Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, als blijkt dat meer autonomie voor de regio’s wel werkt, dan is het in het afvalbeleid. We worden internationaal geprezen, minister. U bent al tot in Davos geweest om de erkenning te krijgen voor ons afvalbeleid. Maar we moeten alert blijven, ook in Vlaanderen. We wensen niet geconfronteerd te worden met de wet van de remmende voorsprong.
Ik stel vast dat de Vlaamse steden en gemeenten vandaag een denktank opgericht hebben, de Groene Ster. Dat is een denktank die onderzoekt of er verbeteringen en alternatieven zijn voor het huidige beleid rond verpakkingsafval. Zij vinden dat de aanpak van vandaag niet meer voldoende is. Die aanpak van twintig jaar geleden, de dag dat Fost Plus boven de doopvont werd gehouden, is achterhaald.
Minister, die evoluties die we vandaag meemaken in het inzamelen van verpakkingsafval, die moeten volgens de denktank ook gewijzigd worden. Zij willen met een nieuw elan van een wit blad vertrekken, en heel dat systeem dat vandaag de norm is, hertekenen.
De OVAM is daar volgens u de geschikte partner in heel dat verhaal, denk ik. Bent u ook voorstander om die inzamelscenario’s niet alleen over te laten aan Fost Plus, maar ook om, zoals de Groene Ster denkt, eventueel andere partners aan te trekken, van een wit blad te beginnen en een volledige hertekening te maken van dat afvalbeleid rond plastic afval?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, ik kan natuurlijk alleen maar toejuichen dat onze lokale besturen en intercommunales bereid zijn om mee na te denken over nog efficiëntere systemen. Het klopt dat we het zeer goed doen, maar we hebben de ambitie om het nog beter te doen, om nog meer te gaan recycleren en nog meer materiaal te gaan hergebruiken. Sowieso is in de Interregionale Verpakkingscommissie al afgesproken dat het ophalen van harde plastics bij de volgende periode zeker zal worden opgenomen. Die beslissing is eigenlijk al genomen. Onder welke vorm we dat zullen doen, moeten we nog bekijken aan de hand van de proefprojecten.
Het is inderdaad zo dat in de periode die we nu achter de rug hebben, Fost Plus erkend was om dat te doen. Zij hebben wel geen monopoliepositie. Als er dus een andere speler opstaat die dat ook wil doen, kan dat dus perfect. Het is niet voorzien dat er een monopoliepositie is voor één speler.
Het is wel heel belangrijk, als het alternatief wordt uitgedacht door de gemeenten en intercommunales, dat we dat tijdig ontvangen, omdat de vernieuwing van de erkenningen moet gebeuren in het najaar van 2018. Het zou dus fijn zijn, als we de alternatieve voorstellen van de gemeenten en de intercommunales op tijd hebben en we die kunnen meepakken in de volgende erkenningen van de organisaties, zodat we dat ook kunnen verwerken. Dat is een heel belangrijke boodschap, die ik ook zal meegeven aan de gemeenten. Ik kan dat alleen maar toejuichen, maar we zullen het wel tijdig moeten hebben. Als het nadien komt, zal het misschien wel een gemiste kans zijn dat we die insteken niet kunnen meenemen. Maar uiteraard kan ik alleen maar achter die verhoogde ambitie staan en heb ik daar een bondgenoot in onze lokale besturen en intercommunales.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is duidelijk dat de VVSG en de steden en gemeenten vandaag een tandje bij willen steken. De snelheid waarmee zij vandaag schakelen, is natuurlijk veel sneller dan het beleid dat vandaag wordt gevoerd. De erkenning die Fost Plus vandaag heeft, hinkt achterop. Volgend jaar moeten we die erkenning hertekenen. Vandaag is het zo dat de terugnameplicht van producenten slechts 30 procent bedraagt. 30 procent is veel te weinig voor het maatschappelijk draagvlak dat er vandaag is om meer te doen rond de inzameling van plastic en folies. Dat bewijzen de vele projecten. Ook in de stad Mechelen wordt er vandaag al een ophaling georganiseerd van plasticfolie. Ook andere steden en andere intercommunales zijn al bezig met de inzameling. Het maatschappelijk draagvlak en het momentum om vandaag meer te doen dan de norm zijn er.
Minister, ik zou vragen dat u het momentum aangrijpt om de lat voor Vlaanderen hoog te leggen zodat we kunnen anticiperen.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Collega's, Vlaanderen behoort tot de Europese top op het vlak van recyclage en afvalbeleid. We moeten er alles aan doen om in de top te blijven. Op dit moment, collega Nevens – u zult het ook erkennen –, gebeurt er en beweegt er heel veel. Ik denk aan de proefprojecten pmd, aan het uitrollen van het Afvalstoffenplan, aan het nieuwe netwerk Vlaanderen Mooi dat is opgericht, aan de studies rond statiegeld.
U hebt er ook al naar verwezen dat volgend jaar de erkenning van Fost Plus afloopt. Gelet op de uitdagingen en de nieuwe maatschappelijke tendensen, ook de kritiek die er is vanuit steden en gemeenten, zou ik echt wel willen pleiten voor een brede consultatieronde bij de nieuwe erkenningsaanvraag in de loop van volgend jaar
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Collega's, wij zijn inderdaad koploper in Europa, en dat moeten we zo houden. Minister, ik ben tevreden dat u toejuicht dat de steden en gemeenten een eigen initiatief hebben opgezet om ons aanbevelingen te doen. Ik vind dat ook een heel goede zaak. We moeten de resultaten van de lopende proefprojecten van Fost Plus zeer zeker afwachten, maar ik denk dat het allerbelangrijkste voor de burger– en daar wringt toch ook het schoentje – een eenvoudige en duidelijke sorteerboodschap is. Voor onze fractie is het heel belangrijk dat dit in het achterhoofd wordt gehouden. Momenteel denken wij dat één zak waarin alle plastics kunnen worden ingezameld, het eenvoudigst is. Uiteraard moeten we openstaan voor de aanbevelingen en de proefprojecten die lopen.
Minister, ik heb nog een aandachtspunt. Momenteel zijn er nog veel verpakkingen die gemaakt worden van niet-recycleerbaar materiaal. Ik denk dat Vlaanderen hieraan nog bijkomend aandacht moet geven en de producenten daarop nog meer moet aanspreken.
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, Fost Plus was een belangrijke stap vooruit en we hebben er goede resultaten mee geboekt, met dank in de eerste plaats aan heel veel burgers die de inzameling hebben gedaan. Het is ondertussen duidelijk dat er voor de ophaling van zachte plastic en plasticfolie veel meer mogelijk is. We hebben de lessen geleerd. Ik wil er heel erg op aandringen dat we die extra stap nu zetten, maar vooral dat we die stap zetten op een manier die losstaat van alleen maar de belangen van Fost Plus. Ik bedoel daarmee dat we inderdaad niet eindigen in een systeem waarbij de burgers, die op dit moment twee zakken en een doos hebben, vijf zakken en een doos hebben, want dan gaat u in uw vergunningenbeleid nog met meer rekening moeten houden dan alleen maar een internetaansluiting. Maak dat dit voor de burgers die het moeten doen, ook draaglijk, haalbaar en praktisch is. Ik ben ervan overtuigd dat heel velen er dan nog meer inspanningen voor zullen willen doen, maar het moeten wel realistisch inspanningen zijn. Het simpelste zou inderdaad één zak voor de plastics zijn. Maak dat mensen die bijdrage ook echt kunnen leveren.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de collega's. De steden en gemeenten hebben de vinger op de wonde gelegd en duidelijk aangegeven waar de problemen en de groeikansen zitten. Eén: er zijn nog veel te veel niet-recycleerbare verpakkingen. Daarvoor moet de verpakkingsindustrie verantwoordelijk worden gesteld. Twee: we hebben veel te ingewikkelde sorteerboodschappen. Maak het eenvoudiger, dan zal er beter worden gesorteerd en het kan dan verder worden uitgesorteerd door de industrie. Drie: het zwerfvuil, en dat is dikwijls verpakkingsmateriaal.
Het is goed dat u zegt dat de steden en gemeenten daarover mogen nadenken. U port ze wat aan: wees op tijd met uw voorstellen. Die analyse wordt door iedereen gedeeld en u moet niet alleen op de voorstellen van de gemeenten wachten om zelf actie te kunnen ondernemen.
Het is op onze vraag en onder onze impuls dat al die proefprojecten op het terrein lopen, met de paarse zak, de roze zak en ook andere initiatieven. We zitten dus zeker niet zomaar te wachten op initiatieven die alleen vanuit het veld komen.
Ik kan natuurlijk alleen maar toejuichen dat de lokale besturen zeggen dat ze voldoende ambitie hebben en dat ze alternatieve zaken op tafel zullen leggen. Het zal er dan op aankomen om al die verschillende ervaringen uit het veld, maar ook de resultaten die we daarmee halen, en de initiatieven die de lokale besturen en de intercommunales op tafel leggen, samen te leggen en er een goed systeem uit te distilleren.
Voor mij is het van belang dat het eenvoudig en eenduidig is voor de consument en voor de burger, die alles apart moet inzamelen, en die op een eenvoudige manier moet kunnen weten wat al dan niet kan. Daarnaast is het ook belangrijk dat we goede resultaten hebben met die recyclage, dat we het ook gemakkelijk opnieuw kunnen hergebruiken als grondstof. Ik kan natuurlijk aanmoedigen om zaken apart in te zamelen, maar nadien moet er natuurlijk ook wel iets mee gebeuren en moet het terug in de materialenkringloop geraken.
Daaraan is hier nog heel weinig aandacht gegeven in de uiteenzettingen. Ook dat moeten we bekijken bij het systeem dat we uitwerken. We moeten zoveel mogelijk afval niet meer als afval zien, maar als nieuw materiaal dat we opnieuw kunnen hergebruiken.
De productnormering zit niet bij Vlaanderen, maar op het federale niveau. Er zijn inderdaad nog een aantal pistes die we kunnen bewandelen, zoals producentenverantwoordelijkheid of terugname, en dat kunnen we nog bekijken.
Ik heb op de timing gewezen omdat de erkenning van Fost Plus al een aantal jaren loopt en afloopt in 2018. Als we daarvoor niet alle resultaten hebben en kunnen inbrengen in de nieuwe erkenning van Fost Plus of van een andere organisatie – ik ben helemaal niet getrouwd met Fost Plus, die heeft ook helemaal geen monopoliepositie –, dan moeten we die voorstellen kunnen meenemen in de nieuwe erkenningen zoals die op tafel liggen. Anders blijft natuurlijk alles lopen zoals het vandaag loopt. De ambitie is om dat snel te doen, om bij de nieuwe erkenning ook de nieuwe systemen mee te nemen.
De technische inzichten zijn ook verbeterd. Er zijn veel meer mogelijkheden op het terrein. We moeten ook wel rekening houden met het feit dat, als er een nieuw beleid komt, men zich moet aanpassen. De intercommunales bijvoorbeeld, en sorteermachines moeten worden veranderd. Dat kunnen we zeker meenemen, maar we moeten dat in het achterhoofd houden en het de tijd geven om dat op het terrein mogelijk te maken om het op die manier uit te voeren.
We kijken natuurlijk ook uit naar de resultaten van verschillende proefprojecten zoals in Mechelen met de roze zak. Collega De Vroe pleit voor de paarse zak. Die twee proefprojecten lopen. We zullen de resultaten ervan goed opvolgen inzake eenvoudig gebruik maar ook inzake recyclage. Eind dit jaar kunnen we daar dan een duidelijke keuze in maken.
Minister, het is duidelijk dat kamerbreed iedereen ervan overtuigd is dat er meer mogelijk is dan wat vandaag wordt gedaan. We moeten ons niet verstoppen achter studies die nog moeten worden afgerond. We moeten de ambitie tonen om beter, sneller en efficiënter te schakelen. De bedrijfswereld, maar ook de mensen zijn vandaag bereid om een duit in het zakje te doen naar die innovatie die in Vlaanderen aanwezig is om een circulaire economie op poten te zetten.
We moeten de producentenverantwoordelijkheid verhogen, zodat we de verantwoordelijkheid leggen waar ze moet liggen. Als er vandaag verpakkingsmateriaal wordt geproduceerd, moet men eerst nadenken over hoe dat kan verdwijnen. Dan zijn we goed bezig en dan kunnen we de koploperspositie in Vlaanderen behouden. Dat moet ons doel zijn. Samen met de industrie, met de producenten en met onze inwoners gaan we naar een circulaire economie. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.