Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Overmeire heeft het woord.
Voorzitter, een maand geleden heeft het Vlaams Parlement unaniem een resolutie goedgekeurd waarin wordt gepleit om de onderhandelingen met Turkije over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie te bevriezen. Er zijn heel wat argumenten om dat te doen en die argumenten worden in de resolutie ook uiteengezet. De essentie is echter dat de Turkse regering zich niet gedraagt als de regering van een kandidaat-lidstaat. Ongeveer alles wat de Turkse regering doet, leidt ertoe dat de kloof tussen Turkije en Europa groter wordt.
Ondertussen is er het referendum geweest en heeft 51 procent gekozen voor de installatie van wat we moeilijk anders dan een autoritair regime kunnen noemen. Over het referendum zelf valt overigens ook zeer veel te zeggen. Wat me ook is opgevallen, is de campagne die hieraan is voorafgegaan. Turkse politici en de Turkse president hebben de confrontatie met Europese lidstaten en met de EU zelf opgezocht. Wat me ook opvalt, is dat de Turkse regering na het referendum opnieuw die confrontatie opzoekt.
Minister-president, hoe kijkt de Vlaamse Regering een maand na de goedkeuring van onze resolutie en enkele dagen na het referendum aan tegen de gebeurtenissen in Turkije? Welke conclusies moeten we hieruit trekken?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, voor de Vlaamse Regering vormt de resolutie van het Vlaams Parlement het uitgangspunt. In de resolutie is uitdrukkelijk gesteld dat er een tijdelijke bevriezing van de toetredingsonderhandelingen moet komen en dat die onderhandelingen zelf automatisch moeten worden stopgezet indien de doodstraf wordt heringevoerd. Dat is ons uitgangspunt.
Ondertussen hebben we kennisgenomen van de nieuwe grondwet en van het oordeel van de Commissie van Venetië van de Raad van Europa over die nieuwe grondwet. De Raad van Europa vindt dit een stap weg van de grondwettelijke democratische traditie. De Raad van Europa wijst er tevens op dat meer dan 125.000 mensen uit hun ambt zijn ontzet, dat meer dan 3500 staande magistraten onmiddellijk zijn ontslagen en dat bovendien nog heel wat magistraten zijn geschorst.
Er zijn meer dan 2000 universiteiten en scholen gesloten. Ongeveer 150 journalisten zijn opgesloten. Er zitten parlementsleden in de gevangenis. Dat is een bijkomend argument: de grondwet is hervormd op het moment dat leden van de tweede grootste oppositiepartij in de gevangenis zaten. Ik sluit me namens de regering dus aan bij de conclusie van de Raad van Europa, die zegt dat het Turkije is dat zich verder verwijdert van de Europese Unie, die een unie is van fundamentele rechten en vrijheden. Ik verwijs naar het Handvest van de grondrechten, dat deel uitmaakt van de Lissabonverdragen.
Onze positie is dus heel duidelijk. Er is op 28 april een informele Raad Buitenlandse Zaken van de Europese Unie. Intra-Belgisch gaat Vlaanderen in de voorbereidende vergadering van de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) dus de positie aannemen dat de pauzeknop moet worden ingedrukt, geheel conform de resolutie van dit parlement.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord en voor het feit dat de Vlaamse Regering natuurlijk het standpunt van dit parlement volgt. Ik maak me echter toch zorgen, in die zin dat president Erdogan nu al heeft laten doorschemeren dat er wel eens een referendum zou kunnen komen over heel dat proces van toetreding tot de EU. Collega’s, dan zou het toch wel een complete afgang zijn voor die Europese Unie mochten het uiteindelijk de Turken zelf zijn die de stekker eruit trekken. Na alles wat er is gebeurd, zouden we niet de slagkracht hebben om op een bepaald moment te zeggen dat het nu wel genoeg is geweest, dat we die toetredingsonderhandelingen echt wel stoppen.
Wat me nog meer verontrust, is dat er eigenlijk geen plan B klaarligt. Wij zoeken immers natuurlijk niet de confrontatie met Turkije. We zoeken niet de confrontatie met 80 miljoen mensen, met een land dat bijzonder strategisch is gelegen, een land dat 60 procent van zijn handel met Europa drijft. Het alternatief is een partnerschap dat we moeten uitwerken, een partnerschap in plaats van een lidmaatschap. Oostenrijk heeft als eerste land de stap gezet op die lijn. Minister-president, ik hoop dat ook Vlaanderen, samen met andere landen en andere regio’s, mee dat alternatief kan uitwerken, want voor dat lidmaatschap moet er ondertussen toch een alternatief worden ontwikkeld.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Voorzitter, we hebben hier inderdaad een tijdje terug een resolutie goedgekeurd over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Ons standpunt daarover is duidelijk. Er is een brede repressie bezig van alle dissidente stemmen en van de oppositie. De pers staat er aanzienlijk onder druk en er wordt gepraat over de herinvoering van de doodstraf. Voor ons is dat absoluut een rode lijn. Als Turkije daarmee doorgaat, dan kunnen wij dat niet toelaten. Het is dan ook daarom dat we in al onze relaties bijzonder aandachtig moeten zijn voor de mensenrechten, en dus ook in die met Turkije.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik sluit me logischerwijs aan bij wat er in dit parlement in het verleden ook al is gezegd en goedgekeurd. Het referendum nu is in mijn ogen zelfs niet de aanleiding of de reden, maar veeleer een symptoom van het feit dat het slecht gaat met de democratie in Turkije, met een tanende persvrijheid, het tegenwerken van kritische stemmen, van politieke oppositie. Ik denk dus dat we duidelijk moeten zeggen dat er voor dit Turkije geen plaats is in de Europese Unie. Er ligt in het federaal parlement ook een voorstel klaar van mevrouw Turtelboom om ook de pretoetredingssteun te schrappen. Ik denk dat we ook dat niet mogen laten.
De heer Van Grieken heeft het woord.
Ik ben uiteraard gelukkig met het betoog van de heer Van Overmeire, maar ook een beetje verbaasd over het een-tweetje van de N-VA. Natuurlijk is het niet alleen om die resolutie dat Turkije geen deel mag uitmaken van die Europese Unie. Turkije hoort geografisch niet tot Europa, het is een islamitisch land en, zoals de minister-president terecht heeft aangehaald, zijn er tal van schendingen van de mensenrechten, met 90.000 politieke gevangenen die worden gemarteld, onderwijsinstellingen die massaal sluiten, websites die worden geblokkeerd, maar dat was al het geval voor de coup.
Minister-president, u hebt verwezen naar die resolutie hier in het Vlaams Parlement, maar er is ook een resolutie geweest in het Europees Parlement om de toetredingsonderhandelingen te bevriezen. Jammer genoeg heeft bijna geen enkele nationale regering gevolg gegeven aan die Europese resolutie, ook niet de Belgische Federale Regering, waar uw partij, de N-VA, toch ook deel van uitmaakt. Mijn vraag aan u is duidelijk: hoe gaat u ervoor zorgen dat de houding van de Federale Regering ten opzichte van de Turkse toetreding voor eens en voor altijd duidelijk is, dat de deur niet alleen toe, maar driedubbel op slot gaat? Gaat u eindelijk eens aan uw partijcollega’s van de Federale Regering vragen om eindelijk eens de daad bij het woord te voegen?
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, ik had er niet aan getwijfeld dat u zich zou aligneren op de hier kamerbreed aangenomen resolutie en dus had ik ook niet onmiddellijk een vraag voor u ingediend. Ik dank u voor deze bevestiging, want ik denk dat het goed is dat we in dit soort fundamentele discussies die te maken hebben met de kern van Europa als unie van rechten en vrijheden, allemaal op één lijn blijven staan. De uitdaging zal zijn om naast de vele mensenrechtenschendingen die worden vastgesteld, die we moeten veroordelen en waar we een halt aan willen toeroepen, de strategische ligging van Turkije niet uit het oog te verliezen en ook niet uit het oog te verliezen dat we hen nodig hebben in de strijd tegen de foreign terrorist fighters. Dat is ook gebleken in de commissiezittingen over de Staatsveiligheid. Er zijn in veel Europese landen heel wat mensen met Turkse wortels. In die zin moeten we noodgedwongen tot een samenlevingsmodel met Turkije komen. Dat het er op dit moment niet een kan zijn van lidmaatschap van de Europese Unie, is wel heel duidelijk.
De heer Daems heeft het woord.
Collega’s, als afgevaardigde van dit parlement en delegatielid in de Raad van Europa zal ik zeker deze mening meenemen volgende week wanneer we in zitting zijn en Turkije absoluut ter sprake zal komen. Er is geen sprake van dat Turkije tot de Europese Unie zou kunnen toetreden wanneer men onder meer zou overgaan tot het invoeren van de doodstraf en verder zou gaan met de repressie die vandaag door het regime wordt gevoerd op een bijzonder, bijzonder harde manier.
Ik wil ook een ander element aanhalen. De helft van de mensen in Turkije heeft niet voor Erdogan gestemd. Minister-president, mijn vraag is de volgende. Los van het feit dat we het er allemaal over eens zijn dat dit regime niet kan worden toegelaten tot het proces, zouden we kunnen overwegen om misschien de democratie te ondersteunen in Turkije zelf en ook daar een aantal elementen naar voren te brengen om die helft van de bevolking van Turkije die het dus niet eens is met Erdogan, op een of andere manier te ondersteunen.
Een laatste bedenking die ik wil meegeven aan collega Van Grieken, is: zo zuiver als hij hier is, zou ik toch willen meegeven, met een knipoog, dat mevrouw Le Pen in Frankrijk toevallig ook wel voor de doodstraf is.
Collega Van Overmeire, u zegt dat we moeten vermijden dat de situatie zo ver komt dat Turkije zelf de stekker uittrekt. We zullen zien wat de evolutie is. Er is door diverse collega’s op gewezen dat de Europese Unie vooralsnog uit 28 lidstaten bestaat, gerefereerd aan het standpunt van Oostenrijk, maar er is ook het standpunt van Duitsland dat onder meer om de strategische redenen die collega Kennes aanhaalt, zegt dat ze er zelf de stekker niet uit gaan trekken. Wat ik heb gezegd, is het standpunt dat de Vlaamse regering intra-Belgisch zal verdedigen met de hoop dat ook België dat standpunt zal innemen. Wat de uitkomst is binnen de Europese Raad voor Buitenlandse Zaken op 28 april, moeten we natuurlijk afwachten.
Er was een vraag over de fondsen. Ik heb de resolutie niet bij me, maar ik meen me te herinneren dat dit parlement heeft gevraagd om over te gaan tot een heroriëntering van de fondsen, met name in de richting van de ‘rule of law’. Dan kom ik een beetje bij wat collega Daems zegt. Moeten we die fondsen inderdaad niet een beetje heroriënteren om in te zetten op de rechtsstaat, op de democratie, op inderdaad toch de helft van de mensen in Turkije die niet in de richting van dit regime willen gaan met een uitholling van wat de Raad van Europa noemt ‘een verder wegdrijven van de grondwettelijke, democratische traditie’? Dus ik denk – alsnog ben ik gebonden door de resolutie – dat we ook dit standpunt best moeten innemen.
Wat in de toekomst? Collega’s, ik denk dat het inderdaad niet oneerbaar zou zijn dat er een strategisch partnerschap is met Turkije, een strategisch partnerschap dat kan slaan op het economische aspect, wat er nu eigenlijk ook al is, want er is een overeenkomst met Turkije. Ten tweede zijn er de veiligheidsoverwegingen. Ik denk niet dat het nuttig is om alle deuren te sluiten op dat vlak, maar wel om heel ferm duidelijk te maken – en ik heb toch het gevoel dat het in het parlement heel breed wordt gedragen; er is ook de resolutie – dat de Europese Unie er een is gebaseerd op de democratische rechten en vrijheden. Het Handvest is ter zake heel duidelijk en de Unie is een unie die op dat vlak volkeren verenigt, gebaseerd op de waarden van de verlichting. Daar gaan we met z’n allen niet van af.
Ik ben blij om vast te stellen dat zowat iedereen op dezelfde lijn zit. Het is natuurlijk voor velen een droom die aan diggelen is geslagen. De Turkse republiek is opgericht op de puinhopen van het Ottomaanse Rijk, een seculiere republiek met het kompas op Europa, generaties lang. Nu zie je dat er eigenlijk niets van is overgebleven en dat het helemaal de andere richting uitgaat.
En dat is natuurlijk de realiteit en daar moeten we rekening mee houden. Daarom denk ik dat dat partnerschap, dat plan B, absoluut noodzakelijk is, want wie geen plan B heeft, is gedwongen om de gebeurtenissen te ondergaan. Nogmaals, ik vind dat als de Europese Unie een lijn trekt, ze die lijn ook moet bewaken. Het uitwerken van een partnerschap lijkt mij een valabel alternatief. De oplossing is niet lidmaatschap, de oplossing is een strategisch partnerschap. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.