Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de onduidelijkheden bij FAST-takeldiensten en het wegtakelen van voertuigen met pech op de autosnelwegen
Verslag
De heer Parys heeft het woord.
Ik zie dat collega Keulen is gearriveerd uit het verkeer. Hopelijk moest hij niet worden getakeld, want daar gaat mijn actuele vraag over.
Minister, sommige kranten hebben vorige week bericht over een scenario dat zich enkele keren per week op de Vlaamse autostrades voordoet. Iemand heeft pech, komt op de pechstrook terecht en belt naar zijn pechverhelper waarmee hij een contract heeft om hem gratis te komen takelen. Tegelijk belt de politie naar de FAST-takelaars (Files Aanpakken door Snelle Tussenkomst) die een contract hebben met de Vlaamse overheid om die auto’s te komen takelen. Als de pechverhelper er eerst is, ontstaat er vaak een discussie over wie er nu bevoegd is, omdat de Vlaming liever heeft dat hij gratis wordt geholpen dan dat de FAST-takelaar hem versleept.
Als de FAST-takelaar arriveert, meestal met twee voertuigen, ook met een signalisatievoertuig, wat de kostprijs nog wat opdrijft natuurlijk, wordt er getakeld naar de dichtstbijzijnde garage. Dat kan een serieuze factuur opleveren voor de Vlaming die die pech heeft.
Minister, wie is wanneer en onder welke omstandigheden bevoegd om te takelen op de pechstrook? Ik heb vernomen dat de pechverhelpers akkoord zouden gaan met een voorstel dat ze zelf hebben gedaan. Dat houdt in dat de FAST-takelaar altijd bevoegd is op de autostrade, maar dat die sleept naar de dichtstbijzijnde afrit of parking, zodat de pechverhelpers vanaf daar kunnen overnemen en er ook voor zorgen dat ze niet samen ter plaatse zijn voor dezelfde auto die moet worden getakeld. Minister, kunt u daar duidelijkheid over geven?
De heer Keulen heeft het woord.
De problematiek werd door collega Parys heel goed geschetst. Het heeft enerzijds te maken met verkeersveiligheid en anderzijds met eerlijke marktverhoudingen in de wereld van de takelaars. Als we het hebben over FAST, denken we natuurlijk aan zware verkeersongevallen. Ze worden geëscorteerd door een signalisatievoertuig, wat ervoor zorgt dat de takelaar snel op de plaats van het ongeval geraakt. Als het gaat over de klachten van Touring, VAB-VTB en de merkengarages, die moeten ook soms mensen wegtakelen bij onschuldige pech zoals een lege brandstoftank of een lekke band. De vraag is wie voor wat bevoegd is.
Minister, een dringend overleg met de federale wegpolitie is absoluut geboden.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik wil eerst de FAST-regeling even schetsen. Vlaanderen is ingedeeld in liefst 32 percelen. Perceel per perceel wordt ook zo in de markt gezet in functie van het versneld takelen. Dat engagement bestaat erin dat dienstverleners moeten garanderen dat ze binnen 20 minuten ter plaatse zijn. Wat natuurlijk niet altijd kan bij de klassieke autopechhulpdiensten.
Ik las nog wat andere verhalen in de media. Die prijzen zijn nog maar een aantal jaren vast bepaald. Vroeger was er een vrije prijssetting op basis van de aanbestedingen met als gevolg dat in het ene arrondissement de prijs het viervoudige bedroeg van de prijs in het andere arrondissement, soms door een toevallige speling van de omstandigheden. We hebben daar een vaste prijs van gemaakt, voor het takelen is dat ongeveer 163 euro per keer. Wanneer er een beveiliging moet zijn, een botswagen, komt daar nog eens 127 euro bij. De enige variant is dat er nog een nachttarief en een weekendtarief bestaan die hoger liggen.
De takelaars zelf kunnen wel korting geven. Sommigen doen dat in het kader van de aanbesteding en doen het voor minder dan 163 euro.
Nu is er een dispuut met Touring, VAB en de FAST-dienstverleners. Hier speelt natuurlijk vooral een commercieel geding. Onze eerste bezorgdheid is de verkeersveiligheid en de doorstroming. We stellen vast dat er steeds meer ongevallen gebeuren op de pechstrook. Die wagens moeten daar dan ook zo snel mogelijk weg.
De federale politie beslist over de inzet of de oproep van FAST en gaat zich niet eerst vergewissen van de toestand ter plaatse. Soms doen zij dat op basis van meldingen of camerabeelden, maar zij gaan niet eerst na wat er precies aan de hand is en of de chauffeur pech heeft of iets anders aan de hand heeft, en of hij een autobijstandsverzekering heeft. Zij sturen gewoon te goeder trouw en in functie van de verkeersveiligheid en de doorstroming zo snel mogelijk een FAST-team ter plaatse.
Ik heb geopperd dat we zouden kunnen komen tot een systeem waarbij alle FAST-oproepen of het uitrukken van een FAST-team altijd worden gemeld aan autopech- en verhelpingsdiensten zodat dubbele ritten worden vermeden. Een alternatief is wat nu al dikwijls gebeurt, waarbij FAST enkel takelt tot de eerstvolgende op- of afrit – FAST zou dan misschien de exclusiviteit krijgen op de autosnelwegen. Dat gebeurt nu in vele gevallen, in sommige gevallen takelt men tot aan het depot van de betrokken takeldienst. Dat zijn twee pistes die open liggen.
We hebben binnenkort overleg met de federale politie om in eerste instantie overeenstemming te vinden. Ik denk dat de problematiek oplosbaar is, zolang we het erover eens zijn dat de oplossing altijd prioritair focust op niet-commerciële belangen maar wel op verkeersveiligheid en op doorstroming.
Minister, dat is een duidelijk antwoord. Ik vind ook dat het een duidelijk systeem zou zijn indien op de autosnelweg wordt gezegd dat het om een bevoegdheid gaat van FAST, of dat dan op de pechstrook is of op een andere strook van de autosnelweg. Dan kan inderdaad een akkoord worden gesloten over heel Vlaanderen dat er wordt getakeld tot de dichtstbijzijnde parking, zodat de pechverhelping vanaf daar kan overnemen. Dat zou ervoor zorgen dat de Vlaming geen twee keer pech heeft.
Ik vind dat een heel goede piste om te bewandelen. Dat is waar wij effectief naar vragen. Ik hoop dat hier snel overleg en duidelijkheid over komt.
Ik kan me voorstellen dat de collega’s en de kijkers zich nu afvragen wat het uitmaakt, maar als je door FAST wordt geholpen en het signalisatievoertuig is erbij om snel op de plaats van het incident te geraken, dan kan die factuur inderdaad oplopen tot 500 euro extra. Dat is dan de dubbele pech voor de automobilist: aan de ene kant aan je voertuig, aan de andere kant in je portemonnee. We moeten hier gaan naar werkbare, praktische oplossingen en dan lijkt een gebiedsafbakening me het veiligste. De autosnelwegen zijn voor FAST, vanaf een parking of een oprit of afrit wordt de taak overgedragen aan een takelaar. Vandaag sluiten automobilisten een verzekering af bij Touring, VAB of bij een merkengarage om in geval van panne te worden getakeld. Die maatregel zou als gevolg kunnen hebben dat die polissen kunnen worden aangepast en goedkoper worden voor de automobilisten. Dat lijkt me een verdedigbare piste.
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, ook vroeger al, in 2014, is er discussie gevoerd en er is een gedachtewisseling geweest door VAB en Touring. Toen waren het de heer Keulen en mevrouw Lies Jans die daarover een aantal vragen hebben gesteld ten aanzien van de toen bevoegde minister van Mobiliteit Hilde Crevits.
Toen kwam ook de problematiek van het afsprakenkader met de federale overheid aan bod. Ook was er toen sprake van dat, om te vermijden dat de files ten gevolge van ongevallen verder zouden kunnen uitbreiden, er calamiteitsschermen zouden kunnen worden geplaatst door de civiele bescherming. Verder was er toen ook sprake van om, in het kader van de discussie over wanneer er al dan niet een signalisatiewagen wordt uitgestuurd, nader overleg te hebben met de federale overheid.
Kunt u dus die twee punten verder overleggen met de federale overheid? Dat zou prima zijn.
Ik weet inderdaad dat er daarover in het verleden overleg heeft plaatsgevonden. Ik wil het nu in eerste instantie beperken tot de FAST-regeling. De calamiteitsschermen en het plaatsen daarvan, is een heel andere calamiteit. Daarbij is de vraag vooral: wie zal dat moeten doen en wie beveelt dan op welk moment dat die calamiteitsschermen moeten worden ingezet?
Dat heeft natuurlijk ook altijd te maken met de vreemde bevoegdheidsverdeling tussen het federale en het Vlaamse niveau. Dat is daarvan ook deels de oorzaak. Dat maakt dat we op dat vlak zeker nog niet vooruit zijn geraakt.
Ik focus nu op deze eerste problematiek en op een oplossing daarvoor. Ik hoop dat we binnen enkele maanden ook daar veilig kunnen landen.
Als afsluiter wil ik u gewoon vragen, minister, dat u inderdaad met uw federale collega afspreekt dat er een gekoppelde oproep komt, zodat niet twee keer dezelfde wagen uitrukt voor hetzelfde incident. Dat zal er dan inderdaad voor kunnen zorgen dat die polis eventueel echt kan dalen bij de pechverhelpers.
En uiteraard, als er een snelle evaluatie kan worden gemaakt als het gewoon over pech gaat, dan hoeft die tweede signalisatiewagen niet te worden meegestuurd. Dat is iets dat we aan de federale politie moeten vragen. En dat kan ook leiden tot een lagere factuur voor de Vlaming. Ik denk dat dat, samen met verkeersveiligheid, moet zijn wat ons hier vandaag bezighoudt.
Minister, eigenlijk gaat dit over een kernopdracht van een overheid. Veiligheid, verkeersveiligheid vrijwaren en verzekeren aan de ene kant, en aan de andere kant zorgen voor eerlijke spelregels en een goede organisatie van uw samenleving. Dat lijkt mij nu net een kolf te zijn naar uw hand. Neem die uitdaging op. Ik hoop dat we inderdaad vóór de grote vakantie uit deze problematiek zijn. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.