Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het uitblijven van een nationaal alcoholplan en de initiatieven van de minister ter zake
Verslag
De heer Depoortere heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het is niet compleet onverwacht dat het overleg om een nationaal alcoholplan uit te werken op niets is uitgedraaid. Vorig jaar, in oktober, hebben we u daarover vragen gesteld. U antwoordde toen dat er nog zou worden overlegd, maar u liet ook uitschijnen dat elke minister zijn of haar verantwoordelijkheid zal moeten nemen. Inmiddels weten we dat dat betekent – toch wat betreft minister De Block. Zij zet in op het verbieden van de zogenaamde alcoholpops aan minderjarigen, op controle van de leeftijdssloten van drankautomaten, en op een strengere controle van reclame gericht op jongeren. Ik wil graag van u vernemen hoe het verder moet. Wat is uw reactie? Zult u op grond van uw bevoegdheden extra maatregelen nemen?
De heer Anseeuw heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, het al lang aangekondigde alcoholplan zal er dan toch niet komen. Daarvoor is een akkoord tussen de federale overheid en de deelstaten nodig. Dat heeft alles te maken met de versnippering van bevoegdheden, ook in deze materie. Vlaanderen is bevoegd voor alles wat met preventie heeft te maken, de federale overheid voor alles wat met de verkoop van alcohol. Het ene heeft natuurlijk een impact op het andere, wat maakt dat er een door alle beleidsniveaus gedragen visie moet worden ontwikkeld.
Die gemeenschappelijke visie komt er niet. Federaal minister De Block gooide de handdoek in de ring. Ze zei dat een akkoord met de deelstaten blijkbaar niet mogelijk is. De ene zal de andere wel onredelijk hebben gevonden, maar de kern van het probleem is toch wel dat er nog steeds geen homogene bevoegdheidspakketten zijn waardoor ministers hun verantwoordelijkheden kunnen blijven ontlopen.
Ik ben niet de enige die dat zegt. Ook de Strategische Adviesraad voor het Vlaams welzijns-, gezins- en gezondheidsbeleid zegt dat met zoveel woorden, want de raad vindt het pijnlijk te moeten vaststellen dat er na de staatshervorming opnieuw geen werk is gemaakt van homogene bevoegdheidspakketten in de geestelijke gezondheidszorg.
Met die vaststelling is de kous natuurlijk niet af. Het is een ernstig maatschappelijk probleem: een op tien volwassenen heeft een alcoholprobleem. Dat betekent dat minstens 12 van de 124 volksvertegenwoordigers een alcoholprobleem hebben. Dat is niet niks. Het is dan ook erg droevig te moeten vaststellen dat over zo’n belangrijk probleem geen consensus onder de verschillende beleidsniveaus kan worden gevonden, ondanks jarenlang praten over de materie. Minister, wat is de impact van het mislukken van het nationaal alcoholplan op uw Vlaams alcoholbeleid?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, collega's, de Vlaamse Gemeenschap heeft steeds de aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie ter harte genomen. Dat betekent dat men moet inzetten op preventie en hulpverlening, maar uiteraard ook initiatieven moet nemen op het vlak van marketing, prijszetting en beschikbaarheid. De bevoegdheden om dat te realiseren zijn verdeeld over de verschillende bestuursniveaus. Ik merk daarbij op dat dit echt niets te maken heeft met de laatste staatshervorming. In andere federale landen voert men dezelfde discussie: een geïntegreerd beleid is uiteraard steeds een beleid dat op verschillende niveaus moet worden gevoerd. ‘Health in All Policies’ is natuurlijk een evidentie.
Ik benadruk dat ook in de vorige legislatuur is geprobeerd om een geïntegreerd plan uit te werken. Toen heeft voormalig minister Onkelinx het discussiepunt te elfder ure van de agenda moeten halen, wegens geen consensus op het federale niveau. Het is dus een oud verhaal. Op de laatste interministeriële conferentie van vorige maandag stond het onderwerp niet geagendeerd. Er is wel een gedachtewisseling gehouden, naar aanleiding van de initiatieven van minister De Block. We hebben er ons toe verbonden om elkaar goed te informeren over de intenties en de acties die we zullen ondernemen, om zo goede praktijken en inspirerende voorbeelden te kunnen delen.
Wat wij gaan doen als Vlaamse Gemeenschap, daar heb ik op de interministeriële conferentie geen onduidelijkheid over laten bestaan. De acties die in een opbouw van een geconcerteerd plan waren opgenomen en die betrekking hadden op de gemeenschapsbevoegdheden, zullen we uiteraard uitvoeren. We zijn daar trouwens ook mee bezig. Een aantal van die acties heeft de laatste tijd ook heel wat media-aandacht gekregen, zowel op vlak van preventie als op vlak van bepaalde kwetsbare groepen als op vlak van de hulpverlening, want ook daar zijn de bevoegdheden verdeeld. Na de zesde staatshervorming zijn er een aantal gemeenschapsbevoegdheden geworden, zoals het Verslavingsfonds. Uiteraard zit er in de psychiatrie ook nog een heel stuk van de hulpverlening in het federale ziekteverzekeringsstelsel.
Mijn houding is momenteel eerder pragmatisch. Laat ons onverkort inspanningen doen en doorgaan. Laat ons het gesprek verder voeren en elkaar op een goede manier informeren. Ik hoop natuurlijk dat op het moment dat er ook op een ander niveau sprake zou zijn van campagnes naar bepaalde groepen, we voldoende kunnen concerteren om ervoor te zorgen dat de communicatieve boodschappen coherent en consistent zijn en in lijn met wat we vanuit onze bevoegdheid inzake preventie kunnen realiseren.
Minister, het zal niemand verbazen dat u vanuit uw bevoegdheden verder maatregelen wilt blijven nemen om alcoholmisbruik tegen te gaan en zeer sterk wilt inzetten op preventie. Het moet me toch van het hart dat door de versnippering van de bevoegdheden het heel moeilijk blijkt om tot een geïntegreerd plan te komen, tot een nationaal alcoholplan. Daarenboven is er niet enkel de versnippering van bevoegdheden, maar ook een verschil in mening tussen de regeringspartijen. Ik hoor enerzijds de visie van CD&V en anderzijds die van Open Vld. Ik merk dat die niet helemaal in overeenstemming zijn.
Ik hoor u graag zeggen dat u blijvend in overleg zult gaan met uw collega-ministers. Is een nationaal alcoholplan nu dood en begraven? Zal er verder werk van worden gemaakt? Komt dit er nog tijdens deze legislatuur?
Minister, uw antwoord is bijzonder interessant omdat u eigenlijk niet hebt geantwoord op mijn vraag. Ik begrijp ook waarom. U hebt gezegd dat de versnippering van de bevoegdheden daar niets mee te maken heeft. Ik heb gevraagd wat de impact is van het mislukken van het nationaal alcoholplan op het alcoholbeleid dat u voor ogen hebt in Vlaanderen. Als u daar niet op antwoordt en ik daaruit moet concluderen dat er geen impact is, dan stel ik mij de vraag waarom er jaren is gepraat over een nationaal alcoholplan, een gemeenschappelijke visie over de beleidsniveaus heen, terwijl dit misschien niet nodig was. U moet dat dan ook met zoveel woorden zeggen.
Het zou natuurlijk ook kunnen dat het wel belangrijk is en dat wat ik zeg, namelijk dat de bevoegdheden in zoveel verschillende handen zitten, het inderdaad extra moeilijk maakt, tenzij u mij zult zeggen dat u zichzelf stokken in de wielen zou steken mochten deze bevoegdheden in één hand zitten.
Ik herhaal mijn vraag dus. Minister, wat is de impact van het mislukken van het nationaal alcoholplan op het alcoholbeleid dat u in Vlaanderen wilt uitrollen?
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, vorige keer dat u hier stond, hebt u gezegd dat u nog eens een nieuwe poging zou doen om samen dat plan te maken. Ik geloof dat u dat oprecht hebt geprobeerd en dat het niet kan lukken. Ik denk voornamelijk dat het niet kan lukken wegens de sterk verschillende visie op de noodzaak om überhaupt iets te doen aan dat alcoholprobleem tussen uzelf en de federale minister. Ik denk niet dat u dat overbrugd krijgt.
Hoe zult u binnen uw bevoegdheden concreet een aantal maatregelen nemen? We weten het: elk jaar opnieuw 2400 tieners op de spoed met alcoholintoxicatie. Wat zult u doen om ervoor te zorgen dat u werkelijk dingen in de praktijk kunt veranderen, wetende dat de overkant niet mee wil en niet mee zal willen en dat u met dezelfde partij in deze regering zit? Wat kunt u doen of bent u aan handen en voeten gebonden?
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Het is weer een weinig fraai plaatje dat mensen van politiek krijgen. We stellen vast dat er een probleem is en we hebben nood aan een alcoholplan. Alle regeringen zetten zich samen en er komt er geen. Dan kunt u, zoals de N-VA doet, de schuld steken op staatsstructuren. Ik denk dat het de schuld is van politici die rond de tafel zitten. Het zijn die politici die een akkoord moeten maken en daar niet in geslaagd zijn.
Dan is mijn vraag aan u waarop dit vastloopt. Wat is het inhoudelijke verschil dat maakt dat er hier geen alcoholplan komt en tussen welke partijen of visies botst het zodat wij beter begrijpen wat de oorzaak is van deze malaise?
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Een geïntegreerde aanpak is zeer belangrijk voor het aanpakken van alcoholmisbruik. Ik ben blij dat u het overleg blijft verdedigen, minister. U hebt een aantal acties genoemd die u zelf voert vanuit de Vlaamse overheid. De laatste cijfers van maart geven ook een dalende trend aan wat het alcoholmisbruik en -gebruik betreft bij 16-plussers. Misschien is het ook goed om de effecten van de maatregelen die worden genomen te monitoren en samen met de federale minister de cijfers te bekijken zodat het overleg warm kan worden gehouden.
Mevrouw Saeys heeft het word.
Ik vind het ook, zoals wellicht iedereen hier, bijzonder jammer dat er nog altijd geen geïntegreerd plan is. We weten allemaal dat Vlaanderen bevoegd is voor preventie en dat het belangrijker is te voorkomen dan te genezen, zeker ook bij alcoholmisbruik. Het staat natuurlijk elk niveau vrij om intussen zelf maatregelen te treffen.
Enkele maanden geleden werd hier een actuele vraag gesteld over hetzelfde thema. U zei toen, minister, dat u de gezondheidsconferentie in december 2016 afwachtte om een strategie en visie te ontwikkelen om de gezondheidsdoelstellingen inzake voeding, beweging en verslavende middelen bekend te maken. Wat is de stand van zaken daarvan? U zei toen ook dat de besluitvorming daarover al vergevorderd was.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Mevrouw Saeys, ik kan bevestigen dat na de conferentie nu het strategisch plan wordt gefinetuned. Het moet op de verschillende settings en thema’s zoals alcohol, tabak, drugs, voeding en beweging, sedentair gedrag worden afgestemd. Er wordt nu overlegd met de stakeholders in al die settings om na te gaan of we een aantal meetbare objectieven kunnen stellen. Dat plan zal dan naar de regering gaan en vanuit de regering naar het parlement worden verstuurd om hier dan te worden gevalideerd. We gaan dus wel degelijk door, en we zijn intens bezig om wat op de conferentie naar voren is gebracht, nu te vertalen in de verschillende strategieën die genoemd zijn. Voor een aantal van die settings moet zeker met de stakeholders worden gesproken om te weten wat er als meetbaar doel, zowel procesmatig als inzake outcome, kan worden meegenomen.
Er zijn nog een aantal overlegrondes en dan zal het plan vanuit de regering aan het parlement worden bezorgd.
Mevrouw Franssen, het is helemaal niet zo gemakkelijk om het effect van bepaalde maatregelen te meten. Als we dat zouden kunnen, zouden we al een vrij mooi debat kunnen voeren over de vraaginspanningen inzake preventie. Die hebben theoretisch een effect op de consumptie van zorg en op de budgetten nodig voor de curatie. We zouden daar allerlei beschouwingen bij kunnen maken, alleen weten we dat die relatie zeer moeilijk causaal te leggen is. Het gaat over zeer contextuele elementen en langetermijneffecten die pas op termijn te meten zijn, dat is dus niet zo eenvoudig.
Nogmaals collega’s, ik heb het bij de start gezegd en ik heb het hier op het spreekgestoelte al meermaals herhaald dat de Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat er moet worden gewerkt aan hulpverlening en preventie, maar dat er pas een coherent plan is als men ook op prijssetting, marketing en beschikbaarheid maatregelen neemt. Zelfs op het federale niveau is niet altijd duidelijk of daar een draagvlak voor bestaat, of men bijvoorbeeld vanuit Justitie aansluit enzovoort.
We hebben akte genomen van de initiatieven van de federale minister. Ik ga die respecteren en ik ga me niet in haar plaats stellen, noch me aanmatigen het debat daarover te verplaatsen naar een ander parlement. Het is daar dat de kwesties die aan de orde zijn in de acties van minister De Block moeten worden besproken. Wij zullen datgene wat in de opbouw van een strategie toch als draagvlak of als consensus tussen de gemeenschappen en met de federale overheid naar voren kwam toen het ging over preventie/hulpverlening – zoals gezegd, vaak toch ook gedeelde bevoegdheden – onverkort uitvoeren.
Mevrouw Van den Bossche, alcoholhulp.be, Tournée Minérale, de acties voor de scholen en bedrijven en de vrije tijd, Quality Nights, Safe ’n Sound, Sportivos, het uitwerken van de ondersteunende onlineapplicatie me-ASSIST, de acties voor de kwetsbare groepen, de Feest Wijzer voor cafés, Quality Bar: er zijn heel wat initiatieven die in Vlaanderen worden genomen en die we uiteraard zullen blijven nemen als het gaat over preventie. Ze zijn zeer concreet en zelfs voor een belangrijk stuk al in uitwerking. Zoals gezegd, omdat het debat al een tijdje duurt, is intussen uiteraard ook al heel wat van het beleid in uitvoering. (Applaus van Joris Poschet)
Minister, ik wil nogmaals mijn pleidooi van oktober vorig jaar herhalen. Bij de maatregelen die worden genomen, of het nu op Vlaams niveau is of op federaal niveau, pleit ik voor het gezond verstand bij het tegengaan van alcoholmisbruik. Volgens ons moet men veel meer inzetten op preventie dan op bestraffing. Dit gezegd zijnde, denk ik dat het misschien ook wel nuttig kan zijn om meer in te zetten op controle van bestaande maatregelen dan iedere maand opnieuw nieuwe maatregelen uit te vinden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, ik had gedacht dat driemaal scheepsrecht was. Ik heb mijn vraag op voorhand letterlijk doorgegeven. Ik heb ze hier tweemaal gesteld en ik heb er geen antwoord op gekregen. Tot daar aan toe: ik kan het maar vaststellen.
Als ik een aantal collega’s hier in het halfrond hoor, dan heb ik blijkbaar een vervelende vraag gesteld en vooral een vervelende positie ingenomen wanneer het gaat over de link met de staatsstructuur. Ik zal mij nog eens verduidelijken. De huidige staatsstructuur maakt het inderdaad mogelijk – en we stellen dat gewoon vast, het is een vorm van pragmatiek en heeft zelfs niet met ideologie te maken – dat politici en ministers zich gemakkelijk kunnen onttrekken aan hun verantwoordelijkheid en de hete aardappel kunnen doorschuiven. Als we vaststellen dat een op de tien volwassenen een alcoholprobleem heeft, dan treft dat hun gezinnen, hun kinderen en brengt dat veel sociale ellende mee. Daar moeten we oplossingen voor hebben. Als we dan vaststellen dat een aantal mensen zich te gemakkelijk aan hun verantwoordelijkheid onttrekken, zijn homogene bevoegdheidspakketten – die geen doel op zich zijn voor ons – wel een verdomd efficiënt middel om voor echte oplossingen te zorgen voor al die mensen met een verslavingsproblematiek, maar ook voor hun echtgenoten, voor hun partners, voor hun kinderen, voor hun familie en voor hun omgeving. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.