Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, in een interview dat vandaag is verschenen, hebt u een aantal uitspraken over het integratiebeleid gedaan. U hebt onder meer gesteld dat integratie een gedeelde verantwoordelijkheid is en dat vooral de Vlamingen meer inspanningen moeten leveren.
Hoewel sinds vele jaren al honderden miljoenen euro’s aan belastinggeld aan integratie zijn besteed, taal- en inburgeringscursussen gratis aan allochtonen worden aangeboden en de Vlamingen heel wat facturen zien stijgen, vindt u dat de Vlamingen meer inspanningen moeten leveren. Hoewel de toename van allochtonen de voorbije decennia heel wat negatieve invloed op de eigen bevolking heeft gehad, bijvoorbeeld wat betreft de sociale huisvesting en andere sociale voorzieningen, vindt u dat de Vlamingen meer inspanningen moeten leveren. Hoewel de Vlamingen in steden als Genk, Maasmechelen, Beringen, Antwerpen of Gent steeds vaker een minderheid in hun eigen stad worden, vindt u dat de Vlamingen meer inspanningen moeten leveren. Terwijl Turken en Marokkanen nog altijd volop een partner in het land van herkomst zoeken, hun kinderen in het Turks of het Arabisch opvoeden, naar Turkse of Arabische televisiezenders kijken en zich kortom in hun eigen gemeenschap opsluiten, vindt u dat de Vlamingen meer inspanningen moeten leveren.
Ik vraag me af waarom u meeheult met het politiek correcte establishment dat de Vlamingen stigmatiseert als een groepje onverdraagzamen. Waarom hebt u geen gebruik gemaakt van dit interview om de allochtonen net op hun integratieplicht te wijzen? Ze moeten de kansen grijpen die hun in Vlaanderen volop worden geboden. Welke inspanningen vindt u dat de Vlamingen nog meer moeten leveren betreffende de integratie van vreemdelingen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Janssens, u bent natuurlijk niet verrast door wat ik heb gezegd. U komt hier enkel een riedeltje afdraaien dat we al kennen. Ik zeg al jaren hetzelfde.
U kent het Vlaams regeerakkoord. Daar staan drie uitgangspunten in. Ten eerste, we gaan voor een samenhorige samenleving. Ten tweede, we gaan voor vrije en gelijke burgers. We baseren ons hiervoor op de sokkel van de verlichting. Ten derde, het is inderdaad een gedeelde verantwoordelijkheid, in de eerste plaats voor de individuen. We gaan voor verplichte inburgering. We zeggen aan nieuwkomers: grijp uw kansen, de samenleving biedt veel kansen. Gelukkig zijn er steeds meer voorbeelden, tot spijt van u, mijnheer Janssens, van mensen die het maken in alle sectoren van de samenleving.
Anderzijds zeggen we dat het een zaak is van de hele samenleving, niet alleen van de individuen, niet alleen van de diverse overheden, van de Vlaamse overheid, steden, gemeenten en OCMW's, maar ook van het verenigingsleven, ook van de jeugdbewegingen, ook van het bedrijfsleven. Je moet daarbij een dubbel discours voeren.
Ten eerste, mensen sterk maken, mensen trachten te betrekken bij de samenleving. Het is niet omdat je een cursus hebt gevolgd dat je in die samenleving bent geworteld. Het is niet dat je actief deel uitmaakt van de samenleving als je de deur dichttrekt na de inburgeringscursus. We moeten dus mensen actief proberen te mobiliseren en te empoweren.
Ten tweede, we moeten altijd lijnen trekken die niet mogen worden overschreden, in geen enkele omstandigheid, als het gaat over gelijkheid tussen man en vrouw, over seksuele geaardheid enzovoort. Dat is ons dubbel, zeer sterk verhaal. U deelt dat niet, dat is uw recht, maar doe niet alsof u bent verrast door wat ik heb gezegd. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, wat mij vooral verrast, zeker van u als lid van uw partij, is dat u eenzelfde discours vertelt als bijna alle andere partijen in het parlement. We zijn ondertussen al 40 jaar aan het integreren, aan het multiculturaliseren en de actualiteit bewijst elke dag dat het er met de integratie helemaal niet op vooruitgaat.
Wat ik in dit debat nooit hoor, is wat u gaat doen voor de autochtone Vlaming die steeds meer in concentratiewijken woont met grote groepen allochtonen, waar die Vlaming zich moet aanpassen aan de allochtone, islamitische cultuur in plaats van omgekeerd. Wat ik nooit hoor, is wat u doet voor die autochtone Vlamingen die hun kinderen moeten sturen naar scholen waar 50, 60, 70 procent allochtonen zijn en waar de kwaliteit van het onderwijs achteruit gaat, waar op de speelplaats steeds vaker niet Nederlands, maar Turks of Arabisch wordt gesproken. Waarom doet u als N-VA-minister niets voor die Vlamingen die het eerste slachtoffer zijn van de massa-immigratie waardoor Vlamingen zich niet eens meer thuis voelen in hun eigen stad, in hun eigen land?
Dat is mijn oproep aan u: gooi het beleid over een andere boeg. Stop met de slachtoffercultuur en wijs allochtonen op hun integratieplicht. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Janssens, het is ronduit lachwekkend hoe u er enerzijds blijkbaar niet in bent geslaagd om het volledige artikel te lezen, en er anderzijds wel in slaagt om zeer eenzijdig te citeren.
U weet zeer goed dat mijn partij altijd een verhaal heeft gebracht van rechten en plichten. Ik vind dat de minister-president dat in het interview zeer treffend heeft verwoord door duidelijk te maken dat nieuwkomers zich wel degelijk in te schakelen hebben in een Vlaamse, publieke cultuur die we hier hebben. Ze moeten zich houden aan normen en waarden, die trouwens voor een groot deel in dit huis worden bepaald. Wij voeren geen pamperbeleid. Maar dit is natuurlijk nog altijd een wederkerig verhaal. We moeten wederzijds verantwoordelijkheid opnemen in die maatschappij en dat heet integratie. Daar gaan wij voor.
Mijnheer Janssens, wat ik nooit van u hoor, is: gaan we die mensen dan niet vragen om Nederlands te leren? Gaan we die mensen niet vragen om te werken? Gaan we die mensen niet vragen om de waarden van de verlichting, zoals homoseksualiteit, gelijkheid van man en vrouw enzovoort, te aanvaarden? U bent effectief voor segregatie, en dat is inderdaad niet het pad dat wij willen bewandelen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Somers heeft het woord.
Minister-president, in het interview hebt u in tijden van polarisatie, waar men leeft van vijandsbeelden, als minister-president absoluut de juiste toon aangeslagen. Daarmee wil ik u gelukwensen. U bent daarin moedig, u bent daarin inclusief en u reikt mensen de hand.
Het verhaal waar we voor staan, is niet alleen een verhaal van mensen die integreren, die nieuw in onze samenleving komen. We spreken vaak over Vlamingen met migratieroots van de tweede en de derde generatie. De vraag is hoe we samenleven? Dat kunnen we alleen maar doen als we allemaal beseffen dat iedereen een inspanning zal moeten leveren. U hebt die toon aangeslagen. Die toon heeft ons gecharmeerd en ik wil u daar nogmaals mee feliciteren. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president, ook wij vonden uw interview eigenlijk evenwichtig. Wat mij frappeerde, was dat het een andere toon was dan wat we de laatste maanden van uw partij hebben gehoord.
Wij appreciëren dat, maar anderzijds kunnen we u niet helemaal vrijpleiten omdat de voorbije acht jaar het integratiebeleid in N-VA-handen is geweest.
Ik wil ook even doorgaan op het feit dat u in het interview zei dat er ook extra inspanningen nodig zijn – wat u hier net ook hebt gezegd – op het moment dat nieuwkomers doorstromen van het integratietraject naar de arbeidsmarkt. U ziet dat er extra inspanningen nodig zijn, onder meer van het bedrijfsleven, maar ook van de overheid. Ik wil ook nog graag aanhalen dat recent bleek dat er vandaag 35.000 vluchtelingen op dat punt in het traject zitten: het punt dat precair is en dat extra moet worden ondersteund. U bent niet alleen minister-president, u bent ook coördinator van alles wat te maken heeft met asiel, vluchtelingen en de opvang van erkende vluchtelingen. Minister-president, wilt u deze noodzaak ook daar aan tafel te berde brengen?
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij mijn twee collega’s van de meerderheid. Ik denk dat heel wat Vlamingen zich in de toon van de minister-president hebben herkend. Het is ook onze lijn, de lijn van het moedige midden en van wijzen op rechten en plichten. Mijnheer Janssens, dat is ook de toon die door de meerderheid van Vlamingen – daar ben ik van overtuigd – wordt herkend. We zijn blij dat in dit debat de minister-president als minister-president van de Vlaamse Regering ook deze stem heeft vertolkt. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Ik dank alle collega’s die aantonen dat dit een beleid is dat breed gedragen wordt en dat – ik herhaal het – een evenwichtig beleid is, een beleid van rechten en plichten, van gelijk burgerschap, van vrij burgerschap, van de plicht tot integratie, van de plicht om de kansen te grijpen.
Collega Moerenhout, ik ben het niet met u eens, want u opent een ander spoor, dat van de vluchtelingen, waar wij ook alle kans geven, waar VDAB zelfs tot in de Fedasil-centra gaat om mensen toe te leiden tot werk, waar we OKAN-lessen geven vanaf de kleuterschool tot in Nederlands Tweede Taal, waar enorm veel mogelijkheden worden gecreëerd, maar waar we zeggen dat je ook maar die kansen kunt krijgen en volwaardig burger zijn, als je Vlaams burger wordt en participeert aan die ene publieke taal die het Nederlands is, en als je met ons die sokkel deelt van waarden van de verlichting die zorgen dat we in een pluralistische rechtsstaat kunnen leven met respect voor ieders levensbeschouwing, of ze religieus is of niet, en waar we geen discriminatie dulden, niet op grond van afkomst.
Wat me zeer tegen de borst stuit en wat ik stuitend vind aan u, mijnheer Janssens, is dat u nog altijd een onderscheid maakt tussen Vlamingen en allochtonen. Mensen van de derde generatie kunnen in uw ogen geen Vlaming zijn. Wel, dat zijn burgers net als u en ik. (Applaus)
Daar ligt de grens. Daar ligt de grens. U kunt niet omgaan met andere mensen, met mensen van een andere identiteit. U zegt: ‘Dat zijn anderen, wij zijn de Vlamingen, zij zijn de allochtonen.’ U laat hen in de slachtofferrol. Dat is absoluut niet waar. Ik heb de moed, altijd en overal, ook als ik een iftar bijwoon, ook als ik spreek met mensen van allochtone origine, om altijd te wijzen op deze basisprincipes van deze samenleving. Het is mijn oproep aan iedereen, ook aan het verenigingsleven, ook aan het bedrijfsleven, ook aan de lokale overheden, om altijd die grenzen te trekken, anders kunnen we ze niet opbouwen. (Applaus bij de meerderheid)
Tegelijk weiger ik mee te gaan in uw discriminatoir betoog. Daarin onderscheidt u zich van de andere mensen. (Applaus)
Minister-president, voor uw betoog krijgt u misschien applaus in de politiek correcte Wetstraat, maar niet in de Dorpsstraat. Hoe haaks kan het discours van bijna een heel parlement staan op dat van de publieke opinie? Neen, ik sta hier niet als pleitbezorger van de superdiversiteit. Dat laat ik aan alle andere partijen over. Ik sta hier wel als de woordvoerder van de autochtone Vlaming, die ondanks alle pogingen tot multiculturele indoctrinatie toch nog immigratie- en islamkritisch is. Kijk maar naar de actualiteit van de voorbije weken: Turken in Vlaanderen die zich in de zoveelste generatie nog altijd meer Turk voelen dan Vlaming; islamisering die ervoor heeft gezorgd dat we met gruwelijke onveiligheidstoestanden te maken hebben gekregen. Als dat het beleid is dat u wilt blijven voeren, dan moet u zo verder doen.
Ik vind in tegenstelling tot u niet dat de Vlamingen meer inspanningen moeten leveren. Ik vind dat we moeten stoppen met massa-immigratie en dat we van nieuwkomers die hier al zijn, mogen verwachten dat zij zich aanpassen aan ons, en niet of nooit omgekeerd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.