Verslag plenaire vergadering
Verslag
De vraag is gericht aan minister-president Bourgeois, maar het is een eigen bevoegdheid van minister Gatz.
De heer Doomst heeft het woord.
Minister-president, mijn vraag gaat over dialecten.
(In zijn dialect) Voorzitter, daarom wil ik vragen of ik mijn vraag in het dialect mag stellen? Is dat toegestaan?
(In zijn dialect) Van mij mag u dat doen. Maar dan zal men u hier misschien niet verstaan. (Opmerkingen van Annick De Ridder)
(In zijn dialect) Een bijsmaak is meestal een slechte zaak, maar ik vind dat een bijsmaak in het dialect eigenlijk een goede zaak is. Als je een Limburger, een Brabander, een Oost-Vlaming of een West-Vlaming met een accentje hoort spreken, klinkt dat iets authentieker. Daarom vind ik dat West-Vlamingen en Limburgers altijd het meest authentiek klinken wanneer ze spreken. Deze week was er veel te doen over dialecten en werd de vrees uitgesproken dat als we niet opletten die dialecten zullen verdwijnen.
Minister-president, we hebben veel geld voor nota's over archeologie, maar de taal van onze voorouders is ook iets van waarde. Gaat de Vlaamse Regering iets doen op het gebied van cultuur, onderwijs en erfgoed om onze dialecten te beschermen?
Minister Tommelein heeft het woord.
(In zijn dialect) Mijnheer Doomst, weet u wel waar u aan begonnen bent? (Hilariteit. Opmerkingen van Michel Doomst)
Uw vraag is dus wat we kunnen doen en welke inspanningen we kunnen leveren om de ondergang van de Vlaamse dialecten tegen te gaan. Ik zal het u zeggen. Taal, en dus ook de dialecten, zijn een onderdeel van onze identiteit en van ons cultureel erfgoed. Mensen hechten daar groot belang aan en willen dat doorgeven aan de toekomstige generaties. Dialecten worden beschouwd als immaterieel cultureel erfgoed. Het is jammer dat je een taal niet fysiek kunt beschermen, zoals je dat bij materieel erfgoed als gebouwen of kunstobjecten wel kunt doen.
Zoals u zegt, valt er wel degelijk te vrezen voor de ondergang van de dialecten in Vlaanderen. Dat heeft te maken met de maatschappelijke tendensen. Het heeft geen zin om daar als regering of als overheid tegen in te gaan en we moeten ook niet proberen de dialecten artificieel in leven te houden. De regering reikt aan actiegroepen die begaan zijn met het behoud van dialecten wel verschillende instrumenten aan.
De Vlaamse overheid investeert al sedert 2005 in het beleid rond immaterieel cultureel erfgoed. Zo werd er ook een platform opgericht, www.immaterieelerfgoed.be, waar erfgoedgemeenschappen onder immaterieel erfgoed kunnen registreren en waar ze een aanvraag kunnen indienen om opgenomen te worden in de Vlaamse Inventaris voor Immaterieel Cultureel Erfgoed.
Daarnaast wordt er een landelijk expertisecentrum voor cultureel erfgoed, met de klinkende name Tapis plein, ondersteund, en ook de erfgoedgemeenschappen maken daar gebruik van. Het Huis van Alijn, bijvoorbeeld, het Gents museum over de cultuur van het dagelijkse leven, documenteert momenteel dialecten, onder meer via geluidsopnames.
Tot besluit kan ik zeggen dat er op dit ogenblik geen plannen zijn om een apart expertisecentrum voor dialecten op te richten.
(In zijn dialect) U hebt mij goed begrepen. Je merkt het vandaag wel, in nieuwe liedjes en tv-series, dat er nog heel wat mogelijkheden zijn voor het dialect. Ik zou er toch op willen blijven aandringen dat u dat expertisecentrum ernstig neemt. Als we het dialect in de toekomst overeind willen houden, zullen we er toch alles moeten aan doen om op dat dialectenexpertisecentrum door te gaan. Ik zou er toch blijven op aandringen.
(In zijn dialect) Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Voorzitter, ik wou wel vragen of er in het vervolg simultaanvertaling kan komen, want ik heb er niet veel van begrepen.
Nochtans steunen we de vraag van de heer Doomst. Er is de laatste jaren heel veel belangstelling voor streektalen. Kijk maar naar het succes van een film zoals D’Ardennen of naar de series Van vlees en bloed en Bevergem. In de Roma stonden afgelopen weekend nog De Strangers op het podium. Ze hebben 65 jaar lang in het dialect gezongen. Dat kan alleen maar als er een klik is met het publiek. Dialect is, zoals u zegt, ons immaterieel erfgoed. We moeten dat koesteren. We steunen wel de vraag voor een dialectenexpertisecentrum.
Aan de andere kant zou ik als N-VA’er toch ook willen pleiten voor het in stand houden en het handhaven van het Standaardnederlands in het onderwijs, op radio en televisie. Dat is tegenwoordig nog meer bedreigd, want ik hoor heel veel tussentaal in de media en in de publieke ruimte.
Ik zou willen afsluiten met iets wat een docent literatuur van mij heel mooi verwoordde, jaren geleden. Hij zei: “Dat je met taalarmoede wordt geboren, is normaal. Dat je er vrijwillig voor kiest, dat is een gemiste kans.”
(In zijn dialect) Dat hebt u mooi gezegd.
Mevrouw Segers heeft het woord.
(In haar dialect) Dank u, voorzitter. In Liedekerke heeft er net iemand een woordenboek gemaakt. Dat is echt zijn levenswerk. Het zal tweeduizend bladzijden beslaan, met alle woorden in het typisch Liedekerks. En het Liedekerks is een ferm taaltje, dat kan ik jullie verzekeren.
Dat deze week het dialect in de aandacht is geweest op de radio, vooral op Radio 1, vinden wij een heel goede zaak want inderdaad, dialect is echt erfgoed, het verbindt mensen. Vanuit onze fractie willen wij ondersteunen dat er meer gebeurt om de dialecten te ondersteunen en we vinden vooral dat dit moet gebeuren via de heemkundige genootschappen. We willen ook het VIAA, het Vlaams Instituut voor Archivering, daarbij betrekken. (Applaus)
Ik zou daar natuurlijk ook mijn persoonlijke mening over kunnen ventileren, maar ik zal dat niet doen, ik zal de opmerkingen aan dat Brusselse ketje doorgeven en hem vragen om het verslag van deze discussie te volgen. Ik hoop dat er intussen al ondertitels zijn.
Voorzitter, ik denk dat dit experiment niet voor herhaling vatbaar is, maar dat het wel nuttig was. Het is ook een goed signaal dat we hier tijdens deze week van de dialecten geven in dit Vlaams Parlement op een moment dat spreektaal en standaardtaal perfect met elkaar kunnen samengaan. Ik ben heel blij met dit signaal vandaag.
(In zijn dialect) U hebt allemaal heel mooi gesproken.
De actuele vraag is afgehandeld.