Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Bourgeois.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, enkele dagen geleden heeft de Europese Raad op voorstel van Europees Commissaris Thyssen een hervorming van de richtlijn betreffende de detachering doorgevoerd. Het meest bekende fenomeen inzake detachering zijn de Oost-Europeanen die hier komen werken in de bouw. Het zijn vooral hooggeschoolde Nederlanders die via dat systeem naar hier komen en er zijn ook duizenden Vlamingen die op die manier in de rest van Europa werken. Het grote pijnpunt op dat vlak is dat wie hier komt werken, hier kan worden tewerkgesteld aan het minimumloon. Dat verandert door deze hervorming. Wie hier komt werken en hetzelfde werk doet als de lokale werknemers, krijgt daarvoor voortaan een gelijk loon. Die hervorming is belangrijk omdat ze de neerwaartse druk op de lonen uitschakelt. Het enige aspect dat daarin hetzelfde blijft als vroeger, is dat men de sociale en fiscale lasten blijft betalen in het land van herkomst. Om daar iets aan te doen heeft deze hervorming aan de regelgeving toegevoegd dat zij die hier tijdelijk komen werken via detachering, dat slechts twaalf maanden kunnen doen. Daar is ook aan toegevoegd dat de strijd tegen de fraude, de belangrijkste issue in deze materie, zal worden opgevoerd. Er wordt een Europese arbeidsautoriteit opgericht en er zal een betere uitwisseling van controle gegevens komen over wat er allemaal uitbetaald wordt. Alles samen zijn dit heel belangrijke stappen vooruit in de strijd tegen sociale dumping en tegen deloyale concurrentie.
Mijn vraag is dus om deze zaken zo snel mogelijk om te zetten in Vlaamse en federale wetgeving. Wat kan de impact hiervan zijn op de Vlaamse arbeidsmarkt?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Er is inderdaad een heel positieve stap gezet: gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats. Dat staat ook zo ingeschreven in onze visie op de Europese Unie. Wat België betreft zal dit op korte termijn minder effect hebben omdat bij ons de minimumlonen al niet toegepast worden maar wel de sectorale akkoorden. De Confederatie Bouw heeft dat trouwens ook beklemtoond.
Het is ook belangrijk, zoals u beklemtoont, dat de detacheringstermijn beperkt wordt tot 12 maanden, een termijn die weliswaar gemotiveerd verlengbaar is tot 18 maanden. Ik wijs erop dat de triloog daarover nog plaats moet hebben, onder andere met het Europees Parlement, dat aanvaard heeft om 24 maanden te nemen in plaats van 12 maanden. De triloog zal worden gevoerd.
Er moeten nog stappen worden gezet. U hebt er al op gewezen. Voor mij is een zeer belangrijke stap, die ook in de EU-visie staat die we hebben aanvaard, dat de socialezekerheidsrechten betaald worden in het land waar wordt gewerkt, want dat is natuurlijk hetgeen wat de ongelijke concurrentie het sterkst maakt.
Een ander belangrijk punt is dat er een regeling komt voor transport, want de transportsector zit niet in wat hier vastligt. Tot slot is het belangrijk dat er een efficiënte handhaving komt. Daartoe moet de Handhavingsrichtlijn worden goedgekeurd.
We gaan uiteraard op dat moment zo snel mogelijk meewerken aan de omzetting van de richtlijn. Ik wijs erop dat er nu al afgesproken is dat er drie jaar tijd is om de richtlijn om te zetten, wat meer is dan normaal, en dat er daarna nog eens een jaar volgt vooraleer de richtlijn in werking treedt. Het zal dus nog wat voeten in de aarde hebben.
Wat mij betreft, hoop ik dat de andere drie belangrijke stappen ook kunnen worden gezet, maar de principiële beslissing die is genomen, is van zeer veel belang.
Het is zeer positief dat de minister-president aankondigt dat Vlaanderen alles zal doen om deze richtlijn zo snel mogelijk om te zetten. Dat is in het belang van onze werkgevers en onze werknemers. Dit is een belangrijke stap. Daarmee zijn niet alle stappen gezet. Er zijn nog grote uitdagingen. Er is nog één belangrijk pijnpunt, namelijk de transportsector. Ik heb in dat verband een voorstel klaar om de data van de kilometerheffing te gebruiken in de strijd tegen de sociale fraude. Dat is nu bij de privacycommissie. Ik hoop dat we ook daarvoor op de steun van de regering zullen kunnen rekenen om daar iets aan te doen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
De verstrenging van de detacheringsregels is zonder twijfel een stap in de goede richting – volgens sommigen een kleine stap, volgens anderen een keerpunt – in de strijd tegen de sociale dumping. Los van de graad van enthousiasme, is de essentie dat we binnen Europa geen sociale dumping tolereren. We moeten ons ook hoeden: de uitdaging is om het kind niet met het badwater weg te gooien, want het vrij verkeer van goederen, diensten en personen is intrinsiek een goede zaak voor onze economische welvaart, onze groei en onze individuele vrijheid, zeker ook in Vlaanderen. Dat neemt natuurlijk niet weg dat we misbruiken en uitwassen kordaat moeten aanpakken, bij voorkeur met duidelijke en eenvoudige regels. Uitgerekend in onze open economie is de impact van de detachering zeer tastbaar, zeker in de Vlaamse bouwsector en de transportsector. Daarvoor dienen de ministers van Transport, zoals reeds aangehaald, een aparte regeling uit te werken. Ik wou er bijzondere aandacht voor vragen om daar zeker vanuit Vlaanderen aan mee te werken en de nodige input te geven.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister-president, u hebt zelf aangegeven dat het Europese akkoord wat de loonsvoorwaarden betreft, bevestigt wat vandaag al geldt in ons land. Dat klopt. Er zijn twee belangrijke pijnpunten: de transportsector is nog niet gevat en de socialezekerheidsbijdragen zijn nog niet geregeld. Daarover deel ik uw mening.
De omzetting van die issues is federale bevoegdheid. Maar er is wel een belangrijke Vlaamse bevoegdheid als het gaat over de aanpak van sociale dumping, namelijk het groeiend aantal arbeidskaarten in het kader van de economische migratie. We zien daar een stijging. We zien ook dat de controle op dat vlak niet helemaal sluitend is. Mijn vraag is: bent u bereid om ook op dat vlak de handhaving te verscherpen? We moeten er bij de toekenning van de arbeidskaarten over waken dat de arbeidsvoorwaarden worden gerespecteerd. Er zijn steeds meer signalen dat dat bijvoorbeeld met de Indiase IT-werkers, de Chinese kenniswerkers en dies meer onvoldoende gebeurt.
De heer Annouri heeft het woord.
Een van de mooiste zaken aan de Europese Unie is het vrij verkeer van personen. Je kunt jezelf vrij bewegen om ergens te gaan wonen, te gaan studeren, te gaan werken. Dat heeft altijd het risico op sociale dumping met zich meegebracht. De stap die nu is gezet, is een goede stap. Elke stap vooruit in de strijd tegen sociale dumping is een goede zet. Dit is een positieve stap. De risico’s of de minpunten hebben jullie zelf al aangegeven: de transportsector, de sociale zekerheid, maar wat ons betreft ook de termijn van 6 maanden. 12 maanden, verlenging tot 18 en zelfs 24 maanden … voor ons is dat te lang. 6 maanden is goed. Alles wat langer is, is voor ons een werknemer in een ander land, maar dat is natuurlijk een andere discussie.
Minister-president, het is van cruciaal belang dat Vlaanderen goed samenwerkt met het federale niveau waar de meeste beslissingen zullen worden genomen. In het verleden hebben we jammer genoeg gezien dat minister Muyters en minister Peeters niet altijd een goede verstandhouding en communicatie hadden. Mijn vraag aan minister Muyters zou geweest zijn en mijn vraag aan u is of er al concrete stappen zijn vastgelegd om in communicatie samen te zitten met minister Peeters en samen na te denken over en samen te werken aan de effecten op Vlaams niveau.
De heer Diependaele heeft het woord.
Dit heeft natuurlijk niets te maken met het vrij verkeer van personen, maar alles met het vrij verkeer van diensten, wat toch wel een verschil is. Ik denk dat er een zaak is waar we het allemaal over eens zijn, namelijk dat dit veel te lang heeft geduurd. Als het lang duurt om een akkoord te bereiken, zijn we ook al sneller tevreden met dat akkoord.
Dit is een heel dubbel verhaal. Enerzijds zijn we absoluut tevreden dat er een akkoord is. Detachering is heel belangrijk, ook in Vlaanderen, om die tekorten op onze arbeidsmarkt tijdelijk te kunnen aanvullen. Anderzijds willen wij de misbruiken en de oneerlijke concurrentie er uitgooien, en daar denk ik dat de Europese Commissie toch een aantal kansen heeft gemist om onze Vlaamse jobs te beschermen. We hebben ook de reactie gezien van de sectoren, met name zeker de zogeheten risicosectoren als de bouw en het transport. Zij hebben aangegeven dat er op korte termijn zeer weinig zal veranderen. Dat loonkostverschil blijft even groot, er wordt weinig gedaan met betrekking tot de arbeidsomstandigheden, transport is nog niet eens meegenomen. En er zijn nog altijd heel wat ontwijkmogelijkheden.
Ik denk dat dit een zeer goede eerste stap is, daar zijn we het allemaal over eens, maar wanneer de Europese Commissie op dit punt haar geloofwaardigheid volledig wil terugwinnen, zal ze dringend een volgende stap moeten zetten. We hopen dat daar meer ambitie aan de dag wordt gelegd om die Vlaamse jobs effectief veilig te stellen.
Er zijn heel wat mensen die beklemtonen hoe belangrijk het is om vrij verkeer te hebben, ik denk ook dat niemand in de Europese Unie daar wil aan tornen. Dat is een belangrijke verworvenheid. Anderzijds wil niemand sociale dumping. Heel wat mensen in de bouwsector en in de transportsector hebben daardoor hun werk verloren. Dat is een van de redenen voor de onvrede ten aanzien van de Europese Unie: men verzet zich niet tegen de principes, maar men kan niet aanvaarden, en terecht, dat er andere mensen komen op dezelfde plaats die hetzelfde werk doen tegen andere voorwaarden, dat dit jobs verdrijft en mensen naar de werkloosheid duwt. Deze situatie doet zich momenteel voor in de bouwsector, in de transportsector en ook in andere sectoren. Het principe van vrij verkeer moet worden behouden, maar de Unie moet haar burgers beschermen en zorgen voor een gelijk speelveld. Daartoe moeten nog bijkomende stappen worden gezet.
Ik denk niet dat er enige frictie zal zijn tussen het federale en het Vlaamse niveau, we willen allebei dezelfde richting uitgaan en we zeggen allebei dat de sociale zekerheid van het land van tewerkstelling van toepassing moet kunnen worden gemaakt. Zo niet, heeft men geen gelijk speelveld. Er moet ook een goede handhaving komen, staatssecretaris De Backer heeft daar trouwens al bilaterale akkoorden voor gesloten in afwachting van het volledig uitwerken van een Europees initiatief. Er is een bilateraal akkoord met Portugal, met Slovakije en uiteraard met de buurlanden.
Wat de transportsector betreft, komt er een bijzondere wet. Dat zal technisch-digitaal een moeilijk zaak zijn omdat de mensen uit de transportsector meestal werken op diverse plaatsen. Meestal gaat het over internationaal transport waarbij men vier, vijf, zes landen aandoet.
Dit is een belangrijke stap die moet worden voortgezet. Ik hoop dat daar een consensus over bestaat. Ik zie geen enkel probleem in de omzetting van die richtlijn, dat spoort volledig met de EU-visie die wij hebben goedgekeurd: gelijk loon voor gelijk werk op dezelfde plaats. We willen ook dat de sociale zekerheid geldt van het land waar wordt gewerkt. We zullen daar vaart achter zetten.
Nu moet nog een triloog plaatsvinden. Het Europees Parlement had detachering niet tot 12 maanden beperkt maar tot 24 maanden. Die triloog moet nog plaatsvinden vooraleer dit een definitieve beslissing is. Ik wijs er ook op dat in het concept dat nu is afgesproken, een tijdspanne wordt gelaten van 3 jaar voor de omzetting van de richtlijn en daarna nog eens 1 jaar vooraleer de richtlijn in werking treedt, mede ingegeven door de complexiteit. Iedereen weet dat dit een zeer gevoelige materie is, ook op het niveau van diverse lidstaten. Ik kan me inbeelden dat die lange termijn ook mede het resultaat is van de reticentie de er bestaat bij een aantal landen.
Toen commissaris Thyssen dit voorstel deed, iets meer dan een jaar geleden, stond er in de media dat dat nooit zou lukken, dat Oost-Europa dat zou blokkeren, dat Europa niet in staat is om hervormingen te doen op dat vlak. Het is tóch gelukt. Het is deze week toch gelukt. Het is waar dat men niet alles in één keer heeft kunnen waarmaken. Collega Diependaele, u stelt voor om nog verder te gaan. Wat dat betreft, hebt u onze volledige steun, maar de grootste dwarsligger zit natuurlijk in uw Europese fractie. Het zijn de Polen van Kaczynski die het meeste tegenhouden. Als u hen ervan zou kunnen overtuigen om nog verder te gaan, dan denk ik dat we dit project kunnen afmaken en nog een stap verder kunnen zetten in de strijd tegen de sociale dumping en de deloyale concurrentie. (Opmerkingen van Matthias Diependaele. Applaus bij CD&V)
De actuele vraag is afgehandeld.