Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet van de algemene rekening van de Vlaamse Gemeenschap en van de uitvoering van de begroting van de Vlaamse rechtspersonen zonder raad van bestuur voor het begrotingsjaar 2016.
De algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Maes, verslaggever, heeft het woord.
Op 24 oktober 2017 besprak de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting het ontwerp van decreet van de algemene rekeningen van de Vlaamse Gemeenschap en van de uitvoering van de begroting van de Vlaamse rechtspersonen zonder raad van bestuur voor het begrotingsjaar 2016 en tegelijkertijd het rekeningenrapport van het Rekenhof over 2016.
Minister Tommelein gaf eerst een toelichting. Het gaat hier over de effectieve en definitieve afsluiting van het boekjaar 2016. De minister herinnerde aan de doelstelling van de begrotingsaanpassing en deelde mee dat het begrotingsjaar 2016, in ESR-resultaat uitgedrukt, is afgesloten met een tekort van 127 miljoen euro.
Na een uitvoerige uiteenzetting over de berekeningen en de vergelijkingen besloot de minister dat het resultaat ook 183,95 miljoen euro beter is dan vereist conform het advies van de Hoge Raad van Financiën van maart 2016, en dat zonder de afzonderlijke behandeling voor de asieluitgaven, hoewel die wel was toegestaan.
Daarna was het de beurt aan de mensen van het Rekenhof : voorzitter Hilde François en eerste auditeur van het hof Raf Carmeliet kwamen hun rekeningenrapport toelichten. Mevrouw François schetste op welke data gewerkt werd en wat er juist gecontroleerd is. Ze herinnerde ons aan de rapporteringscyclus en overliep de inhoudstafel van het rekeningenrapport. De eerste auditeur nam dan het woord om het achtereenvolgens te hebben over de algemene rekeningen, de balans en resultatenrekening, de federale operatoren, het betaalgedrag en de jaarrekeningen van de Vlaamse rechtspersonen.
Bij de algemene rekeningen kwam de bemerking dat men uit het jaarverslag niet kan afleiden hoeveel kredieten zijn aangewend, noch of de inhoudelijke doelstellingen werden gehaald. De getrouwheid van het beeld aan de uitgavenzijde werd volgens hem ook aangetast door het feit dat belangrijke uitgaven niet worden aangerekend in het jaar waarop ze betrekking hebben. Er waren ook commentaren op de inkomstenzijde.
Bij de bespreking van de balans kwam een opmerking over onvoldoende toelichting van waarderingsregels. De aandacht werd ook gevestigd op het feit dat afgewerkte investeringsprojecten in de rubriek ‘ in aanbouw’ zijn blijven staan.
Na nog een hele reeks gedetailleerde opmerkingen, over onder meer vorderingen, eigen vermogen, voorzieningen, enz. gaf mevrouw François een toelichting bij de geconsolideerde rekening. Hoewel het Rekendecreet niet voorziet in een controle van de geconsolideerde rekening maakt het rapport wel de genoemde aansluiting, en wel omdat het Vlaams Parlement heel veel belang hecht aan het vorderingensaldo en de geconsolideerde schuldpositie.
Aanvullend ging de heer Carmeliet nog dieper in op het vorderingensaldo 2016.
Vervolgens werd de consolidatiekring van de Vlaamse overheid onder de loep genomen door mevrouw François. Die bevatte eind 2016 in totaal 132 entiteiten. Het Rekenhof stelde verder dat bij de geconsolideerde rekening de eliminatie van de interne stromen niet sluitend is. Ze stelden voor om over de desbetreffende consolidatieverrichtingen afzonderlijk te rapporteren, zodat wordt aangetoond dat deze geen impact hebben op de resultatenrekening, alsook om de geconsolideerde uitvoeringscijfers naast de begroting 2016 te plaatsten.
Het Rekenhof vond dat er een gebrek aan transparantie is naar het Vlaams Parlement toe. Ze hebben daarom zelf een tabel opgemaakt en toegelicht.
Tot slot was er ook nog een toelichting door mevrouw François over de bruto geconsolideerde schuld van de Vlaamse overheid. Hun vaststellingen bij de geconsolideerde schuld zijn analoog met die van de voorgaande jaren.
Het Rekenhof ontving op 20 juni 2017 het antwoord van de minister op zijn opmerkingen. Samen met het antwoord werden aangepaste algemene rekeningen 2016 aan het Rekenhof voorgelegd. Tot zover mijn deel van het verslag, de heer Vandenbroucke zal de rest van het verslag naar voren brengen.
De heer Vandenbroucke, verslaggever, heeft het woord.
Collega’s, ik breng graag verslag uit van de replieken van de minister op de toelichting door het Rekenhof over de algemene aanbevelingen betreffende de jaarafgrenzing. De minister gaf aan dat er wordt gewerkt aan een betere registratie. De Vlaamse Adviescommissie voor Boekhoudkundige Normen (VABN) probeert de regels eenduidiger te maken en zal adviezen geven om deze te verwerken in de begroting. De regering werkt aan een actualisatie van de handleiding voor de boekhoudregels.
Wat betreft een betere duiding en toelichting bij de jaarrekening gaf de minister aan dat het praktisch niet mogelijk was door de enorme tijdsdruk, maar dat er een aantal initiatieven lopen, zowel door een parlementaire werkgroep als door de Vlaamse Regering. Onder andere de stappen in de richting van een prestatiebegroting moeten daarvoor zorgen.
Met betrekking tot het reduceren van het aantal ESR-correcties brengt de minister aan dat er werk wordt gemaakt van een verdere integratie van de instellingen die tot de consolidatieperimeter behoren en dat er ook daar een betere registratie in zicht is.
Vervolgens was er een debat met tussenkomsten van Björn Rzoska en Jan Bertels. Collega Rzoska informeerde naar de reden voor het beter dan vooropgestelde resultaat van het jaar 2016. Het Rekenhof wijt dit aan de stijging van de onderbenutting. Ook de minister signaleerde dat, maar het Planbureau gaf aan dat dit resultaat ook te maken heeft met hogere ontvangsten.
De heer Rzoska betreurt dat de Vlaamse overheid een late betaler is van haar facturen. Een op de vier wordt te laat betaald. Het lid riep de minister op om de collega-ministers bij de les te houden om ervoor te zorgen dat die facturen wel tijdig worden betaald.
De heer Rzoska gaf ook aan dat hij bijna van zijn stoel viel toen hij las dat er bij het Departement Mobiliteit en Openbare Werken een groot volume ten bedrage van bijna 1 miljard euro aan openstaande verbintenissen bestaat.
Hij vroeg om werk te maken van een snelle goedkeuring van het intra-Belgische klimaatakkoord en waarschuwde voor de discussie die telkens weerkeert over de waardering van de activa die tegenover de schuld wordt geplaatst. Wanneer materiële vaste activa niet of laattijdig worden afgeschreven, leidt dat namelijk tot een significante overwaardering en verhoogt dat kunstmatig het balanstotaal. De collega drong er ook op aan om werk te maken van de aanbevelingen van het Rekenhof wat betreft het transparanter maken van de begroting.
Vervolgens kwam collega Jan Bertels aan het woord, die ook het belang benadrukte van een transparantere begroting. Collega Bertels gaf ook de goede raad mee dat elke onderneming en elk huishouden voorzieningen moet aanleggen voor schulden die vrijwel vaststaan. Het Rekenhof merkt op dat de Vlaamse overheid dat te weinig doet. Dit moet worden meegenomen als men de staat van Vlaanderen correct wil weergeven.
Jan Bertels gaf mee dat als men de door het Rekenhof berekende impact van de correcties op het vorderingensaldo bij het tekort telt, dat men dan ver boven de norm van de Hoge Raad van Financiën uitkomt.
Hij begreep niet goed waarom de provisie voor de minderontvangsten uit de kilometerheffing niet zijn aangewend. Hij wees erop dat de klimaatuitgaven met 100 miljoen euro lager lagen dan gepland, terwijl de behoeften niet verminderd zijn.
Collega Bertels informeerde welke betekenis men moet hechten aan het afkeurende verslag van de bedrijfsrevisor over het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA). Hoe komt het dat het Rekenhof niet kan reconstrueren hoeveel extra geld er ging naar meer RVT-bedden en naar zorgzwaartefinanciering?
De heer Bertels sloot zich aan bij de opmerking van de heer Rzoska dat de overheid er toch in moet slagen om haar facturen tijdig te betalen.
Tot slot vroeg hij meer uitleg over de band tussen de schuld uit de ziekenhuisfinanciering en het VIPA. Minister Tommelein heeft daarop gerepliceerd dat de onderbenutting en technische correcties het resultaat van het vorderingssaldo hebben verbeterd.
Wat de achterstallige betalingen betreft, wil hij zijn collega-ministers bij de les roepen. Hij ontkent dat dat sneller moet kunnen, maar hij wijst er ook op dat hij geen minister-president is.
Voor de openstaande verbintenissen bij het departement Mobiliteit en Openbare Werken verwijst hij naar minister Weyts. Voorts geeft hij aan dat de impact van het doorschuiven van betalingen op het vorderingensaldo heel beperkt is, ten bedrage van 1,1 miljoen euro.
Voor de berekening van de schuldnorm worden alleen de financiële activa meegeteld, verzekert de minister. De lijst van de vermarktbare activa werd bezorgd aan het parlement.
Over de kilometerheffing was minister Tommelein heel duidelijk: wat niet is binnengekomen, kan men ook niet uitgeven. Dat is volgens hem een gezond principe.
Tot slot was er nog een repliek van Raf Carmeliet van het Rekenhof. Hij bevestigde dat het Rekenhof de onderbenutting van de kredieten op 213 miljoen euro extra berekende en dat dit bedrag zeker mee een verklaring is voor de verbetering van het vorderingensaldo, samen met de ESR-correcties.
De afkeuring van de jaarrekening van het VIPA houdt in dat deze geen getrouw beeld van het vermogen en de financiële toestand van het VIPA geeft. Het Rekenhof roept op om de jaarrekening zo snel mogelijk recht te zetten.
De schuld van de ziekenhuisfinanciering heeft betrekking op verplichtingen die de federale overheid vroeger is aangegaan, zo legt de heer Carmeliet uit. De schuld in de balans van het VIPA moet worden opgenomen. Voor zover bekend, gaat het om 4,9 miljard euro.
Collega's, na deze replieken en debat werd het ontwerp van decreet aangenomen met 10 stemmen bij 3 onthoudingen. (Applaus)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, nr. 23/1)
– De artikelen 1 tot en met 12 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.