Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over het akkoord tussen de Vlaamse overheid, het Antwerps stadsbestuur en de actiegroepen betreffende het Oosterweeldossier.
Het debat is geopend.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, bij het aantreden van onze Vlaamse Regering hebben wij een Vlaams drieluik voor de toekomst geschetst: vertrouwen, verbinden, vooruitgaan. Vertrouwen in ons eigen kunnen, maar ook vertrouwen in elkaar. Moeilijke klippen neem je niet alleen, maar wel schouder aan schouder. Vertrouwen betekent ook verbinden zodat we samen kunnen vooruitgaan. Vertrouwen begint bij transparantie, bij duidelijkheid, en dus zeggen we hier in het huis van de democratie waar het op staat. Deze Vlaamse Regering neemt haar verantwoordelijkheid. Wij zien het als onze plicht om met Vlaanderen duurzaam vooruit te gaan.
Dat brengt me naadloos bij de mobiliteit en leefbaarheid in en op de Antwerpse ring. De stapsgewijze beslissingen van deze Vlaamse Regering over de realisatie van een derde Scheldekruising, vanaf de dading met Noriant over de opsplitsing in vijf deelpercelen tot de beslissing over de financiering, zijn in dit Vlaams Parlement – en naar ik aanneem ook in brede Vlaamse geledingen – bekend en bediscussieerd. De meningen verschilden, maar over één ding waren we het altijd eens: de bereikbaarheid en leefbaarheid van Antwerpen, van Vlaanderen, zijn van gigantisch belang voor de welvaart en het welzijn van ons allen. Dat bleek nog maar enkele weken geleden in dit Vlaams Parlement.
Het is daarom dat deze Vlaamse Regering het conflictmodel heeft ingeruild voor een nieuw samenwerkingsmodel. De aanstelling van een intendant om de vele ambities op het vlak van leefbaarheid en bereikbaarheid te verzoenen, is daarbij van cruciaal belang geweest. Er zijn gesprekken op gang gekomen tussen de Vlaamse overheid, de stad Antwerpen en de burgerbewegingen waarbij volgende elementen tegen het licht zijn gehouden.
De voor- en nadelen van het Oosterweeltracé en het Haventracé in functie van leefbaarheid, in functie van mobiliteit, een sluitende financiering via tol, kostprijs en timing, met bijzondere aandacht voor het omleiden van doorgaand verkeer rond de stad. De herstructurering van de zuidelijke ring tussen Antwerpen-Zuid en Antwerpen-Oost, en de samenhang van de infrastructuurprojecten met flankerend beleid om een ambitieuze modal shift te bereiken. De resterende ruimtelijke pijnpunten in beide tracés en voorstellen voor de optimalisering ervan. De mogelijkheden inzake vertunneling van de beide tracés. De aansluitbaarheid van beide tracés op een gescheiden verkeerssysteem op de gehele of gedeeltelijke zuidelijke en oostelijke ring. De onderscheidende argumenten voor een tracékeuze, zowel op de linker- als op rechteroever.
Die gesprekken zijn u bekend. Collega’s, ik zal niemand van u persoonlijk citeren, maar ik wil even teruggrijpen naar het actualiteitsdebat van 18 januari 2017. De Vlaamse Regering in de persoon van minister Weyts werd opgeroepen om vooruitgang te boeken door te vertrouwen en te verbinden. Ik stelde een parlementbrede oproep vast en ik keek naar de tussenkomsten om te zorgen voor een onderhandelde oplossing, om tot een breed gedragen oplossing te komen, om er met z’n allen voor te gaan, om energie te stoppen in het vinden van een draagvlak en een consensus, om een consensus in plaats van een conflict te zoeken.
Welnu, collega’s, dat was exact onze bedoeling bij de aanstelling van Alexander D’Hooghe tot intendant, om in wederzijds respect te komen tot een open dialoog tussen de burgerbewegingen, de vele betrokken burgers, de stad Antwerpen en onze diensten. Vanmorgen hebben we een verbond gesloten tussen de Vlaamse Regering, de stad Antwerpen en de burgerbewegingen stRaten-generaal, Ademloos en Ringland. Dat verbond is geen juridisch document, maar wel een ambitieus verbond, een verbond dat bulkt van de ambities om te komen tot een gedragen oplossing voor een bereikbare, leefbare, Antwerpse regio. Hierbij is een algemene consensus bereikt over bijkomende maatregelen en acties voor een bereikbare, leefbare regio.
De hoofdstructuur steunt op een ring voor doorgaand verkeer rond de stad en een ring voor de stad. We hebben niet enkel de ambitie om de alternatieven voor het autoverkeer vergaand te versterken, we voeren ook een ambitieus flankerend beleid dat gericht is op het bewerkstelligen van een zeer ambitieuze, maar wenselijke en noodzakelijke modal shift van 50/50 voor de uitbouw van een robuust netwerk van alternatieve modi.
We ontlasten daarbij het onderliggend wegennet in de Antwerpse regio, in de Kempen, in het Waasland zo veel mogelijk van sluipverkeer. We willen in de stad en de randgemeenten de luchtkwaliteit verbeteren en de geluidshinder verminderen. We voeren een performant systeem van verkeerssturing in dat van die aard moet zijn dat het focust op het omleiden van doorgaand verkeer rond de stad zonder daarbij negatieve effecten te sorteren op het onderliggend wegennet in de Antwerpse regio, de Kempen of het Waasland.
Collega’s, de Vlaamse Regering zal een meerjarig investeringsplan opstellen dat steunt op vier grote assen. Een: een gesloten R1 met nieuwe mogelijkheden voor de stad. Twee: een verbeterde, versterkte R2 als hoofdontsluiting voor de haven en die doorgaand verkeer rond de stad stuurt. Drie: een verzachte ring voor de stad die wordt ingekapseld in het stedelijk weefsel met een ambitieus flankerend beleid, gericht op een ambitieuze modal shift. Vier: een overkapping van de volledige ring waarbij, in het kader van de eerste grote fase, de Vlaamse Regering, de stad Antwerpen en het Havenbedrijf een bedrag van 1,25 miljard euro inzetten op basis van de uitkomst van de werkzaamheden van de intendant.
Hierbij wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om woorden van dank en waardering uit te spreken. Voor de intendant, inderdaad, die met heel veel kennis, met uitzonderlijke expertise en vooral met een ontzettend groot inlevingsvermogen, met een open en constructieve dialoog tot dit resultaat is gekomen. Voor de burgerbewegingen, die een bijzonder grote deskundigheid, een bewonderenswaardige volhardendheid en bereidheid aan de dag hebben gelegd om te komen tot een oplossing in het belang van het algemeen. Voor al mijn collega’s in de Vlaamse Regering, in het bijzonder Ben Weyts, zijn kabinet en onze Vlaamse overheidsdiensten.
Om het met de woorden van de intendant te zeggen: dit Toekomstverbond is toegeving noch compromis. Dit is onze verbintenis voor vooruitgang. Het verbond bevat juiste, nodige stappen voor mobiliteit en leefbaarheid. Het sluit de historische agenda’s van overheden en actiegroepen op elkaar aan, twee partners die elkaar vertrouwen, die vertrouwen in de toekomst. Daarom is het verbond ook een samenwerkingsmodel voor de toekomst. Ook in andere streken in Vlaanderen kennen we enkele complexe infrastructuurprojecten en uiteraard doen we er alles aan om ook die projecten in beweging te brengen.
Zoals we een bondgenootschap hebben bereikt met de burgerbewegingen, zo ook nodigen we u, nodigen we dit parlement uit om mee de schouders te zetten onder dit Toekomstverbond. Samen kunnen we verbinden, samen kunnen we vooruitgaan. Vertrouwen, verbinden, vooruitgaan: ons drieluik voor de toekomst om de weg in te slaan van moeilijk naar morgen. (Applaus)
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, minister-president, namens de sp.a-fractie wil ik u eerst en vooral van harte feliciteren met het bereikte akkoord. (Applaus)
Het is een akkoord tussen de burgerbewegingen en de betrokken overheden. U hebt het al gezegd en het mag benadrukt worden: de intendant, Alexander D’Hooghe, heeft hier toch wel schitterend werk geleverd omdat hij alle betrokken partijen rond de tafel heeft gebracht en in een context van wederzijds respect en dialoog aan oplossingen heeft gewerkt.
Het akkoord is ook het resultaat van de expertise en de volgehouden inzet van de burgerbewegingen. Ze hebben samen met u de persconferentie gegeven: Ademloos, Ringland en stRaten-generaal. Het Oosterweeldossier is een stuk van hun leven. Het is ook een stuk van het leven van heel veel Antwerpenaren, bezorgde Antwerpenaren, die zich jarenlang, dag in dag uit, hebben ingezet om oplossingen uit te werken die zorgen voor een betere mobiliteit, een betere luchtkwaliteit, een betere levenskwaliteit. Dus, ze verdienen al ons respect en onze dankbaarheid.
We hebben de grote lijnen van het akkoord al vernomen via de media. We kunnen het in algemene zin ook onderschrijven, omdat we er een aantal pistes in herkennen waar sp.a jarenlang op hamerde. Ik denk aan het weghalen van het doorgaand verkeer van de ring zodat er minder autoverkeer op die ring is, wat zeker voor vlotter verkeer zal zorgen. Ik denk aan het versterken van en inzetten op alternatieven voor het autoverkeer, het versterken van het openbaar vervoer, de fietsinfrastructuur, het vervoer over het water, cruciaal en ook een van de sleutelelementen van het akkoord, heb ik begrepen. Ik denk uiteraard, voor een betere luchtkwaliteit en levenskwaliteit, aan een volledige overkapping van de ring.
Het akkoord is geen eindpunt, maar een startpunt van samenwerking, en ik hoop ook een samenwerking hier in het parlement, over de partijgrenzen heen. Het is een beginpunt, en de weg is nog lang en onzeker. Daarom zou ik de regering, de betrokken minister van Mobiliteit, minister Weyts, willen vragen om ook op de punten die nog wat onduidelijk zijn, in alle constructiviteit aan oplossingen te werken, onder andere de discussies die we nu hebben: hoe kunnen we de alternatieven voor het autoverkeer versterken? Hoe kunnen we meer inzetten op openbaar vervoer? Waar kunnen we vandaag al stappen vooruit zetten? We moeten daar niet jaren op wachten.
Het andere luik – en dat is meer een bekommernis voor de minister van Begroting – is het financiële plaatje. Het is een grote investering, die natuurlijk een gigantische maatschappelijke winst gaat opleveren, maar we moeten daar toch ook wel voldoende garanties inbouwen, ook voor de overkapping.
Het is belangrijk dat die overkapping een project wordt van de moderne stadsontwikkeling, dat we daar een project van maken met voldoende groen, dat het bij manier van spreken geen betonnen bunker wordt, maar een project waar we als Antwerpenaren, als Vlaanderen, fier op kunnen zijn.
Minister-president, minister Weyts, u kunt erop rekenen dat de sp.a-fractie zoals altijd constructief zal meewerken aan oplossingen. We zien pistes die we zeker kunnen ondersteunen en wij zullen met voorstellen zeker ook graag willen bijdragen aan oplossingen. We zullen er uiteraard ook kritisch over waken dat men de ambities en de doelstellingen die vooropgesteld zijn, ook hard maakt en waarmaakt.
Men heeft nu de stap gezet om af te stappen van het conflictmodel. We hebben daar maanden geleden effectief op gehamerd dat we de uitgestoken hand van de actiegroepen moesten aangrijpen. We stappen nu af van het conflictmodel, weg van de rechtbank, naar de werktafel, om te werken aan een betere mobiliteit en een betere leefbaarheid voor de stad Antwerpen. U hebt daar een partner bij de sp.a. (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld, sp.a en Groen)
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mijn excuses, ik was nog aan het applaudisseren voor collega Kherbache. (Opmerkingen. Gelach)
In onze kringen wel, collega Vandenbroucke. (Opmerkingen)
Collega’s, ‘historisch’ is het enige woord dat hier op zijn plaats is. En ik moet u zeggen: ik ben momenteel zo emotioneel als een mens ook maar kan worden van bakstenen. Zeventien jaar na de geboorte van het Masterplan Antwerpen is er dus nu een akkoord tussen alle partijen, een ‘Toekomstverbond voor bereikbaarheid en leefbaarheid’. Ik wil namens onze fractie alvast al die partijen bedanken, eerst en vooral de Vlaamse Regering, met in het bijzonder een Vlaams-Brabander. Minister Weyts, het is niet gemakkelijk om de harten van de Antwerpenaren te veroveren. En ik ga eerlijk zijn, de eerste reacties waren van ‘wa komt diejen ier doen’. Maar u ging aan de slag, met een baanbrekende nieuwe manier van aanpakken: weg van de rechtbank, naar de werkbank. U geloofde in verzoening, in overleg. En dat is uw verdienste, samen met de hele Vlaamse Regering en ook het voltallige stadsbestuur van Antwerpen, uiteraard.
Het was Bart De Wever die als een van de eersten, als ik mij niet vergis, enkele jaren geleden zei: enkel een huwelijk tussen leefbaarheid en mobiliteit zal kans hebben op slagen. En die leefbaarheid en mobiliteit, collega’s, hebben elkaar niet spontaan gevonden, helaas. We hebben daar zelfs een huwelijksconsulent voor moeten aanstellen, de intendant Alexander D’Hooghe, die, denk ik, een standbeeld verdient. En dat meen ik. En in Antwerpen wil dat al wat zeggen, als je zoiets poneert. Het is onder leiding van de intendant dat er opnieuw met elkaar werd gesproken en dat middenveld en politiek eindelijk opnieuw naar elkaar luisterden.
Tot slot natuurlijk ook alle lof, uit de grond van mijn hart, voor de burgerbewegingen zelf, die – en dat mag ook gezegd worden – met open vizier en deskundigheid aan tafel zijn gekomen, die jaren van hun leven aan de tekentafel hebben versleten. Welnu, beste iedereen, het was het waard.
Dan het Toekomstverbond zelf. Dat Toekomstverbond is niet Antwerps, het is Vlaams. Het gaat niet ten koste van de rand, maar zal via een Regioraad net die rand ook betrekken. Het wordt niemand door de strot geramd, het heeft een draagvlak. Het schuift ook geen facturen door, maar werkt concreet aan een rollend fonds voor de noodzakelijke investeringen.
Ik overloop toch graag een paar concrete elementen met u. De tracédiscussie is eindelijk van de baan. Gedaan met heel Vlaanderen te gijzelen met technische debatten. Alle partijen erkennen de urgentie van een derde Scheldekruising, maar alle partijen erkennen óók de noodzaak om doorgaand verkeer verder van de stad te houden. Voortschrijdend inzicht in alle richtingen. We gaan voor een ring rond de stad en een ring voor de stad, die we verzachten. We werken ook verder de bekende pijnpunten weg, zoals het Sint-Annabos, de Deurnese Tuinen, het Noordkasteel enzovoort, maar we gaan ook, en dat is belangrijk, resoluut voor een modal shift van 50 procent vrachtwagens en auto’s en 50 procent openbaar vervoer, water en allerlei andere slimme alternatieven.
En dan is er de belangrijke overkapping zelf, natuurlijk. Ook wat dat betreft, zijn er stevige engagementen. We zullen de onderbenutte kredieten van Mobiliteit en Openbare Werken toewijzen aan een rollend fonds, en voorzien daarvoor samen met de stad Antwerpen en de haven in maar liefst 1,25 miljard euro. Op welke manier geraken we daar? Heel belangrijk is dat de intense samenwerking wordt voortgezet. Er komt een Werkgemeenschap en een Regioraad, ook om iedereen te blijven betrekken, ook de rand. Op die manier kunnen we Antwerpen eindelijk opnieuw vlot trekken, kunnen we ook onze regio bereikbaar houden, en aantrekkelijk voor investeerders, die jobs creëren voor onze mensen. We kunnen onze Antwerpse haven, als een van de belangrijkste motoren van onze Vlaamse economie, opnieuw zuurstof geven, maar kunnen ook en evenzeer de leefbaarheid van Antwerpen verbeteren.
De werken op Linkeroever starten hopelijk nog dit jaar. En dan, beste collega’s, zullen we kunnen zeggen: ‘We did it.’ De intendant kon het vanochtend niet genoeg benadrukken, en het is hier daarnet ook al gezegd door de minister-president: wat voorligt is geen toegift, is geen compromis. Het is wel een heldere, sterke en juiste keuze voor én mobiliteit én leefbaarheid. De strijdbijl werd begraven, de schop kan in de grond. Laten we nu naar de toekomst kijken. Wat ons allemaal betreft, denk ik, is die toekomst mobiel, competitief en leefbaar. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, de lucht boven het Oosterweeldossier klaart eindelijk op. We kunnen met heldere blik weer vooruitkijken. En toepasselijk valt ook vandaag de zon hier in het Vlaams Parlement binnen. Na de vele jaren van soms stroeve posities, waarbij ook wij ons soms kritisch hebben opgesteld waar nodig, maar ook hoopvol en ondersteunend waar mogelijk, is er nu ruimte gekomen voor een ambitieuze en concrete samenwerking.
Het stemt me bijzonder hoopvol dat we er eindelijk in zijn geslaagd om een begin van een dergelijke werkmethode op poten te zetten, dat het ernaar uitziet dat er eindelijk ruimte komt voor een oplossing, een oplossing voor de mobiliteit van zovele Vlamingen en ook een oplossing voor de leefbaarheid van Antwerpen. Het is hier al vaak gezegd, en voor de collega’s die niet van Antwerpen zijn: u hebt er geen idee van hoe belangrijk dit is voor onze mooie stad, maar ook voor de economie van heel Vlaanderen.
Met dit Toekomstverbond kunnen we eindelijk de strop afleggen die de Oosterweelknoop aan het worden was. Met dit verbond wordt eindelijk afgestapt van het conflictmodel en wordt er niet alleen naar een ‘radicaal haventracé’ gekeken, maar ook naar een radicaal andere manier van aan politiek doen. Ik kan immers niet genoeg benadrukken dat dit verbond meer is dan een akkoord in een moeilijk dossier. Ik heb het grondig doorgelezen. Ik hoop dat u dat ook allemaal hebt gedaan. Dan zult u merken dat er echt nieuwe dingen in staan, een andere manier om complexe problemen aan te pakken: de hand uitsteken, expertise verzamelen, technische discussies objectiveren, samenwerking en participatie in plaats van eigen gelijk en conflict. Geen facturen doorschuiven naar volgende regeringen: er is hier ook al een financieel engagement voor een belangrijk stuk van de overkapping genomen, en daarmee blijven het geen woorden in de wind, maar zullen het ook daden op het terrein zijn.
Collega’s, ik vat het even samen: het doorgaand verkeer wordt buiten de stad gebracht: een belangrijke voorwaarde om de leefbaarheid maar ook de mobiliteit te garanderen. Het verkeer zal bovendien slim worden gestuurd, en op die manier maken we van mobiliteit ook iets innovatiefs. We hebben niet alleen de oude, klassieke recepten van meer beton en meer rijstroken aangewend, maar ook moderne methoden om mobiliteit te garanderen. De modal shift die erin staat en de ambitie om ook De Lijn, de NMBS en alle vervoersmodi mee te betrekken in de Werkgemeenschap, is een nieuwe en heel gezonde manier om naar zo’n complex dossier te kijken. Bovendien wordt de overkapping gerealiseerd. Het staat erin. De overkapping wordt gerealiseerd.
Daarmee kan ik u zeggen dat ik heel blij ben en heel veel hoop heb, en kan ik ook zeggen dat wij woord hebben gehouden, niet alleen mijn eigen partij, maar ook de politiek. Als het vandaag ergens over moet gaan, dan is het niet over wie er nu gewonnen heeft, wie met dit dossier electoraal kan scoren, want dan denk ik dat dé politiek heeft overwonnen door te tonen dat samenwerking werkt en dat we samen vooruit kunnen. (Applaus)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ministers, collega’s, succes heeft vele vaders. Maar hier is geen DNA-onderzoek nodig om de échte vader van dit Oosterweelakkoord aan te duiden: intendant Alexander D’Hooghe is er in sneltreinvaart in geslaagd draagvlak te creëren voor een dossier dat al decennialang de politieke scene verlamde. Dankzij zijn koelbloedigheid, expertise, creativiteit en vooral, dankzij zijn empathische aanpak, konden we het conflict eindelijk inruilen voor consensus. Om de juiste tunnels te bouwen, heb je een bruggenbouwer nodig, zei minister Crevits ooit. Alexander D’Hooghe deed en doet dat schitterend. Waarvoor ontzettend veel dank.
Dank je wel ook aan de actiegroepen Ringland, stRaten-generaal en Ademloos. Hun niet-aflatende engagement heeft dit project steeds meer en steeds sterker tot een en-enverhaal gemaakt: mobiliteit én leefbaarheid. Ook op het vlak van burgerparticipatie is dit dus een historisch succes. Het bewijst de meerwaarde van het maatschappelijk dialoogmodel. De Werkgemeenschap als methode werkt. Die moeten we laten groeien tot een structurele denktank, een dynamisch klankbord, een enthousiast communicatiekanaal dat een absolute garantie wordt voor een blijvend draagvlak.
Collega’s, dit akkoord legt definitief de basis voor de broodnodige derde Scheldekruising met een radicale splitsing van het doorgaand verkeer en het lokale verkeer waardoor sluipverkeer uit de stad wordt geweerd. Het draagt het engagement om naar een volledige overkapping toe te werken. Mobiliteit én leefbaarheid, onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Maar, collega’s, het zou dit project oneer aandoen, indien alleen de nadruk wordt gelegd op deze immense infrastructuuroperatie. Ook al raakte dat vaak ondergesneeuwd, het Masterplan 2020 is altijd veel meer geweest dan de Oosterweeluitdaging alleen. En dat wordt nu niet anders, integendeel. Naast 16 kilometer nieuwe weg, wordt ingezet op een modal shift en verhoogde leefbaarheid met 60 kilometer nieuwe fietsverbindingen, 30 hectare extra groen, 39 hectare extra bos en opportuniteiten voor een ambitieuze stadsontwikkeling.
Voor CD&V was het altijd essentieel dat parallel aan het Oosterweeldebat, ook ten volle werd ingezet op een modal shift. Want telkens als je denkt dat de absolute filepiek in Vlaanderen nu wel bereikt zal zijn, komen er nieuwe cijfers waaruit blijkt dat ze nog maar eens langer zijn geworden. Collega’s, met beton alleen krijgen we Antwerpen – en bij uitbreiding heel Vlaanderen – niet opnieuw leefbaar en in beweging. Het Masterplan 2020 verdiept daarom naar een Routeplan 2030. Vooral nieuwe investeringen in fietsmodaliteiten zullen het verschil maken.
Enkel wanneer de erkenning van de fiets, elektrisch of niet, als volwaardige vervoersmodus, de uitbreiding van het openbaarvervoersaanbod, de waardering van het binnenvaartpotentieel en verkeerssturende maatregelen zoals de slimme kilometerheffing voor personenwagens, integraal deel uitmaken van het project, krijgen we uitzicht op een echte, duurzame oplossing voor de files die ons land meer en meer teisteren.
Het is altijd de overtuiging van CD&V geweest dat overleg werkt. Daarom is het ook belangrijk om in de verdere uitrol van het versterkte Masterplan consequent in te zetten op participatie en die uit te breiden. De gemeenten en actiegroepen in de rand rond Antwerpen zijn immers evenzeer betrokken partij. Trek hen mee in de Werkgemeenschap, want ook buiten de stad moet de Vlaamse Regering het garanderen van mobiliteit en leefbaarheid bovenaan de prioriteitenlijst zetten.
Collega’s, dit is geen evident project, maar gezien het economische en leefbaarheidsbelang is de realisatie ervan een must. Als Antwerpen stilstaat, wordt dat gevoeld van West-Vlaanderen tot Limburg. Dat Vlaanderen de nodige middelen dan ook op tafel legt voor een duurzame mobiliteitsoplossing is dan ook evident. Net zoals het evident is dat Vlaanderen mee investeert in de levenskwaliteit in haar grootste stad, en dat Antwerpen zelf op een billijke manier mee betaalt voor de aangereikte stadsontwikkelingsprojecten.
Maar, collega’s, dat dit niet betekent dat andere missing links of broodnodige mobiliteitsprojecten in de rest van Vlaanderen worden geliquideerd, maakt essentieel deel uit van dit ruime politieke akkoord. Meer nog, dit akkoord moet een inspirerend voorbeeld zijn om van Ieper tot Maaseik mobiliteit en leefbaarheid te verzoenen in ambitieuze investeringsprojecten.
Minister, Vlaanderen heeft met dit akkoord een spectaculaire hefboom in handen om de oplossing voor het mobiliteits- en leefbaarheidsvraagstuk een hele stap dichterbij te brengen. Maar het werk is verre van af. Voor het verdere proces wil ik namens mijn fractie uw engagement vragen voor vier voor ons cruciale flankerende uitdagingen: maak van de Werkgemeenschap de spil in de verdere realisatie van het ruime Masterplan, en betrek ook de rand rond Antwerpen hier structureel in; neem de vervoersregio Antwerpen snel op in het regelluw kader zodat de lokale besturen van de ruime regio actief worden betrokken bij het beleidsvoorbereidend werk; maak werk van de broodnodige verkeerssturing via de kilometerheffing voor personenwagens, het is tijd om de fase van de draagvlakstudie af te sluiten en over te gaan tot de opmaak van een ambitieus stappenplan; concretiseer de voorstellen voor de realisatie van de modal shift die ervoor moet zorgen dat 50 procent van de verplaatsingen rond Antwerpen zal gebeuren met andere vervoersmodi dan de wagen, de fiets in het bijzonder. Veel succes aan heel de ploeg! (Applaus bij de meerderheid, sp.a en Groen)
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, u hebt een aantal mensen bedankt, maar ik denk dat u iemand vergeten bent, dus ik ga dat in uw plaats doen. Dank u wel, minister Weyts, om het initiatief te nemen zodat we gekomen zijn waar we nu gekomen zijn. Dank u wel! (Applaus bij de N-VA)
De heer Vanbesien heeft het woord.
Beste collega’s, geachte Vlaamse Regering, goed gedaan! Er is een belangrijke stap gezet. De grote winnaars van vandaag zijn de Antwerpenaren en de burgerparticipatie.
Want wat is er gebeurd? Ik voel mij in deze sfeer van een Oscaruitreiking toch geroepen om de waarheid te benoemen. Wat is er vandaag en de voorbije weken gebeurd? Dat na jarenlang koppig vasthouden aan het eigen project, waar geen ruimte was voor aanpassingen aan het plan, geen ruimte voor een fundamenteler debat over mobiliteit, nu eindelijk de Vlaamse Regering overstag is gegaan. Dat is een hele goede zaak. Want als je het bekijkt, stond het doorgaand verkeer rond de stad niet in de plannen van de Vlaamse Regering, maar zit het nu wel in het Toekomstverbond. De nadruk op duurzame mobiliteit, 50 procent van het verkeer in de stadsregio wordt duurzaam, zoals openbaar vervoer en fietsen: het stond niet op de radar van de regering, het staat nu in het Toekomstverbond.
De eerste financiële schijf van de overkapping – ik vraag er al meer dan een jaar naar – staat eindelijk op papier.
De participatie van iedereen – de heer Van den Heuvel heeft dat wel genoemd – bij de uitbouw van grote projecten: het bestaat nu, het bestond niet. Tot nu toe ging de Vlaamse Regering altijd uit van twee principes. Het eerste principe is: verkozen is verkozen en we zullen wel beslissen. Het tweede principe is: BAM is heilig. Die principes zijn nu verlaten en vervangen door een Werkgemeenschap. Het is heel wat en het is een goede zaak.
Het is een bewijs dat burgerparticipatie, protest, consequent oppositie voeren, loont. Ik ben daar oprecht blij om. Iedereen weet dat ik een oud-strijder ben in dit dossier en dat ik al langer met overkapping bezig ben dan dat ik in de politiek zit. Het is voor mij dus ook best wel emotioneel om vandaag dat eerste miljard euro voor die overkapping in de documenten te zien verschijnen.
Maar dit akkoord – het is al gezegd door mevrouw Kherbache – is geen eindpunt, maar een nieuw beginpunt. Want er zijn nog heel wat vragen onbeantwoord. Er zijn veel aangekondigde engagementen die nog niet gegarandeerd zijn. En ik beschouw het als mijn persoonlijke missie om alle losse eindjes vast te knopen en de engagementen mee in garanties te doen omzetten.
Ik neem u alvast mee naar vier van die punten die nu met dit akkoord op de agenda gezet zijn. Eén, het openbaar vervoer. We gaan nu uit van 50 procent duurzaam vervoer in onze regio. Dat is een gigantische stap vooruit. Maar, minister Weyts, begin dan vandaag met het zoeken van geld. Begin vandaag met het plannen van nieuwe lijnen. Want u bent eigenlijk al te laat, als we dit op tijd in orde willen krijgen.
Twee, Oosterweel light. Oosterweel wordt gereduceerd. De vraag blijft: hoe gaat die eruit zien? De doelstellingen zijn duidelijk: er moet minder verkeer komen op die plek dan wat er gepland was, kleinere infrastructuur, minder baanvakken. Ook het Noordkasteel willen we behouden als groene long. Er zijn heel wat intenties in dit verbond die goed zijn en die in die richting gaan. Maar hoe zal het er concreet uitzien? Dat weten we nog niet en daaraan zullen we dus moeten werken.
Drie, Zwijndrecht. Ik betreur dat één handtekening hier ontbreekt. De Vlaamse Regering tekent, de actiegroepen tekenen, de stad Antwerpen tekent. Ook de gemeente Zwijndrecht is gevat in dit dossier, volop getroffen door dit bouwwerk. In de plannen die er nu zijn, zal de luchtkwaliteit in Zwijndrecht erop achteruitgaan. Het was goed geweest om ook Zwijndrecht te betrekken en mee rond de tafel te zetten.
Ten slotte, ten vierde, de A102. Het moet duidelijk zijn dat dat een geboorde tunnel moet zijn en dat we de overlast voor de betrokken gemeenten tot een minimum moeten herleiden.
Dit akkoord heeft dus heel wat werk op de plank gelegd. Laat ons daarvoor een democratisch en politiek draagvlak zoeken. Dat is ook de intentie, het staat erin. Laat ons over de fracties heen, samen, dit concreet maken.
Ik heb daarover een vraag aan de voorzitter van het parlement. In het Toekomstverbond staat negen keer een deadline, dat in april dingen gerealiseerd moeten zijn. Laat ons de volgende voortgangsreportage over dit dossier dan ook eind april plannen. Dan kunnen we op dat moment bekijken of de engagementen die hier genomen zijn, ook op die manier juist zijn ingevuld.
Laat ons dan na die voortgangsrapportage in april gezamenlijke beslissingen nemen in dit parlement om de belangrijke, positieve elementen in dit akkoord te verankeren en zoveel mogelijk garanties te betonneren.
Ik spreek namens Antwerpen als ik zeg dat we deze kans niet mogen mismeesteren. Ik dank u. (Applaus)
Mijnheer Vanbesien, ik geef uw vraag door aan mevrouw Jans, voorzitter van de commissie. Dat is bij dezen al gebeurd. Heel snel.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Het Vlaams Belang is gematigd tevreden, minister-president, minister, over dit Oosterweelcompromis. Wij blijven kritisch, zeer kritisch zelfs, over de financiële haalbaarheid en de timing. Want bij gebrek aan financieel draagvlak wordt het Oosterweelcompromis op de helling gezet. Wij willen dan ook zo snel mogelijk een financiële factcheck door het Rekenhof.
Het feit dat er eindelijk een maatschappelijk en politiek draagvlak is, betekent niet dat het zogenaamd historisch compromisproject er ook komt. Het Vlaams Belang heeft de grootste bedenkingen bij de financiële haalbaarheid. De euforie in verband met het zogenaamd historisch akkoord zou wel eens in een kater kunnen uitdraaien wanneer wij een financiële factcheck uitvoeren.
Onlangs hadden wij in de commissie Mobiliteit raadsheer Jan Debucquoy van het Rekenhof op bezoek. Hij zei ons toen al dat het financiële plaatje niet klopt. Ik citeer hem: “Het huidige totaalbedrag is niet haalbaar binnen de Vlaamse begroting. Het is overigens nog steeds onduidelijk in welke mate de uitgaven voor het Oosterweelproject de overheidsschuld zullen bezwaren.” Met een kostprijs van ongeveer 3,5 miljard euro voor Oosterweel en dan nog eens 9 miljard euro als men een overkapping doet, vragen wij ons af wie dat allemaal zal betalen. Hoe dan ook, ik kan u nu al melden dat Vlaams Belang zich altijd zal verzetten tegen ieder voorstel over vertolling, rekeningrijden, plaats- en tijdgebonden betalend rijden, slim rijden enzovoort, waarbij de factuur wordt doorgeschoven naar de Antwerpse automobilist. Dat kan absoluut niet de bedoeling zijn.
Minister, indien u de nodige financiële middelen vindt, zal het Oosterweelproject ongeveer ten vroegste tegen 2024 klaar zijn. Maar de Antwerpenaar is niet geïnteresseerd in hoe hij zal rijden in 2024. Hij is geïnteresseerd in hoe hij nu rijdt. In afwachting van de uitvoering van het Oosterweelproject, wil Vlaams Belang graag een aantal realisaties zien waar het nu al jaren op hamert. Dat heeft mijn voorganger in dit parlement, Jan Penris, meerdere malen gesteld.
Wij willen voor het lokale verkeer dat er een betere benutting komt van de vijf singels: Kaaien, Leien, Singel, Ring en Militaire Baan. Die singelverbindingen kunnen beter gebruikt worden. Bijvoorbeeld door het plaatsen van de noodbruggen op de singel. Wij willen ook dat er voor het lokale verkeer gebruik wordt gemaakt van de zeven radialen. De Antwerpenaar kent ze, ik ga ze niet opnoemen. Nu worden die verbindingswegen verkeersarm en verkeersluw gemaakt. Daardoor stokt het lokale verkeer in de stad op. Wij willen dat dit wordt opgelost.
Wat betreft het doorgaand verkeer, willen wij dat de Liefkenshoektunnel onmiddellijk tolvrij wordt gemaakt, zodanig dat de verkeersstroom van oost naar west, dus van Nederland en Duitsland richting kust en Frankrijk, niet meer op de Antwerpse ring moet. Dat kan onmiddellijk gebeuren. Wij willen ook dat het verkeer voor de E19 in Ranst wordt afgeleid, en in Wommelgem het verkeer dat van het oosten komt richting haven en noord.
Wij zijn dus gematigd optimistisch, maar wij zouden toch graag hebben dat Antwerpen nu al uit de verkeersknoop geraakt, in afwachting van de factcheck en van de Oosterweelverbinding.
Wat wordt hier vandaag eigenlijk gevierd? Hier heerst een beetje een euforiestemming. Maar eigenlijk vind ik dat het enige wat hier kan worden gevierd, het akkoord is, het feit dat het akkoord bestaat. Over de praktische haalbaarheid, de financiële implicaties en de timing kan ik allerminst mee euforisch zijn.
Minister en minister-president, de Antwerpse mobiliteitsproblemen moeten nu worden aangepakt. Dat moet snel en efficiënt worden opgelost. Daarom pleit ik voor de maatregelen die ik hier opsomde. Ze kosten aanzienlijk minder dan het hele Oosterweelproject en kunnen ook binnen de begroting passen. Antwerpenaren willen dat Antwerpen nu ‘bolt’, zoals wij dat in Antwerpen zeggen. Het moet nu gebeuren. (Applaus bij Vlaams Belang)
Minister Weyts heeft het woord.
Ja, zodat ik ook in het verslag sta. (Gelach)
Ik wil eerst een en ander in een ruimer perspectief schetsen. Nog afgelopen week hebben wij de verkeersindicatoren bekendgemaakt, met de focus op onder andere de toename van de verliesuren, de file-uren in de avondspits. In de ochtendspits is een en ander gelijk gebleven. Er is een toename van de file-uren in de avondspits. Er was de confronterende vaststelling dat 52 procent van alle file-uren zich in heel Vlaanderen maar op twee tracés situeren: op de ring rond Brussel en op de ring rond Antwerpen. Als wij, als Vlaamse Regering, resoluut werk willen maken van een werkplan, van een groot investeringsplan in de mobiliteit, waarbij we tussen 2017 en 2019 maar liefst 5,8 miljard euro willen investeren, niet alleen in weginfrastructuur maar ook in de alternatieven voor de wagen, dan moeten we daarbovenop vanzelfsprekend ook de meest nevralgieke stukken in heel ons mobiliteitssysteem aanpakken: de ring rond Brussel en de ring rond Antwerpen. Als 52 procent van alle file-uren van alle Vlamingen verloren gaan op de ring rond Brussel en de ring rond Antwerpen, dan zijn dat dossiers van Vlaams belang, en gelden die voor alle Vlamingen en voor onze Vlaamse economie.
Ik heb begrepen dat de oplossingen die wij hier voorleggen voor Vlaams Belang niet zo dringend zijn. Het is duidelijk dat dit een project is voor heel de Vlaamse Regering, voor alle Vlamingen en voor heel Vlaanderen.
We zijn dankbaar voor de samenwerking die aan de basis heeft gelegen van het resultaat dat we u vandaag kunnen voorstellen. Na twintig jaar gepalaver over die derde Scheldekruising is daar vandaag een duidelijk akkoord over. Vanaf het begin hebben we molensteen na molensteen van rond de nek van dit project gehaald. We brengen niet alleen hulde aan de intendant, die fantastisch werk heeft geleverd, maar ook aan de burgerbewegingen, de stad, de brede Antwerpse regio en de rand. Het is namelijk niet de bedoeling om de verkeers- en mobiliteitsproblemen af te schuiven naar de rand. In het kader van de Regioraad worden die dertig randgemeenten rond Antwerpen mee betrokken bij de verdere werkzaamheden en bij de aanpak van leefbaarheid en mobiliteit. Het is evenmin de bedoeling dat er in het Waasland een verhoogde mobiliteitsdruk ontstaat door al wat er in de toekomst in en rond Antwerpen zal worden gerealiseerd. Ook daar zit de samenwerkingslogica in vervat.
Die samenwerkingslogica typeert ook deze Vlaamse Regering. We kunnen vandaag een voorstel op tafel leggen dat tot stand gekomen is in overleg met diverse partijen in en rond het Antwerpse, maar dit is ook het resultaat van langdurige nauwe samenwerking, vaak onder de waterlijn, binnen de regering, waarbij eenieder zijn verantwoordelijkheid heeft genomen op verschillende vlakken. Hier zit dus een fiere minister, maar ook een fier team en een fiere Vlaamse Regering.
Die samenwerkingslogica zien we nog ruimer : in dit Vlaams Parlement en bij de actiegroepen leeft de uitdrukkelijke vraag dat dit Toekomstverbond breder zou worden gedragen dan enkel door de partijen in deze Vlaamse Regering. Op basis van de tussenkomsten heb ik genoteerd dat daartoe grote bereidheid heerst, met een positief kritische opstelling van de meeste partijen, ook uit de oppositie. Daarom vraag ik aan de voorzitter van de commissie Mobiliteit en Openbare werken of we kunnen bekijken hoe we dat draagvlak concreet gestalte kunnen geven, bijvoorbeeld in een resolutie.
De belangrijke boodschap van vandaag is en blijft dat het na twintig jaar gedaan is met discussiëren en procederen. We gaan nu investeren en ik dank u allen voor uw constructieve bijdrage. (Applaus)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– De N-VA, CD&V, Open Vld, sp.a en Groen kondigen aan een motie te zullen indienen.
De motie moet uiterlijk om 15.25 uur zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.