Verslag plenaire vergadering
Verslag
Beste collega’s volksvertegenwoordigers, dames en heren ministers, beste medewerkers van het Vlaams Parlement, geacht publiek, met veel plezier heet ik u hier allen hartelijk welkom voor onze eerste vergadering van het parlementaire jaar 2017-2018.
Nu deze legislatuur al flink over de helft is, moet u als door de wol geverfde rotten in het vak, het maximum kunnen halen uit uw parlementaire werk. Dit zittingsjaar loopt over 2017 en 2018, dus niet over 2019, het jaar van de eerstvolgende verkiezingen voor dit parlement. Toch werden we de afgelopen zomermaanden al geregeld gewezen op de aanduiding van lijsttrekkers voor de verkiezingen. Ook al ging het dan om de gemeenteraadsverkiezingen van 2018, toch mag de Vlaamse burger van u allen eisen dat uw focus gericht blijft op uw parlementair werk in dit halfrond en in deze gebouwen. Dat is een kwestie van elementair respect ten overstaan van de mensen die u vertegenwoordigt.
‘Lijsttrekker’ was het eerste woord dat me deze zomer opviel, het andere was ‘polarisatie’. Ook die term wil ik in verband brengen met respect. Hier in deze Koepelzaal zit u geordend in een halfrond. Door die vorm staat of zit niemand lijnrecht tegenover een andere volksvertegenwoordiger, met uitzondering van de voorzitter. U mag dat gerust als een symbool beschouwen. In dit gebouw, in deze parlementaire democratie, draait het om dialoog, en die dialoog mag gerust uitmonden in debat, discussie en zelfs hartsgrondig meningsverschil. Dat hoort ook zo. Maar ook bij een meningsverschil hoort respect. U zult allemaal wel eens smakelijk gelachen hebben wanneer u beelden zag van parlementariërs die in hun halfrond in een ver buitenland op de vuist gingen met elkaar. Dergelijke toestanden kennen wij hier gelukkig nog niet en dat heeft veel te maken met de cultuur van respectvolle dialoog die wij hier hanteren. (Gelach)
Het woordje ‘nog’ heb ik toegevoegd. Toch geldt ook hier: alles kan beter.
Ik wil u niet tot vervelens toe lastigvallen met mijn opvattingen over het gebruik van smartphones en laptops op deze banken. Toch hou ik graag opnieuw een pleidooi voor respect in de vorm van nog meer luisterbereidheid. Het parlementaire en bij uitbreiding politieke debat dient gevoerd te worden met open vizier en met vranke blik, rechtstreeks van man tot man, van vrouw tot vrouw, van vrouw tot man, en van man tot vrouw. In 140 tekens kan men geen fatsoenlijke argumentatie opbouwen, alleen maar slogans lanceren. Tweets én retweets, ze zijn allebei even nefast en contraproductief voor een volwassen discussie. En politiek op Facebook valt helaas ook al te vaak onder de noemer van a-sociale media. Hier in het parlement krijgt u de kans om uzelf te profileren als een respectabel politica of politicus, en dus om respect te krijgen van de burger, zoals wij in het dagelijks leven ook respect hebben voor elk ander beroep.
Verplegers en verpleegsters verdienen ons grootste respect voor de zorg waarmee ze onze zieken en mindervaliden bejegenen. Schilders verdienen ons respect als ze zich als een waaghals op een wankele ladder wagen om onze dakgoot te schilderen, een taak die wij zelf niet aandurven. Leerkrachten verdienen ons respect omdat ze onze kinderen dingen aanleren die wij hen niet aangeleerd krijgen. Zo kan ik nog een tijdje doorgaan, voor elk beroep in onze maatschappij – dus ook voor politici.
Over uw onderlinge respect hebben we het al gehad, over uw respect voor de burger ook. Anderzijds verwacht u dat uw wetgevende en controlerende werk gerespecteerd wordt. U verwacht dat uw wetgeving gehandhaafd wordt. De laatste weken berichtten onze media een paar maal over een gebrek aan respect voor wetsdienaars en hulpverleners. Dergelijk gedrag is ontoelaatbaar, in de eerste plaats voor die mensen zelf. Tegelijkertijd is dergelijk asociaal en polariserend gedrag een kaakslag voor uw werk, want u hebt mee die decreten opgesteld, die onze maatschappij in goede banen moeten leiden. U ziet dat een maatschappij slechts optimaal kan functioneren als iedereen binnen deze maatschappij respect opbrengt voor zijn medeburgers en voor de wetgeving die wij hier in Vlaanderen door de eeuwen heen met gezond verstand en veel overleg hebben opgebouwd.
Dames en heren, met deze vraag om universeel respect zet ik u graag aan het werk, maar niet zonder eerst het nodige respect te tonen voor alle medewerkers van dit Vlaams Parlement, die de best mogelijke omstandigheden creëren voor u en mij. Daarom richt ik hier graag een woord van dank tot onze secretaris-generaal, mevrouw Goossens, die nu toevallig naast mij staat, en alle medewerkers van de administratieve en ondersteunende diensten van ons parlement. De ramen van onze Koepelzaal zijn fris gepoetst, de stoelen zijn opgeblonken, het laatste pluisje stof is van het tapijt gestofzuigd, kortom alle materiële voorwaarden zijn vervuld opdat u uw taak als volksvertegenwoordiger optimaal zou kunnen vervullen in dit parlementaire jaar 2017-2018, en dat is – ik herhaal het – een jaar zonder verkiezingen.
Daarom herhaal ik wat ik al jaren af en toe beklemtoon – misschien tot ergernis van bepaalde collega’s –: dat dit parlement meer aandacht moet hebben voor de lange termijn, eerder dan zich met de waan van de dag bezig te houden. We moeten niet volledig het initiatief laten aan de regering, maar we kunnen als parlement zelf ook proberen enkele krijtlijnen te trekken. Ik hoop dat een aantal commissies het aandurven om zelf, los van wat de regering onderneemt, visies te poneren die toekomstperspectief bieden. Om een voorbeeld te geven: gaan we er als parlement lijdzaam blijven bij toekijken hoe de Vlaming meer en meer letterlijk stilstaat op zijn wegennet? Kunnen wij, als parlement, zelf geen initiatieven nemen voor meer beweging in dit en in andere dossiers? (Applaus bij sp.a, Groen en van Willy Segers)
Want dynamiek, dat is wat Vlaanderen van u vraagt. Dynamiek, dat is waarmee u respect van de burger afdwingt. Aan de slag dus, de burger rekent op u!
Ik ben ook blij dat een aantal collega’s die langdurig afwezig zijn geweest, hier opnieuw zijn, ik heb de indruk dat we bijna voltallig zijn. Ik wens u een heel fijn parlementair jaar en dank u nogmaals voor het vertrouwen. Ik zal me ook dit jaar gedragen als de volksvertegenwoordiger van u alle 123. (Applaus)