Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, vanaf 2019 wil Duitsland een wegenvignet invoeren. Het is een infrastructuurheffing die zowel Duitsers als buitenlanders zou raken. De maatregel wordt evenwel gecompenseerd voor de Duitsers. De verkeersbelasting van de Duitsers wordt aangepast. Er komt veel protest tegen de regeling. Oostenrijk roept andere EU-lidstaten op om mee te protesteren tegen die discriminerende behandeling van niet-Duitsers. Tien jaar geleden overwogen we gelijkaardige maatregelen. Europa heeft toen geprotesteerd. Vandaag horen we dat Europa geen bezwaren heeft tegen de Duitse aanpak.
In het Vlaamse regeerakkoord is bepaald dat er zal worden onderzocht of de invoering van een wegenvignet of een kilometerheffing voor personenwagens kan worden ingevoerd. Ook buitenlanders zullen met de aankoop van een wegenvignet meebetalen voor onze infrastructuur. Het rekeningrijden is nog beter, want de invoering ervan zal een gunstige weerslag hebben op de files.
Ik wil u daarover enkele vragen voorleggen. Hoe staat u tegenover de invoering van een wegenvignet, zowel in Duitsland als bij ons? Zult u zich aansluiten bij het protest tegen de Duitse plannen? Recent heeft het parlement van de Duitstalige Gemeenschap een resolutie goedgekeurd om zich te verzetten tegen de invoering van het wegenvignet in Duitsland.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kijk daar met veel belangstelling naar uit, ook gelet op het Vlaams regeerakkoord. Ik heb de evolutie gevolgd waarbij men aanvankelijk stootte op verzet van de Europese Commissie wegens discriminatoire behandeling. Vervolgens is men in onderhandeling gegaan over de verschillende tarieven en is men van drie naar zes categorieën gegaan op basis van de uitstoot. Het is vooral interessant om dan te zien dat men in Duitsland de modale Duitser heeft beloofd dat de belastingen naar beneden gaan. In ruil daarvoor komt daar de fiscaliteit via een andere weg, namelijk via een wegenvignet.
Wat ik een niet te volgen voorbeeld vind, is de idee van een forfaitair wegenvignet. Wij hebben zulke last van die congestieproblematiek, van die fileproblematiek en als je de kilometerheffing wilt invoeren, dan moet dat in Vlaanderen gebeuren op basis van twee redenen. Ten eerste ben ik nooit tegen een belastingverlaging, net zoals in Duitsland, daar gaat men uit van een budgettaire meerinkomst omdat men de inkomsten van de buitenlanders wil gebruiken voor investeringen in mobiliteit. Ik ben dezelfde mening toegedaan: als we een kilometerheffing voor wagens willen invoeren in Vlaanderen, dan moet dat leiden tot een belastingverlaging voor de Vlamingen. De meerinkomsten die we krijgen via de buitenlanders, kunnen we gebruiken om extra te investeren in mobiliteit terwijl het de belastingbetaler in Vlaanderen minder kost.
Ten tweede is er mobiliteitssturing. Wanneer men gewoon een forfaitaire heffing invoert die los staat van het gebruik van de belasting van de weg, wat heeft men dan gewonnen op het vlak van mobiliteit? Wanneer men een kilometerheffing invoert, moet men ‘all the way’ gaan en moet men die ook gebruiken via mobiliteitssturing waarbij men mensen kan belonen door een laag tarief te vragen wanneer zij zich verplaatsen buiten de file-uren of ’s nachts. Dan heeft men driemaal winst, namelijk budgettaire meerinkomsten waardoor men extra kan investeren in mobiliteit, een belastingverlaging voor de modale Vlaming en een aanpak van de fileproblematiek.
Minister, als ik u hoor, bent u geen voorstander van de invoering van het wegenvignet in Vlaanderen, maar ik heb u nog niet horen zeggen of er dan vanuit Vlaanderen een reactie zou komen, een protest op de invoering daarvan in Duitsland. Wordt dit niet samen met de ministers van Mobiliteit van de andere gewesten besproken: of er een gemeenschappelijke houding kan worden aangenomen?
De heer Keulen heeft het woord.
Het plan van Alexander Dobrindt, de Beierse christendemocraat van de CSU, het concept van een belastingvermindering vind ik inderdaad een heel interessante optie. Als je kunt komen tot een fiscale neutraliteit, in dit geval voor de Vlaming, dan moet je die piste vooral volgen. Wat voor de Duitsers kan, moet dan ook kunnen voor de Vlamingen en bij uitbreiding ook voor de Walen en de Brusselaars.
De kilometerheffing voor voertuigen moet inderdaad in functie van tijd en plaats en dus sturend zijn. Zeker voor diegenen die wonen in perifeer gelegen gebieden moeten er ook alternatieven zijn via het collectief vervoer. Zo niet, worden de mensen uit Limburg en West-Vlaanderen die zich noodgedwongen om den brode dagelijks moeten verplaatsen naar Brussel en Antwerpen, heel zwaar gestraft.
De heer Rzoska heeft het woord.
Minister, u vindt al lange tijd een bondgenoot in ons wat die kilometerheffing voor auto’s betreft, zeker wanneer het gaat over een slimme kilometerheffing. De manier waarop u die schetst, ook in het verleden, is de juiste weg.
Alleen kan ik de heer de Kort wel wat volgen en vraag ik me af op welke termijn u dat ziet, want intussen bewijzen we daar toch regelmatig lippendienst aan. We hebben nu toch de ervaring van de kilometerheffing voor vrachtwagens, die is natuurlijk nog niet slim, we moeten daar nog een stap zetten.
Maar het grootste effect zal natuurlijk komen op het moment dat je alle transportwijzen fiscaal op dezelfde manier gaat bekijken. Mijn vraag is dus over welke timing we dan spreken. Is dat nog voor deze legislatuur? Of zegt u – u hebt dat al eens gedaan – dat het pas voor de volgende ploeg zal zijn?
De heer Van Miert heeft het woord.
Het is al aangehaald, maar toch duidelijk: het wegenvignet is ‘old school’. Dat is iets dat je volledig van de tafel moet vegen. Je stuurt daar niets mee qua plaats of tijd of wat dan ook. Het draagt niet bij aan groene fiscaliteit en ook voor de normale fiscaliteit is het geen goed idee.
Hoe moeten wij in de toekomst verder? We moeten zeker de zaken fatsoenlijk onderzoeken, minister. Want zelfs het huidige systeem dat we hebben voor onze vrachtwagens, is in de realiteit al een beetje voorbijgestreefd op het vlak van techniek. Als we bijvoorbeeld zien wat ‘Connect My Car’ van Proximus en Touring doet, met de kleine datarecorders in de wagens, als we zien wat dat al kan op het vlak van registratie van plaats en tijd, is dat enorm. Ik denk dat daar de toekomst zal liggen, als we naar een fiscaliteit willen waarbij de gebruiker van het wegennet betaalt en niet de bezitter van de wagen. We moeten zeker nog even wachten tot die techniek op punt staat, en kunnen beter in die techniek instappen dan in alle bestaande technieken die we vandaag kennen.
Minister Weyts heeft het woord.
Net in functie van de mogelijke invoering daarvan hebben we een studie lopen naar het draagvlak en het hoe en wat. Vervolgens willen we op basis daarvan de volgende stap zetten naar een bijkomende studie, om te zien hoe je dat in concreto kunt implementeren. Dat is gemakkelijk gezegd, maar het is wel nog nooit gedaan. We hebben gezien wat de invoering voor de vrachtwagens technisch heeft opgeleverd: honderdduizenden van die ‘on board units’ (OBU’s). Als we spreken over de invoering voor de personenwagens, spreken we over miljoenen van die bakjes die je gaat moeten produceren. Het is dus niet alsof we dat binnen een paar weken allemaal rond kunnen hebben. We zullen dat geleidelijk moeten doen. Het is tevoren nog nooit gedaan, enkel op stedelijke schaal, maar nooit op grotere schaal dan een stad. Dat vergt dus wel enig studiewerk. En het eerste dat we nu hebben gedaan en dat nu loopt, is de studie naar het draagvlak en naar het hoe en waarom. Hoe zouden we dat kunnen invoeren? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat dat breed gedragen wordt door de samenleving?
U vroeg ook nog concreet naar het standpunt van de Vlaamse Regering inzake het Duitse initiatief. We hebben een houding van terughoudendheid aan de dag gelegd, en van ‘kijkend’. Ik heb dat ook overgemaakt aan de federale collega’s. Ik veronderstel dat dat dan ook het standpunt is geworden op federaal niveau. We sluiten ons dus alleszins niet aan bij het protest van Duitsland. Duitsland wil effectief verder gaan en juridische stappen ondernemen. Ik weet zelfs niet of Nederland zo ver wil gaan, en of het bij Nederland bij protest blijft. Alleszins wil ook Oostenrijk juridische stappen ondernemen. Wij willen op dat vlak niet volgen.
De heer de Kort heeft het woord.
Ik denk dat we als conclusie van dit debat en deze gedachtewisseling mogen formuleren, minister, dat er niet meer verder gestudeerd moet worden omtrent het draagvlak. Hier is een kamerbreed draagvlak voor de invoering van de slimme kilometerheffing. Wat u nu moet doen, is met het mandaat dat u hier krijgt, er met enthousiasme werk van te maken, op juridisch vlak, op technisch vlak, op fiscaal vlak, om te zeggen: hoe gaan we die slimme kilometerheffing voor personenwagens kunnen invoeren?
De actuele vraag is afgehandeld.