Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, op lokaal niveau is het een beetje zoals in ‘Het leven zoals het is’: men kan geen weg, woningcomplex of school meer bouwen of men krijgt er het actiecomité gratis bij. Dat is ten dele normaal, want men moet zijn rechten kunnen verdedigen. Maar uw aankondiging om onnodige klachtenfases in te dijken, is toch goed.
Het is goed om de ‘niet bij mij’-reflex bij de mensen weg te nemen en om de enorme ‘advocatisering’ van al die dossiers tegen te gaan.
Welke verbeterpunten hebt u daar in de mouw? Wat is uw timing? In hoeverre matcht het met het pionierswerk van de collega’s Ceyssens, Ronse en Peeters dat hier al is gebeurd?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Doomst, ik denk dat we allebei vinden dat inspraak van de burger belangrijk is. We gaan dat niet echt beknotten. Het is belangrijk dat in de toekomst de burger inspraak blijft hebben.
De voorbije jaren werd er echter vaak misbruik gemaakt van dat recht. Daar wil de Vlaamse Regering toch wel iets aan doen. We willen dat misbruik aan banden leggen. Er is inderdaad een goed voorstel van decreet van dit parlement met betrekking tot het bestuursrechtscollege waar men een rechtsplegingsvergoeding moet betalen. Dat is ondertussen, denk ik, goedgekeurd door het parlement.
Er is nog een initiatief, en dat zal heel snel richting dit parlement komen. In de herziening van de Codex Ruimtelijke Ordening heb ik voorgesteld – en dat staat daar dus in, dat is al twee keer goedgekeurd door de Vlaamse Regering, hopelijk binnenkort ook definitief, zodat het naar het parlement kan – dat wanneer een burger de mogelijkheid heeft in een openbaar onderzoek om een bezwaar in te dienen en hij maakt geen gebruik van dat recht, hij nadien, als de beslissing er is, geen recht meer heeft om in beroep te gaan. De burger moet de mogelijkheden in het openbaar onderzoek benutten en kan alleen op die manier een beroepsprocedure opstarten.
Dat bestaat al in Nederland. Dat werkt daar erg goed. We hebben dat nu opgenomen in die codex. Als het parlement mijn voorstel goedkeurt, zal dat vrij snel, dit jaar nog, realiteit worden.
Het is inderdaad de bedoeling om te zorgen dat er geen misbruik meer wordt gemaakt van een beroepsmogelijkheid, waarna men oeverloos blijft procederen. Dat kost geld aan de overheid en aan de mensen zelf, en alles staat stil. Dat kan niet de bedoeling zijn, daarom doe ik het voorstel dat in Nederland goed werkt.
Het is belangrijk dat we de reikwijdte tussen het eigenbelang en het algemeen belang duidelijk definiëren. Ik hoop dat dat eruit komt. Ik hoorde dat het de bedoeling was dat het al volgende maand, na 1 april, naar het parlement komt. Klopt die timing? Want 1 april is altijd gevaarlijk.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, we hebben begrip voor een aantal van uw bezorgdheden rond het aanvechten van vergunningen, maar we maken ons ook zorgen over een aantal gevolgen ervan. De rechtsplegingsvergoeding moet al betaald worden, dat is al goedgekeurd, als men in beroep zijn zaak verliest. Maar nu komt er nog een maatregel bij: als men tijdens het openbaar onderzoek niet heeft gereageerd, kan men niet in beroep gaan.
Talloos zijn de gevallen waarbij mensen het gewoon niet gezien hebben dat er iets aangeplakt werd. Onze bezorgdheid gaat dan vooral naar de straten en de pleinen waar eerder sociaal zwakkere mensen wonen, die veel minder nog aandacht hebben daarvoor. Als de cultuur rond aanplakken en verwittigen niet verandert, denken wij dat er meer en meer, samen met de rechtsplegingsvergoeding, een drempel ontstaat. Wij vrezen dat er een sociaal zwakkere groep uit de boot valt. Wat is uw mening daarover?
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik wil u feliciteren met het nieuwe element in de Codex Ruimtelijke Ordening. Het is bijzonder belangrijk om mensen de mogelijkheid te geven om beroep aan te tekenen. Ze moeten daarvoor transparantie krijgen voor het hele dossier. Men moet consequent zijn en beroepsprocedures mogelijk maken tijdens het openbaar onderzoek. Wanneer men geen bezwaar indient tijdens het openbaar onderzoek, moeten we de mogelijkheid daartoe niet meer bieden.
De Raad van State heeft daar advies over gegeven en heeft er een aantal opmerkingen op geformuleerd. U hebt er een repliek op gegeven. Gaat u ervan uit dat het dat zal overleven? Kan het dan eind april in werking treden? Het is zeer complementair op het parlementaire werk dat ik samen met collega’s Ceyssens en Peeters heb kunnen doen, en dat hier kamerbreed is goedgekeurd.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Mijnheer Doomst, ik dank u om het parlementair initiatief dat we hebben genomen, nog eens in the picture te zetten. Iedereen die wil bouwen, heeft er alle baat bij zo snel mogelijk rechtszekerheid te hebben. Daarom zijn alle initiatieven die worden genomen om al die juridische carrousels te vermijden, alleen maar nobel en dragen ze bij aan meer rechtszekerheid voor iemand die wil bouwen.
Minister, onze fractie zal uw initiatief inzake geen bezwaar in het kader van het openbaar onderzoek en dan ook geen beroepsprocedure, zeker mee ondersteunen.
De heer Tobback heeft het woord.
Mevrouw Peeters, het recht en onze wetten bestaan niet alleen ter bescherming van wie wil bouwen, maar ook van degenen die erdoor zouden kunnen worden gehinderd en legitiem een beroep willen doen op hun rechten. Het recht werkt voor allebei. Dat is evenwicht.
Ik deel de bezorgdheid van heel wat collega's dat nodeloze procedures voor niets nodig zijn en frustratie kunnen opleveren voor een bouwheer, en vaak zelfs ook voor een lokaal bestuur. Anderzijds wil ik toch even herinneren aan waar we deze zitting vandaag mee begonnen zijn: een lofzang op mensen die we jarenlang, vaak vanuit verschillende posities, hebben vervloekt omdat we vonden dat ze maar bleven zeuren met procedures en steeds maar nieuwe procedures. Achteraf moeten we vaststellen dat al die wirwar aan nodeloze procedures – volgens sommigen – uiteindelijk hebben geleid tot een betere beslissing.
Minister en collega's van de meerderheid en van de regering, ik wil u oproepen om het evenwicht in het oog te houden. Het kan niet dat je alleen maar in beroep kunt gaan als je daarvoor de financiële middelen hebt. Het kan ook niet dat je een openbaar onderzoek organiseert dat niet zichtbaar is en waarvan de mensen achteraf zeggen dat de deur tegen hun gezicht is geslagen. Dat is ook geen rechtszekerheid, collega's. (Applaus bij sp.a)
Mijnheer Tobback en mevrouw Pira, jullie maken een denkfout. Als je zoveel mogelijk wilt procederen om je gelijk te halen, dan kan ik meegaan in die redenering, maar dat is niet wat deze meerderheid wil. Deze meerderheid wil dat de burger die misschien opmerkingen of suggesties of bepaalde bezorgdheden heeft, zo vroeg mogelijk in de procedure de mogelijkheid heeft om die opmerkingen te formuleren, waarna de initiatiefnemer weet dat het gevoelig ligt en daar misschien aan kan tegemoetkomen. De overheid kan de beslissingen of bezwaren in dat openbaar onderzoek zo vroeg mogelijk meenemen en proberen eraan tegemoet te komen.
Als je natuurlijk niet aan het openbaar onderzoek meedoet en nadien een procedureslag begint, dan kom je inderdaad tot situaties zoals we die in het Antwerpse hebben gekend. Het is met dit initiatief dus niet de bedoeling om te zeggen dat er geen inspraak meer is. Het komt zowel wie bezwaren heeft als de initiatiefnemer ten goede dat zo vroeg mogelijk in de procedure de opmerkingen kunnen worden gemaakt, en dat wie de vergunningen verleent, er rekening mee kan houden om op die manier die evenwichten te bewaren. Dat beogen wij met dit voorstel. Het zal er ook voor zorgen dat we heel snel weten wat de gevoeligheden zijn en hoe we daar samen mee aan de slag kunnen om dat op te lossen in plaats van hele procedureslagen voor de rechtbank te voeren. Dat ligt op de tafel.
We zijn niet over één nacht ijs gegaan. Nederland past dat al langer toe en met succes. Waarom zouden wij dat in Vlaanderen niet kunnen doen? Je kunt Nederland er niet van verdenken dat het de inspraak van de burger onmogelijk maakt. Ik denk dus dat het een goed initiatief is om ervoor te zorgen dat er nog inspraak mogelijk is. Maar we willen vermijden dat er oeverloos wordt geprocedeerd zonder dat daar ook maar iets concreets uitkomt, want dat is niet goed voor de initiatiefnemer en het is ook niet goed voor de burger die bedenkingen heeft bij bepaalde initiatieven.
In de Vlaamse Codex formuleren wij een voorstel. Normaal gezien zal dat vrij snel, wellicht volgende week, naar de Vlaamse Regering kunnen gaan, die de codex dan definitief zal goedkeuren, waarna dit parlement er nog heel lang over zal kunnen debatteren. Hopelijk keurt het parlement dit dan ook goed. Dank u wel.
Minister, bedankt voor de concrete plannen en timing. Het is nodig. Voor het evenwicht tussen aanval en verdediging inzake vergunningen hoop ik vooral dat bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen de berg werk naar beneden gaat. Daar stropt van alles en het mag geen ‘raad voor vergunningsverkwistingen’ worden.
De actuele vraag is afgehandeld.