Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, Bebat en Recupel zijn twee organisaties die instaan voor het inzamelen en verwerken van batterijen en elektrische toestellen. Minister, u stelde voor om de financiële reserves die deze twee organisaties hebben opgebouwd, voor een deel af te romen. Spijtig genoeg heeft het Grondwettelijk Hof daar een stokje voor gestoken. We zien die 20 miljoen euro vandaag door onze neus geboord.
Minister, die twee organisaties hebben natuurlijk een doel. Dat is het inzamelen van elektronisch afval en daar nieuwe grondstoffen uit creëren. Dat is goed. Maar het probleem is dat zij ook de reserves die ze hadden en de ledenbijdrage die ze in het verleden vroegen, afgebouwd hebben. Zij zijn eigenlijk verantwoordelijk voor het downsizen van die materialen. Wij zouden liever willen, minister, dat men maatregelen treft aan de bron, dat men ecodesign toepast.
Minister, wat nu? U bent er niet in geslaagd om die reserves af te romen. Hoe gaat u nu in Vlaanderen kunnen inzetten om dat ecodesign en die circulaire economie rond te krijgen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
We hebben inderdaad als Vlaamse Regering tijdens de begrotingsbesprekingen beslist om de opgebouwde reserves af te romen. Spijtig genoeg moet ik samen met u vaststellen dat het Grondwettelijk Hof het daar niet mee eens is en dat we terug bij af zijn. Hoe gaan we nu verder te werk?
Ik denk dat we op twee fronten moeten werken: aan de inkomstenzijde en aan de uitkomstzijde, of wat werd uitgegeven door Recupel en Bebat. Aan de inkomstenzijde zit een hele hoge reserve, dat kan niet, dus ik vind dat we daar moeten durven kijken of de consument gewoon geen of een veel lagere bijdrage moet betalen als hij een elektrisch apparaat of batterijen koopt. Zij betalen, dus die reserve behoort toe aan de consument. Als er te veel reserve is, moeten we daar een geste doen.
In de overeenkomsten en in het materialenprogramma staat dat aan de uitgavenzijde de beide organisaties mee moeten helpen en werken aan ecodesign en het voorkomen van afval. Ik denk dat ze daar nog meer kunnen doen. Pas op, het is ook niet gemakkelijk. Betreffende de batterijen bijvoorbeeld: geen enkele batterij wordt bij ons gemaakt, ze worden gefabriceerd in het buitenland. Het is dan ook niet zo gemakkelijk om vanuit Vlaanderen, als regio, te wegen op die design of ecodesign. Dat is niet zo evident. Dat blijkt een van de knelpunten te zijn die we dus samen met de partners in het materialenprogramma bekijken.
Het voorkomen van dat afval en het hergebruiken, de recyclage, zullen we onder de loep nemen. We zullen samen met de organisaties bekijken hoe we in de overeenkomst die we met hen afsluiten, maar ook wettelijk, nog meer stokken achter de deur kunnen inbouwen om dat nog veel meer af te dwingen.
We doen het vandaag inderdaad niet slecht. We halen ongeveer 85 procent van al die materialen op en recycleren ze. We staan daarmee vandaag in de wereld op nummer drie. Dat is brons op de Olympische Spelen, maar Vlaanderen moet voor goud gaan.
Minister, ik vraag u om echt in te zetten op die circulaire economie. Dat is gedragen binnen de Vlaamse Regering en het parlement. Dat is de enige manier om in Vlaanderen koploper te worden in dat afvalverhaal. We doen het goed, maar het moet beter.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, als we een geste kunnen doen tegenover de Vlaming die de Recupelbijdrage betaalt, moeten we dat doen.
Vlaanderen is koploper op het vlak van recyclage. Ik heb u in de commissie al meermaals bevraagd betreffende de smartphones en gelijkaardige toestellen, want daar doen we het niet goed. Die blijven maar al te vaak in de kast liggen en belanden niet waar ze horen. Ze worden dus ook niet gerecycleerd.
U hebt mij op een schriftelijke vraag geantwoord, minister, dat dit een taak is van Recupel, dat dit valt onder de sensibiliseringstaak. Ik heb vernomen dat daar momenteel nog niets rond gepland is. Dat is toch wel een groot probleem, we moeten naar een hoger recyclagepercentage. Gaat u hen daarop aanspreken?
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik ben blij, zowel met de inbreng van de heer Nevens als met het antwoord van de minister. De heer Nevens zegt dat we een gouden medaille moeten halen, daar ben ik het mee eens. Er bestaat daarvoor een term in het Engels, dat hoort u misschien minder graag, en dat is ‘gold plating’. Waarom ik zo blij ben dat u dat zegt, is dat de Vlaamse Regering al op verschillende momenten en in verschillende documenten heeft gezegd dat ze niet aan gold plating wil doen. Ik ben blij dat we hier mogelijk een grotere ambitie kunnen aanhoren dan tot nu toe.
Ik ben ook blij met het antwoord van de minister, die eindelijk zegt: inderdaad, ze hebben nu te veel geld opgehaald bij de consument, en ze doen eigenlijk te weinig op het vlak van ecodesign.
Slotsom: ‘we zijn nu bezig met het op te lossen’ is een beetje vaag. Maar ik wil u alleszins alle steun bieden om een oplossing te zoeken voor die twee problemen.
Collega’s, het bewijs dat we volop inzetten op de circulaire economie is dat in de begrotingsaanpassing die we volgende week of de week nadien hier in het parlement zullen bespreken, bijkomend 1,7 miljoen euro is vrijgemaakt om specifiek in te zetten op die circulaire economie. Dat is nieuw geld dat we ook nog eens vanuit de Vlaamse Regering hebben vrijgemaakt in deze begrotingsaanpassing. Dat toont toch wel hoeveel belang we hechten aan die circulaire economie.
Het wordt ook al aangewend. We zullen daar heel snel mee vooruit gaan. We hebben een heel groot pact afgesloten wat betreft circulaire aankopen. We hebben samen met 133 partners, allemaal bedrijven maar ook lokale besturen en de VVSG, ondertekend dat ze allemaal inspanningen willen doen, en als ze aankopen doen, dat aankopen zullen zijn die passen in de circulaire economie. Dat betekent aankopen die gebaseerd zijn op ecodesign en op het feit dat ze kunnen worden gerecycleerd. Dat toont dat er een bijzondere dynamiek is en dat we echt de vlucht vooruit nemen om dat goud, en dus dat ‘gold plating’, mijnheer Vanbesien, te halen.
Collega De Vroe, u weet dat wij een initiatief hebben genomen waarbij smartphones door verenigingen en scholen kunnen worden ingezameld en ze daarvoor iets in de plaats krijgen. Dat is een heel groot succes. Vroeger kon dat niet, dat was verboden, maar we zien in scholen die een dergelijk initiatief organiseren, dat een enorme dynamiek met zich meebrengt. De scholen krijgen dan computers of ander materiaal in plaats van die ingezamelde gsm’s of oude smartphones.
Ik heb inderdaad het engagement aangegaan en we hebben dat ook doorgegeven. Ik vermoed dat heel wat mensen hun smartphone in de schuif laten liggen omdat ze schrik hebben dat er nog gegevens op staan waar misschien wel eens iemand aan zou kunnen, zoals oud fotomateriaal en zaken waarvan men niet weet hoe men ze moet wissen. Ik ben ervan overtuigd dat we een grote campagne moeten opzetten, samen met Recupel, om de mensen te tonen hoe je zorgt dat mensen niet aan de gegevens van je gsm kunnen en die niet meer toegankelijk is voor handige mensen die willen gaan kijken wat er allemaal in die smartphone zit. Ik denk dat er bij heel wat mensen een grote schroom bestaat om die smartphone zomaar weg te doen of naar een inzameling te brengen. Ik ben ervoor gewonnen om daar volop op in te zetten en mensen duidelijk te maken dat als ze dit of dat doen met hun smartphone, er nadien niet meer aan de gegevens zou kunnen worden geraakt. Ik heb dus die opdracht gegeven. Ik ga ervan uit dat men ook volop bezig is met de campagne of de sensibilisering uit te rollen.
Als ik mag concluderen, collega’s, dan heb ik twee zaken geleerd.
Ten eerste: minister Schauvliege gaat inderdaad kijken hoe die vetpotten van Bebat en Recupel kunnen worden afgebouwd en men geld terug naar de consument kan krijgen, want uiteindelijk heeft die in het verleden een bijdrage geleverd om nieuwe apparaten op een ordentelijke, deftige manier te recycleren en die als nieuwe grondstof aan te wenden. Dat is circulaire economie. Dat is waar Vlaanderen volop op inzet.
Ten tweede: er is inderdaad nog marge om het beter te doen. Minister, ik stel voor dat u ook eens naar het buitenland kijkt, want daar worden dergelijke organisaties beloond op wat er nog in het restafval blijft zitten. Zij worden getaxeerd op wat er nog verdwijnt via andere kanalen dan het recyclagekanaal.
De actuele vraag is afgehandeld.