Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Michel Doomst, Peter Persyn, Jo De Ro, afwezig, Peter Van Rompuy, afwezig, Lorin Parys, afwezig, en Willy Segers, aanwezig, houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 31 januari 2014 betreffende opdracht van de bevoegdheid inzake het voeren van een specifiek grond- en woonbeleid voor Vlaams-Brabant aan de Provincie Vlaams-Brabant, het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode en het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Doomst heeft het woord.
Collega’s, wij hadden al Vlabinvest voor de Vlaamse Rand en zijn blij dat er nu een familietelg bij is gekomen. We zijn altijd blij als de familie vergroot. Vlabinvest was daarom geen allesoplosser, maar het heeft toch wel ettelijke honderden gezinnen een woonstoplossing gegeven in onze regio.
Wat is de zwakke kant van de Vlaamse Rand? Dat is soms ambetant, dat is dat prijzen voor gronden en panden daar de laatste tijd met 30 procent zijn gestegen. Dat maakt zorginitiatieven duur, maar het doet ook de initiatiefnemer aarzelen. De collega’s zullen dat bevestigen. Waar knelt onze schoen? Dat is op algemeen welzijnswerk, bijzondere jeugdbijstand, centra voor kinderopvang, personen met een handicap, geestelijke gezondheidszorg en thuiszorg. We zijn dus heel blij dat er vanuit het budget van minister Vandeurzen een budget van 2,5 miljoen euro naar de Vlaamse Rand komt. Dat is een mooie cheque. Het is niet ‘Couckig’, maar het kan er toch al mee door, om daarmee leningen en subsidies voor infrastructuur mogelijk te maken. Er komen ook twee voltijdsequivalenten aan werkkrachten bij. Bovendien zal Vlabzorg als mogelijke hefboom ook goed bekend worden gemaakt bij het doelpubliek.
Uiteraard is het de bedoeling om de inspanningen van Vlabzorg maximaal te integreren in de dossiers van Vlaams Welzijn. Daarom – en dat is de realiteitszin in het project – is er afgesproken dat er jaarlijks ook overleg zou zijn tussen beide instanties om dat maximaal op elkaar af te stemmen.
Als we dat straks zouden goedkeuren, dan is dat het startsignaal, maar wij moeten daar dan natuurlijk in de Vlaamse Rand het terrein mee opgaan. Willen we van Vlabzorg geen flopzorg maken, dan zal dat vergen dat wij initiatieven en mensen die de zaken willen waarmaken, opzoeken en warm maken voor wat in dit voorstel van decreet voorligt en waarvan wij hopen dat het straks uw instemming zal kunnen krijgen.
De heer Persyn heeft het woord.
Voorzitter, collega Doomst heeft de situatie al geschetst. Er zijn een aantal deelsectoren van het welzijnswerk in Vlaams-Brabant, vooral aan de kant Halle-Vilvoorde, stiefmoederlijk behandeld, al jaren. Dat euvel was al bekend sinds 2000. Gedeputeerde Swinnen heeft daar elk jaar een stand van zaken over opgemaakt en daar om drie jaar ook een mooie publicatie rond gemaakt. Collega Parys heeft dat ook nog eens in beeld gebracht. De minister is net weg, maar onze minister van de Vlaamse Rand heeft daar zijn rol als coördinator, facilitator of katalysator gespeeld, en samen met zijn collega’s Vandeurzen en Homans naar een oplossing gezocht.
Zoals collega Doomst al zei, is er een aanpassing van een decreet uit voortgevloeid, dat naar analogie van Vlabinvest voorziet in subsidies voor infrastructuur en eventueel gronden. Voor ons, als fractie, is het belangrijk dat het sociaal ondernemerschap in de zorg meegenomen wordt en dat ook kleinschalige initiatieven een kans krijgen.
We weten dat veel personen niet op de overheid hebben gewacht. Particulieren slaan de handen in elkaar om woningen aan te kopen, bijvoorbeeld voor personen met een handicap of kinderen met bijzondere zorgnoden. Daarom is er ook een voorafname in het budget voorzien: van de 2,5 miljoen euro per jaar zal 20 procent worden opzijgezet voor specifieke kleinschalige initiatieven. Wij vinden dat erg belangrijk.
Ook belangrijk is dat we het verloop goed monitoren, net als bij Vlabinvest, en dat we ook op termijn naar betere inschalingsinstrumenten voor de zorgnoden gaan, zodat we dergelijke lacunes, zoals we die hadden in het westelijke deel van Vlaams-Brabant, niet meer voorhebben in de toekomst.
De heer De Ro heeft het woord.
Samen met de mede-indienaars ben ik uiteraard tevreden dat we hierover vandaag kunnen stemmen en dat dit vanaf 1 januari 2018 kan ingaan.
Voorzitter, beste collega’s, in de regio rond Brussel zijn er vooral ten aanzien van kwetsbare jongeren zware tekorten. De impact is er niet alleen op de families en de kinderen zelf, hij is ook voelbaar op scholen en bij de centra voor leerlingenbegeleiding. Wij hebben dat in de commissies Onderwijs, Welzijn en Vlaamse Rand meerdere keren aangeklaagd. De provincie Vlaams-Brabant heeft de afgelopen jaren een heel belangrijke rol gespeeld in de opvolging, de attendering en het in kaart brengen van het probleem – waarvoor onze dank. Ik hoop oprecht dat die kleine lokale initiatieven, waarvan minister Vandeurzen terecht zei dat zij te weinig inspeelden op de Vlaamse uitbreidingsrondes die er geweest zijn in al die welzijnsaspecten, nu massaal gaan reageren.
Ik wil ook alle openbare besturen in de Vlaamse Rand, de gemeentes en de OCMW’s, oproepen om dit decreet van nabij te bekijken en om in 2018 en 2019 initiatieven te nemen, om samen met privaat initiatief en met mensen op het terrein, met ouders en vriendenkringen die met deze thematiek bezig zijn, deze initiatieven te nemen en effectief niet alleen de tekorten weg te nemen, want dat zijn cijfers, maar om voor jongeren en gezinnen in problemen in onze regio meer te doen dan in het verleden mogelijk was.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 1321/1)
– De artikelen 1 tot en met 22 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.