Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, verkeersveiligheid is een thema dat onze fractie beroert en wellicht ook iedereen hier.
Uiteraard zijn rijopleidingen en rijexamens heel belangrijk voor de vorming van onze jonge chauffeurs. Ik kan u die intro besparen. Maar CD&V zet met heel veel genoegen mee de schouders onder de conceptnota van december 2015 over de hervorming van de rijopleiding en het rijexamen. Het rijexamen zal op 1 juni 2017 van start gaan. Dan zal er echter nog geen nieuwe rijopleiding zijn.
Minister, minder dan een week geleden ondervroeg ik u nog over de vertragingen bij het invoeren van de nieuwe rijopleiding. In die nieuwe rijopleiding zitten er waardevolle dingen, hebben we kunnen horen en zien. Die waren ook al ingeschreven in de conceptnota.
Vandaag wil ik stilstaan bij het feit dat we in Vlaanderen er duidelijk voor kiezen om de vrije begeleiding te behouden. Maar er wordt een duidelijke kwaliteitsvereiste aan toegevoegd: wij moeten ook de persoon die iemand gaat begeleiden, een vorming geven. Wij staan helemaal achter dat principe.
Veel verenigingen hebben al vele jaren het nut daarvan ingezien en hebben al jaren lang initiatieven genomen om de vrije begeleiders te vormen. Ik hoorde de laatste week nogal wat onrust over het feit dat alleen gebrevetteerde rijinstructeurs die verbonden zijn aan een rijschool, die vorming zouden kunnen geven en niet diegenen die worden voorzien door de rijexamens.
Minister, bent u bereid of bent u van plan om alle gebrevetteerde rijinstructeurs de mogelijkheid te geven om die vorming te geven?
Minister Weyts heeft het woord.
Misschien nog eerst eens de aanleiding schetsen waarom we de lat hoger willen leggen voor de rijopleiding. Ik krijg daar heel wat mails over.
De cijfers van Vlaanderen zijn op dat vlak verpletterend. Wij weten dat wij het slecht doen in vergelijking met de buurlanden als het gaat over het aantal verkeersdoden. Als het, heel specifiek, gaat over letselongevallen bij jongeren, bij nieuwe bestuurders, doen we het nog veel slechter: in de EU staan we daar op plaats 25. Dat is schandelijk slecht. Daarom willen we de lat hoger leggen.
Waaruit bestaat nu de hervorming? Vanaf 1 juni is er een aanpassing van de theorie en van het praktisch rijexamen. Die aanpassing is beperkt. Vanaf 1 oktober willen we de minimale oefentermijn van 3 tot 9 maanden uitbreiden, en willen we ook de opleiding voor de begeleider. Wij blijven wat dat betreft een uniek systeem in de wereld koesteren. Daardoor kunnen wij een heel goedkope rijopleiding aanbieden. Maar wij willen wel dat de beste ‘practices’ worden aangeleerd met een gewone opfriscursus van 3 uur voor de heel beperkte prijs van 20 euro. Ik heb in mijn ontwerp in eerste instantie ook gezegd dat dit voorbehouden moet blijven voor erkende rijscholen omdat er een grote kloof bestaat in de criteria die gelden ten aanzien van enerzijds de erkende rijscholen en anderzijds de zelfstandige rijinstructeurs.
Ik heb juridisch advies ingewonnen. Vanuit het verkeersveiligheidsaspect zegt men dat dat onverantwoord is omdat we van die zelfstandige rijinstructeurs veel minder kwaliteit en kennis vragen dan van erkende rijscholen. Bovendien zit je met een discriminatoire toestand omdat je andere voorwaarden oplegt.
Om naar de kern van het probleem te gaan: het is, voor alle duidelijkheid, geen punt van mijn geloof. Ik wil er soepel en creatief in zijn. Maar op basis van de huidige voorwaarden, die wij stellen ten aanzien van enerzijds erkende rijscholen en anderzijds zelfstandige rijinstructeurs, is die kloof te groot. Ik denk dat we daarmee de Raad van State niet passeren. Ik bekijk hoe we daarin enige soepelheid aan de dag kunnen leggen.
De grootste bekommernis is ervoor te zorgen dat we snel vooruit kunnen gaan en niet sneuvelen bij de Raad van State, terwijl kwaliteit en veiligheid hoog in het vaandel blijven staan.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik hoor alleszins dat u daar een opening laat. Ik zou er ook voor willen pleiten om te bekijken of dat tegen 1 oktober ook al zo kan worden geregeld. Want het zou toch wel straf zijn mochten diegenen die al die tijd al op vrijwillige basis – ze doen het niet verplicht – die begeleiders vormen, een stapje terug moeten zetten op het moment dat het verplicht wordt en mochten ze niet meer mee mogen doen.
Voor alle duidelijkheid: ik ga voor 100 procent akkoord met het gegeven dat dat dezelfde kwaliteit moet zijn. Ik denk dat de kwaliteit met brevettering vergelijkbaar is. Maar ik ben het ook met u eens dat het verschil vooral in het statuut van die rijinstructeurs ligt: diegenen die het op zelfstandige basis doen en diegenen die verbonden zijn aan de rijschool.
We hebben nog enige tijd. Het is ongeveer nog een half jaar tot oktober. Aan de slag daarmee!
Minister, ik heb een bijkomende vraag. Vanaf 1 oktober zullen heel wat begeleiders gevormd moeten worden. Vreest u dan geen capaciteitsprobleem? Vorige week zei u van niet. Maar nu sluit u een aantal instructeurs uit. Brengt dat geen capaciteitsprobleem met zich mee?
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik denk dat we de uitrol van die vernieuwde, veiligere en meer kwalitatieve rijopleiding inderdaad doorgang moeten laten vinden. Ik denk dat we inderdaad, minister, zoals u zei, een zekere mildheid en creativiteit aan de dag moeten leggen. We moeten de twee aanbieders, weliswaar onder de nieuwe voorwaarden, kansen geven, zowel de erkende rijscholen als de zelfstandige rijinstructeurs. Traditie heeft ook haar waarde. Wat normering betreft, moet de lat voor beide vergelijkbaar zijn, vanuit de oogpunten kwaliteit en veiligheid. En dan vindt u in ons bondgenoten. U zei dat u daar mild en creatief in wilt zijn. Houd dat ook als handleiding achter de hand.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, ik sluit mij aan bij het pleidooi van de heren Ceyssens en Keulen om voldoende openheid te laten. Die zelfstandige rijinstructeurs leveren op het terrein nu eenmaal kwalitatief werk af. Het zou dus zeer jammer zijn dat we enkel focussen op die erkende rijscholen. Ik ben het wel met u eens dat we een afspraak moeten hebben van welke normen er moeten worden gehaald, welke kwaliteit erachter moet zitten. Maar het zou zeer jammer zijn dat je die groep van zelfstandige rijinstructeurs een belemmering oplegt richting de nieuwe rijopleiding.
De heer Parys heeft het woord.
Voorzitter, ik heb de minister horen zeggen – en ik kan het daar enkel mee eens zijn – dat de lat gelijk moet komen te liggen voor iedereen. Ik denk dat het kalf daar vandaag gebonden ligt. Als wij dus iets kunnen doen waardoor die lat gelijk komt te liggen en daarmee ook de wettelijkheidstoets overleven, dan denk ik dat iedereen vandaag in dezelfde richting denkt. Ik vind dat we dat niet in de weg mogen laten staan van een goede en een snelle oplossing, die duidelijkheid biedt voor de Vlamingen die vanaf 1 oktober in een ander systeem terechtkomen.
De mildheid en de creativiteit: graag. Maar de duidelijkheid voor de Vlaming: zeker. En als dat dan betekent dat we iets langer moeten wachten, dan zij het zo. Het is vooral belangrijk dat we er binnen en buiten de regering voor zorgen dat er snel een goede beslissing komt in dezen, misschien een trapsgewijze beslissing.
Ik ga vrijdag met een concreet voorstel naar de ministerraad. Ik zal daarbij de nodige soepelheid aan de dag leggen. Het is nog niet zo eenvoudig omdat ook juridisch ‘dichtgepatcht’ te krijgen. Sowieso ga ik ervan uit dat, als ik de soepelheid aan de dag leg, er enkele criteria worden toegevoegd en er extra vereisten en desiderata worden gesteld ten aanzien van de betrokken zelfstandige rijinstructeurs. Want anders is de kloof te groot.
Wat de timing betreft, ga ik inderdaad uit van 1 oktober. Het is de bedoeling om vervolgens zo snel mogelijk te kunnen starten met de organisatie van die opleidingen. Niets staat in de weg om, als we nu vrijdag een eerste principiële beslissing nemen, al met een en ander te kunnen starten. Niets staat dat in de weg.
Verder moet ik wel nog meegeven dat het sowieso mijn ambitie is om inzake al die voorwaarden te gaan naar een gelijkschakeling van het statuut. Ik denk dat we dat al hebben besproken in de commissie. Wat we verwachten van erkende rijscholen en zelfstandige rijinstructeurs, is dat ze naar elkaar toegroeien. We leggen de lat daar gelijk.
Dank u wel, minister. U laat een heel duidelijke opening, en daar ben ik zeer tevreden mee. We hebben daarover in het Vlaams Parlement bijna een consensus. Ik wil u echt aanmoedigen om alle initiatieven te nemen, zodat beide soorten van rijinstructeurs van bij het begin betrokken zijn. Uiteraard mag dat op geen enkel moment ten koste van de kwaliteit gaan. Het statuut moet ook gelijkgeschakeld zijn. Met initiatieven in die richting mag u alleszins op onze steun rekenen.
De actuele vraag is afgehandeld.