Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, gisteren was het weer zover: we stonden met zijn allen in de file. Om 8 uur stond er meer dan 445 kilometer file. De kranten rapporteren ook dat het aantal uren dat we samen in de file staan, elk jaar blijft toenemen. Dat zijn records, minister, waar we als Vlamingen niet fier op moeten zijn. Dat brengt heel wat ergernis bij iedereen teweeg, op weg naar school, op weg naar het werk, veel frustraties, maar ook bij het bedrijfsleven, veel economische verliezen.
Van ons, politici, wordt verwacht dat we de problemen krachtdadig aanpakken. Deze problemen vragen zeker en vast geen traditioneel antwoord. Want, mevrouw De Ridder, er wordt al veel geïnvesteerd. Dat weten we. Er wordt al veel geïnvesteerd in grote infrastructuurwerken. Er zal ook extra geïnvesteerd worden op het vlak van het openbaar vervoer. En zeker nu er ook op federaal vlak opmerkingen zijn gemaakt vanuit de Raad van State op het cash-for-carprincipe, minister, moet u zeggen: het is het moment om een aantal maatregelen te treffen op het gebied van duurzame mobiliteit, om overleg te plegen met de federale collega. Welke maatregelen hebt u nu klaarliggen in uw lade om hier in het parlement in te dienen, om ervoor te zorgen dat een aantal files effectief opgelost worden op korte termijn?
Minister Weyts heeft het woord.
U hebt dezelfde vraag gesteld in juni of juli. Ik zal proberen om niet hetzelfde antwoord te geven, maar toch beginnen met te wijzen op het historisch hoge investeringsritme dat we vandaag hebben: bijna 6 miljard euro. We kunnen ook voor het eerst in de geschiedenis werken op de ring rond Brussel en de ring rond Antwerpen. Waarom is dat zo belangrijk? U spreekt over korte termijn. Wel, dat is korte termijn. Begin volgend jaar starten we daar al mee. Dat is zo belangrijk, omdat 52 procent van de verloren file-uren zich net op de ring rond Antwerpen en de ring rond Brussel situeren, vandaar die focus daarop. 5,8 miljard euro investeringen, dat is nog buiten die investeringen gerekend die we net doen op de ring rond Antwerpen en de ring rond Brussel. Dan mag je uitgaan van een investering van nog eens 6 miljard euro. Dat is dus een historisch hoog percentage.
Daarnaast werken we ook met ‘quick wins’, maatregelen op kortere termijn die niet zoveel voorbereiding en realisatietermijn vergen. We hebben er zo sinds het begin van de legislatuur voor Antwerpen een vijftiental uitgevoerd. Dat gaat soms ook over fietsinvesteringen. Er zijn er in Antwerpen die nu worden uitgevoerd, dan wel in 2018. Wat de ring rond Brussel en de omgeving ervan betreft, hebben we er zeven afgewerkt. Vandaag nog wordt er in Zellik een quick win afgewerkt bij de aansluiting van de buitenring met de E40 in de richting van de kust. Er staan er nog twee geprogrammeerd. Ook eind dit jaar hebben we op basis van de studie van het Vlaams Verkeerscentrum, die nog eens de screening heeft gedaan over welke bijkomende quick wins we voorop kunnen stellen. Die lijst is doorgegeven aan het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) in functie van de concrete realisatie. Eind dit jaar moeten we met die lijst rond zijn, waarbij we nog eens een serie van minstens een vijftiental quick wins zouden kunnen realiseren. Dat is voor de korte termijn.
We investeren historisch hoge bedragen voor de lange termijn, maar evenzeer voor de korte termijn. En dan heb ik het nog niet gehad over het openbaar vervoer, waarbij we er sinds deze legislatuur in zijn geslaagd om het aantal plaatskilometers – dat is het aantal plaatsen vermenigvuldigd met het aantal afgelegde kilometers, dus de capaciteit – hebben verhoogd. Dat gaat traag vooruit, maar we zitten nu toch al aan een verhoging van de capaciteit met 2,5 procent. Ook in de alternatieven wordt er dus serieus geïnvesteerd. Dan heb ik het nog niet gehad over de 100 miljoen euro fietsinvesteringen die we dit jaar, ondanks opmerkingen daarover, zeker gaan overschrijden.
Het is helaas het traditionele antwoord gebleven. Dat ontgoochelt me sterk. Ik merk duidelijk dat bij de bevolking het bewustzijn er is dat er nu een gedragsverandering dient te gebeuren, dat mensen er zich bewust van worden dat ze niet automatisch moeten kiezen voor de auto, maar moeten kijken naar alternatieven.
U moet veel meer een tandje bijsteken om effectief op korte termijn maatregelen te treffen. Waarom zou u niet contact opnemen met uw federale collega om effectief werk te maken van het mobiliteitsbudget, een beter alternatief dan de bedrijfswagen? Waarom zou u niet effectief werk maken van het mobiliteitsplan voor Vlaanderen, waar we al zo lang op zitten te wachten? Waarom kunt u ook niet meer werk maken van het vrachtroutenetwerk, waar we ook al drie jaar op zitten wachten?
Het wordt hoog tijd. Wat moet er nog gebeuren? Moeten we met zijn allen permanent stilstaan vooraleer u bijkomende maatregelen treft?
De heer Keulen heeft het woord.
Filebestrijding moet de topprioriteit zijn van elke minister van Mobiliteit, zeker hier, in dit deel van de wereld. Daar zijn geen toverformules voor: wortel en stok, van spitsstroken over eventueel ‘slimme’ kilometerheffingen.
We moeten ook snel naar een doorbraak gaan wat de spoorinvesteringen betreft. We moeten daarin ook een stuk pragmatiek aan de dag leggen. Minister Bellot zegt dat hij een miljard euro extra heeft kunnen lospeuteren. De keuzes die hij maakt sporen niet helemaal met de Vlaamse spoorprioriteiten, maar de mensen willen, ook op het vlak van openbaar vervoer, ook in Vlaanderen, meer treinen zien rijden. Dat is geen Vlaamse bevoegdheid, maar inzake de Vlaamse spoorinvesteringen hebben we daar toch ook een dikke vinger in de pap. Ik roep dan ook op tot pragmatiek en tot een doorbraak in dit dossier, waarin we nu ook al twee jaar om de hete brij aan het draaien zijn. Mensen hebben geen federale en Vlaamse portemonnee, ze hebben één portemonnee. Ze zeggen: ‘Los uw institutionele kwesties op, en zorg dat we meer spooraanbod krijgen, ook hier in de Vlaamse regio.’
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Ik hoor graag de heer de Kort concluderen dat het beleid zoals het tot op vandaag wordt gevoerd, geen resultaten oplevert. Mijnheer de Kort, ik heb u het toverwoord ‘gedragsverandering’ horen uitspreken. Dat is precies de kern van een van de voorstellen van de sp.a. Daarvoor is vandaag nog geen plaats in het mobiliteitsbeleid in Vlaanderen, in Nederland wel. Daar werkt het. Het is mensen tijdelijk en eenmalig belonen om niet reflexmatig met allemaal tegelijkertijd de wagen te nemen tijdens de spits, maar bijvoorbeeld meer thuis te werken, meer gebruik te maken van de fiets, meer gebruik te maken van het openbaar vervoer.
Daarin investeren heeft zijn vruchten afgeworpen in Nederland. In Vlaanderen wilt u daar niet mee starten, minister. Ik stel vast dat de heer de Kort de deur op een kier zet. Mijnheer de Kort, ik hoop in u een medestander te vinden voor het voorstel van sp.a dat al twee jaar op tafel ligt.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me graag aan bij de heer de Kort. Minister, u hebt natuurlijk wel een punt in uw antwoord. De budgetten stijgen en u bent met allerlei zaken bezig, maar de realiteit is dat we nog nooit zo stil hebben gestaan in Vlaanderen als vandaag. Als ik kijk naar de resultaten die u boekt op het vlak van het verleiden van mensen naar het openbaar vervoer, dan stellen we met zijn allen vast dat het aantal gebruikers van het openbaar vervoer de laatste jaren stagneert en zelfs daalt. Met andere woorden: het beleid dat u hebt uitgerold, is op dit moment absoluut niet effectief.
De heer de Kort slaat wel degelijk nagels met koppen. Waarom overlegt u niet met uw federale collega’s en de andere gewesten om nu eindelijk een doorbraak te krijgen op het vlak van de slimme kilometerheffing, ook voor personenwagens, waar de sector toch vragende partij voor is? Waarom slagen we er niet in met dezelfde regeringen aan beide kanten van de straat om de spoorinvesteringen nu eindelijk op de rails te zetten en daar concrete stappen vooruit te zetten? Dit zou voor u een wake-upcall moeten zijn om op dit moment in deze zittingsperiode een tandje bij te steken, want we staan meer dan ooit stil. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Van Miert heeft het woord.
Het is voor mij ook een verrassing dat deze vraag na een aantal weken – als we het reces ertussenuit laten – gewoon terugkomt. Dit is letterlijk dezelfde vraag van 5 juli 2017. Dit is ook vaak in de commissie besproken. De heer Vandenbroucke heeft dezelfde vraag al gesteld op 23 maart 2017. Ik vind het een rare zaak dat die terugkomt. Ik kan er maar één conclusie uit trekken, maar daar zal ik straks mee eindigen.
Mijnheer de Kort, uw informatie is verkeerd. Bij de vorige minister lagen de kilometers echt wel hoger. Ik zal u het Belgabericht straks bezorgen. Op 3 februari 2012 is het pas ‘s avonds om 18.30 uur onder 1200 kilometer gezakt. Het vorige record stond op 948 kilometer, op 10 februari 2010. Op 20 december 2010 stond er 697 kilometer.
Ik kan alleen maar vaststellen dat u probeert deze minister en bijgevolg de hele regering te framen. Deze minister en deze Vlaamse Regering, die meer dan ooit investeert in weginfrastructuur, in nieuwe middelen bij De Lijn en in fietspaden, wordt hier neergezet als een minister en een Vlaamse Regering die met een vingerknip het fileleed zou kunnen verminderen en verbeteren. Ik vind dat framing. Van u had ik zo’n flauwe reactie en zo’n flauwe vraag niet verwacht. (Applaus bij de N-VA)
Laat ons hier niet flauw doen: meerderheid of oppositie of oppositie binnen de meerderheid, whatever. (Rumoer)
De oplossingen zijn niet gemakkelijk. Dat niemand hier pretendeert dat de oplossingen voor het rapen liggen! Dat zijn ze niet. (Applaus bij de N-VA)
Dat zijn ze niet. De eerste voorwaarde is budgettaire middelen. Die zijn er, die trekken we meer dan ooit uit. De tweede voorwaarde is werken aan de gedragsverandering. In deze regeerperiode is voor het eerst eindelijk werk gemaakt van de invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens. Alles wordt rijp en klaar gemaakt om de volgende stap te kunnen zetten naar de invoering van een kilometerheffing voor personenwagens.
Ik ben dagelijks bezig met de alternatieven zoals de spoorinvesteringen. De landing is ingezet. Waarom duurt het zo lang eer we een akkoord bereiken? Ik wil het onderste uit de kan halen. Er is geen andere reden. Ik wil ervoor zorgen dat we in Vlaanderen maximaal de spoorinvesteringen krijgen die we vragen en waar we recht op hebben.
Laten we het parlement en de bevolking niet wijsmaken dat de oplossingen eenvoudig en gemakkelijk zijn. We moeten diets maken dat we met volle ambitie de aanpak van verkeersveiligheid en een betere mobiliteit proberen te realiseren. We zijn daar resoluut mee bezig, en dat weet u zeer goed. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Van Miert, wat is op het vlak van mobiliteit de kracht van de verandering? (Applaus)
Ik zie in de praktijk niets, behalve dat we verder in de file blijven staan. (Opmerkingen)
Minister, we moeten erkennen dat u ervoor gezorgd hebt dat er extra budgetten zijn.
Maar wat wij eigenlijk verwachten, en daar bent u blijkbaar minder sterk in, is dat u effectief ook de handschoen opneemt en afkomt met krachtige maatregelen. We zullen op deze nagel blijven slaan en we verwachten van u dat u meer werk maakt van overleg met uw federale collega’s van oplossingen op het terrein om ervoor te zorgen dat we met zijn allen minder in de file staan. Dat is een belangrijke prioriteit, want we ergeren ons blauw aan die files. Daarom moeten we ervoor zorgen dat dit opgelost geraakt. (Applaus bij CD&V, Open Vld, sp.a, Groen en Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.