeerd zou zijn. We werden er van op de hoogte gesteld dat zowel de juridische dienstverlening als die van de tolken zou verminderen.
Bent u ervan overtuigd dat er voldoende dienstverlening zal overblijven voor inburgering en integratie van nieuwkomers? Dat is voor ons immers cruciaal.
Mevrouw Van Volcem, u weet dat ik niet bevoegd ben voor Brussel. Wij hebben een insteek gegeven vanuit onze expertise voor de ordonnantie, want vooralsnog is Vlaanderen het enige gewest waar inburgering verplicht is, dankzij de heer Keulen, die de eerste minister was van inburgering en integratie. (Applaus bij Open Vld, de N-VA en CD&V)
De expertise die we sinds 2004 hebben opgebouwd, delen we met Brussel en ook met Wallonië, dat ook wel nog iets van ons zou kunnen leren. Voor de rest doen wij in Vlaanderen wat we willen doen. Inburgering en integratie horen wel bij elkaar, maar voor inburgering is er een cursus maatschappelijke oriëntatie (MO) en een traject, terwijl integratie over veel beleidsdomeinen gaat. U weet dat ik in het kader van de asielcrisis, los van de extra middelen die we aan het agentschap hebben gegeven, ook aan de lokale besturen 22 miljoen euro extra hebben gegeven. Minister Vandeurzen heeft extra geld gegeven aan de lokale besturen voor woonbegeleiding en minister Crevits heeft in het kader van OKAN ook extra middelen gegeven. Dat was ook allemaal tijdelijk.
Ik herhaal dat er geen wachtlijsten zullen ontstaan. Nu wordt hier de indruk gewekt dat er misschien wachtlijsten zullen ontstaan. Ik heb geen glazen bol, maar ik kan u wel garanties geven met betrekking tot de middelen die we nu ter beschikking stellen van het agentschap. In 2018 zullen die stijgen met 10,4 miljoen euro. Bij de begrotingsopmaak van 2018 heb ik in 5,5 miljoen euro extra voorzien voor het agentschap, enerzijds om die herstructurering in goede banen te kunnen leiden, maar anderzijds ook om te kunnen investeren in een uniform ICT-systeem. Dat was er nog niet bij de fusie van die twintig entiteiten. Ze waren volop bezig met de voorbereiding daarvan toen de asielcrisis uitbrak. Als het deze regering niet menens was met inburgering en integratie, zouden we daar ook niet zoveel middelen voor vrijmaken.
Mevrouw Kherbache, het aantal trajecten is in 2017 wel degelijk gedaald. Die cijfers heb ik niet uitgevonden, maar ze staan op de website van het agentschap. Het aantal inburgeringstrajecten was in 2016 met 52 procent gestegen in vergelijking met 2014. Daar zat de piek. We hebben dan onmiddellijk onze verantwoordelijkheid opgenomen en daar geld en middelen tegenover gesteld. Ik vind het belangrijk om te kunnen inzetten op de vrijwillige inburgering, en dat zullen we blijven doen. We zijn ervan overtuigd dat we met die 10,4 miljoen euro extra in drie jaar tijd aan al die vragen tegemoet kunnen komen.
Ik besluit. Het zal misschien niet bij alle partijen in goede aarde vallen, maar ik wil het management en de raad van bestuur een compliment geven voor de manier waarop ze met de asielcrisis zijn omgegaan. De raad van bestuur heeft unaniem, waarschijnlijk met pijn in het hart, heel deze herstructurering goedgekeurd. Ze hebben die crisis van in het begin in 2015 goed aangepakt en ze hebben ervoor gezorgd dat elke nieuwkomer in Vlaanderen de kansen kreeg waar hij of zij recht op had. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Sminate, het probleem is dat er vandaag meer mensen worden afgedankt, dat er meer bespaard wordt, ook op de diensten die geen asielmiddelen hebben gekregen, dan dat er asielmiddelen naar het agentschap zijn gegaan. Het probleem is dat daardoor de huidige werking van het agentschap niet kan worden gewaarborgd. Dat zegt de vakbond, maar dat zegt ook het personeel. Het probleem is dat zelfs met die 170 personeelsleden die nu moeten afvloeien – met het risico dat de dienstverlening niet meer wordt gegarandeerd – de laatste prognoses aantonen dat er eind 2018 nog steeds een tekort zal zijn van 2 miljoen. Er is dus een groot probleem bij het agentschap en bij het waarborgen van de inburgering en de integratie.
Heel veel partijen en volksvertegenwoordigers hebben de mond vol van het belang van een goede integratie, en terecht. Er is terecht geapplaudisseerd voor de heer Keulen. Maar als u die erfenis wilt vrijwaren, als u ervoor wilt zorgen dat het Vlaamse inburgerings- en integratiebeleid goed blijft, dan moet u nu ingrijpen. Dan moet u het pleidooi, zowel van ons als van sp.a, als ondertussen ook van het personeel, voor een externe audit steunen. (Applaus bij Groen en sp.a)
De instroom van nieuwkomers zal jaar op jaar fluctueren. Inderdaad, dit jaar zijn er 17 tot 19 procent minder inburgeringscontracten afgesloten. Maar als we vergelijken met 2014, zijn er 22 procent meer contracten afgesloten. Mijn punt is dat er een gestage stijgende lijn is, dat het grootste aandeel van inburgeraars vandaag niet de asielzoekers zijn en dat iedereen benadrukt dat een goed draaiend agentschap van cruciaal belang is om inburgering en integratie te kunnen waarborgen. Dat is waar het personeel van het agentschap met hart en ziel voor gaat. Dat is onze vraag, minister: ga aan hun kant staan, luister naar hun bekommernissen en zorg ervoor dat die werking gevrijwaard kan worden, niet door een kwart van het personeel te ontslaan en op die manier de werking in de soep te laten draaien, maar door effectief te investeren in het agentschap. (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister, wat mevrouw Moerenhout zegt, is wel juist. De juridische dienst moet mee besparen, moet zelfs meer besparen dan de andere diensten, en heeft geen asielmiddelen gehad. Die hele herstructurering en de fasering die daarin zit, doet daardoor ook wel vragen rijzen, bij de vakbond en bij het personeel. Wij willen vooral dat die vijftig jaar ervaring, heel vaak van goede juristen, overeind blijft, en dat u die mee overeind houdt. We willen er vooral voor zorgen dat de kennis die is vergaard, er ook blijft en dat de juridische en de tolkendienst, zoals ze uitgebouwd is, ook kan blijven bestaan. Natuurlijk, als er minder asielzoekers zijn, moeten mensen worden afgedankt. Dat is evident, maar dat is niet volledig terug te vinden in de herstructurering zoals ze vandaag is geformuleerd.
De actuele vragen zijn afgehandeld.