Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Tommelein.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, mijn excuses, het is een veeleer technische vraag, maar gezien de dringendheid, de afwezigheid van minister Gatz en het feit dat we de komende weken door een aantal verlofdagen en zo geen commissievergadering hebben, vonden we het toch nuttig om snel uitsluitsel te krijgen.
We hebben hier in december het ontwerp van decreet goedgekeurd over de gereglementeerde boekenprijs, zoals dat heet. De uitvoeringsbesluiten zijn nu op komst. Ze zijn al eens door de regering behandeld. Het is toch wel heel belangrijk dat dat allemaal op een goede manier gebeurt. Dit decreet dient in de eerste plaats om het boek niet zozeer als een zuiver economische product, maar als een cultuurproduct in de markt te zetten. De eerste zes maanden dat een boek bij ons in Vlaanderen op de markt zal komen, zal er dus een vaste prijs zijn. Er kunnen nog kortingen worden gegeven, onder andere aan bibliotheken, tot maximaal 20 procent.
Wat doet zich nu voor? Het uitvoeringsbesluit dat voorligt binnen de regering, heeft 1 juli 2017 als datum van inwerkingtreding. Dat is dus ongeveer over een maand. Bij de bibliotheken is er echter wat onrust ontstaan, omdat ze langlopende contracten hebben met uitgeverijen, met leveranciers van boeken, waarbij allicht meer korting wordt gegeven en ook andere zaken misschien niet in overeenstemming zijn met het uitvoeringsbesluit dat voorligt. Het punt is dat we niet in een overgangsbepaling hebben voorzien in het decreet, en dat er ook geen in dat voorliggende uitvoeringsbesluit zit.
Men is dus een beetje onrustig aan het worden, vooral bij onze lokale bibliotheken. Ik heb het advies van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) hier bij me. Ik citeer: “De SARC vraagt met aandrang om op zeer korte termijn de juridische impact van het decreet op reeds afgesloten overeenkomsten te verduidelijken.” De adviesraad wijst erop dat er op dit moment ook lopende aanbestedingen zijn, wat het nog wat moeilijker maakt. Men vervolgt: “Er is heel wat onduidelijkheid en ongerustheid omtrent de rechtsgeldigheid van reeds afgesloten overeenkomsten na de invoegetreding op 1 juli.”
Minister, in welke oplossingen voorziet u om dit probleem te remediëren?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, ik dank u voor deze vraag, die ik namens mijn collega van Cultuur zal beantwoorden.
Het goedgekeurde voorontwerp van besluit impliceert daadwerkelijk dat het decreet inzake de gereglementeerde boekenprijs in werking treedt op 1 juli 2017. Bij verkoop aan een bibliotheek kan een korting op de gereglementeerde boekenprijs van ten hoogste 20 procent worden toegekend. Aangezien dat percentage op vraag van de bibliotheeksector van 15 naar 20 procent werd opgetrokken, is de problematiek dan ook genoegzaam bekend. Dat betekent dat ze moeten nagaan of hun op 1 juli 2017 lopende overheidsopdrachten voor de aankoop van boeken in overeenstemming zijn met de bepalingen van het decreet. Dat zal inderdaad geval per geval moeten worden onderzocht door de bibliotheken, samen met hun aankoopdienst of de juridische dienst van een gemeente of stad. Indien de bibliotheken een korting krijgen van 20 procent en de verstrekte gratis diensten binnen het toegelaten toepassingsgebied blijven, is er alvast geen probleem. Indien de lopende overheidsopdracht niet in overeenstemming is met het decreet, zal er volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie daadwerkelijk een nieuwe plaatsing dienen te gebeuren indien de wijzigingen kenmerken vertonen die wezenlijk zijn.
Uit overleg met de VVBAD en enkele bibliothecarissen eind april, bleek dat het probleem dat hier aangehaald wordt veel minder groot is dan wordt gevreesd of beweerd, en de verwachting is dat het aantal lopende contracten dat door het lokaal schepencollege niet binnen een korte tijdspanne zal kunnen worden vernieuwd of aangepast, zeer beperkt zal zijn. Aan de VVBAD werd gevraagd om die uitzonderingen op te sporen en in kaart te brengen en met de administratie te bekijken.
Het is goed dat daarover met de sector wordt overlegd en dat tenminste in kaart wordt gebracht over hoeveel contracten het gaat. De regering moet wel snel beslissen over die uitvoeringsbesluiten, alleen vrees ik dat er nog geen advies is van de Raad van State. De communicatie moet gebeuren naar alle bibliotheken, en dat moet de regering voor een stuk zelf doen. Dat kan via de sector, maar ik ben toch niet zo zeker of het allemaal wel goed komt. Het is niet evident dat colleges dan overhaast nog voor 1 juli nieuwe bestellingen moeten plaatsen.
Ik vraag me af hoe dit gaat aflopen en of de regering die datum van 1 juli niet met enkele maanden kan verschuiven. Het decreet maakt het mogelijk dat u als regering de datum bepaalt. Als de datum wordt opgeschoven, krijgen de gemeenten de kans om de nieuwe procedures die volgens het arrest van het Hof van Justitie zullen gelden, correct te volgen.
Ik treed niet graag in de plaats van andere collega’s, maar ik zal uw vraag doorgeven aan minister Gatz.
U geeft dat door aan minister Gatz, en u laat mevrouw Brouwers weten wat zijn antwoord is?
Ik dring inderdaad aan op een snelle communicatie hieromtrent omdat we nog maar een maand de tijd hebben. Daarom vraag ik ook een verlenging van de termijn.
U mag erop rekenen dat u daar spoedig een antwoord op zult krijgen.
De actuele vraag is afgehandeld.