Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, vandaag is het Wereldwaterdag, maar gisteren was het de allereerste Internationale Dag van de Bossen van de Verenigde Naties. Dit parlement heeft eind 2015 beslist om 12.500 hectare waardevol, maar ruimtelijk kwetsbaar bos extra te beschermen. Minister, uw diensten hebben daar kaarten voor gemaakt, met de percelen erop die zouden moeten worden beschermd. We hadden, denk ik, na het debat hier vorige week met zijn allen verwacht dat de regering die kaart vorige vrijdag voorlopig zou hebben vastgesteld. Dat is niet gebeurd. We weten dat er fouten in de kaart zitten, maar we weten ook dat er een openbaar onderzoek volgt, dat correcties kan aanbrengen. We weten ook dat de vraag wordt gesteld om bepaalde beslissingen tot ontbossing die al zijn genomen, niet terug te draaien. Ik denk dat daarover inderdaad een redelijk vergelijk mogelijk is. We weten dat er aan de regeringstafel alleen maar redelijke en verstandige mensen zitten. Dat wordt me toch altijd verteld. Ik hoop dus dat daar inderdaad een eerbaar vergelijk uit kan komen.
Minister, mogen we alstublieft van u verwachten dat u alles uit de kast zult halen om zo snel mogelijk, en dan denk ik eigenlijk aan deze week vrijdag, die kaart voorlopig te laten goedkeuren door de regering?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, u schrijft in de aanvraag voor deze vraag dat u schrik hebt. De kaart staat nu vrijdag geagendeerd op de Vlaamse Regering. U zegt dat kwatongen beweren dat dit maar voor de schijn zou zijn. Ik zit al lang in de politiek en ik lees in de pers inderdaad heel wat kwatongen. Soms vraag ik me af wie dat nu zou kunnen zijn. (Gelach. Applaus)
Maar soms vraag ik me dat niet af. Dat hangt af van de inhoud van het dossier, mijnheer Vandaele. (Opmerkingen van Bart Caron)
Is dat zo? (Gelach)
Op 7 maart hebben we een uitgebreide gedachtewisseling gehad in de commissie. Na een lange discussie heeft de voorzitter gezegd dat het debat uitgeput en afgerond was. Vorige week was er de actuele vraag van mevrouw Meuleman waarop ik heb herhaald wat ik ook in het debat in de commissie heb gezegd, namelijk dat ik de ambitie en de intentie heb om met de kaart zo snel mogelijk naar de Vlaamse Regering te gaan, een kaart die gebaseerd is op de criteria zoals die hier zijn goedgekeurd. Dat was vorige week woensdag.
Vandaag komt dezelfde vraag. Ik kan enkel herhalen dat ik de ambitie en de intentie heb om met die kaart zo snel mogelijk naar de Vlaamse Regering te gaan. Het nieuws is dat deze vrijdag op de agenda staat. De kaart staat geagendeerd. Aangezien er niet echt nieuwe elementen zijn, ga ik ervan uit dat uw vraag gebaseerd is op het feit dat u mij moreel wilt ondersteunen in het feit dat de kaart vrijdag geagendeerd staat en dat u er bij de anderen binnen de meerderheid voor pleit om dit ten volle te ondersteunen. Dus, bedankt voor uw morele ondersteuning naar vrijdag. (Applaus)
Minister, ik dank u voor de bemoedigende woorden. Een lid zegt dat dit een getelefoneerde vraag is. Ik heb het nummer van de minister niet. Tijdens de vorige legislatuur heb ik dat eens aan mevrouw Van den Bossche gezegd. Ik heb toen prompt haar nummer gekregen. Ik heb het nog altijd. Ik koester het met zorg. (Gelach)
Minister, de kaart gaat na voorlopige goedkeuring in openbaar onderzoek. Ik hoop en denk dat men uit de discussies komt die nog zouden kunnen bestaan over wat beslist beleid zou kunnen zijn. Een ander element dat af en toe eens opborrelt, is wat als in het algemeen belang in de toekomst nog een stuk bos nodig zou zijn voor een fietspad, een windturbine, een uitbreiding van school of ziekenhuis. Ook daar heeft dit parlement aan gedacht. Er is de mogelijkheid dat de regering ontheffing zou kunnen geven mits een goede motivering.
Ik ben er dus van overtuigd – met u blijkbaar – dat het pad geëffend is om de kaart voorlopig goed te keuren en in openbaar onderzoek te brengen. Ik ben er echt van overtuigd, mochten er daarna nog problemen rijzen – ik weet dat niet iedereen daarvan overtuigd is, misschien ook niet in de regering –, dat ons decreet voldoende mogelijkheden biedt om die op te lossen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voorzitter, ik zat daar zojuist wat te ‘sjieken’ op de reden waarom mijn vraag over de kilometerheffing niet aanvaard is. Ik denk dat ik die de volgende keer eerst aan de heer Rzoska ga voorleggen om die dan de week daarna te herkauwen in de plenaire vergadering, zoals dit hier gebeurt. Ik zie niet in wat er nieuw is aan deze vraag die vorige week al door mevrouw Meuleman is gesteld.
Ik hoor wel nieuwe elementen bij de heer Vandaele. U zegt dat er fouten in zitten en dat we over beslist beleid wat meer moeten nadenken. Misschien is het toch niet zo slecht dat het weekje uitstel er is geweest en dat er ook bij u bepaalde inzichten zijn gegroeid.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik verwijs naar mijn tussenkomst in de plenaire vergadering van vorige week.
Het is een goede zaak dat dit onderwerp nu vrijdag op de agenda staat. Het is belangrijk dat de aangepaste kaart rekening houdt met beslist beleid en zo snel mogelijk en met zo weinig mogelijk fouten kan worden voorgelegd voor openbaar onderzoek.
Ik maak van deze gelegenheid gebruik om een bijkomende vraag te stellen. In het gewestplan zijn bosgebieden aangeduid. In die gebieden is nog heel wat potentieel om bossen bij te planten. Dat blijkt ook uit de cijfers van het Boscompensatiefonds. Ik heb gehoord dat via dat fonds 104 hectare werd aangeplant in daarvoor bestemde bosgebieden. We moeten dus bijkomend ook een beleid uitstippelen om de gebieden die in het gewestplan aangeduid zijn als bos, zo veel mogelijk te bebossen.
De heer Tobback heeft het woord.
In deze eeuwig terugkerende discussie krijg ik het gevoel dat ik naar een wekelijkse aflevering van ‘De Collega’s’ zit te kijken. Iedere week is er een nieuwe ruzie, maar je ziet nooit iemand werken, laat staan dat je resultaten zou zien. Dit moet me van het hart. Ik spreek namens heel wat mensen die dit dossier volgen en bekommerd zijn om waardevolle natuur in Vlaanderen en in het bijzonder om die 12.000 hectare kwetsbare bossen. Collega’s van de meerderheid, stop nu met het week na week opvoeren van dit schouwspel in de commissie of in de plenaire vergadering, en met welke argumenten dan ook. U hebt al bijna drie jaar de tijd gehad om dat ei van die kaart te leggen. Stop met ruziemaken en maak die kaart.
Minister, kom komende vrijdag tot een beslissing in de regering. Zo niet, moet u ons hier uitleggen waarom u niet wilt of waarom de heer Vandaele u tegenhoudt. Dit schouwspel is pijnlijk, en ik ben het in elk geval beu. U wordt betaald om resultaten op tafel te leggen en om die 12.000 hectare kwetsbare bossen te beschermen. Doe dat nu, in godsnaam. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Wie talmt en op de rem blijft staan, zorgt ervoor dat er nog steeds kwetsbare en waardevolle bossen in Vlaanderen verloren gaan. Ik heb vernomen in een antwoord op mijn schriftelijke vraag dat sinds de goedkeuring van het Bosdecreet in december 2015 nog 91 ontbossingsvergunningen zijn goedgekeurd. Elke dag dat er wordt getalmd, gaan er extra bossen teloor in Vlaanderen. Momenteel is de bescherming juridisch ontoereikend. Die zal pas voldoende groot zijn wanneer de kaart aan het openbaar onderzoek is onderworpen. We kunnen daar echt niet langer mee wachten.
Minister, vorige week antwoordde u op mijn vraag dat het uw intentie en ambitie was om die kaart zo snel mogelijk te laten goedkeuren. We hoopten op een mooi verjaardagscadeau, maar dat is er niet van gekomen. Waar zit de knoop?
De heer Sanctorum heeft het woord.
De lijdensweg van de bossen mag nu eindelijk wel stoppen. Minister Schauvliege engageert zich hier nu voor de kaart, en ik denk dat de N-VA-ministers dat ook doen. Vrijdag wordt die kaart dus goedgekeurd. De vraag blijft wel: welke kaart? Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft objectief zo’n kaart opgesteld en daarover uitleg gegeven aan het parlement. Gaat het over diezelfde kaart, of zijn daar plots enkele bossen op verdwenen?
Mevrouw Meuleman en de heer Vandaele hoopten vorige week blijkbaar dat de kaart vorige vrijdag op de agenda van de Vlaamse Regering zou staan. De agenda wordt op dinsdag vastgelegd, en dat stond vorige week dus niet op die agenda. Ik heb dat ook zo niet aangekondigd.
Nu, het goede nieuws is dat ze vrijdag geagendeerd staat op de ministerraad. Die kaart, collega’s, zal uiteraard volledig conform de beslissingen zijn die hier in het parlement genomen zijn en de criteria die zijn afgesproken.
Wat het Boscompensatiefonds betreft, collega De Vroe: u weet dat wij die middelen allemaal hebben vrijgemaakt en dat we die ook versneld inzetten voor verdere bosuitbreiding. We zijn daar volop mee bezig. En de terreinen die zijn aangeduid en de verschillende plannen die er zijn als bos, komen daar uiteraard ook prioritair voor in aanmerking.
Collega Meuleman, het verhaal van ‘zolang die kaart niet is goedgekeurd en het niet in openbaar onderzoek gaat, worden die bossen niet beschermd’ klopt helemaal niet. Ik blijf dat herhalen. Die bossen zijn nu al fors beschermd. En wat betreft die 91 dossiers waar u naar verwijst, wil ik u gerust een screening geven over wat het gaat. Het is ook niet zo dat zodra die kaart is goedgekeurd, er geen afwijkingen meer zullen zijn. Laat ons alstublieft de zaken duidelijk maken op een correcte manier, en niet aan demagogie doen en foute informatie verspreiden. Die bossen zijn ook op dit moment al fors beschermd. Maar in plaats van dat nu een afwijking wordt verleend door de administrateur-generaal van het Agentschap voor Natuur en Bos, zal in de toekomst de Vlaamse Regering over dergelijke dossiers moeten beslissen en afwijkingen verlenen. Het is dus niet zo dat die dossiers op dit moment helemaal niet beschermd zouden zijn.
Het is mijn intentie om vrijdag die kaart goedgekeurd te hebben op de ministerraad van de Vlaamse Regering. We gaan dan in openbaar onderzoek. Dan kan iedereen ook opmerkingen formuleren. En nadien komt die terug naar de Vlaamse Regering, om dan ook definitief afgeklopt te worden.
Het is een discussie die al twintig jaar oud is. Doen alsof dat nu een nieuwe discussie is, collega Tobback, is dus een beetje fout. Als u over ‘De Collega’s’ begint, dan daagt u mij misschien ook wel een beetje uit om een aantal vergelijkingen te maken, maar ik ga dat niet doen. (Opmerkingen)
Ik hoop dat we vrijdag op de ministerraad een beslissing kunnen nemen, en dat we op die manier de bossen kunnen beschermen.
Ik zal u straks in de koffiekamer meedelen aan wie uit ‘De Collega’s’ u mij doet denken. (Opmerkingen. Gelach)
Collega Tobback, u vraagt actie, maar u weet hoe complex het is, want dit thema stond natuurlijk al in het regeerakkoord toen wij samen in de regering zaten. En we zijn er toen ook niet uit geraakt.
Minister, vorige week was het uw verjaardag. Ik heb hier de wens uitgesproken dat uw collega’s u de voorlopig goedgekeurde kaart als verjaardagsgeschenk zouden overhandigen. Dat is niet gebeurd. Uw collega’s zien u niet graag. Ik wel. (Opmerkingen)
Ik heb dus zelf een geschenkje meegenomen. Deze bijl dient niet om bomen te kappen, minister. Dit dient ook niet om er het bijltje bij neer te leggen, maar wel om vrijdag de laatste knopen door te hakken, en als het echt moet, om eventuele weerspannige collega’s te overtuigen. (Gelach. Wilfried Vandaele overhandigt een bijl aan minister Joke Schauvliege. Applaus)
Voorzitter, hoe geraakt zo’n wapen hier in het parlement? (Gelach. Opmerkingen)
Dat is een goeie vraag.
De actuele vraag is afgehandeld.