Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de ontwerpkaart van de meest kwetsbare waardevolle bossen.
Het debat is geopend.
Minister-president Bourgeois heeft het woord voor een verklaring namens de Vlaamse Regering.
Voorzitter, collega’s, eergisteren op maandag 22 mei besliste de Vlaamse Regering om de ontwerpkaart voor de meest kwetsbare waardevolle bossen in te trekken en het openbaar onderzoek stop te zetten. Laat me toe om kort de voorgeschiedenis van dit dossier te schetsen.
De vorige Vlaamse Regering engageerde zich om de zonevreemde bossen beter te beschermen. Op 31 januari 2014 keurde ze hiervoor een plan van aanpak goed. Dit omvatte onder andere een betere bescherming van die bossen die ecologisch het meest waardevol zijn en ruimtelijk het sterkst bedreigd, de zogenaamde toplaag zonevreemde bossen.
Deze Vlaamse Regering werkte de bescherming van de toplaag verder uit. Tijdens deze regeerperiode werden hiervoor volgende stappen gezet. Op 17 december 2015, voorzitter, nam uw parlement het artikel 90ter van het Bosdecreet aan. Dit bevat onder andere de criteria voor de meest kwetsbare waardevolle bossen. In uitvoering hiervan keurde de Vlaamse Regering op 31 maart 2017 een ontwerpkaart goed met de meest kwetsbare waardevolle bossen. Op dinsdag 16 mei jongstleden startte het openbaar onderzoek over die kaart.
Voorzitter, collega’s, zoals gezegd besliste de regering eergisteren om de ontwerpkaart in te trekken en het openbaar onderzoek stop te zetten, gelet op een aantal ongewenste neveneffecten. Tegelijkertijd kreeg collega Joke Schauvliege de opdracht om een alternatieve regeling uit te werken voor de bescherming van deze zeer waardevolle bossen en hiermee naar de regering te komen.
Gisterenavond al legde de regering de krijtlijnen van deze regeling vast. We werken een volledig nieuwe procedure uit waarbij we maximale rechtszekerheid inbouwen. Deze procedure zal zich niet richten op kleine versnipperde percelen. We gaan een minimumoppervlakte invoeren, waarbij we een onderscheid maken tussen geïsoleerde percelen en aaneengesloten bosgebieden. Er komen ook nieuwe criteria voor de ecologische waarde, waarbij we zullen vertrekken van de biologische waarderingskaart. We gaan daarbij zorgvuldig te werk. Onze diensten zullen terreinverificatie doen en we zullen ook de lokale besturen consulteren. De resultaten van beide elementen zullen we meenemen in de afweging. We werken daarbij niet langer met het huidige artikel 90ter van het Bosdecreet. Er komt, tot slot, collega’s, een correcte vergoedingsregeling.
Collega’s, deze Vlaamse Regering zet niet alleen in op de bescherming van de meest kwetsbare waardevolle bossen. We gaan ook onze inspanningen om nieuw bos aan te leggen, opvoeren. Zo bijvoorbeeld zullen we een sterke impuls geven aan de bebossing van nog niet gerealiseerd, maar bestemd bosgebied.
Tot slot collega’s, deze regering heeft de bossen beter beschermd door de boscompensatievergoeding op te trekken, en door compensatie in natura te verplichten boven de 3 hectare. Bovendien is het Boscompensatiefonds opengesteld voor verenigingen, lokale besturen en particulieren. We zullen instrumenten uitwerken om deze beschikbare subsidies nog meer bekend en nog aantrekkelijker te maken. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister-president, met een bosbedekking van amper 13 procent is Vlaanderen, na Malta, de bosarmste regio in Europa. In de afgelopen acht jaar, met minister Schauvliege als minister van Natuur, is er netto 2246 hectare of 4500 voetbalvelden bos verdwenen. Nochtans weten we dat wonen in de buurt van groen en bos beter is voor de fysieke en mentale gezondheid. Te weinig groen in de buurt geeft gezondheidsrisico's: lager geboortegewicht, hart- en vaatziekten of meer astma. Door het bos te kappen en beton te gieten, zien we ook elk jaar opnieuw huizen onder water lopen omdat de bodem het water niet kan slikken.
Het kan nochtans anders: een Vlaanderen dat kiest voor een meer open ruimte en bos, een Vlaanderen waar het gezonder wonen is. Daar zijn moedige beslissingen voor nodig, maar dat zit niet in het DNA van deze regering. Groen is voor moedig maar redelijk en goed bestuur. Het is dan ook niet meer dan redelijk dat we inzetten op het behoud van de waardevolle historische bossen die we nog hebben en dat we zorgen voor extra bossen. Tegelijk is het redelijk om ervoor te zorgen dat mensen nog kunnen bouwen en gecompenseerd worden als ze dat op een bepaalde plaats niet meer kunnen.
Maar deze Vlaamse Regering heeft door haar knullige aanpak alle redelijkheid overboord gegooid. Ze heeft natuur en eigenaars tegen elkaar opgezet in plaats van beide te beschermen. Weg natuurbescherming, weg rechtszekerheid voor de eigenaars. Gefeliciteerd, Vlaamse Regering.
Minister-president, op 31 maart keurde uw regering collectief, alle ministers, van Open Vld, van CD&V, van N-VA, de boskaart van minister Schauvliege goed. Nauwelijks anderhalve maand later moet u toegeven dat de kaart vol fouten zit, draait u diezelfde boskaart door de papierversnipperaar en zijn de waardevolle bossen opnieuw vogelvrij.
De manier waarop dit gebeurde, was hallucinant. Parlementsleden schieten de kaart van hun eigen minister in de pers af. Vervolgens trekt de minister-president ze eigenhandig in en hij brengt zijn vakminister daarvan niet op de hoogte. Die mag het lezen via een nieuwsflash op haar gsm tijdens een brouwerijbezoek. Respectloos, klungelachtig en amateuristisch. Deloyaal en tekenend voor de sfeer tussen coalitiepartners N-VA en CD&V. Dit is slecht bestuur. En niemand wordt hier beter van, al zeker de politiek niet. Maar veel belangrijker, ook mensen met bouwplannen niet. Ook de natuur niet. Alleen maar verliezers deze week. Gefeliciteerd, Vlaamse Regering.
Zo wordt een dossier dat al bijna twintig jaar aansleept, helemaal terug naar af gestuurd. Een dossier waarvan minister Schauvliege nota bene al in mei 2011 aankondigde dat ze een plan had uitgewerkt.
Ik heb het persbericht van woensdag 11 mei 2011 bij me: ‘Minister Schauvliege heeft een plan klaar voor de aanpak van zonevreemde bossen.’ Zes jaar later hebben we niet meer dan een slechte kaart, vol fouten, in handen. Dit amateurisme is een affront voor de hele Vlaamse Regering, in het bijzonder voor de N-VA, die beweert ten strijde te trekken voor het behoud van het resterende groen en bos in Vlaanderen. Het is duidelijk: ook uw ziel is verkocht aan de Voka’s en de betonwereld van deze wereld voor wie bossen vervelende grillen van de natuur zijn.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, u roept hier dat de kaart vol fouten zit. Wel, ik wil verwijzen naar de resolutie die u hier zelf hebt ingediend. Ik lees daaruit voor: “Zo worden nu twijfels geuit over de juistheid van de ontwerpkaart, hoewel die op basis van wetenschappelijke multicriteria is opgesteld.” U zegt dus dat de kaart goed is. Steeds opnieuw zei u dat die kaart zo snel mogelijk aan een openbaar onderzoek moet worden ontworpen. Maar nu komt u vertellen dat ze vol fouten zit. Dat is niet consequent. (Applaus bij CD&V)
Mag ik antwoorden, voorzitter?
Ik ben hier de baas.
Dat is waar. Ik vergeet dat altijd.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, het klopt inderdaad dat u in de plenaire vergadering, maar ook in andere vergaderingen, over de bescherming van zonevreemde bossen hebt gezegd dat het een goede kaart is. De twijfels over de onnauwkeurigheden ervan veegde u van tafel. U zei dat die er misschien wel in zitten, maar dat die er dankzij het openbaar onderzoek wel zouden worden uitgewerkt.
U weet maar al te goed dat artikel 90ter van het Bosdecreet erg gedetailleerd is. Ik heb dat verschillende keren uitdrukkelijk gezegd. De criteria op basis waarvan de bossen worden aangemerkt, staan erin. De marge om daarvan af te wijken is erg klein. De reacties van verontwaardigde mensen, die hun bouwplannen doorkruist zien, hebben niets te maken met onnauwkeurigheden van de kaart, maar met de wijze waarop de aanpak is gebeurd. Het staat allemaal in artikel 90ter. Zolang die criteria in dat artikel niet veranderen, kan ik geen betere kaart maken.
Afgelopen maandag besliste de Vlaamse Regering om daaraan te remediëren. In plaats van bovenaf een kaart op te leggen, om nadien de mensen te raadplegen, zullen we van bij het begin de mensen daarbij betrekken.
Daar hebt u al zes jaar de tijd voor gehad. In juni was er de eerste keer een kaart. Nadat die kaart is verschenen, zijn er nog wijzigingen aangebracht. Grote, waardevolle percelen zijn geschrapt. Een nieuwe filter is toegepast, waardoor veel kleine snippers minder waardevol bos in de kaart zijn beland. Die tweede kaart was natuurlijk niet goed. Het is al te gek om de verantwoordelijkheid voor de slechte kaart die u hebt goedgekeurd in onze schoenen te schuiven. Ik maak daar geen woorden meer aan vuil. (Applaus bij Groen en sp.a)
Mevrouw Meuleman, ik zou me onthouden van hoogdravende uitspraken. Ik hoor hier zeggen dat het probleem van de zonevreemde bossen al twintig jaar bestaat. Dat klopt. Ik herinner me nog hoe ik als jonge schepen in mijn gemeente een minister zag verschijnen. Dat was in 2001 of 2002. Ik heb met veel ontzag naar die minister geluisterd, zoals ik dat nog steeds toe, voor elke minister, van welke partij ook. Die minister was mevrouw Vera Dua. Ze kwam in mijn bosrijke gemeente hardop zeggen dat het een schande was dat er nog altijd bedreigde zonevreemde bossen zijn. Zij zou dat als minister oplossen. Wel, ik heb van haar geen enkel initiatief ter zake kunnen terugvinden. Minister Schauvliege is de eerste minister die het probleem durft aan te pakken. (Applaus bij CD&V)
Misschien hebt u deze grafiek al gezien: onder minister Dua zijn er honderden hectare bos bijgekomen. Onder minister Schauvliege verdwijnt er jaar na jaar bos, al acht jaar lang. Tientallen hectare bos zijn verdwenen. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat u er vandaag terug bent.
Ik ben eigenlijk een beetje verwonderd over de korte nietszeggende verklaring van de minister-president. Ik lees in de pers dat zelfs over wat gisteravond is besproken geen overeenkomst terwijl hij nu zegt dat iedereen op dezelfde lijn zit. Er wordt ook niets gezegd over de onenigheid binnen de Vlaamse Regering.
Ik heb absoluut niet de behoefte om mevrouw Meuleman te verdedigen, maar het is natuurlijk wel slim gezien van de heer Ceyssens en van de minister om de rollen om te draaien en de schuld van het debacle hier in de schoenen van de oppositie te schuiven. Bij de voorlopige vastlegging van de kaart wist iedereen dat er problemen zouden rijzen, iedereen was op de hoogte dat er enorm veel protest zou zijn. Mijnheer Ceyssens, in 2006 is er zowel op ambtelijk maar zeker ook op politiek niveau een gemarchandeer geweest wat die boskaart betreft. En inderdaad, die lokale burgemeesters worden nu allemaal geconfronteerd met klachten en ongerustheid bij de mensen, en nu plots is die kaart slecht. De hele Vlaamse Regering is verantwoordelijk voor de fouten die zijn gemaakt. Het is niet de ene of de andere partij die verantwoordelijk is, alle partijen hebben verantwoordelijkheid. En u moet niet proberen, mijnheer Ceyssens, om alle fouten – en ik spreek me niet uit over wat mevrouw Meuleman heeft gezegd – in de schoenen van de oppositie te schuiven, de fout ligt bij de Vlaamse Regering.
Mevrouw Meuleman, een argument dat vaak op tafel komt, is dat er een soort van gemarchandeer zou zijn geweest met de kaart. Wie dat beweert, daag ik ook uit om dat aan te tonen. Ik kan hier heel formeel betwisten dat dat zou zijn gebeurd. Die kaart is gemaakt op basis van zeer gedetailleerde criteria en van de procedure zoals die in artikel 90ter van het Bosdecreet staan.
Wat is gebeurd? De kaart is vrij snel na het goedkeuren van het amendement bij artikel 90ter voorgelegd aan de regering, in 2016, dus binnen de 6 maanden. Toen hebben we gaandeweg vastgesteld dat er duizenden opmerkingen waren, ook van andere administraties en collega’s zoals Openbare Werken, Onroerend Erfgoed. Iedereen had tal van opmerkingen op die kaart. We hebben die allemaal gescreend en in totaal is 90 hectare uit die kaart gehaald. Wij konden op basis van al die opmerkingen maar 90 hectare uit die kaart halen omdat juist dat artikel 90ter geen ruimte tot redelijkheid geeft.
Toen bleek ook dat er heel wat vragen waren over de definitie van beslist beleid. Dat gaat juist over mensen, mensen die een bouwvergunning hebben en die op het terrein die bouwvergunning niet meer kunnen uitvoeren. Wat heeft de Vlaamse Regering toen gedaan? Dat heeft niets te maken met werken à la tête du client, wij hebben conform artikel 90ter gezegd dat alles wat beslist beleid is conform artikel 90ter van 2000 tot 2015 uit de kaart wordt gehaald. En een geluk dat we dat hebben gedaan, anders waren er nog veel meer mensen in onzekerheid.
We konden de beslissingen van na 2015 niet uit de kaart halen omdat de datum van beslist beleid inderdaad verankerd zit in artikel 90ter. Ik vind het maar al te gemakkelijk om hier te beweren dat er gemarchandeerd is, dat er zaken zijn gebeurd die niet kunnen. Dat is allemaal heel objectief gebeurd, dat is allemaal op basis van de duidelijke criteria gebeurd. Als u spreekt over gemarchandeer, daag ik u uit om aan te tonen wat daar zou zijn gebeurd, dat is heel transparant en op een heel correcte manier gebeurd. (Applaus bij CD&V)
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik heb er begrip voor dat u zich menselijk en politiek wilt verdedigen, maar u staat op het puntje van te liegen. Wat u zegt, klopt niet. Het ligt niet aan het decreet en aan de criteria dat er een slechte kaart uit voortvloeit. Ik zal de vijf criteria uit het decreet even citeren: oppervlakte, biologische waarde, historiek van het bos, ligging ten opzichte van ruimtelijke structuren inzake bos en natuur, en weging ten opzichte van een basiskaart van de inventaris van waardevolle bossen in Vlaanderen.
De volgende zin luidt: “De Vlaamse Regering bepaalt nadere regels voor de technische invulling van de criteria en de multicriteria-analyse.” Dat is dus uw verantwoordelijkheid, minister. U hebt een boskaart samengesteld, en nadien hebt u daar inderdaad van alles aan gewijzigd. Ik wil u zelfs exact beschrijven wat er is gebeurd. U hebt een multicriteria-analyse uitgevoerd. Er was een limiet: vanaf een bepaalde waarde werd het waardevol. En dan hebt u die limiet verlaagd. Plots doken er kleine perceeltjes op die door uw methode werden bestempeld als waardevol bos. Daardoor werd bijvoorbeeld in de ontwerpkaart in 2016 ongeveer de helft van de oppervlaktes waardevol bos beschermd. Dat was meer dan 10 hectare groot. Bij de nieuwe kaart werd die helft gereduceerd tot 16 procent. 16 procent van de oppervlakte op die boskaart is groter dan 10 hectare. Dat, minister, is de verantwoordelijkheid van uw Vlaamse Regering. U hebt ervoor gezorgd dat er een slechte kaart op tafel ligt. U mag dit eigenlijk niet verwijten aan het parlement. Dat is werkelijk een leugen. (Applaus bij Groen en sp.a)
Mijnheer Sanctorum, ik verwijt hier niemand iets. (Opmerkingen)
Ik heb gewoon de context geschetst, en ik blijf erbij dat het geen slechte kaart is. Trouwens, u hebt zelf op 15 maart … (Opmerkingen)
De minister heeft het woord.
Het gaat over het verwijt … (Opmerkingen van de voorzitter)
Het gekonkel …
Minister Schauvliege heeft het woord, mijnheer Sanctorum.
Mijnheer Sanctorum, op 15 maart hebt u zelf, samen met uw collega’s uit de oppositie, een voorstel van resolutie op tafel gelegd waarin letterlijk staat dat u die kaart op basis van die multicriteria-analyse een fantastische kaart vindt. Nu komt u hier zeggen dat het op niets trekt en dat ik het helemaal verprutst heb.
Ik heb daarnet uitgelegd, mijnheer Sanctorum, wat deze regering heeft gedaan – en gelukkig hebben we dat gedaan. We hebben de kaart vastgeklikt in 2016. We hebben na 2016 gezien dat er heel wat opmerkingen kwamen vanop het terrein omdat het beslist beleid, beslissingen die definitief waren genomen om iemand te laten bouwen, om bijvoorbeeld een huis, een school of een rusthuis te bouwen, blijkbaar ook in die kaart zaten. We hebben toen gelukkig als Vlaamse Regering de moed gehad om te zeggen dat we het beslist beleid zouden verruimen. Toen hebben we ook beslist, aangezien er dan natuurlijk hectares uit die kaart verdwenen, om inderdaad die kaart uit te breiden op basis van die multicriteria-analyse.
Is het daarom een slechte kaart? Neen, dat is geen slechte kaart. De problemen van de mensen die hebben gereageerd op die kaart, hebben niets te maken met het feit dat er een categorie van bossen bij is gekomen; dat heeft er alles mee te maken dat men het beslist beleid ook maar tot 2015 heeft meegenomen. Heel wat mensen hebben na 2015 een definitieve bouwvergunning gekregen, en hebben dan nadien vastgesteld dat de kaart van de Vlaamse Regering er is tussengekomen en dat ze plotseling hun bouwdroom, waarvoor ze een definitieve vergunning hadden, niet meer konden uitvoeren. Als we dat willen aanpakken, moeten wij de definitie van ‘beslist beleid’, zoals het in artikel 90ter van het Bosdecreet staat, aanpassen. Daar zijn er heel veel problemen op het terrein. We hebben maandag beslist dat we ook bij het aantal oppervlakten dat we meenemen, daarmee rekening zullen houden in de toekomst. Maar doen alsof alle problemen zijn ontstaan door de aanpak en de multicriteria-analyse, dat vind ik toch wel heel scherp door de bocht, zeker omdat u dat altijd hebt verdedigd en omdat u dat hier, op 15 maart in de plenaire vergadering, nog eens heel expliciet hebt herhaald. (Applaus)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik kan eerlijk gezegd nauwelijks geloven welke excuses u hier op tafel legt om te ontkennen waar het om gaat. Waar het om gaat, is dat we hier met een regering zitten die niet op een goede en normale manier aan beleid kan doen. Ik kan niet geloven dat hier dezelfde ministers zitten die op 31 maart die boskaart hebben goedgekeurd, die allemaal samen hebben gecommuniceerd dat dat een historische beslissing was in een dossier dat al twintig jaar meegaat, en dat diezelfde ministers een paar weken later vechtend over de straat rollen om om ter luidst afstand te nemen van hun eigen beslissing van 31 maart. Ofwel, minister Schauvliege en collega’s van minister Schauvliege, wisten jullie niet waarmee jullie op die 31 maart bezig waren, want jullie hebben die beslissing wel degelijk genomen, en dan zijn jullie onbekwaam, ofwel hebben jullie geprobeerd om de Vlaming en het parlement om de tuin te leiden, wat tevergeefs is geweest, en dan zijn jullie onbetrouwbaar.
Het resultaat is alleszins dat u de mensen hebt geraakt in wat hun zeer dierbaar is, namelijk de bouwgrond waarop ze hun huis willen bouwen en het groen waar de Vlamingen naar snakken. In plaats van die twee zaken met elkaar te verzoenen, hebt u ze allebei om zeep geholpen. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik ben misschien niet de slimste in het Vlaams Parlement. Ik zie sommigen knikken. De afgelopen dagen heb ik in de pers echter niets anders gelezen dan uitspraken van ministers en van Vlaamse volksvertegenwoordigers van de meerderheid die verklaren dat het om een slechte kaart ging. De kaart was dood, leve de nieuwe kaart. Nu hoor ik hier echter dat het eigenlijk geen slechte kaart was. Ik kan daar met mijn gezond boerenverstand niet bij.
Minister, ik vraag u en de Vlaamse Regering ermee te stoppen de schuld bij uitspraken en voorstellen van resolutie van de oppositie te leggen. Dat is geen correcte aanpak van dit debat.
Ik vraag me af waarom die vaststelling op 31 maart 2017 is gedaan. Iedereen wist dat de kaart vol fouten stond en dat er protest zou komen. U hebt net verklaard dat u het niet wist, maar iedereen wist dat.
U kunt misschien een verklaring afleggen over het gemarchandeer. U hebt net gesteld dat het niet waar is. Misschien kunt u hierop reageren. Volgens u en volgens anderen heeft de N-VA, vooral bij monde van de heer Vandaele, de druk verhoogt om die kaart door te drukken. Hij heeft hier onder meer met een bijl staan zwaaien. Er is al verwezen naar de verklaringen van de Vlaamse Regering op 31 maart 2017 over deze historische beslissing. De heer Vandaele heeft een triomfantelijk persbericht over die boskaart verstuurd. Nu probeert hij zich natuurlijk te redden. Hij heeft de medewerking gekregen van de minister-president, die de kaart achter uw rug en zonder u in te lichten weer heeft ingetrokken. Voor u is dat eigenlijk een grote vernedering. Daarover hoor ik niemand van de meerderheid of van de Vlaamse Regering spreken. Zij trachten nu alles naar de oppositie te schuiven.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat we hier een klein beetje redelijkheid aan de dag moeten leggen. (Gelach)
Dames en heren, mevrouw Peeters heeft naar jullie geluisterd. Luister nu naar mevrouw Peeters.
Ik vraag opnieuw om hier redelijkheid aan de dag te leggen. Ik wil even verwijzen naar het verslag van de hoorzitting in de commissie Leefmilieu van 7 maart 2017. Een aantal mensen die nu het hoge woord voeren, waren toen niet aanwezig. Toen hebben we van het Agentschap voor Natuur en Bos een heel duidelijke toelichting gekregen over de samenstelling en de opmaak van de kaart. We hebben toen, zoals de minister al heeft vermeld, reeds te horen gekregen dat er heel wat opmerkingen over die kaart waren. Die opmerkingen kwamen van het Agentschap Onroerend Erfgoed, van het Agentschap Wegen en Verkeer, van de nv Waterwegen en Zeekanaal en dergelijke.
Mevrouw Meuleman, mijnheer Sanctorum, ik heb het verslag hier bij me. Jullie hebben toen voornamelijk gevraagd wanneer het openbaar onderzoek in verband met die kaart kon beginnen. Dat waren jullie bedenkingen. De Vlaamse Regering heeft een kaart goedgekeurd en naar alle lokale besturen gestuurd om het openbaar onderzoek te laten voeren. Toen was het hek van de dam. De lokale besturen hebben de kaarten en de detailplannetjes gezien. Daar zijn opmerkingen over gemaakt.
De vraag is niet of die kaart goed of slecht was. Die kaart zal ook een aantal goede elementen bevatten. Er zijn echter ook elementen die niemand van ons wil zien. We hebben hier continu schrijnende verhalen gehoord. Ik vraag dan ook ieders respect. We moeten hier een sereen debat voeren. We zijn allemaal voor kwalitatieve bossen. We moeten echter ook respect hebben voor de mensen die dagenlang in onzekerheid hebben geleefd. Zij wisten niet wat er met hun bouwkavel zou gebeuren.
Mevrouw Meuleman, u kunt nu opnieuw met gebarentaal aanwijzen wiens fout het is. U was, samen met uw fractie, vragende partij om die kaart zo snel mogelijk te laten goedkeuren, los van alle opmerkingen die werden geformuleerd.
Mevrouw Peeters, de vergadering van de commissie Leefmilieu waarover u spreekt, is de vergadering voor de Vlaamse Regering is beginnen marchanderen, voor grote bossen, zoals het Ferrarisbos, eruit zijn gehaald en voor de lat lager is gelegd en allerlei bossnippers zijn toegevoegd. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Peeters, wij hebben de eigenaars niet in de onzekerheid gestort. Dat heeft deze Vlaamse Regering gedaan. Jullie hebben niets uitgewerkt. Er is geen goede compensatieregeling voor boseigenaars. Dat is waar. Maar wiens schuld is dat? Sorry, dat ik het zeg, dat is de schuld van de Vlaamse Regering. U hebt twee dingen gedaan: u hebt een slechte kaart gemaakt die de bossen niet beschermt en u hebt de eigenaars in de onzekerheid gestort. Ook dat is een gevolg van het feit dat er zo knullig werk is afgeleverd, en dat de eigenaars geen rechtszekerheid hebben. Dat is echt waar niet de schuld van de oppositie. (Applaus bij Groen)
Minister-president, dit amateurisme is – zoals ik al zei – een affront, niet alleen voor minister Schauvliege, maar voor de hele Vlaamse Regering. Nochtans is het dossier belangrijk genoeg.
Eigenlijk moeten we de vraag stellen: in welk Vlaanderen willen we leven? Welk Vlaanderen willen we voor onze kinderen en kleinkinderen? Voor Groen is dat duidelijk: een gezond Vlaanderen met voldoende zuivere lucht, open ruimte en bos. Onze ruimtelijke ordening nu is een knoeiboel: de steenwegen, de lintbebouwing, de miserie en de ondergelopen huizen bij noodweer omdat we blijven bouwen in overstromingsgebied. Er is een gebrek aan ambitie op het vlak van bos en natuur. We moeten een andere richting uit. Vandaar dat de betonstop nodig is. Vandaar dat een oplossing voor waardevolle bossen noodzakelijk is. De bescherming van deze bossen was een eerste test. De Vlaamse Regering zakt meteen door het ijs.
Wij houden dus ons hart vast voor het vervolg. Als het al niet lukt om bestaande kostbare bossen te behouden, hoe gaat u dan op grote schaal nieuwe bossen aanplanten? Als uw regering al niet de moed heeft om werk te maken van een stop op het kaalkappen van bossen, hoe gaat u dan ooit slagen in uw betonstop? De Vlaamse Regering moest in dit dossier twee dingen doen: bossen beschermen én rechtszekerheid bieden voor eigenaars. Ze doet geen van beide. Ze stort eigenaars in onzekerheid en beschermt waardevolle bossen niet. Je moet natuur en eigenaars niet tegen elkaar opzetten, je moet ze beide beschermen. Want de Vlamingen, die honderdduizenden natuurliefhebbers die rust vinden, die fietsen of lopen en genieten in de natuur, die willen en hebben het recht op een plek om te wonen, maar hebben ook het recht op voldoende groen en bos.
Groen had een goede, redelijke oplossing al klaar in 2013. Een voorstel met bescherming van waardevolle bossen en een billijke regeling met compensaties en volwaardige onteigeningsvergoedingen voor kleine eigenaars. Misschien had u dat beter ter harte genomen toen.
Minister-president, Vlamingen willen niet dat Vlaanderen verder kaalgekapt wordt en dat het aantal bossen jaar na jaar afneemt. Vlamingen willen een verstandig groene regering die hun bouwrechten maar ook hun recht op groen ernstig neemt. In zo’n beleid is duurzaam een essentiële voorwaarde en geen groene strik rond een beslissing. Dat vergt visie, draagvlak en inspanningen. En ook wat collegialiteit. Laat dat misschien een begin zijn van een verstandig groen beleid. (Applaus bij Groen)
De heer Tobback heeft het woord.
Collega’s, leden van de regering, ik voel een grote verantwoordelijkheid op mij drukken, want ik heb begrepen dat alles wat de oppositie vraagt, gebeurt in dit parlement. Ik ga u aan het einde van mijn betoog een en ander voorstellen, maar ik ga eerst even aansluiten bij het begin van het debat en de reden waarom.
Mevrouw Meuleman heeft er al op gewezen: Vlaanderen is in Europa het sukkeltje als het gaat om omgevingscapaciteit en bos. Zelfs de regio Parijs, minister Schauvliege, heeft meer bos dan Vlaanderen, en de bosoppervlakte neemt er jaarlijks toe, terwijl ze bij ons jaar na jaar afneemt. Ongeveer 65.000 hectare van het weinige dat we aan bos hebben, is inderdaad niet eens beschermd op de gewestplannen. Het is dan ook geen wonder dat deze discussie leeft. Het is geen wonder dat miljoenen Vlamingen snakken naar meer bos, meer open ruimte en minder beton.
Het wonder is wel dat het zo moeilijk is voor deze regering om zelfs maar een klein beetje aan die verzuchting tegemoet te komen. Het is pijnlijk hoe moeilijk dat is. Het voornaamste probleem is waarschijnlijk dat er met bos geen fortuinen te verdienen zijn. Als dat wel zo was, dan hadden minister Schauvliege en minister-president Bourgeois al lang een akkoord gehad en was driekwart van Vlaanderen ingekleurd als oerwoud.
Voor deze regering gaan de financiële belangen van de kleine groep die geld kan verdienen aan de grond, jammer genoeg nog altijd boven de verzuchting van de overgrote meerderheid van de Vlaamse bevolking die wil dat er met die grond zorgvuldig wordt omgesprongen.
En ik was nochtans optimistisch. Want met de Klimaatresolutie hebben we hier eensgezind, kamerbreed afgesproken dat we inderdaad de fouten uit het verleden, waarvoor we allemaal verantwoordelijk zijn, zouden rechtzetten. Na decennia van ruimtelijk wanbeleid hadden we eindelijk een akkoord over alle politieke partijen heen en hadden we het inzicht dat we het roer moesten omgooien, als we nog iets van waarde willen overlaten voor volgende generaties Vlamingen.
Maar toen ik deze week de reactie van de Open Vld-voorzitster hoorde, moet ik toch zeggen dat er maar één conclusie mogelijk is, mijnheer Somers: Vanden Boeynants leeft! En de Taliban van de grondspeculanten regeert blijkbaar nog altijd in het hoofd van sommige partijvoorzitters. (Applaus bij sp.a en Groen)
Maar ere wie ere toekomt: mevrouw Rutten was tenminste eerlijk, eerlijker dan de minister van Leefmilieu, die al bijna acht jaar op post is, die verantwoordelijk is voor dit dossier en dan een kaart vol fouten indient en zegt dat het komt omdat ze haar hebben opgejaagd. Na acht jaar! Alstublieft, minister Schauvliege. In hetzelfde interview verklaarde u dat het tien maanden zou duren om mensen het terrein op te sturen om iedere boom te gaan tellen en de reële situatie na te gaan. En als u nu, na acht jaar, dat nog altijd niet hebt gedaan – u had het al acht keer kunnen doen – dan bent u niet opgejaagd, minister Schauvliege, dan hebt u het gewoon vertikt om dat werk correct te doen! Anders kan ik dat toch niet interpreteren.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Tobback, misschien is uw geheugen wat kort. U weet dat we in 2014, in de vorige Vlaamse Regering, waar u zelf ook deel van uitmaakte – uw partij zat toen mee in de regering – die aanpak hebben goedgekeurd. We hebben toen beslist over de manier waarop die kaart zou worden opgemaakt in een conceptnota waar ook die multicriteria-analyse in staat, die nadien is vertaald in artikel 90 ter van het decreet, met nog een aantal specificaties rond openbaar onderzoek. Het is bijzonder opmerkelijk dat u nu zegt: ‘U hebt acht jaar de tijd gehad.’ We hebben daarvan vijf jaar samen in de regering doorgebracht. We hebben die aanpak in 2014 samen afgesproken.
Mijnheer Tobback, ik heb hier speciaal voor u een citaat meegebracht van een Leuvense filosoof. U zult het misschien heel snel herkennen: “Ik weet hoe ik de milieuproblemen moet oplossen, maar ik weet niet hoe ik nadien nog verkozen geraak.” Het zijn uw eigen woorden, mijnheer Tobback, toen u minister van Leefmilieu was.
U vraagt hier: ‘Wat hebt u allemaal gedaan op die acht jaar tijd?’ We hebben heel veel gedaan. We hebben de boscompensatiebijdrage opgetrokken. U weet dat iedereen die een akkoord krijgt om te ontbossen en opnieuw moet bebossen of compenseren, boven de 3 hectare verplicht is om in natura te bebossen.
We hebben ook een inhaalbeweging gedaan om die middelen van dat Boscompensatiefonds voor veel meer mensen ter beschikking te stellen. Vroeger was dat voorbehouden voor een klein clubje. We hebben dat opengetrokken naar alle particulieren, verenigingen, gemeentebesturen. We hebben heel recent een overeenkomst gesloten met de regionale landschappen, met de bosgroepen om lokaal gedragen bosprojecten te subsidiëren. Vorige week nog hebben we als Vlaamse Regering een fiscale regeling goedgekeurd dat, als je bos of natuur schenkt of erft, je ook op vrijstellingen kunt rekenen. Al die maatregelen hebben wij genomen om in te zetten op die bosuitbreiding en een betere bescherming van bos.
U zegt: ‘Zelfs in de Parijse regio zijn er meer bossen.’ We dragen natuurlijk een historie mee. Maar u bent heel selectief in het citeren van wat u wenst. Deze week nog stond in De Morgen een Europees rapport waaruit blijkt dat we de top drie bezetten – we staan op drie –, dat we van alle Europese landen het land zijn dat het derde meest de bossen beschermt. Dat is iets wat u hier niet citeert. U zegt dat niet, omdat u natuurlijk bijzonder selectief bent in wat u hier komt vertellen.
Het is heel gemakkelijk om te staan roepen en te doen alsof er niets gebeurt. U spreekt van een mager beestje. U weet ook dat de budgetten enorm gestegen zijn wat het natuur- en bosbeleid betreft. Op vijf jaar tijd is dat van 72 miljoen euro naar 88 miljoen euro gegaan. En dat in budgettair krappe, moeilijke tijden. Ik daag u uit om te tonen hoe dat in het verleden verliep. (Applaus bij de meerderheid)
Minister Schauvliege, die Leuvense filosoof zei tenminste nog dat hij wist hoe je het moest doen. U somt een hele reeks maatregelen op die u zogezegd hebt genomen. Het nettoresultaat is dat er nog altijd ieder jaar bos verdwijnt in Vlaanderen.
Met andere woorden: het is hoe dan ook niet genoeg. En over dat rapport zullen we het binnenkort hebben, maar als er nu iemand is die zich vastklampt aan strohalmen en selectief citeert, bent u het wel. En dat weet u maar al te goed. In elk geval, niets heeft u ooit tegengehouden, laat staan mijn partij, om in de acht voorbije jaren mensen op het terrein te sturen en een deftige kaart te maken. Als u dat niet gedaan hebt, is dat puur en alleen uw eigen verantwoordelijkheid, want ik herinner mij niet dat u het voorstel zelfs ooit maar op tafel hebt gelegd, in de vorige of in deze legislatuur, ondanks alle aangetoonde gebreken van uw luchtfotostrategie, waarbij u inderdaad een aantal bomen in iemands tuin of een paar bomen op een klaverblad nu al jarenlang probeert te verkopen als bos in Vlaanderen.
Als de kaart die u hebt voorgelegd, mevrouw Schauvliege, vol staat met perceeltjes van minder dan een halve hectare, al dan niet in de tuin van een of andere brave burger, dan heeft dat ook niets te maken met de criteria van het Bosdecreet, niet met de criteria van artikel 90ter. Collega Sanctorum heeft het net al heel correct geciteerd. Die criteria houden uitdrukkelijk rekening met parameters zoals oppervlakte, biologische waarde in verhouding tot andere bos- en natuurlijke structuren. Dus tenzij het baobabs zijn waarin een familie luipaarden zich heeft gevestigd, komen die twee of drie bomen in de tuin van een brave burger zelfs volgens die criteria niet op uw kaart, op geen enkele manier. Al die ruis is uw verantwoordelijkheid, omdat u er de serieuze stukken onder het mom van beslist beleid allemaal uit hebt gehouden. Daar gaat dit allemaal om. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Ceyssens heeft het woord.
Collega Tobback, dat bekt natuurlijk goed wat u hier zegt. Misschien had u de cijfers daaromtrent eens moeten opvragen van voor en na het rekening houden met beslist beleid. Dan zie ik dat het aantal perceeltjes van 1 are van 37 naar 0 gegaan is. Percelen tussen 1 en 2 are zijn van 1825 naar 1819 gegaan, percelen tussen 5 en 10 are van 1959 naar 1937. Die zijn volgens mij dus allemaal verminderd, terwijl de grotere percelen, tussen 0,5 en 1 hectare, wat u hier aanhaalt als grens, van 1992 naar 2018 geëvolueerd zijn. Volgens mij is dat een stijging. Misschien is het dus toch wel goed, voordat u hier begint te roepen, dat u zich baseert op juiste informatie.
Misschien had u de juiste informatie ook kunnen krijgen toen we een heel uitgebreide hoorzitting hebben gehouden in dit parlement. Ik vraag mij nog altijd af waarom uw fractie daar zelfs totaal niet aanwezig was. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mijnheer Ceyssens, als u toch denkt dat er zo weinig kleine stukjes op staan, dan moet u dat maar eens gaan uitleggen aan al die eigenaren die u ongerust hebt gemaakt met het publiceren van deze kaart, waar Joke Schauvliege, toen ik een maand geleden zei dat ze op niks trok, ik-weet-niet-hoe fier op was, omdat ze er ten minste één had neergelegd. Het heeft welgeteld een week geduurd vooraleer een hele hoop mensen door hadden dat ze eigenlijk gerold zijn, omdat men stukken van meer dan een hectare er absoluut uit wou houden, zoals het Ferrarisbos in Wilrijk, ten behoeve van een aantal bedrijven, en er dus een hele hoop van mensen hun tuin in heeft gestoken.
Dus ik begrijp goed dat u hier voortdurend gezegd hebt dat die kaart zo snel mogelijk in openbaar onderzoek moet worden gelegd? Dat u niet kon komen, wil ik altijd begrijpen, maar op het moment dat die kaart ten gronde besproken werd in de commissie, was er van uw fractie zelfs niemand aanwezig. En nu zegt u: ik heb altijd gezegd dat die kaart slecht was? Ik denk dat ik dat niet gehoord heb, maar dat zal aan mij liggen.
Als u dat niet gehoord hebt, mijnheer Ceyssens, dan zijn we nu echt wel in Trumpland van de alternatieve feiten gekomen. Op het moment dat de kaart is voorgesteld en de minister triomfantelijk kwam zeggen hoe schitterend het was, was ik de eerste die toen, nog geen dag later, gezegd heeft dat er gebreken aan waren, dat men de grote stukken eruit heeft gehaald en er een hoop kleine tuintjes heeft ingestoken om aan de 12.000 hectare te komen. Dat was ik. Dat was sp.a. Ik heb daar toen alle kritiek van u – want u zat toen ook in de zitting en er werden actuele vragen over gesteld – op mijn dak gekregen. Twee weken later heb ik gelijk gekregen, ten koste van een hele hoop miserie en discussie in de Vlaamse Regering, en vooral van een hele hoop ongerustheid bij eigenaren, die hierin eigenlijk bedrogen worden, mijnheer Ceyssens.
U mag zwaaien met wat u wilt, maar als u daarmee wilt aantonen dat u wist wat u beslist hebt, dan is het nogal triestig. U was wel op die hoorzitting. De kaart die nu goedgekeurd is, die minister Bourgeois heeft afgeschoten en die ondertussen heel de Vlaamse Regering heeft gedesavoueerd, die hebt u dus willens en wetens met alle informatie goedgekeurd. Ik zou zeggen: proficiat. Herhaal dat alstublieft nog tien keer in dit parlement, zodat alle Vlamingen weten waar ze aan toe zijn en wie daarvoor verantwoordelijk is. (Applaus bij sp.a en Groen en van Christian Van Eyken)
Minister, ik wil hier ook de discussie niet blijven voeren over de vraag of dit nu is gebeurd uit onwil, uit onkunde of uit complete desinteresse. Dat laat ik eerlijk gezegd over aan diegenen die u het vertrouwen moeten geven om verder op die stoel te zitten en die functie uit te oefenen. Waar we het over moeten hebben, is over de gevolgen van wat u hier hebt gedaan. Als u immers mensen wou aanmoedigen om zo snel mogelijk zo veel mogelijk bomen te kappen, dan had u het natuurlijk niet beter kunnen organiseren dan hoe u het nu hebt gedaan. In plaats van het weinige dat we nog hebben, met hand en tand te verdedigen, hebt u deze week op deze manier eigenlijk het bosbestand in Vlaanderen nog eens extra onder druk gezet en nog eens extra in de vernieling gewerkt. Dát is het resultaat van eerst grote aankondigingen, dan mensen ongerust maken en dan moeten terugkrabbelen onder allerlei voorwendsels en proberend de verantwoordelijkheid in andermans schoenen te schuiven. Dát is wat u hebt gedaan. Als vandaag en in de komende weken een hele hoop gemeenten worden geconfronteerd met ontbossingsaanvragen, dan zal dat uw verantwoordelijkheid zijn, en we zullen dag na dag de cijfers blijven opvragen, want elk van die bomen die worden omgekapt, staat op uw rekening.
Minister-president, ik wil u hier misschien nog wel bedanken voor uw suggesties. Ik weet niet of wat u daarstraks in uw toespraak zei, de steun heeft van de hele Vlaamse Regering. We moeten tegenwoordig met twee woorden spreken. Als ik de kranten lees, is het het ene; als ik u hoor, het andere. Ik wil me aansluiten bij een deel van de suggesties die u hebt gedaan, maar wil er het volgende aan toevoegen. Opnieuw, het is blijkbaar de oppositie die hier de toon zet, dus ik wil drie suggesties doen.
Ten eerste, leden van de regering, eigendomsrecht is inderdaad te beschermen. Er is in dit parlement een kamerbrede eensgezindheid over het principe dat een eigenaar wiens bouwgrond niet meer zal mogen worden bebouwd, daarvoor moet worden vergoed. Laten we dus dat principe in de praktijk brengen, om te beginnen in dit dossier, maar ook inzake het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV), waar de oppervlakten nog veel groter zijn. U hebt daarvoor de steun van iedereen in dit parlement. Het had er samen met die kaarten moeten zijn indien u rechtszekerheid wou creëren.
Ten tweede, wanneer u op die manier het eigendomsrecht hebt gegarandeerd, maak dan zo snel mogelijk werk van een definitieve bescherming van die zonevreemde bossen, op basis van objectieve criteria van oppervlakte, van natuurkwaliteit, van milieukwaliteit en van omgevingskwaliteit. Zo moeilijk is dat niet. Er is het voorbeeld van het Duinendecreet. Daar is dat perfect gelukt en is er vijftien jaar later nog altijd geen discussie over. Daar heeft men gekozen voor grote oppervlakten, serieuze waarden, verdedigbare waarden en niet de drie bomen in iemand zijn tuin waarvan niemand begrijpt waarom ze er zouden moeten zijn. Dat had u vanaf het begin moeten doen.
Minister-president, het derde is iets dat u er niet aan hebt toegevoegd. Als u echt niet de bedoeling hebt om ervoor te zorgen dat er nu snel wordt gekapt, zodat u ervan af bent en minder moet beschermen, maak dat er nu onmiddellijk een tijdelijk moratorium op ontbossing komt en maak dat u snel de definitieve beschermingsmechanismen op poten zet. Indien u dat niet doet, dan schuift u gewoon de last door naar alle gemeentebesturen die die aanvragen moeten behandelen, weigeren of goedkeuren. Voor die drie dingen zult u van de oppositie steun krijgen.
Mijnheer Somers, ik heb daarstraks al verwezen naar Vanden Boeynants. Collega’s, ik wil u erop wijzen dat Vanden Boeynants enkelen heel rijk heeft gemaakt. Die waren daar heel blij mee. Als u echter wilt weten tot wat dat leidt, dan moet u straks even naar buiten gaan en hier door Brussel wandelen, rond u kijken en u afvragen of het volgens die principes is dat u het hele Vlaamse landschap wilt inrichten. Ik hoop oprecht van niet. Ik hoop dat u nog minstens één keer echt wilt proberen om het wél goed te doen, en liefst zo snel mogelijk, in het volle besef dat alles wat u vandaag verloren laat gaan, nooit meer terugkomt. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, laat me toe om dit debat enigszins politiek te benaderen. Minister, het is natuurlijk niet mijn taak als lid van de oppositie om u te verdedigen, maar ik heb echt met u te doen. Ik heb met u te doen, omdat u sinds het begin van deze legislatuur, excuseer me het woord, in diverse dossier de pispaal bent van heel wat mensen: Uplace, het Eurostadion, de poldergraslanden, de instandhoudingsdoelstellingen en de Programmatische Aanpak Stikstof (IHD/PAS), het klimaatdossier, het omgevingsloket, waarover we straks nog een decreet krijgen, de zogenaamde betonstop en noem maar op.
Journalisten, groene activisten, linkse wereldverbeteraars, artiesten van allerlei slag en ook heel wat parlementsleden, niet alleen vanuit de oppositie, maar zeker ook van de meerderheid, schieten regelmatig, al dan niet terecht, met scherp. Dat de leden van de oppositie dit doen, is in een parlementaire democratie normaal. Maar als leden van de meerderheid dit keer op keer doen, is er toch wel iets meer aan de hand. Vooral vanuit de N-VA is ‘Schauvliege-bashen’ blijkbaar een voltijdse opdracht. Denk maar aan de heer Ronse of aan mevrouw De Ridder, die vrijdag tweette: “Boskaart, nog eentje bij voor het blunderboek van Joke Schauvliege”, en uiteraard is de heer Vandaele minister Schauvlieges grootste kwelduivel. Mocht hij in Nederland aan politiek doen, zou hij bij GroenLinks zitten.
Minister, vrijdag kwam voor u dan de ultieme vernedering: minister-president Bourgeois trekt eenzijdig de kaart in, zonder het minste overleg binnen de Vlaamse Regering of zonder u zelfs maar te infomeren. Dat is nooit gezien in Vlaanderen. ‘Vertrouwen, verbinden, vooruitgaan’ is de titel van het Vlaams regeerakkoord, maar na vrijdag blijft daar helemaal niets meer van over.
In het dossier van de boskaart is het amateurisme troef: ook wij hebben vastgesteld dat er veel maatschappelijk ongenoegen is en dat de kaart niet werkbaar is. Dus we hebben op zich geen probleem met het intrekken van de boskaart. Zoals daarnet al is gezegd: de boskaart is dood, leve de boskaart. Maar het is wel godgeklaagd dat nu iedereen zowel uit de oppositie als uit de meerderheid de fout bij minister Schauvliege legt. Zelfs de heer Vandaele doet dat, en hij haalde daarvoor alles uit de kast, terwijl hij continu, zowel in de commissie als in de plenaire vergadering, niets anders deed dan minister Schauvliege opjagen.
Wat moet er nu gebeuren? Iedereen is het er over eens: er moet een nieuwe boskaart gemaakt worden, maar voor onze fractie moet dit gebeuren zonder ideologisch fanatisme of zwaaien met bijlen. We kunnen ons terugvinden in volgende zaken. De inkleuring van zonevreemde bossen moet ter plaatse gebeuren en niet op basis van luchtfoto’s. Lokale besturen moeten worden ingeschakeld bij het proces. Eigenaars van gronden met bossen, die niet meer mogen worden gekapt, moeten persoonlijk worden verwittigd. Er moet worden voorzien in inspraakprocedures. Correcte schadevergoedingen moeten worden vastgelegd.
Minister-president, dit dossier is absoluut geen voorbeeld van goed bestuur. Meer nog: wat we zelf doen, doen we niet noodzakelijk altijd beter. Dit dossier legt pijnlijk bloot dan er geen samenhang is in deze Vlaamse Regering en dat vooral de vijandschap en zelfs de haat tussen CD&V en N-VA bijzonder groot zijn. Dit dossier toont nogmaals aan dat het tussen N-VA, of toch tussen de heer Vandaele en minister Schauvliege nooit meer goed komt. Op naar het volgende incident, denk ik dan.
Iedereen heeft het nu over het opmaken van een nieuwe boskaart, maar na het incident van vrijdag en na de vernedering van minister Schauvliege door de minister-president waren er volgens mij drie mogelijkheden. Ofwel dient de N-VA, als ze daartoe het lef heeft, een motie van wantrouwen in tegen minister Schauvliege.
Als u zelf vond dat u recht in uw schoenen stond en dat u onterecht werd aangevallen en dat u in uw hemd – in uw ‘white shirt’ of was het uw ‘white hemd’ – werd gezet door de minister-president, dan diende u vandaag zelf uw ontslag in. Tot de collega’s van CD&V wil ik nog zeggen: als u ballen aan uw lijf hebt, dan trekt u zich terug uit deze Vlaamse Regering. De N-VA heeft het u destijds voorgedaan.
Tot slot, minister-president, maakt de hele Vlaamse Regering hier een slechte beurt, zeker ten aanzien van de publieke opinie: amateurisme, slecht bestuur, geen verbinden, geen vertrouwen en al zeker geen eensgezinde ploeg. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, ik had al een tijdje mijn hand opgestoken.
Ik ben hier de baas niet, hé.
Hij is niet te onderbreken.
U hebt een aantal zaken gezegd, zoals: ‘Men moet ter plaatse gaan.’ De minister-president heeft bij zijn uiteenzetting duidelijk gezegd dat dat zal gebeuren. Er moet inspraak komen. De lokale besturen zullen worden betrokken. Dat heeft hij ook gezegd. Dat er correcte vergoedingen moeten komen, heeft hij ook gezegd.
Iets heel belangrijks dat hier nog niet aan bod is gebracht, noch door Groen, noch door sp.a, noch door het Vlaams Belang, zijn vragen die ik zowel in de plenaire vergadering in maart als op 10 mei jongstleden heb gesteld, en dat is iets waar de minister-president daarnet ook naar verwezen heeft en waar ik met onze fractie heel tevreden over ben, namelijk dat men van de gebieden die op het gewestplan ingetekend staan als bosgebied, in de toekomst effectief werk zal maken om ze te gaan bebossen. Ik denk dat dat een pluim verdient. Het is jammer dat de oppositie dit niet heeft aangekaart. Het is een vraag die wij namens onze fractie al meermaals gesteld hebben. Ik ben daar heel tevreden over en ik breng de positieve noot dat het effectief, toekomstgericht de intentie is om dit te gaan doen. Dank u wel daarvoor. (Applaus bij Open Vld)
Collega, ik wil perfect met u in debat gaan over de verschillende voorstellen die hier op tafel zijn gelegd. We hebben nu vijf dagen van ruzie achter de rug en plotseling komt er een verklaring van de regering die wel of niet, dat is mij niet zo heel duidelijk, gesteund wordt door de hele Vlaamse Regering. Volgens bepaalde persartikelen is dit niet het geval en is er zeker nog heel wat discussie aan de gang over wat we nu verder zullen moeten doen. Ik denk dat het vooral in de commissie zal moeten gebeuren waar alle voorstellen kunnen worden besproken, dus ook uw voorstel. U moet niet zeggen dat het jammer is dat de oppositie dit niet op tafel legt. De knoeiboel komt van de regering. Ik veronderstel dat in een democratie, in de maatschappij waar wij in leven, het aan de regering is om haar eigen knoeiboel op te lossen.
Ik wou het debat daarstraks niet nodeloos verlengen met cijfers, maar mevrouw De Vroe begint er nu zelf over. Ik ben blij om de minister-president te horen zeggen dat hij er eindelijk werk van gaat maken. Maar ik wil er toch op wijzen dat er van de 5000 hectare waarin voorzien was voor stadsbos, tot nu toe welgeteld 1000 hectare gerealiseerd is. 1000: een vijfde. U hebt ondertussen twee derde van de legislatuur achter de rug. Het wordt stilletjes aan tijd dat u eraan begint. Ik neem aan dat de minister-president toegeeft dat hij veel te lang heeft gewacht en dat het nu al veel te laat is, maar dat hij alsnog een beetje zijn best gaat doen. Als dat zo is, dan zal hij er alsnog onze steun voor krijgen.
Maar het is geen reclame om te zeggen dat de grote meerderheid van alle ambities die u had, noch wat betreft de stadsbossen, noch wat betreft de 10.000 hectare bos die bijkomend op het structuurplan zou moeten worden ingetekend, nog altijd zelfs niet in de buurt is van gerealiseerd te worden, en dat het integendeel geen millimeter vooruitgaat, al jaren. Dat gaat breder dan de discussie over de zonevreemde bossen. Op dat vlak heeft deze regering een palmares dat mijlen onder nul ligt, mevrouw De Vroe. U zult van de oppositie steun krijgen om het wel goed te doen, maar begin er dan alstublieft eens aan! (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, het viel me op dat collega Tobback heel zwaar de nadruk legt op de twee woorden ‘al jaren’. ‘Al jaren’ heeft hij gezegd. Het is inderdaad een dossier dat jaren oud is, collega’s, een dossier waar er oplossingen moeten worden gevonden voor zaken die ons allemaal beroeren: meer bos, meer open ruimte, meer natuur, rechtszekerheid, omgaan op een voorzichtige, correcte manier met eigenaars.
Ik wil van meet af aan zeggen, collega Tobback: als u denkt dat wij in enigerlei mate in dit dossier beïnvloed zijn door projectontwikkelaars, door eigenaars, dan hebt u het fout. U hebt goed geluisterd naar mij. We hebben daarstraks gezegd dat het precies de minimumoppervlakte is die we viseren en die we gaan optrekken, net omdat het ons te doen is om die kleine versnipperde percelen die toebehoren aan individuele mensen die we niet in rechtsonzekerheid willen storten.
Collega's, het dossier bestaat al jaren. Er is geen enkele regering die het ooit structureel heeft aangepakt. Dit dossier is jarenlang alleen ad hoc benaderd. De vorige regering – en u was erbij betrokken – heeft de verdienste om voor het eerst, op voorstel van collega Schauvliege en collega Muyters, een conceptnota te hebben goedgekeurd om dit structureel aan te pakken. Dit was de afspraak. We zijn daarmee doorgegaan in deze regering. Het is de verdienste van collega Schauvliege om het voorstel uitgewerkt te hebben.
Ik ga niet ingaan op wat fout is gelopen in dit dossier, maar als ik goed heb geluisterd, dan zegt iedereen dat er in dit dossier zaken fout zijn gelopen. Er zijn ongewenste neveneffecten. Ik hoor de oppositie zeggen dat het niet de bedoeling kan zijn om die kleine gediversifieerde percelen te laten verklaren tot bosbestemming, om die mensen met bouwplannen, om mensen met goedgekeurde vergunningen, om mensen die net hebben geïnvesteerd in het perceel, om die te raken. En het zou fout zijn om daarvoor naar deze of gene te wijzen.
Ik heb gezegd, en ik blijf daarbij, dat dit een collectieve verantwoordelijkheid is en dat het ook een moeilijke zaak is. Het is een zeer ingewikkelde zaak. Dan moet je de moed hebben – en die hebben we ook – om te zeggen dat we het huiswerk gaan overdoen. Niet dat alles uiteraard van nul af aan opnieuw moet worden begonnen, er is op het terrein heel veel gebeurd. Er is ontzettend veel voorbereidend werk gedaan, maar wij hebben de krijtlijnen – en voor wie eraan twijfelt, mijnheer Sintobin, u leest te veel de media en neemt te veel uw wens voor werkelijkheid – die ik heb voorgesteld en die gisterenavond door de voltallige regering zijn goedgekeurd, vastgelegd. Dat is heel snel. Nadat we eergisteren besloten om artikel 3 van het besluit en de kaart in te trekken en een eind te maken aan het openbaar onderzoek, hebben we de krijtlijnen vastgelegd. Ik heb die geschetst.
Als ik de oppositie hoor, dan sporen die krijtlijnen, misschien op een aantal punten minder of meer, maar ze sporen, collega's. We gaan met een nieuwe procedure werken. We gaan niet meer werken met het bestaande artikel 90ter. We gaan de oppervlaktecriteria optrekken met een onderscheid tussen geïsoleerde percelen en percelen die deel uitmaken van een aaneengesloten bosareaal. Ik denk dat dit een verstandige keuze is die we maken. We gaan de ecologische criteria vastleggen zodat we uitgaan van waardevol bosgebied. We gaan inderdaad op het terrein verifiëren om grote fouten te vermijden. Er zal terreinverificatie gebeuren. We gaan ook de lokale besturen consulteren. We hebben gezegd dat we die beide elementen, de beide resultaten daarvan, in de afweging zullen opnemen. We gaan inderdaad rechtszekerheid creëren voor de eigenaars van de percelen. Ook daar kan de procedure beter. We zijn niet te beroerd om dat te zeggen. Betekent dat dat eigendomsrecht nooit kan worden geraakt door een bestemmingswijziging? Uiteraard niet. Dat is de zin van planologie. Het is de overheid, de lokale besturen en de Vlaamse overheid, die bestemmingsplannen maakt. Maar als ze bestemmingen wijzigt, dan zijn wij ervan overtuigd – en dat is ook een element van eigendomsbescherming – dat je tot een correcte vergoeding moet komen. Ook dat hebben we afgesproken in de regering om op die manier daarmee tewerk te gaan.
Bovendien hebben we ook beslist – en collega De Vroe heeft er terecht op gewezen – dat we naast de moeilijke en gevoelige taak van de bescherming van de kwetsbare waardevolle bossen, ook werk gaan maken van nieuw bos. In de eerste plaats doen we dit door boscompensatie nog meer te stimuleren. Er zijn fiscale en andere incentives goedgekeurd, op voorstel van collega Schauvliege en collega Tommelein. Er is daarnet al naar verwezen. We doen dit ook door inderdaad werk te maken – en collega Tobback, u kunt zeggen dat het te laat is, maar we zijn de eerste regering die dit zegt – van bosgebied dat nu al de bestemming heeft van bosgebied maar niet is gerealiseerd, actief een impuls te geven.
Dit is het resultaat van de vaststelling dat de weg die we hadden ingeslagen om tot een bescherming te komen van die kwetsbare waardevolle bossen, opnieuw moeten afleggen, dat we het huiswerk moeten overdoen. Dat heeft geleid tot, mijns inziens, goede krijtlijnen van een nieuwe aanpak die verenigen wat hier leeft: meer natuur, meer bos, maar er tegelijk voor zorgen dat je aan goed bestuur doet, dat je geen maatregelen neemt die mensen in hun rechtszekerheid en hun rechtsgevoel, in hun vertrouwen in de overheid treft. Het is een collectieve beslissing van de hele regering gisteravond. (Applaus bij de meerderheid)
Afgelopen vrijdag ging het alvast niet om een collectieve beslissing, minister-president. U zegt dat ik geen kranten moet lezen. Ook mensen van Open Vld en CD&V wezen u in de pers met de vinger. Ze stelden dat u niet collegiaal hebt gehandeld. Hier komt u zeggen dat jullie allemaal goede vrienden zijn. Kumbaya. En we gaan weer door, tot aan het volgende incident. Dit actuadebat kwam er dankzij u, minister-president. Het is natuurlijk gemakkelijker om te verwijzen naar vorige meerderheden. De Vlaming is daarmee niet gebaat, minister Tommelein en minister-president Bourgeois. De Vlaming wil weten wat hem te doen staat, en wat er op hem afkomt. Hij is niet geïnteresseerd in wat minister Dua vijftien jaar geleden wel of niet heeft gedaan, mijnheer Ceyssens.
Ik besluit. U realiseerde een knap staaltje amateurisme van het hoogste niveau. De knoeiboel is absoluut. Constructief als ik ben, ben ik evenwel bereid om samen met u alle voorstellen die op tafel liggen, te bespreken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Voorzitter, collega’s, minister-president, uw toelichting verwondert me toch enigszins. U verklaart nu dat u tot gisteravond erg laat aan tafel hebt gezeten, om nu met nieuwe, goede intenties te komen. Kan ik die nog geloven? Afgelopen vrijdag hebt u de boskaart ingetrokken. Het is de boskaart die uw minister nog heeft verdedigd als zijnde een goede kaart, in een antwoord op de vraag van de heer Sanctorum. U hebt alles zelf in de regering georganiseerd. U panikeert. U hebt uw regering zelf onderuitgehaald. Dat is du jamais vu. Maar nu zegt u het Vlaams Parlement dat uw intenties goed zijn. Ik heb de indruk dat de bijl van de heer Vandaele een boemerang is geworden die de Vlaamse Regering heeft getroffen. Want u bent beginnen te panikeren en u hebt alles op losse schroeven gezet. Ik kan niet meer volgen. Minister Schauvliege verdedigt de kaart die u hebt ingetrokken.
Ik heb een aantal concrete vragen. In uw verklaring hebt u het over een volledig nieuwe procedure. Wat moet ik daaronder verstaan? Wat is de timing? Ondertussen krijgen we allemaal e-mails van mensen die zich afvragen wat er staat te gebeuren. Ik krijg ook e-mails van lokale besturen die zich afvragen wat ze moeten ondernemen. Wat zijn de gevolgen van die nieuwe procedure? Wat betekent dat voor de bossen? Dit Vlaams Parlement heeft recht op antwoorden, nu de minister-president zijn regering zelf in brand heeft gestoken. Ik verwacht van u dus meer dan goede intenties. Ik verwacht een concrete timing en uitleg over wat u concreet zult ondernemen om het probleem op te lossen. (Applaus bij Groen en sp.a)
Ik sluit me daar in grote mate bij aan, minister-president. Het is mooi om de oppositie in bad te willen trekken. In principe streven we dezelfde doelen na. Maar het verschil tussen de oppositie en het parlement is dat u niet wordt betaald om die doelen na te streven, maar om ze te realiseren. Ik wil er dan toch even op wijzen dat de kaart zoals ze voorligt of voorlag, is goedgekeurd en opgemaakt op basis van criteria die in deze legislatuur zijn opgelijst, met een timing over beslist beleid die u hebt goedgekeurd, met criteria in artikel 90ter die u hebt opgesteld.
Dat is wat u tot nu toe in deze legislatuur, waarvan het nuttig deel bijna voorbij is – volgend jaar zijn er lokale verkiezingen –, hebt gedaan. Als u nu opnieuw denkt te kunnen beginnen met grote nieuwe principes en daar carte blanche en krediet voor te kunnen krijgen, dan is het daar te laat voor. Het enige wat ontbreekt in uw uitleg om een minimum van vertrouwen te kunnen meegeven, is timing. Want als we enigszins ernstig zijn, had dit niet alleen al gebeurd moeten zijn, het zou minstens nu, voor de zomer moeten gebeuren of we staan voor een kaalslag bij nogal wat gemeentebesturen.
En waarom is dat vergoedingsmechanisme er nog altijd niet? Maanden geleden waren we het daar in de resolutie over het klimaatakkoord unaniem over eens. Waar is het? Bescherming van eigendom betekent niet dat elke bouwvergunning of verkavelingsvergunning, zelfs wanneer die twintig jaar geleden is afgeleverd, moet worden nageleefd. Het betekent dat in het geval dat die niet mag worden uitgevoerd, er moet worden vergoed. Dat is eigendomsrecht. Eigendomsrecht en bouwrecht zijn twee verschillende zaken. U mag inderdaad iets doen aan het bouwrecht op voorwaarde dat u het vergoedt. Gaat u dat doen, Wanneer gaat u dat doen? Hoe gaat u dat doen? Komt dat voor zomer of met sint-juttemis? Zoals het er nu uitziet, zijn uw mooie principes voor onder de kerstboom, maar tegen dan zal er niet veel meer rechtstaan. (Applaus bij sp.a en bij Groen)
Ik ga niet herhalen wat ik daarstraks heb gezegd. Ik heb gezegd dat we de krijtlijnen hebben vastgelegd. Op tijd en stond – wij hebben zeer snel gehandeld – zult u de timing en de praktische aanpak leren kennen. We gaan dat vandaag niet bekendmaken, we gaan niet over één nacht ijs, maar we gaan dat doordacht doen. Mijnheer Tobback, we zijn in elk geval veel verder dan toen we samen met u regeerden. Toen zijn we niet verder gekomen dan een conceptnota. We hebben een heel concrete aanpak vastgelegd in principes en we gaan die uitwerken. En als u had verwacht dat hier vandaag een uitgewerkte ontwerpregeling zou voorliggen, dan weet u dat we wellicht opnieuw zouden botsen op onvolkomenheden. We gaan dat heel doordacht aanpakken. Wat de bescherming van de bossen betreft, is er niets veranderd ten opzichte van al die jaren voorheen waar iedereen, onder wie ook u, mee heeft bestuurd. Aan wie wil ontbossen en kappen, moet een vergunning worden verleend. De vergunningverleners moeten daarvoor een afweging maken, enerzijds de lokale overheden en anderzijds de Vlaamse overheid. Dat is de situatie.
Minister-president, ik begrijp uw antwoord zeer goed. U bent eigenlijk naar het parlement gekomen en hebt gezegd dat u niets hebt: u hebt geen akkoord. (Applaus bij Groen en bij sp.a)
Alle principes die u hebt opgesomd, staan al in conceptnota’s, daar is al over beslist. U bent begonnen met te zeggen dat er een volledig nieuwe procedure zou komen. (Opmerkingen van minister-president Geert Bourgeois)
Minister-president, u kunt misschien wat respect tonen voor het parlement en even luisteren, ik luister ook naar u. Ik vraag u wat een volledig nieuwe procedure betekent en u antwoordt dat u dat vandaag niet op tafel zult leggen, dat u dat vandaag niet concreet zult maken. Minister-president, met die veel extra ministerraden, of die er al dat niet geweest zijn, had ik gedacht: ze gaan met een goed antwoord komen, we gaan niet veel meer te vertellen hebben in het parlement. Maar u staat hier met niets, u staat met de billen bloot. Deze Vlaamse Regering, en u in het bijzonder, heeft vrijdag gepanikeerd en een kaart ingetrokken. En vandaag, zoveel dagen later, moet u naar het parlement komen met niets: geen akkoord, geen concrete afspraken, geen timing. Met andere woorden: u knoeit gewoon verder. Dit is absoluut amateurisme, onprofessioneel tot en met. (Applaus bij Groen en bij sp.a)
Ik begrijp dat we nu in het stadium van de aanvallen zijn gekomen die kant noch wal raken. Nu zegt de heer Rzoska dat er al een conceptnota is met al die principes. Ik daag u uit om de teksten te vinden waarin die concrete principes staan die we zullen hanteren en waarvan ik daarstraks, tenzij ik me vergis, tenzij ik niet goed kan luisteren, meen gehoord te hebben dat dit precies de principes waren die uw woordvoerster voor Groen hier is komen verdedigen. Wij gaan verder, wij hebben dat geconcretiseerd, wij hebben dat vastgelegd en wie denkt dat je op twee dagen tijd met een besluit of een ontwerp van decreet kunt komen, die maakt er een lachertje van. We gaan dat doordacht uitwerken, op een evenwichtige manier, we gaan dat doen volgens de principes die ik heb genoemd.
En als u vraagt naar de bescherming van het bos, weet u net zo goed als ik dat we nu exact in de situatie zitten van vóór 17 maart, waarbij de bescherming van het bos gebeurt door artikel 90bis van het Bosdecreet, het artikel 90bis, dat bestond en dat nog bestaat, en door artikel 4, 2, 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Dit is al decennia het geval. Laat het nu niet uitschijnen alsof er plotseling een toestand is ontstaan met geen enkele regelgeving en met een grijze zone waarin geen regelgeving bestaat. Het is exact dezelfde regelgeving als voordien. Dat is wat het notariaat en de eigenaars vroegen. Zij vroegen dat er duidelijkheid zou komen. Wel, die is er. Er is bestaande regelgeving, en we gaan werk maken van een nieuwe regelgeving, die doordacht, evenwichtig en verstandig is, die beoogt te beschermen wat moet worden beschermd, en die tegelijkertijd respect opbrengt voor de rechten van de mensen. (Applaus bij de N-VA en van Peter Van Rompuy)
Minister-president, u beweert dat er niets is veranderd in vergelijking met de vorige jaren. Er is wel degelijk verandering, verandering ten kwade. Er heerst paniek in het bos. We weten dat de voorbije jaren de overgrote meerderheid van de aangevraagde ontbossingen werden goedgekeurd. Als vandaag iemand een ontbossingsvergunning aanvraagt, krijgt hij die vergunning negen kansen op tien. Wat denkt u nu dat de komende maanden zal gebeuren? De realiteit is dat er ons een kaalslag te wachten staat. Daar bent u of is de Vlaamse Regering verantwoordelijk voor. (Applaus bij Groen en sp.a)
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Collega’s, het schouwspel blijft hier, ondanks de oproep tot een sereen debat, toch maar duren.
Beste mensen, ik denk dat niemand hier feilloos is. Dit halfrond heeft in december 2015 bijna unaniem een aanpassing van het Bosdecreet goedgekeurd. Daarbij werd opdracht gegeven aan de Vlaamse Regering om een boskaart op te stellen, om onder een aantal voorwaarden het waardevolste bos te beschermen.
Beste vrienden, we kennen het vervolg. Sinds die kaarten in openbaar onderzoek zijn, sinds 16 mei, is het hek van de dam. We hoorden heel veel klachten van heel veel mensen die ongerust zijn. We hoorden terecht heel wat zorgen, bekommernissen en schrijnende verhalen.
Beste vrienden, namens mijn fractie kan ik zeggen dat ik tevreden was toen ik vrijdag plots hoorde dat de kaart de vuilnisbak in werd gezwierd. Toen ik daarnet de minister-president de krijtlijnen heb horen toelichten van wat de voltallige Vlaamse Regering nu heeft beslist, kan ik opnieuw zeggen dat ik tevreden ben. Voor mijn fractie is datgene wat om is om, en is de toekomst veel belangrijker.
Mijnheer Sanctorum, u moet zich geen zorgen maken over een kaalkap, want ik denk dat u artikel 90 van het Bosdecreet heel goed kent.
Beste vrienden, ik zei al dat voor ons de toekomst belangrijker is. Ik denk dat dit verhaal een voorbode is van datgene wat ons in de toekomst nog te wachten staat. Maar ik ben opnieuw gelukkig dat vandaag iedereen rechtszekerheid en respect voor eigendom heeft, dat iedereen vandaag zegt dat dit zeer belangrijk is. Ik ben ook content dat vandaag iedereen zegt dat er een volwaardige compensatie moet komen. Wel, beste mensen, u weet allemaal dat wij bezig zijn met ons beleidsplan Ruimte Vlaanderen. We staan daar allemaal achter, we willen daar draagvlak voor creëren, maar we weten ook dat daarin diverse keren wordt vermeld dat het juridische aanbod moet worden geneutraliseerd, dat we moeten trachten om minder goed gelegen gebieden te herbestemmen, dat we mensen trachten te overtuigen, te stimuleren en te motiveren om naar beter gelegen gebieden te gaan om daar te werken, te wonen en te recreëren.
Wel, beste mensen, dat kan maar als er draagvlak is. En draagvlak kan er maar zijn als er een volwaardige compensatie is.
Een volwaardige compensatie en een draagvlak betekent dat er prikkels moeten zijn. De mensen moeten worden gestimuleerd en overtuigd om iets te doen. Ik herhaal dat het moet gaan om een volwaardige compensatie en niet om de compensatie die momenteel in het proces van het ruimtelijk uitvoeringsplan staat. Nu gaat het om 80 procent van een ooit aangekocht gebied. De garantie moet 100 procent van de venale waarde bedragen. Dat is voor mijn fractie belangrijk.
Ik wil nog even terugkomen op de krijtlijnen die de minister-president heeft aangekondigd. We zullen niet meer met versnipperde gebieden werken en we zullen nieuwe criteria gebruiken. Er zal, in samenspraak met de lokale besturen, een terreinverificatie komen. Het is voor ons tevens zeer belangrijk dat we niet langer gebruik zullen maken van artikel 90ter van het Bosdecreet. De oppositie heeft dit blijkbaar niet goed gehoord. Ik doe hier alleszins een oproep om gezamenlijk een initiatief te nemen om artikel 90ter van het Bosdecreet aan te passen. Dat artikel heeft immers geleid tot alles wat nu is gebeurd.
Ik kom nog even terug op de prikkels en de stimuli die we later ook voor het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen nodig zullen hebben. Waarom zouden we de mensen niet stimuleren om bossen aan te planten zonder die aanplanting in de toekomst een bestemmingswijziging met zich te laten meebrengen? Mensen kunnen dan gedurende tien of vijftien jaar een bos op een bouwkavel aanbrengen zonder het risico te lopen dat die kavel onbebouwbaar wordt. Waarom zouden we dergelijke stimuli niet gebruiken? Op dat vlak kan ik gerust verwijzen naar wat minister Tommelein met betrekking tot energie doet. Indien we de mensen stimuleren, zullen we krijgen wat we beogen. We moeten daar allemaal voor gaan.
Mevrouw De Vroe heeft daarstraks al een ander voorbeeld aangehaald. We hebben nog heel wat bosgebied dat nog niet bebost is. Het gaat om 12.500 hectare. Ik ben blij vandaag te horen dat iedereen het er haast over eens is dat we ook hier werk van moeten maken. We moeten het momenteel onbeboste bosgebied bebossen.
Een betrouwbare overheid die verbindt, staat garant voor rechtszekerheid, draagvlak en volwaardige compensaties en vraagt hiervoor respect. Ik hoop dat we dat hier van iedereen mogen verwachten. Ik doe opnieuw een oproep. We moeten gezamenlijk een initiatief nemen om artikel 90ter zo snel mogelijk in het Vlaams Parlement aan te passen. Dit moet ons in staat stellen te realiseren wat we beogen. Iedereen wil meer bos, maar dit moet op een ordentelijke en rechtszekere wijze tot stand worden gebracht.
Mevrouw Peeters, ik heb gewoon een informatieve vraag. U hebt heel de tijd opgeroepen u te helpen met een aanpassing van artikel 90ter. Kunt u misschien ook even vermelden hoe u dat artikel precies zou willen aanpassen?
Ik heb begrepen dat criteria als de biodiversiteit in uw interpretatie van bossen niet meer hoeven mee te tellen. Een bos dat er tien jaar staat, is op het vlak van de biodiversiteit niet veel waard. Dat is een kapsysteem. Dat is leuk om dennenbomen en populieren te kweken en om brandhout te maken, maar op het vlak van de biodiversiteit is het geen bos. Dat is nu net het belang van de bescherming van de bossen die er al staan en die er vaak al honderd jaar staan in plaats van in Vlaanderen een paar nieuwe populierenplantages tot stand te brengen. Dat is geen bos. Dat is waardige commerce, maar het is wel gewoon commerce. Op zich is daar niets op tegen, maar u moet dat hier niet verkopen als bossen.
U vraagt ons nu artikel 90ter op die basis aan te passen, zodat we de kwetsbare waardevolle bossen in Vlaanderen door een paar tijdelijke plantages zouden kunnen vervangen. U hebt veel te vertellen over de compensatie van eigenaars, maar u hebt blijkbaar niet veel te vertellen voer bossen, biodiversiteit en natuur. Dat is uw goed recht, maar u moet hier niet doen alsof. Indien u artikel 90ter wilt aanpassen en onze hulp wilt, wil ik daarover discussiëren. U moet dan wel vertellen hoe u het wilt aanpassen, want dat heb ik u op geen enkel moment horen zeggen.
Dat wil ik graag doen, mijnheer Tobback. Ik dacht dat u het Bosdecreet beter kende, klaarblijkelijk niet.
Wat willen wij zeker aangepast zien aan artikel 90ter? Ten eerste, dat er niet onmiddellijk een moratorium komt. U weet zelf dat dat nu wel het geval is. Ik zie u al knikken, u bent het daar gelukkig met mij eens. Er komt niet meteen een moratorium, er zijn niet meteen rechtsgevolgen aan een kaart zonder dat de mensen inspraak hebben, zonder dat ze zelfs nog maar kennis hebben van die kaart. Ik denk – en ik zie u knikken – dat u het daarmee eens bent. (Opmerkingen. Gelach)
Mag ik even, vooraleer mijn bewegingen door mevrouw Peeters fout worden geïnterpreteerd, voorzitter?
Mevrouw Peeters, het is natuurlijk essentieel dat, wanneer u de intentie aanduidt om dat definitief te beschermen, u ervoor zorgt dat het ondertussen niet gekapt wordt. Dat is wat u nu hebt gedaan. Precies door de kaart op deze manier aan te kondigen en het moratorium op te heffen, hebt u een massa mensen gestimuleerd om die paar bomen die er toch nog stonden, snel te kappen om daar later geen problemen mee te krijgen. Ik sluit zelfs niet uit dat dit opzettelijk gebeurd is. Maar laten we die discussie niet voeren. Maar zonder een moratorium aankondigen dat we dit gaan doen, …Ik wil dat we dit gaan doen, en ik wil tegelijk een vergoeding garanderen en ernaast leggen.
U had dat beter zelf gedaan, want u pleit er wel voor maar u doet het niet, met deze meerderheid. Er lag geen euro en geen systeem klaar om de mensen te vergoeden. Als die vergoeding er is, is er geen enkel probleem met een moratorium, mevrouw Peeters. Het is het een of het andere. Ofwel nemen we beslissingen waarbij we mensen vergoeden, ofwel nemen we geen beslissingen en stimuleren we misbruik. Het is het een of het andere. In de twee gevallen voert u misschien beleid. Maar wat u nu voorstelt, heeft niets meer te maken met beleid, dat is gewoon freewheelen, dat gaat nergens toe leiden.
Mijnheer Tobback, ik was nog niet klaar. Opnieuw moet ik herhalen dat ik dacht dat u artikel 90 van het Bosdecreet beter kende. U weet toch wel dat die bossen, ongeacht of er een kaart is vastgesteld of niet, al lang beschermd zijn. U kent het Bosdecreet niet, u vindt het ook niet nodig om te luisteren naar mijn repliek, maar alleszins, dat zijn voorstellen die wij hebben om het Bosdecreet te wijzigen: niet onmiddellijk rechtsgevolgen erin zonder inspraak, wel als men een bestemmingswijziging doorvoert, soortgelijk als ook onze ruimtelijke uitvoeringsplannen, maar ook daar hecht u niet veel belang aan.
Ik heb daarnet uw exposé gehoord over beslist beleid. Voor ons zijn RUP’s wel van belang en wij willen dat wanneer men een ontwerp van kaarten vaststelt, een soortgelijke procedure wordt doorlopen als voor de RUP’s, met inspraak en met een passende schadevergoeding. U zegt dat wij dat niet hebben ingeschreven. Wel, in artikel 90ter stond dat inderdaad niet, vandaar opnieuw een oproep om allemaal samen werk te maken van een aanpassing van het Bosdecreet zodat we de krijtlijnen die de Vlaamse Regering al heeft uitgewerkt, zo snel mogelijk kunnen uitvoeren.
Mevrouw Peeters, mijn mond valt open van verbazing. Het standpunt van Open Vld is dus heel duidelijk. Alle waardevolle, kwetsbare, zonevreemde bossen worden bij dezen vogelvrij verklaard. (Opmerkingen van Lydia Peeters. Opmerkingen)
Dat is zeer duidelijk. U schuift alle fouten die er zijn gemaakt, door naar de steden en gemeenten. U schuift de verantwoordelijkheid opnieuw door naar de steden en gemeenten. De Vlaamse Regering trekt het zich niet meer aan. Bij de totstandkoming van de boskaart was het de bedoeling dat de Vlaamse Regering zou beslissen. Zitten daar fouten in? Ja, er zitten fouten in. De Vlaamse Regering kan nog altijd kapvergunningen afleveren. Maar het was wel de bedoeling dat de meest waardevolle kwetsbare bossen zouden worden beschermd.
Zelfs dat, zegt Open Vld, dat willen wij niet meer doen. De Vlaamse Regering moet zich daar niets van aantrekken, alle bossen zijn opnieuw vogelvrij. Wel, mevrouw Peeters, dat is een heel mooi principe. Op onze hulp zult u niet moeten rekenen om dat artikel in die zin aan te passen.
Mevrouw Meuleman, voor iemand van de Groen-fractie! Ik had zeker verwacht dat u het Bosdecreet zou kennen. Maar u doet nu opnieuw alsof die bossen vogelvrij zijn, alsof die nu massaal gekapt kunnen worden. U weet dat geen enkele boom kan worden gekapt zonder stedenbouwkundige vergunning en voor heel wat gevallen niet zonder een ontheffing door de minister. Ik hoop dat u dat weet. Stop alstublieft met te zeggen dat al die bomen zonder meer gekapt kunnen worden. U weet beter, dus u moet dergelijke onzin niet komen verkondigen. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Peeters, het is heel vreemd dat u hierbij verwijst naar het bestaande Bosdecreet. Want daar staat inderdaad een ontbossingsverbod in, behalve als het bijvoorbeeld gaat over woongebied en industriegebied. Dan kan er een vergunning worden aangevraagd. En zoals ik daarnet zei: in negen gevallen van de tien worden die vergunningen ook toegekend. Dat is natuurlijk de hele reden dat we die waardevolle bossen willen beschermen. Ze zijn vandaag niet beschermd. U maakt dus eigenlijk een kringredenering. (Opmerkingen van Lydia Peeters)
U maakt echt een kringredenering. En ik denk dat de eigenlijke agenda is dat u die zonevreemde bossen helemaal niet wilt beschermen. Maar misschien moet u dat dan gewoon toegeven.
Mijnheer Sanctorum, ook daar heb ik een heel duidelijk antwoord op. Ik ben al blij dat u tenminste toegeeft dat u inderdaad niet zomaar kunt overgaan tot kaalkap. En inderdaad, in industriegebied en woongebied hebt u een stedenbouwkundige vergunning nodig. En u krijgt die vergunning voor het perceel dat u wilt bebouwen. Dat betekent dat, als u een perceel hebt van 10 are, u niet die 10 are volledig zult kappen, maar wel daar waar u een gebouw wenst. En tegelijk – en, collega’s, dat weten jullie ook allemaal – is er in een compensatie voorzien. En als men meer dan 3 hectare zou kappen, is er sowieso een verplichte compensatie in natura, dus elders bossen bijplanten. In het andere geval is er een financiële compensatie die wordt gestort in het Boscompensatiefonds, waarmee dan opnieuw bossen kunnen worden aangeplant.
U weet dat, mijnheer Sanctorum. Ik weet dat u dat weet. Dus stop met hier telkens opnieuw fabeltjes te vertellen en mist te spuien. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister-president, over de persoonlijke relaties in uw Vlaamse Regering zal ik het niet hebben. Jullie zijn volwassen en hebben heel wat politieke bagage. Ik ga ervan uit dat jullie politiek kunnen overeenkomen en dat jullie ruzies kunnen bijleggen. Daarover zal ik het dus niet hebben. Ik wil het over het dossier zelf hebben.
Collega’s, in december 2015, ondertussen anderhalf jaar geleden, werd een decreet goedgekeurd dat waardevolle, maar ook ruimtelijk bedreigde bossen, mevrouw Peeters, ruimtelijk bedreigde bossen, zou beschermen.
Collega’s, dat was een pact tussen meerderheid en oppositie, in een heel andere sfeer dan vandaag. Er was eensgezindheid: die ruimtelijk bedreigde bossen moesten worden beschermd.
En collega’s, ik verdedig die beslissing nog altijd. Het was een heel goede beslissing, het was een goed decreet. Minister, u hebt daar openlijk afstand van genomen. Maar het was een heel goede basis om verder te werken.
Maar toen was de regering aan zet. En laat ons eerlijk zijn: toen is het flink, flink misgelopen. Er zijn het voorbije anderhalf jaar kapitale fouten gemaakt, die onze bossen inderdaad onherstelbaar dreigen te beschadigen. Dit is dus geen politiek akkefietje waarover we als parlement tussen meerderheid en oppositie eens moeten debatteren, van gedachten wisselen. Dit is een dossier waar het Vlaamse beleidsniveau echt het verschil had kunnen maken. En tot mijn spijt is deze regering erin geslaagd om het bosdossier te mismeesteren.
Minister-president, de hallucinante communicatie van de voorbije dagen bevestigt die mismeestering. Ik haal er vijf frappante citaten uit. U zei in uw radio-interview maandagochtend: “Mensen die zelfs een bouwvergunning hebben, kwamen plots in een totale rechtsonzekerheid.” Minister-president, u hebt die rechtsonzekerheid zelf gecreëerd. U hebt die zelf gecreëerd.
Want wat was de bedoeling? Alle vergunningen zijn rechtsgeldig tot 17 december 2015, want toen werd het decreet goedgekeurd. En daarom moest minister Schauvliege snel met een boskaart komen, zodat de rechtszekerheid kon worden gegarandeerd.
Wat is er gebeurd? Uw regering heeft anderhalf jaar getalmd met deze boskaart, waardoor nieuwe bouwvergunningen werden aangevraagd en goedgekeurd. En zo is het kwaad geschied, minister-president. U en uw regering zijn verantwoordelijk voor de rechtsonzekerheid.
Minister Schauvliege, op vrijdagavond zei u voor de camera het volgende: “Ik heb altijd gewaarschuwd dat dit niet goed in elkaar zat. Ik ben blij dat iedereen in de Vlaamse Regering nu overtuigd is dat dit geen goede manier van werken is.” Minister, mijn verstand kan er niet bij hoe u uw eigen beslissing kunt afkraken. Ik kan daar echt niet bij. U hebt bovendien in de commissie gezegd: “Deze kaart houdt steek en als het van mij afhangt, leg ik die voor aan de Vlaamse Regering.” Als de minister van Natuur er niet in gelooft, hoe kunnen we dan al die ruimtelijk bedreigde bossen in Vlaanderen beschermen? Dat is mij een raadsel.
Minister-president, u zei: “Ik vind dat we naar andere criteria moeten gaan, oppervlaktecriteria.” U hebt net het omgekeerde beslist met de aangepaste kaart. Want wat hebt u gedaan? U hebt de grote, waardevolle bossen geschrapt en u hebt er minder waardevolle snippers voor in de plaats gegeven. Dat is opnieuw uw verantwoordelijkheid. Het is absurd dat u nadien verwijst naar het feit dat die oppervlaktecriteria gerespecteerd zouden moeten worden. Dat is uw eigen verantwoordelijkheid. Het is een beslissing van de Vlaamse Regering, van niemand anders.
En tot slot – en daar zou het parlement heel zwaar aan moeten tillen, en het is hier verschillende keren opnieuw aangehaald – heeft mevrouw Schauvliege gezegd: “De kaart is gemaakt op basis van criteria die wettelijk zijn vastgelegd, en als daar geen oplossing voor komt, zal er ook geen nieuwe boskaart kunnen komen.” Dat is gewoon flauwekul, minister. Waar haalt u het vandaan dat het parlement u zou verhinderen om een goede boskaart te maken? Dat is gewoon niet waar. De criteria zijn goed. U moet gewoon de politieke wil aan de dag leggen om een goede boskaart af te leveren. Dit is dus nefast voor onze bossen. En eerlijk: volgens mij komt die bescherming er niet meer, voor de zomer niet, dit jaar niet, misschien zelfs deze legislatuur niet. Minister-president, ik richt mij persoonlijk tot u. Ik hoop dat u erin slaagt om mijn ongelijk te bewijzen. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Vandaele heeft het woord.
Collega’s, wie hoopte dat ik de minister vandaag met een kettingzaag te lijf zou gaan, vergist zich, met dank aan een kopje warme thee – rooibosthee.
Het stemt ons tevreden, voorzitter, dat de regering vasthoudt aan het engagement uit het regeerakkoord en dat het vele werk dat gedurende acht jaar voorbereiding in het dossier is geïnvesteerd, niet vergeefs is geweest. De minister-president gaf het overzicht van de verschillende stappen, met ook de filters die ons van 64.000 hectare, over 20.811 hectare, tot 12.500 hectare toplaag waardevol bos brachten. Het was een lang traject, tot collega Tinne Rombouts ons op 19 oktober 2015 voorstelde een nieuw artikel, artikel 90ter, in het Bosdecreet op te nemen. Komt het door haar charmes of die van de minister, maar in ieder geval keurde dit parlement het amendement op 17 december 2015 zonder tegenstemmen goed. Zonder tegenstemmen, het vandaag vermaledijde artikel 90ter.
Ik hoop dat deze vastberadenheid, meerderheid en oppositie, over de partijgrenzen heen, overeind blijft om de bescherming alsnog te realiseren. Voor welke methodiek we ook kiezen, collega’s, een aantal ingrediënten zal steeds onmisbaar blijken. Of we nu beschermen via het Bosdecreet, op basis van een kaart, al dan niet gevolgd door ruimtelijke uitvoeringsplannen, wat het plan was, of meteen door het opmaken van ruimtelijke uitvoeringsplannen op Vlaams niveau, of nog een ander scenario, de basisvoorwaarden zijn, denk ik, altijd dezelfde.
De eerste voorwaarde is: beschikken over een zo correct mogelijke kaart, die een groot gewicht geeft aan kwaliteit van fauna en flora en nauwgezet rekening houdt met oppervlaktenormen. Er sluipen altijd fouten in een kaart. Elke kaart is een momentopname. We weten, collega’s, hoe onverbiddelijk die sloebers van spechten, eekhoorns en allerlei vraatzuchtige boomkevers te werk kunnen gaan en hele stukken bos in een mum van tijd van de kaart kunnen vegen, maar de foutenmarge op een kaart moet wel zo klein mogelijk zijn.
De tweede voorwaarde is een openbaar onderzoek met inspraak. Dat was nu in gang gezet, maar dat komt er ook als je bijvoorbeeld een ruimtelijk uitvoeringsplan zou opmaken. De derde voorwaarde is al door bijna iedereen gezegd: een degelijke schadevergoeding en compensatiemaatregelen. Die vergoeding was er nu ook, in tegenstelling tot wat er hier een paar keer is gezegd, maar voor ons mag die compensatie sneller en hoger. We pleiten er al langer voor, ook hier, op dit spreekgestoelte, om het systeem van planbaten en planschade te herwerken, en ook andere mechanismen in stelling te brengen, zoals grondenruil, verhandelbare bouwrechten, noem maar op.
Collega’s, een gemakkelijke oefening wordt dat zeker niet. We benijden minister Schauvliege niet, die ons hiervoor op korte termijn een instrumentendecreet belooft. Dan kunnen we de mensen, denk ik, helemaal geruststellen als hun grond aan waarde verliest door een beslissing van de overheid. Dan moet er ook een behoorlijke vergoeding komen, zoals die er bijvoorbeeld ook is bij openbare werken. Dat is absoluut nodig als de regering en het parlement hun ambities willen waarmaken en de open ruimte maximaal willen vrijwaren. Dan gaat het immers niet langer om 3000 hectare harde bestemmingen in het bosverhaal vandaag die niet meer kunnen worden gerealiseerd, maar dan spreken we over een veelvoud daarvan.
Het is vermoeiend om te blijven herhalen dat bomen, die grillen van de natuur, onmisbaar zijn voor de menselijke gezondheid, voor het vasthouden van CO2, voor de biodiversiteit. Naast de oude bossen moeten we ook nieuw bos aanplanten. We hebben een grote achterstand daarin, het is al gezegd, en het is goed dat de regering vandaag beklemtoont dat ook wat dat betreft een inhaalmanoeuvre op komst is.
Heeft de voorbije week het bosminnende parlementslid veel vreugde gebracht? Neen, ik denk het niet, maar we doen natuurlijk niet aan politiek om onszelf gelukkig te maken, wel voor het algemeen belang. Excuses dat ik die ietwat in onbruik geraakte term hier nog in de mond neem. De bescherming van de waardevolste bossen, uiteraard met zo veel mogelijk draagvlak, is te belangrijk om nu bij de pakken te blijven neerzitten. Ik ben dan ook blij dat de regering er ook zo over denkt. Zo begrijp ik het toch. Minister, we gaan u dan ook zeker steunen om de doorstart zo snel mogelijk op de sporen te zetten. (Applaus bij de N-VA en CD&V en van Bart Somers)
Mijnheer Vandaele, ik heb gewacht tot het einde. Ik moet eerlijk zeggen dat ik wat te doen heb met u. U hebt hier immers weer heel wat principes opgelijst waarover we het eigenlijk allemaal eens zijn, maar eigenlijk bent u onvoorstelbaar naïef. U hebt uw collega van Open Vld gehoord. U zegt dat die criteria van belang zijn. Zij wil af van die criteria. Ik besef dat het voor u zeer hard ontwaken en van uw wolk vallen is, maar wat de afgelopen dagen is gebeurd, is eigenlijk nefast voor hetgeen wij willen en wat ook u wilt. Ik vind dat u naïef bent, want ik heb daarnet een verdeelde Vlaamse Regering gehoord. Wat vrijdag is gebeurd, is dat die boskaart is ingetrokken. Die komt niet terug. Men heeft geplooid en men gaat plooien voor de lobbyisten om hier niet mee door te gaan. Ik heb dus eigenlijk met u te doen. U positioneert zich eigenlijk als een groene N-VA’er. Vandaag zijn de maskers afgevallen. U vertelt een mooi verhaal, maar als puntje bij paaltje komt, kiest deze Vlaamse Regering voor een heel andere lijn, de lijn van de lobbyisten en de betonboeren. Zeer jammer, maar ik vrees dat het niet meer voor uw tijd zal zijn. (Applaus bij Groen)
Collega Rzoska, ik word bijna ontroerd door uw woorden. Ik denk dat we hier toch ook een aantal andere dingen hebben gehoord, die belangrijk blijven. Ik heb van de minister-president toch gehoord dat de engagementen van het regeerakkoord van 2014, waarin eigenlijk wordt gesteld dat we die conceptnota van 31 januari 2014 gaan uitvoeren, overeind blijven. Ik hoor de grote principes, waarover we het kamerbreed of toch zo goed als kamerbreed eens waren, ook in het kader van het BRV, van onze fameuze klimaatresolutie enzovoort, toch niet onderuithalen.
Ik denk dat nu moet worden gekeken hoe de regering dit op de sporen zal zetten. Dat men daar niet op één dag uitgeraakt, vind ik begrijpelijk. Maar het is nu zaak om, aan de hand van de principes, en eventueel met een nieuwe methodiek, voort te werken. U kent de voorgeschiedenis: in dit verhaal hebben al verschillende methodes op tafel gelegen. Ik herinner mij de studie van Grontmij van juni 2012, waarin een hele reeks van mogelijkheden werden opgesomd, gaande van de verwerving van de terreinen door de overheid, wat uiteraard de duurste methode is, tot een generieke bescherming, wat de goedkoopste oplossing was, en alles wat daartussen zat. Heel dat instrumentarium kennen we. Ik wil de regering nu wat tijd geven om daar nog eens naar te kijken, en misschien komt daar een andere optie uit, die tot een even goed of zelfs tot een beter resultaat kan leiden.
Mijnheer Vandaele, ik heb met u te doen: het moet hard ontwaken zijn voor u. Ik heb daarnet een Vlaamse Regering gehoord die het, bij monde van de minister-president, heeft over een nieuw plan van aanpak met een volledig nieuwe procedure, maar die dat absoluut niet concreet kan maken. Als u dat koppelt aan de verklaringen van een aantal van uw collega’s van deze namiddag, vrees ik dat het voor u jammer genoeg een sprookje zal blijven.
Mijnheer Vandaele, ik sluit mij aan bij de sympathiebetuiging van de heer Rzoska en bij zijn nauwelijks verholen medelijden met u. Ik bewonder de manier waarop u het blijft verkopen, maar ik heb de minister-president effectief horen aankondigen dat hij iets volledig nieuws zal doen, maar hij kan niet zeggen wat, laat staan hoe. Ik betwijfel ook dat hij dat namens de Vlaamse Regering kan. Ik heb uw coalitiegenote Peeters horen zeggen dat het mag zijn wat het wil, als het maar niet gebaseerd is op een bescherming zuiver op natuurwaarde en zonder te kijken naar de bestemmingen op het gewestplan, die zouden moeten gewijzigd worden, en waardoor we nu al weten dat dit niet zal gebeuren.
Zelf kunt u niets op tafel leggen als garantieregeling voor de vergoeding van eigenaars. Als u dat kon, was er niets dat u tegenhield om daarvoor als meerderheid in Vlaanderen de voorbije drie jaar een beter systeem uit te werken. Ik kan enkel vaststellen dat dit er nog altijd niet is. De enige die het misschien nog kan bijsturen, is de heer Ceyssens, maar daar durf ik mijn geld niet op inzetten. De enige slotsom van dit hele debat is dat u met lege handen staat en dat er geen bescherming is. Voor ieder zonevreemd bos in Vlaanderen kan op dit ogenblik een kapvergunning worden aangevraagd en er zijn bijzonder weinig gronden om die te weigeren, zeker in die gemeenten die er liever een paar villa’s op zien staan omdat die geld opbrengen. Zoals mevrouw Peeters zegt: als er een stukje wordt gekapt, zijn er meteen twee bossen. Dat is de situatie vandaag. Dat is waar het beleid van deze regering toe geleid heeft. U profileert zich als een groene flamingant die de bescherming van de Vlaamse omgeving in het hart draagt. Maar het resultaat is nul. Je zou je afvragen waarom je de grootste partij wil zijn als het is om enkel principes te verkondigen en er niets van waar te maken (Applaus bij sp.a en Groen).
Mijnheer Tobback, u hebt nogmaals herhaald dat die bossen vogelvrij zijn en zonder veel omhaal gekapt zullen worden. Ik kan allen maar herhalen wat hier ook al gezegd is, namelijk dat met de procedures die vandaag gelden en de regelgeving die er vandaag is, die bossen blijven bestaan, zoals ze er waren voor we aan dit hele verhaal begonnen. Dat betekent dat er in landbouwgebied een ontheffing nodig is door de minister, die dat delegeert aan het hoofd van de administratie van het ANB. Voor andere terreinen, namelijk in industrie- en woonzones is er een vergunning van de gemeente nodig. We zeggen altijd – en dat is ook een mantra van deze regering – dat we vertrouwen hebben in de lokale besturen. We willen de gemeenten verantwoordelijkheid en vertrouwen geven. Dit is dan ook een dossier waar ze kunnen bewijzen, als ze die bossen willen houden, dat ze dat inderdaad ook moeten doen. (Opmerkingen van de Bruno Tobback en Bart Van Malderen)
U zegt dat het een maat voor niets is geweest, maar de rit is nog niet gereden. We hebben nog een tijdje te gaan met deze regering. Ik heb ook niemand horen zeggen dat die passage uit het regeerakkoord wordt geschrapt. Volgens mij staat de bescherming van de waardevolste bossen nog altijd in het regeerakkoord. Ik verwijs naar de conceptnota van 31 januari 2014 en ik zou nog niet meteen de boeken dichtgooien, maar laten we samen kijken hoever we hiermee kunnen geraken.
Mijnheer Vandaele, ik begrijp dat u uw best doet en misschien probeert uzelf iets wijs te maken. Alle sympathie daarvoor, maar u moet toch een klein beetje binnen de perken blijven. Wat u nu zegt, is: ‘De gemeentebesturen moeten het maar oplossen.’ Dat betekent dat de gemeentebesturen mogen kiezen om een vergunning te weigeren, en als ze dat echt definitief willen doen, zullen zij het initiatief moeten nemen voor een bestemmingswijziging en zullen zij moeten opdraaien voor de kosten van het beleid dat u zegt te willen nastreven en waarbij u het vertikt om met de Vlaamse Regering ook maar 1 euro in een garantie- en schadevergoedingsregeling te steken, want die is er nog altijd niet. Het is niet voor niets dat ik daarop aandring. Wat u met deze regering doet op deze manier is uw handen ervan afhouden en zeggen: ‘Trek uw plan.’
In landbouwgebied zal de ontheffing automatisch gebeuren door de administratie. In de andere gebieden zullen de ontheffingen automatisch gebeuren door de gemeenten, die niet de middelen hebben om ze te weigeren en niet de middelen hebben om de gewestplanwijzigingen door te voeren. Dat is waarom ze vandaag vogelvrij zijn. Dat weet u goed genoeg, want u kent het dossier even goed als ik, misschien zelfs beter. U weet dus ook dat het precies daarom is dat er een aparte regeling moest komen voor zonevreemde bossen, namelijk omdat er anders geen enkele garantie is. Waarom denkt u in godsnaam dat er in Vlaanderen jaar na jaar bos blijft verdwijnen, als het niet wegens die reden is? Daarom had u de verantwoordelijkheid om deze kaart te maken, en om die goed te maken en garanties te bieden. Daarom is het zo treurig dat u in die verantwoordelijkheid bent tekortgeschoten, u met heel deze Vlaamse Regering.
Collega, als ik zeg dat de gemeenten nu weer de verantwoordelijkheid hebben voor die bossen, althans als het om industrie- en woonzones gaat, bedoel ik dat de gemeenten inderdaad nu de brug zullen moeten maken, wat mij betreft naar een nieuwe regeling die er heel snel komt. Ik geloof inderdaad wel in die doorstart. Ik zeg niet: ‘De gemeenten moeten het nu maar oplossen en we hebben van Vlaamse kant geen regelgeving meer nodig.’ Dat zeg ik natuurlijk niet. Ik zeg dat we hier opnieuw werk van moeten maken om dat opnieuw op de sporen te zetten, zij het misschien via een ander pad.
U blijft herhalen dat er vandaag geen regeling bestaat voor schade. Dat is niet zo, dat weet u ook. De regeling is niet perfect, maar er is een planschaderegeling. De regeling zoals die op tafel lag in de lopende procedure – collega, dat weet u zeer goed – is dat mensen van wie het terrein uiteindelijk, na het openbaar onderzoek en na de definitieve vaststelling van de kaart – waarschijnlijk zouden heel veel percelen eruit gevallen zijn – er nog op bleef staan, een ontheffing konden vragen aan de Vlaamse Regering. Als die ontheffing niet werd toegekend, dan moest de Vlaamse Regering een ruimtelijk uitvoeringsplan maken en dan was er inderdaad planschade. Was die regeling perfect? Neen. Mag de planschade omhoog? Ja. Daar hebben wij al heel vaak voor gepleit, trouwens wat mij betreft graag in samenhang met de planbaten. Maar zeggen dat er niets was en dat het een afpakken was van de gronden van de mensen, dat is natuurlijk ook niet zo. Wel was de procedure vrij langgerekt en traag en duurde het een paar jaar voor alles helemaal in de plooi lag.
Mijnheer Vandaele, niemand twijfelt aan uw oprechte strijd in dezen. Maar ik moet u wel deze vraag stellen. Het enige dat vandaag concreet is opgedoken vanuit de meerderheid inzake de bescherming van bossen, is dat Open Vld geen moratorium wenst. Dat is het enige concrete. Ik zou graag van de N-VA willen weten hoe zij staan tegenover een moratorium. Steunen zij Open Vld? En collega Ceyssens, ik zou straks graag die vraag ook willen stellen aan CD&V: hoe staan zij tegenover een moratorium?
Collega Sanctorum, het is geen geheim dat we dat moratorium in de regeling zoals die er lag, verwelkomden. Voor ons was dat een goede zaak om pas op de plaats te maken en te zorgen dat er intussen niet te veel onheil geschiedde. Als je naar de situatie nu kijkt, dan vallen we terug op de regeling zoals die was voor dit traject. Dat moratorium is er dan op dit ogenblik niet, denk ik. (Opmerkingen van Hermes Sanctorum-Vandevoorde)
Voorzitter, ik wil even repliceren op wat de heer Sanctorum zegt, namelijk dat de Open Vld-fractie enkel dat moratorium geschrapt zou willen zien. Dat klopt niet, mijnheer Sanctorum. Nogmaals, voor alle duidelijkheid, ik verwijs naar de hoorzitting van maart 2017. U was daar toen wel aanwezig. Toen heb ik al gevraagd om artikel 90ter van het Bosdecreet te schrappen, want het werkt niet.
Waarom werkt het niet? Omdat er geen inspraak is, omdat er geen volwaardige compensatie is. Dat is iets waar Open Vld altijd op heeft gehamerd. Ik ben blij dat vandaag alle neuzen in dezelfde richting staan en dat iedereen een pleidooi houdt voor rechtszekerheid, voor een volwaardige compensatie, niet een compensatie zoals we die kennen in het kader van een ruimtelijk uitvoeringsplan, maar wel een 100 procent compensatie. Dat staat nu niet in het Bosdecreet, maar wij willen dat er wel in. Nogmaals, mijnheer Sanctorum, voor alle duidelijkheid, en ik hoop dat u het nu begrepen hebt.
Ik heb begrepen van mevrouw Peeters dat ze absoluut geen moratorium wil. Dat is haar goed recht, ondanks het feit dat het regeerakkoord en het artikel 90ter er effectief in voorzien. Ik heb van de heer Vandaele nog altijd niet gehoord wat hij nu precies wil. De feiten kennen we allemaal, mijnheer Vandaele. Het heeft geen nut om die nog een keer op te sommen. U weet dat er vandaag geen is. De vraag is of de N-VA nog altijd achter het principe staat dat kwetsbare bossen, die vandaag niet beschermd zijn, moet beschermen in afwachting van een definitieve regeling met schadevergoeding. Met inspraak, mevrouw Peeters. U bent heel de tijd les aan het geven over wie de decreten niet goed heeft gelezen. Misschien moet u ze zelf eens lezen, want artikel 90ter voorziet ook in een openbaar onderzoek bij die kaart. Bij mijn weten lopen inspraak en openbaar onderzoek nogal gelijk. Een openbaar onderzoek is inspraak, geeft aan een eigenaar het recht om zijn opmerkingen te maken, geeft een eigenaar het recht om daarin tussen te komen, en geeft zelfs het recht om achteraf naar de rechtbank te stappen. Veel meer inspraak kan men niet hebben.
Mijnheer Vandaele, ik wil nog een punt rechtzetten. U zegt dat er vandaag een vergoedingsregeling is. Dat klopt, maar ook dat blijft u maar herhalen. Ik ga toch nog eens wijzen op het grote probleem dat ermee is. De planschaderegeling valt vandaag ten laste van diegene die de gewestplanwijziging initieert, de uitvoeringsplanwijziging initieert. In de huidige regeling waarin de Vlaamse Regering tekortschiet in het zelf maken van een kaart en in het zelf maken van initiatieven, schuift u de verantwoordelijkheid en de kosten ervan door naar de lokale besturen waarvan u goed weet dat ze de middelen niet hebben om dit in uw plaats te doen. Als de Vlaamse Regering niet in staat is en bereid is om dat te doen en het doorschuift, waarom hebben we dan in godsnaam nog een Vlaamse Regering nodig? Schaf ze af als ze toch geen verantwoordelijkheid neemt.
Mijnheer Tobback, in de regeling zoals ze er lag, zou de planschade inderdaad ten laste geweest zijn van de Vlaamse overheid, want het was de Vlaamse Regering die de initiatieven moest nemen als de ontheffing niet werd toegekend. Die regeling is nu even in de koelkast gestopt. Daar zijn we het over eens. Dat hebben we hier vandaag al gehoord. Ik begrijp dat het de intentie van deze regering is om een doorstart te maken. Dat heb ik toch begrepen vandaag. Een doorstart maken. Ik kan mij voorstellen dat men dan misschien opnieuw tot een regeling komt – en u bent zo bezorgd dat die planschade bij de lokale besturen komt te liggen – waar de planschade toch weer ten laste van de Vlaamse overheid komt. Ik denk dat het toch voorbarig zou zijn om hier vandaag uitspraken te doen en nodeloos in elkaars haren te vliegen terwijl we eigenlijk beter allemaal samen zouden moeten nagaan hoe we hieruit geraken. (Applaus bij de N-VA)
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het meeste gras is al voor mijn voeten weggemaaid, maar ik ga toch proberen om nog enkele elementen in te brengen in het debat.
Ik moet zeggen dat ik de afgelopen week geen lobbyisten hebt gehoord. Wie ik vooral gehoord heb, waren ongeruste burgers. Wat me daar vooral van bijgebleven is, is het verhaal van een hoogzwangere vrouw die mij wenend opbelde en mij vertelde dat ze pas een bouwgrond hadden gekocht en die niet meer wist van welk hout pijlen te maken.
Ik heb die vrouw de volledige procedure uitgelegd: dat ze het best een bezwaarschrift zou indienen; als dat niet in aanmerking zou worden genomen, ze aan de Vlaamse Regering een ontheffing moet vragen; als dat niet zou gebeuren, dat ze Vlaanderen dan twee jaar de tijd moet geven om een ruimtelijk uitvoeringsplan te maken, om nadien planschadevergoeding te vragen. Ik herinner me vooral dat ze me dan huilend vroeg hoe oud haar kindje dan al wel zal zijn.
Ik denk dat we allemaal, over de partijgrenzen heen, onze bossen willen beschermen. Op dat punt moeten we niet proberen om elkaar te overtroeven. De vraag is hoe we dat moeten doen zonder mensen hun droom op een woning te ontnemen, hoe we de bouw van een woning die bijna al in de steigers staat niet verhinderen. Hoe realiseren we bosbescherming zonder massaal te raken aan het eigendomsrecht van mensen en bedrijven?
Rond de eeuwwisseling groeide in Limburg het idee om een nationaal park te bouwen. Het zou het eerste van Vlaanderen worden. Er rees verzet. Gelukkig is dat park er niet dankzij een pennentrek gekomen. Gelukkig waren er enkele jonge leeuwen die stelden dat we de natuur sexy moeten maken. Ze zijn erin geslaagd om dat park uit te bouwen tot een troef voor Vlaanderen. Het initiatief kreeg navolging. Ondernemers geraakten overtuigd van de toeristische meerwaarde. Mensen geraakten overtuigd van wat dat biedt aan kansen op vrijetijdsbeleving en onthaasting. Het heeft mensen met extra vrijetijd aangespoord om parkranger te worden. Kortom, er is een draagvlak gevonden voor een initiatief waartegen eerst verzet was gerezen. Het bewijst dat draagvlak nodig is om natuur en bos duurzaam te beschermen. De afgelopen dagen hebben aangetoond dat de forcing voeren zonder een draagvlak nefast is, want het werkt averechts.
Nu de redelijkheid is teruggekeerd, denk ik dat we opnieuw aan de slag moeten. Aan artikel 90ter moet worden gewerkt. Een nieuwe boskaart op basis van de huidige criteria heeft geen zin. Het enige resterende perceeltje in een voorts volledige gerealiseerde verkaveling ten koste van alles willen beschermen doet ons het doel voorbijschieten. De criteria voor de bescherming van waardevol zonevreemd bos moeten we toetsen aan de praktijk. In het verleden heb ik al opgeroepen om een beroep te doen op de mensen van het Agentschap voor Natuur en Bos, maar zeker en vast ook onze lokale besturen kunnen een rol spelen.
De planschadevergoeding in het kader van het Instrumentendecreet moeten we bekijken. Als een bos dermate waardevol is dat het moet worden beschermd, dan moet niet de eigenaar daarvoor het gelag betalen. Hij moet dan op een correcte en snelle manier worden vergoed. Vlaanderen moet daarvoor de nodige middelen opzijzetten.
Ik blijf het denkspoor van de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen als een mogelijke oplossing naar voren schuiven. Ik ben me er bewust van dat dit meer tijd zal vergen, maar die procedure bevat ingebouwde veiligheden die we tot vandaag hebben ontbeerd. Een GRUP wordt van onderaf opgebouwd. Deskundige adviezen kunnen in de procedure worden gebundeld; ze staan toe om een juiste inschatting te maken van de reële kost van de planschade. Een openbaar onderzoek laat elke belanghebbende toe om zijn rechten te doen gelden. Eens afgerond biedt het RUP algemene rechtszekerheid.
Tot dan blijven de bossen beschermd, volgens de vigerende regels. Inspraak en draagvlak: check. Zorgvuldigheid: check. Juridische zekerheid: check. Bosbescherming: dubbelcheck. En waarom ook niet verder durven te kijken? Voor het eerst is er een minister die werk durft te maken van zeer waardevolle bossen. Waarom niet durven te overwegen om de verdeelsleutels van het Gemeentefonds aan te passen, zodat lokale besturen die actief meehelpen aan het behoud van deze bossen een bonus krijgen?
Collega’s, onze bossen beschermen zal een werk van lange adem zijn en de nodige politieke moed vragen, niet het soort moed dat mooie voorpaginabeelden oplevert en dan in elkaar zakt zodra blijkt dat een gebrek aan oordeelkundig beleid onmogelijk gemaakt is. Het vraagt het soort moed dat ook overeind blijft wanneer de gevolgen van het beleid een gezicht krijgen. Aan dat soort moed heeft Vlaanderen iets, aan dat soort moed hebben onze bossen iets, zodat onze burgers niet nodeloos ongerust worden gemaakt. Dat heet verstandig groen. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer Ceyssens, ik heb een concrete vraag voor u. Het is altijd te appreciëren wanneer er concrete ideeën op tafel worden gelegd. Ik heb u ervoor horen pleiten om de verdeelsleutels van het Gemeentefonds aan te passen. Dat is een heel concreet idee, maar ik heb de minister-president daar niets over horen zeggen. Mijn vraag is heel eenvoudig: is dat een voorstel dat CD&V op de regeringstafel zal leggen?
Mijnheer Vandenbroucke, de voorbije week heeft aangetoond dat we niet holderdebolder te werk mogen gaan. Na vorige week denk ik dat het zeer onverstandig zou zijn om nu snel rond de tafel te gaan zitten en een doorstart te maken. Ik heb hier duidelijk gepleit voor gezond verstand en ik denk dat alle mogelijke oplossingen naast elkaar moeten worden gelegd om vooral tot een draagvlak te komen met voor ons twee uitgangspunten: bescherming van het bos en bescherming van de rechten van onze burgers. (Applaus bij CD&V)
Mijn gezond verstand zegt dat als de minister van Leefmilieu nu al acht jaar op die stoel zit, het misschien eens tijd wordt om een concrete oplossing op tafel te leggen die toch wel langer overleeft dan een paar weken. U zegt dat u niet holderdebolder wilt werken maar u hebt wel een idee gelanceerd, u hebt net gezegd dat u voorstander bent van de aanpassing van de verdeelsleutels van het Gemeentefonds, u wilt dat opnemen in de compleet nieuwe procedure die de minister-president heeft aangekondigd. Mijn vraag is: gaat CD&V een aanpassing van de verdeelsleutels van het Gemeentefonds op tafel leggen, ja of neen?
Mijnheer Vandenbroucke, ik heb gezegd dat we een draagvlak moeten creëren voor natuur en bos. Als er gemeentebesturen zijn die daarin willen meestappen, dan moeten we dat stimuleren. Ik heb trouwens al meermaals gepleit voor een aanpassing van het Gemeentefonds voor de buitengebieden waar u het allemaal over hebt en die de open ruimte bewaren voor Vlaanderen. Dat die daar meer voor beloond worden, daar hebben wij absoluut geen probleem mee. Ik denk dat dit een optie is waar we eens goed over moeten nadenken.
De heer Rzoska heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, u legt eigenlijk het GRUP voor bossen op tafel en u maakt het probleem bijzonder duidelijk en zeer helder. Deze Vlaamse Regering is onverdeeld naar het parlement gekomen, ik heb hier drie verschillende verhalen gehoord. Ik heb een minister-president gehoord die het heeft over een volledig nieuwe procedure maar dat niet concreet kan maken. CD&V heeft het over het GRUP. Met andere woorden: dat is niet verstandig groen, u wilt het dossier opnieuw op de zeer, zeer lange baan schuiven. U hebt hier met zijn drieën tijd genoeg gehad om de verhalen op elkaar af te stemmen. Vrijdag is de chaos ontstaan. Ik had gedacht dat we hier een eendrachtige Vlaamse Regering zouden zien, maar die is er niet. Er is een groot probleem in deze meerderheid. Ik hoop dat de heer Vandaele goed naar u heeft geluisterd. Er is een groot probleem binnen deze Vlaamse meerderheid, er is geen overeenstemming en ik voorspel u dat dit dossier op de zeer lange baan wordt geschoven. Iedereen heeft hier verloren.
U bewijst mijn punt. De minister-president heeft het over een volledig nieuwe procedure, maar hij wil ze niet concreet op tafel leggen. Er is geen akkoord.
Ik denk dat u het verslag erop moet nalezen, mijnheer Rzoska. Ik heb het GRUP duidelijk genoemd als een mogelijke oplossing, ik heb niet gezegd dat dit de zaligmakende oplossing is. Wanneer ik voor mezelf een aantal zaken op een rijtje zet, is het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan een heel degelijk instrument voor een afbakening. Aangezien alle adviezen worden ingewonnen, aangezien er een duidelijk openbaar onderzoek wordt geformuleerd, denk ik dat het GRUP een goed instrument is waarbij onmiddellijk de mogelijke planschande in kaart wordt gebracht zodat men onmiddellijk de financiële consequenties van een initiatief kan inschatten en daar de nodige middelen tegenover kan plaatsen.
Ik kijk met zeer veel genoegen uit naar de boskaart die aan de basis zal liggen van uw GRUP, want er zal een boskaart onder moeten liggen om hem te maken. Met andere woorden, mijnheer Ceyssens, deze meerderheid is naar het parlement gekomen zonder enig akkoord. Ze wordt fundamenteel aangetast in haar geloofwaardigheid.
Ik bewonder uw pogingen om ons uit elkaar te spelen, mijnheer Rzoska. (Gelach. Opmerkingen)
Waar uw grootste bekommernis het politieke luik is, is mijn grootste bekommernis het beschermen van enerzijds de bossen en van anderzijds de rechten van onze burgers. Ik heb de minister-president duidelijk de krijtlijnen horen uitleggen, ik heb hem geen ruimtelijk uitvoeringsplan horen uitsluiten binnen die procedure. Ik denk dat die zaken rustig allemaal op tafel kunnen worden gelegd en worden besproken. Ik stel vast dat u veel liever en veel sneller zou willen komen tot nog een boskaart zoals we die net hebben gehad.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, als u zo gemakkelijk spreekt over een bestemmingswijziging door een RUP, dan wil ik de parallel trekken met de signaalgebieden. De Vlaamse Regering heeft in 2013 135 signaalgebieden aangeduid, om te bekijken of daar nog kan worden gebouwd of niet. Wel, voor welgeteld 3 van die signaalgebieden is er momenteel een bestemmingswijziging. We zijn nu 2017. Als u veel inzet op een bestemmingswijziging en op een RUP, waar gaan we dan eindigen als het zo traag gaat als met de signaalgebieden? Niet voor het einde van deze legislatuur!
Minister Schauvliege, elke spreker heeft hier verwezen naar een gewijzigde planschade-planbatenregeling, naar het Instrumentendecreet. Als we in het algemeen spreken over het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, gaat het er altijd over dat eerst dat Instrumentendecreet er moet zijn. Ik begrijp hieruit dat we vooraleer we met een nieuwe boskaart komen, eerst dat Instrumentendecreet er moet zijn, met alle regelingen rond planschade-planbaten. Minister, wanneer is dat Instrumentendecreet klaar? Dan hebben we een aanduiding of eventueel het hele boskaartengedoe nog voor het einde van de legislatuur aan bod zal komen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, ik kan niet direct reageren. Het was mijn bedoeling om dat straks te doen. Maar, mevrouw Pira, ik antwoord heel concreet op uw vraag. Het voorstel van Instrumentendecreet ligt op de tafel. Het ligt momenteel ter bespreking. U weet dat dat een van de belangrijke zaken is die wij ook flankerend samen met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen willen ontwikkelen. Daarnet heeft de minister-president gezegd dat wij willen werken aan een betere vergoeding, zodanig dat er een betere compensatie is voor mensen die geraakt worden. Uiteraard zullen wij dat verder uitwerken.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, ik heb aandachtig geluisterd, om concrete zaken te horen. Op het einde werd het inderdaad wat concreter. Begrijp ik u nu goed? U stelt voor dat er een boskaart wordt opgesteld met de waardevolste bossen, dat er dan een ruimtelijk uitvoeringsplan wordt opgesteld, dat er dus een planningsinitiatief wordt genomen, en dat intussen die gebieden niet bebouwd mogen worden? Begrijp ik dat zo goed?
Ik denk dat u dan de procedure van het RUP eens moet bekijken. Ik heb dat helemaal niet gezegd. Ik heb inderdaad gezegd dat je voor een goed gedragen bosplan begint met een RUP, maar dat je van onderaf begint, waar je adviezen inwint en waar je de lokale besturen bij betrekt, waar je naar een voorlopige aanvaarding gaat, waar je in een openbaar onderzoek de burgers betrekt, en waar je daarna inderdaad definitief de kwetsbaarste waardevolle bossen vastlegt.
Dus is er geen moratorium?
Er is vandaag vooral duidelijkheid. U wilt daar van alles insinueren. Ik hoor de heer Tobback daarnet zelfs zeggen dat in landbouwgebied het ANB vlot de ontheffing zal geven voor bosgebieden. Mijnheer Tobback, u moet mij eens de dossiers bezorgen van waar het ANB ontheffing heeft gegeven op het verbod op ontbossing in landbouwgebied. Ik weet – en dan denk ik dat ik namens 308 gemeenten spreek – dat als er iemand naar een gemeentebestuur gaat om een ontheffing op het verbod op ontbossing te vragen, dat de ambtenaar hem zal uitleggen dat dat een loodzware procedure is.
Mijnheer Ceyssens, dat neemt niet weg dat het keer op keer gebeurt, iedere dag opnieuw. Hoe moeilijk de procedure ook moge zijn, uiteindelijk wordt 90 procent van de aanvragen goedgekeurd. U hoeft niet te proberen hier rookgordijnen op te trekken. Iedereen kent de cijfers. We zitten hier niet in een kleutertuin. U moet niet doen alsof we niet weten waarover het gaat. De grote meerderheid van de aanvragen, ongeveer 92 procent, wordt toegekend. Ik zwijg dan nog over de bijzondere uitzonderingen die de minister kan toekennen. Ook van die aanvragen wordt meer dan 90 procent positief beantwoord. Wie in Vlaanderen een bos wil kappen dat nu niet in bosgebied is gelegen, kan dat gewoon kappen. Dat is echt niet zo moeilijk.
De vraag over de timing en het moratorium is niet zonder relevantie. Aan het huidig tempo zal de Vlaamse Regering eigenlijk niets meer doen. Dat is wat u zegt. Wat de minister-president ook moge dromen of verklaren, de Vlaamse Regering zal de gewestplanwijziging nooit nog tijdens deze legislatuur rondkrijgen. Minister Schauvliege en de minister-president zullen, met andere woorden, geen resultaat neerleggen.
Mijnheer Ceyssens, u doet dit bewust, in de volle wetenschap dat ondertussen rustig kan worden gekapt. U bent niet bezig met het planten van bomen. U hoeft mij niet te geloven. U moet enkel de rapporten van het Rekenhof lezen. U kent die rapporten, want u doet dit bewust. Het is uw goed recht niet geïnteresseerd te zijn, maar dan zou u ook op die manier aan de Vlamingen moeten vertellen dat u liever huizen, appartementen en banen ziet dan dat u ook maar een vierkante meter bos beschermt. Dat is wat u met dit beleid doet. Met de voorliggende timing zal de Vlaamse Regering met betrekking tot het bosbeleid in elk geval niets realiseren. Om die reden heb ik de minister-president de vraag gesteld.
Mijnheer Ceyssens, u hebt daarnet gezegd dat de oppositie niet moet proberen de meerderheid uit elkaar te spelen. De minister-president heeft eerst het tapijt onder de voeten van de minister van Leefmilieu getrokken en is twee dagen later met lege handen en de broek op de enkels naar het Vlaams Parlement gekomen. We moeten vaststellen dat twee van de drie regeringspartijen volledig het tegenovergestelde vertellen. Het is niet de oppositie die de meerderheid uit elkaar moet spelen. Dan doen de meerderheidspartijen met veel brio zelf. Dit is geen ploeg, maar een circus. Wat het leefmilieu en het bosbeleid betreft, zal het resultaat tijdens deze legislatuur jammer genoeg nul zijn. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mijnheer Tobback, volgens mij heb ik niets verklaard dat niet binnen de door de minister-president geschetste krijtlijnen kan passen. Wat de cijfers betreft, speelt u natuurlijk een zeer handig spelletje. U weet dat de ontheffingsprocedure enkel wordt aangevat indien er een kans op slagen is. Dat is meestal het geval in woongebied, waar mensen een perceeltje hebben dat momenteel in een bos is gelegen. De ontheffing geldt enkel om een woning te bouwen. De rest van het bos moet bewaard blijven. U vindt dat die mensen daar niet mogen bouwen. Wij vinden duidelijk dat die mensen wel mogen bouwen. De landbouwer vraagt de ontheffing in het landbouwgebied niet aan. Hij weet immers op voorhand dat hij daar veel tijd in zal steken en dat het resultaat nul zal zijn. We moeten de aanvragen voor landbouwgebied eens bekijken. Dat zullen er de afgelopen jaren zeer weinig zijn geweest. (Applaus van Tinne Rombouts)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mijnheer Ceyssens, u weet dat uw eigen minister het denkspoor over het GRUP al in 2015 heeft verkend. Dat denkspoor is afgevoerd omdat het niet haalbaar is. Het zou eindeloos lang duren en geen garantie op voldoende bescherming bieden. De verantwoordelijkheid zou immers naar de steden en de gemeenten worden doorgeschoven.
Ik vraag me tevens af waarop dat GRUP zou worden gebaseerd. De boskaart is immers deze week in de papierversnipperaar beland. U moet een vertrekpunt hebben. Het GRUP vormt een denkspoor dat absoluut niet haalbaar is. Ik vraag me af waarom u daar vandaag nog mee durft afkomen.
Een gewestelijk GRUP is wel haalbaar. Ik heb niet over gemeentelijke RUP’s gesproken. Ik heb de bal niet bij de gemeenten gelegd. Ik heb enkel over gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen gesproken. Misschien dachten we vroeger dat deze procedure sneller zou zijn. Ik denk dat we nu allemaal weten dat het met deze procedure niet sneller gaat en dat er veel onzekerheid is gezaaid. We gaan voor de bescherming van bossen, maar ook voor rechtszekerheid. Een GRUP duurt misschien wat langer, maar biedt wel rechtszekerheid. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, er is deze namiddag al veel gezegd. Ik zal proberen niet te veel te herhalen. Ik wil echter beginnen met een belangrijk feit dat ik nog eens nadrukkelijk wil herhalen zodat iedereen het goed zou begrijpen. In het Vlaams regeerakkoord staat dat we de meest waardevolle zonevreemde bossen zullen beschermen. Ik kan garanderen dat het de ambitie van de Vlaamse Regering blijft dit nog tijdens deze legislatuur effectief tot een goed einde te brengen.
De Vlaamse Regering heeft de moed gehad om als eerste Vlaamse Regering stappen vooruit te zetten in de bescherming van deze zonevreemde bossen. Toen werd vastgesteld dat er ongewenste effecten waren van deze werkwijze, heeft deze regering de moed gehad om de beslissing te nemen om de boskaart in te trekken. We hebben dat maandag gedaan, we hebben beslist om de beslissing van de Vlaamse Regering om de ontwerpkaart vast te leggen, terug in te trekken. We hebben het openbaar onderzoek stopgezet en we hebben direct alle lokale besturen verwittigd. We hebben hen direct aangeschreven en uitgelegd wat de procedure is en wat er beslist werd door de Vlaamse Regering.
Wil dat zeggen dat alles naar af is en dat we geen verdere stappen zullen zetten? Neen. We zijn direct als Vlaamse Regering samengekomen en hebben een verdere aanpak afgesproken. Dat is daarnet al door de minister-president meegedeeld, maar ik zal de krijtlijnen van die aanpak nog even met jullie delen.
Er zal dus een nieuwe procedure worden uitgewerkt waar maximale rechtszekerheid wordt ingebouwd. We zullen ons inderdaad niet meer richten op de kleine versnipperde percelen, we gaan een minimumoppervlakte invoeren waarbij we een onderscheid zullen maken tussen geïsoleerde percelen, en rekening zullen houden met aaneengesloten bosgebieden.
Welke criteria zullen we hanteren? Het is daarnet heel uitdrukkelijk gezegd, en ik zal het nog eens herhalen, dat we ons zullen baseren op de biologische waarderingskaart. Dat is een kaart die bestaat en als instrument voorhanden is. We zullen zorgvuldig te werk gaan. Er is die kaart en er zal bijkomend terreinbezoek gebeuren. Elke kaart, elke momentopname kan natuurlijk snel worden achterhaald. Er zal ook inspraak zijn, en consultatie van de lokale besturen. Met beide bevindingen zal rekening worden gehouden.
Het is ook de bedoeling om het huidige artikel 90ter van het Bosdecreet bij te spijkeren. We zijn overeengekomen dat er werk zal worden gemaakt van een correctere vergoedingsregeling. Het klopt, collega’s, dat we volop bezig zijn met een ontwerp van Instrumentendecreet als flankerend gegeven naast het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Er zitten tal van belangrijke instrumenten in die ook kunnen zorgen voor een flankerend beleid om de open ruimte, natuur en bossen beter te beschermen. Dat ontwerp van decreet ligt op tafel en wordt volop besproken.
Het blijft onze ambitie om de zonevreemde bossen in deze legislatuur verder aan te pakken. Dat is niet het enige dat we tot nu toe deden of doen. Er is al heel veel gebeurd op het gebied van bosbeleid. Ik wil het nog eens herhalen, collega’s, dat we de bosbewonersbijdrage hebben opgetrokken, en er is een verplichte compensatie in natura bij een ontbossing van meer dan 3 hectare. We hebben het Boscompensatiefonds opengetrokken, het staat nu open voor iedereen, dat is een soort democratisering van het bosbeleid. We willen iedereen oproepen om te bebossen. Die subsidies zijn voorhanden voor iedereen: verenigingen, lokale besturen, particulieren. Ik kan het niet genoeg herhalen dat die voorhanden zijn. We hopen dat er veel beroep op wordt gedaan.
We hebben de recente overeenkomst die we hebben afgesloten met de regionale landschappen en bosgroepen. Ik hoor iedereen hier terecht pleiten voor een lokaal draagvlak. Men moet initiatieven kunnen nemen op het vlak van bos- en natuurbeleid dat lokaal heel sterk gedragen wordt. Dat is juist de reden waarom wij een akkoord hebben afgesloten met de regionale landschappen en bosgroepen om lokaal gedragen nieuwe bebossingsprojecten op de tafel te krijgen. De budgetten zijn er. De opdracht is daartoe gegeven.
Heel recent heb ik samen met minister Tommelein die fiscale instrumenten aan de Vlaamse Regering voorgelegd. Die zijn goedgekeurd. We stimuleren dat bos en natuur bij verkoop grotendeels of soms zelfs volledig fiscaal vrijgesteld zijn. Dat getuigt van het feit dat het deze Vlaamse Regering menens is met het natuur- en bosbeleid.
We willen ook werk maken van bestaande bosgebieden die ingekleurd zijn als bos maar niet altijd een bebossing dragen vandaag. We zullen zien hoe we mensen nog veel meer kunnen stimuleren en daartoe aanzetten.
Vandaag is men hier komen zeggen dat het natuur- en bosbeleid weinig om het lijf heeft. Ik wil nog eens heel uitdrukkelijk herhalen dat het budget van natuur en bos de voorbije jaren gestegen is van 72 miljoen euro naar 88 miljoen euro.
En doen alsof dat maar iets bijkomstigs is, maar waarvan geen werk wordt gemaakt, is de waarheid geweld aandoen. Het is deze Vlaamse Regering menens. We zullen er de komende maanden alles aan doen om daar verder werk van te maken. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Sp.a, Groen en Hermes Sanctorum-Vandevoorde kondigen aan een motie te zullen indienen.
De motie moet uiterlijk om 17 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.