Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het resultaat van het Overlegcomité met betrekking tot de geluidsnormen voor vliegtuigen rond de luchthaven van Zaventem
Actuele vraag over de acties van de Vlaamse Regering na het Overlegcomité betreffende het belangenconflict over de nationale luchthaven
Actuele vraag over het resultaat van het Overlegcomité met betrekking tot de vluchtroutes boven het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister-president, hier staan we weer in verband met dat o zo moeilijke dossier van onze nationale luchthaven Zaventem. Ik heb vanmiddag op de radio uw reactie gehoord op de aankondiging van de Brusselse minister-president Vervoort dat er mogelijk een kleine opening zou worden gelaten zodat Brussel vanaf zaterdag niet effectief de boetes zal innen waarmee men al maanden dreigt, wat een absolute ramp betekent vooral voor de noordrand rond Brussel. Het ziet er dus naar uit dat er wat extra tijd zal worden gekocht na het tweede belangenconflict dat de Vlaamse Regering heeft ingeroepen op 21 februari aangaande de strengere geluidsnormen van Brussel.
Als ik vandaag alle reacties in overweging neem, dan kan ik eigenlijk niet anders dan besluiten dat er wat extra tijd wordt gekocht in dit dossier. Een echte duurzame oplossing voor het belangrijke dossier van de nationale luchthaven, die de economische belangen van die luchthaven als tweede grootste werkgever kan verzoenen met de leefbaarheid voor alle omwonenden in de ruime omgeving, heb ik vandaag eigenlijk nog niet gezien.
Bovendien hebben we vandaag ook in de pers gezien dat minister Bellot een plan klaar heeft om de vliegroutes boven de luchthaven beter te spreiden. Hij zou daarover met u overlegd hebben. Minister-president, kunt u ons als leden van het parlement de stand van zaken geven van de resultaten van het Overlegcomité en de verdere stappen die de Vlaamse Regering in dit dossier zal zetten?
De heer Doomst heeft het woord.
Minister-president, ik weet niet hoe het met uw liturgische kalender zit, maar volgend weekend is het Beloken Pasen. Beloken is het voltooid deelwoord van beluiken, het betekent dus ‘afgesloten’. Er is intussen ook een beloken belangenconflict. Daarom is mijn vraag aan u: indien het zover komt, wat staat er niet op de website dat vandaag uit de onderhandelingen is gekomen? Wat als minister Fremault – het wordt stilaan minister Fre-non – op dezelfde lijn blijft? Wat doen we dan in de Vlaamse Regering?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, ik denk dat iedereen hier aanwezig graag een oplossing zou zien. Een duurzame oplossing moet gebaseerd zijn op drie pijlers. Ten eerste: de hinder door de luchthaven moet stelselmatig naar beneden gaan. Zo is er een perspectief voor de mensen. Ten tweede: elke burger is evenwaardig, een Brusselaar is evenwaardig aan een Vlaming, iemand die in de noordrand woont, is evenwaardig aan iemand die in de Leuvense regio woont of iemand die in de oostrand woont. Ten derde: rechtszekerheid. Bijvoorbeeld plots opstaan en zien dat er een vliegroute vlak boven je hoofd bestaat, is onaanvaardbaar. Dat is wat af en toe gebeurt, zeker als men die lijnen begint te verschuiven.
Minister-president, die basispijlers zouden moeten worden geïmplementeerd volgens mij, maar vandaag staan we verder dan ooit af van een oplossing. Het politieke conflict – er zijn er al heel wat geweest de afgelopen jaren – is nog nooit zo groot geweest. Deze ochtend zagen we dat het Overlegcomité op niets was uitgedraaid. Iedereen stelde de vraag wat er gaat gebeuren als het belangenconflict deze zaterdag afloopt. Oké, uw collega Vervoort laat opnieuw een opening, maar er ligt nog altijd geen oplossing op tafel.
Mijn vraag is dus: hoe ver staat het nu? Wat gaat er gebeuren? En vooral: wat is de houding van de Vlaamse Regering in dit dossier vandaag?
De heer Nevens heeft het woord.
Minister-president, u was inderdaad vanmorgen, samen met minister Weyts, aanwezig op het Overlegcomité met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en met de Federale Regering. De signalen die we hebben ontvangen, zijn niet goed: er is stilstand in dit dossier. Er is geen besluitvorming.
We maken ons ongerust. We maken ons ongerust voor de economische realiteit op de luchthaven, maar ook voor de 60.000 werknemers die er vandaag aan de slag zijn. De belangen zijn groot, niet alleen voor Vlaanderen, maar ook voor Brussel. Minister, kunt u ons onderhouden over wat er vanmorgen eigenlijk is afgesproken binnen het
Overlegcomité? Boeken we inderdaad vooruitgang of is er effectief een stilstand in dit dossier? Na het tweede belangenconflict is de tijd op. Kunt u meer toelichting geven?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Er is vanmorgen inderdaad een Overlegcomité geweest. In tegenstelling tot wat in de media was gemeld, en tot wat diverse parlementsleden menen wat er is gebeurd, is er geen nota of voorstel voorgelegd door de regering. Minister Bellot heeft wel een aantal mondelinge vragen gesteld aan de deelnemers van het Overlegcomité. Dat waren vrij algemene vragen, in de zin van of we ermee akkoord gaan een samenwerkingsakkoord te sluiten, of we het ermee eens zijn dat er een onafhankelijk controleorgaan komt, of we het ermee eens zijn om verder te gaan met de technische analyse van de meetresultaten. Het waren dat soort vragen, waarop de Vlaamse Regering nu heel snel een antwoord zal geven.
Ik deel niet de mening dat er geen vooruitgang is geboekt, zonder dat ik verval in optimisme. Er is vooruitgang geboekt. De belangenconflicten hebben ertoe geleid dat er meer informatie, meer gegevens op tafel gekomen zijn die een deel kunnen vormen van de oplossing. Ik geef een voorbeeld. In de loop van de maand april, zeer recent, zijn voor het eerst alle resultaten van de metingen van de boetes van de meetpunten bekendgemaakt, die ertoe leiden dat minister Bellot vandaag of gisteren in Bruzz heeft gezegd dat wordt vastgesteld dat 60 procent van de boetes in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest worden opgelegd in gebieden met een lage bevolkingsdichtheid en dat die bovendien worden opgelegd aan de meest moderne en meest geluidsarme vliegtuigen. Dat zijn een aantal zaken die het mogelijk maken om zaken te gaan objectiveren. Het zijn instrumenten, feiten en gegevens waar we nu voor het eerst over beschikken.
De vraag rijst terecht: wat nu? Er is vandaag aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gevraagd om de bevriezingsperiode die er vandaag is – want het belangenconflict loopt nog en de procedure is opgeschort – voort te zetten, om met andere woorden vrijwillig over te gaan tot het niet innen van boetes zodat er in een serene sfeer kan worden onderhandeld. Die sereniteit en constructieve houding heb ik ook vandaag ervaren. Er is geen antwoord op die vraag gekomen: geen ja, maar ook geen neen. Minister-president Vervoort heeft uitdrukkelijk gezegd: morgen buigt de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zich over die vraag. Morgen gaan we dus het antwoord krijgen. Meteen doe ik ook een oproep aan de Vlaamse partijen, vertegenwoordigd in die Brusselse Hoofdstedelijke Regering, om mee de rede te laten zegevieren in dit dossier. Diverse sprekers in dit parlement hebben daar op gewezen.
Dit is een dossier van uitzonderlijk groot belang. De luchthaven is de tweede grootste economische groeipool, 60.000 arbeidsplaatsen, direct en indirect, heel belangrijk ook voor Brussel in zijn grote internationale rol. Brussel kan niet zonder de luchthaven. We kennen allemaal de bedreigingen die daarop wegen op dit ogenblik. Tegelijkertijd is er de leefbaarheid. Daarover is het standpunt van de Vlaamse Regering duidelijk: de leefbaarheid is een zaak waarbij men moet komen tot een evenwichtige verdeling tussen de inwoners van Brussel en tussen de inwoners van de Vlaamse Rand. Als er een onevenwicht ontstaat, als er onredelijke oplossingen zijn, kan men niet tot een gedragen oplossing komen. Iedereen weet dat de luchthaven niet kan functioneren zonder lasten, maar elk mens met een redelijk, gezond verstand zegt dat de lasten moeten worden verdeeld. Iedereen profiteert van de lusten ervan. Laat ons de lasten zo evenwichtig mogelijk verdelen.
Wat ons betreft, zijn we bereid om constructief mee te werken. We kennen de problemen zoals ze op tafel liggen. Het is één zaak om een probleem te schetsen en te zeggen dat een bepaalde route niet kan of minder moet, maar bij elk punt dat niet kan, moet er natuurlijk een alternatief zijn. De vliegtuigen zullen niet ophouden met vliegen, op te stijgen en te landen. Dat is een ingewikkeld proces.
Ik zal niet het proces van het verleden maken. Ik zeg alleen dat we nu in een fase zitten waarbij het mijn aanvoelen is en ook die van de Vlaamse Regering, dat er verdere bereidheid is om te praten. Ik hoop, echt waar, dat morgen de Brusselse Regering zegt de bevriezing verder te zetten zodat we de periode waarin we stilaan alle elementen hebben om tot een akkoord te komen, kunnen gebruiken om hier effectief uit te geraken.
Minister-president, met de uitgangspunten van een oplossing die u voorstelt, is mijn fractie het volmondig eens. Maar ik begrijp uit uw antwoord dat zaterdag, als het tweede belangenconflict afloopt, er geen duurzame oplossing zal zijn. U stelt wel de juiste vragen: wat nu, wat verder? Maar meer dan tijd kopen, zit er voorlopig niet in.
Met alle respect, maar in dit dossier moeten we op een andere manier aan politiek doen. We zullen op een andere manier moeten omgaan met dit dossier. Beleid is echt meer dan een salvo aan juridische procedures. We moeten het patroon doorbreken om enkel onder druk van juridische deadlines te handelen. Onze fractie denkt dat het tijd geworden is om er op een andere manier mee om te gaan. De enige manier om met zo’n complex dossier om te gaan, is er een op een participatieve manier met alle belanghebbenden, en we moeten objectiveren. Daarom is ons voorstel dat we samen indienen in een voorstel van resolutie met de heer Sanctorum en mevrouw Moerenhout om een internationale intendant aan te stellen die het dossier naar zich toe kan trekken, kan objectiveren en alle aspecten van de complexiteit samen kan behandelen. Op die manier kan voor eens en voor altijd dit dossier worden opgelost. (Applaus bij sp.a en Groen)
Minister-president, er zijn maar drie mogelijkheden om eruit te geraken. Uw reactie daarnet in de media was dan ook terecht: overleg, overleg en overleg. Hopelijk wordt daar morgen de nodige opening voor gemaakt.
Mijn vraag is ook naar de cruciale rol die Brussels Airport Company (BAC) daarin heeft. Heeft zij geen kracht in het formuleren van de nodige oplossingen?
Minister-president, ik begrijp dat het belangenconflict een reactie was op een stugge houding van de Brusselse Regering. Het woord zegt het natuurlijk zelf: ik denk niet dat uit een conflict een oplossing zal komen. Dat denk ik echt niet. Daarom sluit ik me aan bij wat mevrouw Segers daarnet voorstelde. Zo’n luchthavenintendant kan ook wat ruimte creëren in het debat en kan objectiveren. Bij Oosterweel is het gelukt en daar werd enorm mee uitgepakt. Oosterweel was een complex dossier, maar de luchthaven is nog veel complexer, alleen al door het feit dat er veel meer overheden bij betrokken zijn. Natuurlijk kunnen we als Vlaamse entiteit – parlement of regering – niet eenzijdig beslissen dat er zich een luchthavenintendant mee moet bezighouden. U kunt ten minste het voorstel lanceren. Minister-president, ik roep u daar graag toe op.
Dames en heren, ik ben het er niet mee eens dat iemand jury of scheidrechter zou moeten spelen in dit dossier. Dit dossier vergt een aanpak zoals de minister-president heeft geschetst, met sereniteit en het inzien van het voordeel van de nabijheid van de luchthaven. Het vergt vooral veel politieke moed. Ik merk in dit dossier dat de Vlaamse Regering wel degelijk integer naar de onderhandelingstafel gaat en de lusten en lasten van de luchthaven op een billijke manier verdeeld wil zien. Ik hoop hetzelfde van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en dat het gezond verstand zegeviert. Als dit meer tijd vergt in het belang van dit dossier, dan ben ik bereid om daar meer tijd aan te geven. Want dit dossier is zo belangrijk voor de Vlaamse Rand, maar ook voor de economische realiteit binnen de luchthaven, dat we er heel omzichtig mee moeten omspringen.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
Minister-president, u hebt met Vlaanderen nu al twee belangenconflicten ingediend om een duurzame oplossing te kunnen vinden voor de luchthaven, een oplossing dus waar alle gewesten het mee eens kunnen zijn. De termijn van dat eerste belangenconflict hebt u eigenlijk laten voorbijgaan zonder noemenswaardige vergadering. De eerste was pas gepland na een maand, de tweede een week voor het einde. Over drie dagen loopt dat tweede belangenconflict ook af en u staat nog altijd nergens.
Onze grootste kritiek, minister-president, is dat u te veel kostbare tijd verloren laat gaan, tijd waarin geen stappen vooruit worden gezet, tijd waarin de onzekerheid enorm toeneemt – onzekerheid voor de omwonenden, onzekerheid voor de maatschappijen – en tijd waarin uw macht aan het afkalven is tot onmacht. Daarom vragen wij u om ons voorstel van een intendant te steunen. Een intendant kan tijd en ruimte nemen voor dit inderdaad heel complexe en moeilijke dossier, kan de communautaire spanningen weghalen en kan volgens ons een uitweg bieden uit deze politieke impasse. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, het is natuurlijk in eerste instantie de vraag welke positie de Brusselse Regering morgen gaat innemen met betrekking tot het opleggen van de boetes. Als de drie Nederlandstalige politici in die regering nog over enige Vlaamse reflex beschikken, is het hoog tijd om die nu te gaan tonen. Intussen wilt u tijd kopen en verder onderhandelen. Dat is begrijpelijk, maar daardoor blijven de onstabiele situatie rond de luchthaven en de onduidelijkheid voor de luchthaven, de bedrijven en de werknemers wel duren.
Vanzelfsprekend is de enige duurzame oplossing een kwalitatieve spreiding van de lawaaioverlast, die wat ons betreft in geen geval in het nadeel van Vlaanderen mag zijn. Indien dat wel in het nadeel van Vlaanderen zou zijn, of indien Brussel alsnog doorgaat met het opleggen van die boetes, dan vragen wij u om krachtdadig op te treden en ook maar eens de geldtransfers van Vlaanderen naar Brussel ter sprake te brengen, want als de Franstaligen het communautair hard willen spelen, minister-president, dan moeten u en de Vlaamse Regering dat ook doen.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister-president, de luchthaven is belangrijk voor Brussel, maar heel zeker ook voor Vlaanderen en zeker voor de Vlaamse Rand. Iedereen beseft maar al te goed dat er in dit dossier een evenwicht moet worden gezocht tussen het economische belang, de jobs en de veiligheid, maar ook de leefbaarheid voor de omwonenden. Het is dus een heel complex dossier.
Waar we bij de vorige bespreking van dit dossier in de commissie moesten vaststellen dat er nog maar weinig overlegmomenten hadden plaatsgevonden, kunnen we nu inderdaad wel stellen dat er vooruitgang is geboekt en dat het aantal overlegmomenten is toegenomen. Ik kan alleen maar hopen dat de bevriezingsperiode wordt ingewilligd, dat de overlegmomenten kunnen blijven lopen, dat we naar een samenwerking kunnen gaan en dat we dit complexe dossier op die manier kunnen oplossen.
Collega Segers, ik hoor u zeggen dat dit geen juridisch dossier is. Het is helaas wel een juridisch dossier. Het is een dossier van regels. Het is een dossier van Brusselse regels die aangevochten zijn. Het is een dossier van procedures bij de Raad van State. Het is een dossier van procedures bij de burgerlijke rechtbanken die lopen. Zeggen dat dit uit die sfeer moet worden gehaald, is dus een beetje gemakkelijk voor een dossier dat zeer complex is. Er zitten in deze plenaire vergadering heel veel mensen die al lang ervaring hebben met dat dossier en die weten hoeveel keer dit dossier al geleid heeft tot conflicten, botsingen, moeilijkheden, impasses, protesten enzovoort.
De idee van een intendant is niet nieuw. Dat is ook in dezen al gesuggereerd. Maar zeggen dat dit hier de mirakeloplossing zou zijn, daar heb ik toch een aantal vragen bij. Ten eerste zegt iedereen hier dat er niet zoveel tijd meer is. In dit zeer complexe dossier, waar het in eerste instantie gaat over overleg tussen regeringen, heb je met een intendant niet meer de tijd, zeker niet voor het einde van het belangenconflict, om tot een oplossing te komen. Een intendant kan misschien met drukgroepen aan de slag gaan, maar ik denk dat het overleg, zoals collega Doomst zegt, tussen regeringen moet gebeuren, tussen verantwoordelijke politici, die met elkaar in dialoog durven te gaan. En ook als er een intendant is, loopt het belangenconflict zaterdag af en kunnen de boetes opnieuw geïnd worden en zit je opnieuw in een sfeer die elke sereniteit onmogelijk maakt.
Ik ga niet in op de vraag wat we zullen doen als Brussel niet akkoord gaat om verder te bevriezen. Vrijdag komen we daarover samen met de regering. Het belangenconflict loopt tot zaterdag. Ik ga daarover geen uitspraken doen. Ik hoop dat morgen de regering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest vrijwillig akkoord gaat om in een serene sfeer van constructieve dialoog de bevriezing te verlengen. Dat is de beste methode om daartoe te komen. Men weet ook aan de kant van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering dat er een bereidheid is van Vlaanderen en van de Federale Regering om in dit dossier constructief verder te gaan en de weg te effenen voor een akkoord, dat een zeer complexe aangelegenheid zal zijn.
Ik ben het niet eens met wie zegt dat er tijd verloren is. Er zijn contacten geweest, er zijn bilaterale en interfederale contacten geweest. Er zijn werkgroepen bijeengekomen. Pas in de loop van de maand april is er voor het eerst een dossier bezorgd met de gegevens over de meettoestanden, die toch wel zaken reveleren waarmee we wel degelijk rekening zullen houden op het moment dat we de onderhandelingen voeren. De periode van de belangenconflicten werd nuttig gebruikt, daar ben ik van overtuigd. Dat heeft partijen aan tafel gebracht om het conflict op te lossen. Dat is, denk ik, de bedoeling van een belangenconflict. Ik ben ervan overtuigd dat dit dossier alleen kan worden opgelost door verder overleg tussen redelijke mensen die het dossier analytisch en technisch benaderen, die elke maatregel bestuderen op zijn gevolgen, elke wijziging van maatregelen, de impact van de afschaffing van de ene vliegroute op een andere bevolkingsgroep. Dat is de manier waarop we eruit moeten geraken. Dat vergt politieke wil. Maar tegelijkertijd, collega’s, vergt dat ook diepgaande technische studie van dit complexe dossier.
Wij bewandelen die weg. We wachten af wat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering morgen beslist. U hebt allemaal minister-president Vervoort gehoord: hij heeft dat niet afgewezen, hij heeft alleen gezegd dat hij daar morgen over zou beslissen. Ik herhaal wat ik in het begin heb gezegd: ik hoop dat ook hier de rede zal zegevieren.
Minister-president, samen met alle andere fracties kunnen we alleen maar vaststellen dat de juridische steekspelletjes ons geen millimeter vooruithelpen. Integendeel, we hebben al heel wat tijd verloren. Het idee van een intendant is een goed idee omdat het het dossier onttrekt aan de communautaire spelletjes. Het kan het dossier objectiveren en ervoor zorgen dat alle overheden en belanghebbenden samen rond de tafel komen. Overgaan tot de aanstelling van een intendant is ook geen falen van de politiek, minister-president. Het is een nieuwe, andere manier om met dergelijke complexe dossiers om te gaan, in de hoop om tot een oplossing te komen. Wij richten dus hierbij onze vraag tot alle fracties om ons voorstel te ondersteunen, om over te gaan tot de aanstelling van een internationale intendant. Tegelijkertijd wil ik de Vlaamse Regering ook oproepen om erop aan te dringen dat de activiteiten van de Vlaamse Luchtvaartcommissie, die ook bestaat, nieuw leven in te blazen, om zo het werk van die intendant maximaal te faciliteren en bij te staan. (Applaus bij sp.a)
Minister-president, ik heb wat ervaring met die belangenconflicten. Dat valt wel mee. Uiteindelijk leidt dat toch wel een oplossing. Het is in die zin toch niet kwaad dat u met de Vlaamse Regering daar op de gepaste wijze de nodige initiatieven hebt genomen. Ik hoop inderdaad dat het overleg na morgen opnieuw start. Het zal evenwichtig moeten zijn, het zal in overleg moeten zijn, en het zal veilig moeten zijn. Dat zullen de contouren moeten zijn. Het zal, zeker in het huidige institutionele kader en in de evolutie daarvan, een volwassen gesprek van gemeenschap tot gemeenschap moeten zijn. In die zin steun ik de lijn van uw rustige overleg. Ik ben ervan overtuigd dat op die lijn uiteindelijk ook een resultaat moet worden geboekt.
Minister-president, mocht nu vandaag het perspectief zijn dat de zaak wordt gedeblokkeerd, dan zou dat idee van die intendant niet worden gelanceerd, natuurlijk. U neemt onze vrees niet weg. Ik denk dat u het met mij eens mag zijn dat het er eigenlijk niet zo goed uitziet. Het kan zijn dat er weer wat tijd wordt gekocht omdat uw collega Vervoort misschien zijn Brusselse ministers overtuigt om het toch nog even wat kalmer aan te doen. Maar er is nog altijd geen oplossing in het verschiet. Die intendant is geen mirakeloplossing, maar kan toch opnieuw wat ruimte bieden.
Minister-president, ik vind dat u zichzelf tegenspreekt. Aan de ene kant zegt u dat dit een kwestie is van verantwoordelijke politici, aan de andere kant benadrukte u de technische aspecten van het dossier. Het is natuurlijk heel complex. Het is niet alleen een zaak van politici en technici, het is een maatschappelijke discussie. Dit gaat echt over heel veel mensen die erbij betrokken zijn. Vandaag worden ze zonder de intendant helemaal niet gehoord. Dat is een groot probleem. (Applaus bij Groen en sp.a)
Minister-president, uw aanpak is de juiste. U brengt de feiten in kaart met het materiaal waarover u beschikt. Nu moet alleen nog het gezond verstand zegevieren. Ik reken daarvoor op de voltallige Vlaamse Regering, maar ook op de Vlaamse partijen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Laat ons de leefbaarheid van de Vlaamse Rand rond de luchthaven niet uit het oog verliezen. Laat ons ook de economische belangen van de luchthaven, die zo belangrijk is, niet uit het oog verliezen. U benadrukte het: de tweede grootste werkpool in Vlaanderen. Laat alstublieft het gezond verstand in dit dossier zegevieren. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.