Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ik zou het vandaag graag hebben over de kinderbijslag. Die is al meermaals aan bod gekomen hier in de plenaire vergadering, maar ook in de commissie. 1 januari 2019 is een belangrijke datum, want dan neemt Vlaanderen het volledige kinderbijslagstelsel over. Minister, we hebben hier al de discussie gevoerd over de grondige hervorming die we zullen doorvoeren. Daar zijn we zeer tevreden over.
De jongste dagen waren er echter wat negatievere berichten over de verhoogde kinderbijslag, namelijk over de zorgtoeslag, zoals wij dat noemen, voor kinderen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Ter zake blijken er wat problemen te zijn qua informatica en zo, waardoor dat allemaal niet vlot verloopt. Nu, ik hoop dat dat allemaal opgelost geraakt, maar dat is natuurlijk federale materie. Wat mij vooral interesseert, is de toekomst, wanneer we vanaf 1 januari 2019 zelf het heft in handen hebben.
Minister, we hebben het al gehad over de diverse toeslagen, maar ik denk dat de manier waarop we dat zullen uitbetalen ook belangrijk is. Zeker ouders van kinderen die een specifieke zorgbehoefte hebben, moeten krijgen waarop ze recht hebben, namelijk de maximale ondersteuning om die extra zorg te kunnen betalen. Vandaar mijn heel concrete vraag: hoe ver staat men met het uitwerken van het nieuwe systeem om te komen tot een zo automatisch mogelijke toekenning van dit recht op zorg en die zorgtoeslag voor die kinderen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik denk dat u dit goed schetst. Op dit ogenblik is de Vlaamse Gemeenschap natuurlijk theoretisch bevoegd voor de kinderbijslag, maar is dit eigenlijk nog een overgangsperiode. Dat wil zeggen dat de bestaande regelingen via het Federaal Agentschap voor de Kinderbijslag (FAMIFED) en de kassen worden toegepast en er een protocol is tussen ons en de federale instanties dat ook regelt hoe inschalingen gebeuren, bijvoorbeeld om het recht op verhoogde kinderbijslag te kunnen bepalen. Daardoor blijft het oude systeem voor iedereen ook van toepassing. Het is juist dat er een aantal problemen zijn. De meest recente problematiek is die van de informatisering van de federale overheidsdienst, waardoor er moeilijkheden zijn en er vertragingen optreden bij het verstrekken van de nodige attesten en de inschaling die via die weg ook moet worden geregeld en ingebracht.
Misschien toch eerst iets over nu. We hebben er natuurlijk ook alle belang bij dat de problemen die daar nu rijzen, zo snel mogelijk worden opgelost, niet alleen voor de kinderbijslag, maar ook voor de tegemoetkomende hulp aan bejaarden. Voor de verhoogde kinderbijslag is dat toch niet onbelangrijk, omdat in de verdere ontwikkeling van het basisondersteuningsbudget voor personen met een handicap dat in Vlaanderen geleidelijk aan wordt uitgerold, de volgende groep die we zouden toevoegen aan het systeem, die van degenen met verhoogde kinderbijslagen zou zijn. We hebben er dus wel alle belang bij dat alles opnieuw met het juiste ritme kan gebeuren tegen het moment dat dat zal moeten gebeuren. Dat is nog niet voor de volgende maanden, maar toch voor in de loop van het jaareinde.
We hebben nog een vraag waarmee we nu worden geconfronteerd. De verhoogde kinderbijslag voor diegenen die meer dan achttien punten hebben, geeft ook recht op een tegemoetkoming in het kader van de zorgverzekering. We bekijken nu dus hoe we voor mensen wier attest afloopt en waarvoor er door de vertraging dus geen tijdige aansluiting is met een nieuw attest, toch die tegemoetkoming kunnen blijven betalen. Je mag immers redelijkerwijze toch verwachten dat die kinderen nu niet plotseling een ander recht doen openen, of een recht niet meer openen. Ter zake is er wat ons betreft dus zeker op korte termijn ook wel een zorg, en bekijken we wat we kunnen doen.
Wat u zegt, is juist. We zijn natuurlijk nu bezig met het tweede decreet. Het eerste is in het circuit waarin de governance wordt uitgelegd, het tweede betreft het systeem van de rechten zelf. En daarin zal inderdaad bepaald worden dat de Vlaamse Regering bepaalt op welke manier de bewijsstukken worden geleverd die aanleiding moeten geven tot het uitbetalen van verhoogde kinderbijslag via de kassen of via het extern verzelfstandigd agentschap (EVA). En uiteraard is het de bedoeling – maar dat is de bedoeling van heel de Vlaamse sociale bescherming en de kinderbijslag in Vlaanderen – om dan zo veel mogelijk te kijken hoe automatische rechten gegenereerd kunnen worden.
Wat wel belangrijk is, is dat we ook voor continuïteit gaan. Dat moeten we benadrukken. Het stond ook in de conceptnota. Iedereen die rechten geopend heeft, blijft uiteraard die rechten uitoefenen. We gaan ook voor continuïteit in die zin dat het niet de bedoeling is om daar een soort verdoken besparingsoefening te doen. We gaan wel degelijk voor het recht zoals het zich nu opent, maar natuurlijk aan de hand van bewijsvoeringen die we in Vlaanderen kunnen verbeteren en verrijken, en waar uiteraard het idee van het zoveel mogelijk automatisch toekennen en hergebruik van attesten, een van de uitgangspunten moet zijn.
Dank u wel, minister. Veel wijzer ben ik er nog niet van geworden. Ik heb ook in de conceptnota kunnen lezen dat wij inderdaad gaan naar zo veel mogelijk automatische rechtentoekenning. Ik had gehoopt dat u al wat meer zou kunnen vertellen over de manier waarop we die stappen gaan zetten, zeker omdat we weten dat er nu problemen zijn en dat er ongerustheid leeft bij de mensen. Het is goed dat u zegt dat u ervoor gaat zorgen dat er continuïteit is, dat de toeslagen blijven zoals ze zijn, dat de mensen geen rechten verliezen.
Maar ik denk vooral dat we er met het oog op de toekomst voor moeten zorgen dat voor degenen die zo’n verhoogde toeslag willen aanvragen, de administratieve rompslomp tot een minimum beperkt wordt en dat wij zoveel mogelijk met automatische gegevensstromen kunnen werken, dus heel concreet dat degene die er recht op heeft, zonder al te veel rompslomp dat recht ook kan krijgen en maximale toeslag kan ontvangen, naargelang de situatie.
Mijn vraag is dus nog steeds: ik hoop dat we al iets concreter kunnen zijn, maar als ik het goed begrijp, kan dat op dit moment nog niet, omdat u nog bezig bent met het ontwerp van decreet, maar nog niet naar de concrete uitvoering aan het kijken bent. Natuurlijk is het zo dat dat wel een hele omslag is, op het vlak van informatica, op het vlak van gegevensstromen. Mijn vraag is om daar de volgende maanden werk van te maken, zodat wij de mensen ook zekerheid kunnen bieden.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, wat die automatische rechtentoekenning betreft, zijn er toch een aantal dingen die u vrij snel zou kunnen doen. Ik denk bijvoorbeeld aan een Centrum Ontwikkelingsstoornissen, een Referentiecentrum Autisme: zij die de diagnose stellen, zouden u toch automatisch simpelweg die namen kunnen doorgeven? Die zitten trouwens ook vaak in de poort. U zou heel gemakkelijk kunnen weten dat dat is vastgesteld, en die mensen niet nog eens moeten vragen om allerlei attesten te verzamelen en op te vragen die hetzelfde bewijzen. U weet dat. Dat zijn instellingen die deels onder uw bevoegdheid ressorteren. Zij kunnen u dat supereenvoudig laten weten. En misschien kunnen zij er meteen ook voor zorgen dat via één druk op de knop een recht geopend wordt en dat mensen wordt gevraagd om te bevestigen dat zij dat recht geëffectueerd willen zien. Ik snap niet wat er zo ingewikkeld aan is om daar concrete stappen vooruit te zetten.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, ouders van kinderen met een handicap hebben een reeks doktersbezoeken af te leggen, vaak een aantal praktische zaken om zorg te plannen. Dat komt erbij. Maar ze moeten ook heel veel papieren invullen. Dat begint met de papieren om je erkenning als kind met een handicap te krijgen. Dat gaat over formulieren om ondersteuning op school te krijgen, om zorg te krijgen. Dat gaat erom om die verhoogde kinderbijslag te krijgen. Iedere keer moeten er nieuwe papieren worden ingevuld, vaak jaar na jaar opnieuw. Dat is niet alleen lastig, dat is niet alleen vaak overbodig, dat is heel vaak ook vernederend. Ouders van kinderen met een fysieke of mentale handicap, hebben een kind dat die handicap zal blijven hebben. Hebt u een lijst van al die documenten die mensen moeten invullen? Die is gigantisch. Hebt u een plan om die allemaal samen te brengen, zodat dat eenmalig is, helder, duidelijk en bondig?
De heer Depoortere heeft het woord.
Minister, het is eigenlijk onvoorstelbaar dat wij de dupe worden van een probleem dat zich op federaal niveau voordoet. Ik zie het opnieuw als een pleidooi om al die restbevoegdheden die zich nog op het federale niveau bevinden, zo snel mogelijk over te hevelen naar de gemeenschappen, in dit geval naar de Vlaamse Gemeenschap.
Ik heb u niet horen spreken over een concreet tijdspad. U stelt alles een beetje in het teken van het decreet dat dan in 2019 in werking moet treden.
Maar de gezinnen die nu kinderen hebben met een beperking of die recht hebben op een verhoogde kinderbijslag, moeten wel nu, vandaag geholpen worden. Ik sluit mij aan bij de eisen die de Gezinsbond heeft gesteld om, vooraleer die overheveling een feit zal worden, toch tot een administratieve vereenvoudiging over te gaan.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
De minister heeft er duidelijk op gewezen dat er eigenlijk twee zaken zijn. Enerzijds is er de toekomst vanaf 2019, en de conceptnota die hier plenair maar ook in de commissie al meermaals ter sprake is gekomen, is daarin heel duidelijk. Wat betreft kinderen met een beperking heeft die het over een zorgtoeslag, een zoveel mogelijk automatische rechtentoekenning en ook over een heel zorgzame transitie. Ik ben er zeker van dat we dat ook in de vertaling van het decretale werk zullen kunnen terugvinden en in de commissie en hier verder zullen kunnen bespreken.
Iets anders is natuurlijk de problemen die er vandaag zijn en die zich echt situeren op federaal niveau, maar die consequenties hebben voor een aantal zaken in Vlaanderen, onder meer voor de tegemoetkoming in de zorgverzekering of voor de inkanteling van het basisondersteuningsbudget (BOB), zoals de minister zei. Minister, is er overleg met de federale overheid om daar te komen tot een oplossing?
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Volgens onderzoek van de Universiteit Antwerpen zouden nu reeds ongeveer een vijfde van de kinderen die een dossier hebben bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) geen verhoogde kinderbijslag genieten. Dat wijst wellicht op een ondergebruik van die verhoogde kinderbijslag. Blijkbaar zijn veel gezinnen, die al veel administratieve rompslomp hebben, er niet van op de hoogte dat ze recht hebben op die verhoogde kinderbijslag.
Met het oog op de toekomst en op de automatische rechtentoekenning, wat we natuurlijk enorm toejuichen, heb ik een bijkomende vraag aan u, minister. Denkt u aan een uitwisseling van gegevens tussen het VAPH en de uitbetalingsinstellingen om een dergelijk ondergebruik in de toekomst te kunnen detecteren en oplossen?
Collega's, ik wil kort een paar puntjes verduidelijken. We gaan ervan uit dat het Vlaamse systeem van kracht zal zijn in 2019. Dat is absoluut onze ambitie. We zijn heel hard aan het werken aan de decreten en de achterliggende ICT-architectuur enzovoort.
Maar we moeten wel duidelijk zijn, we spreken met twee woorden. Er moeten een aantal samenwerkingsakkoorden worden afgesloten waar ook de andere gemeenschappen in betrokken zijn, ook de federale overheid enzovoort. Wij zijn echt wel overtuigd dat het moet kunnen en we zullen er alles voor doen, maar het ligt niet alleen in onze handen om te weten of we die datum halen. Ik wil toch maar eens uitdrukkelijk zeggen dat wij ervoor gaan en we het overleg met de anderen echt wel intensifiëren om daar effectief te geraken.
Tot dan worden de bestaande regeling en de bestaande inschalingssystemen toegepast. Dat zijn we allemaal in België zo overeengekomen. Daar kan uiteraard niet zomaar tussengefietst worden met een ander attest of een andere procedure, tenzij je de regeling herroept dat je federaal blijft werken voor rekening van de gemeenschappen van dit land. Maar dan moet je daar een totaal nieuwe regeling voor maken. Dan is het uiteraard veel logischer om dat te doen naar aanleiding van de introductie van onze eigen Vlaamse bevoegdheden en de manier waarop je die dan zelf gaat uitvoeren en zelf de uitbetalingen doet.
Het is niet zo eenvoudig als gesuggereerd, namelijk dat er een aantal attesten zijn die je gelijk kunt stellen. Uiteraard moeten we dat doen en uiteraard lijkt het me zeer logisch dat je een link legt tussen de erkenning in het VAPH en de consequenties op het vlak van een mogelijk recht op verhoogde kinderbijslag. Dat moeten we uiteraard zeker doen. Maar als we zeggen dat wie nu in dit systeem recht heeft op verhoogde kinderbijslag, dat in de toekomst moet kunnen behouden en dat de nieuw geboren kinderen, mochten we de oude regeling toepassen, dan ook nog verhoogde kinderbijslag moeten krijgen, dan kun je niet zeggen: ‘Dat attest en dat attest’. Dan moet je immers bestuderen of die andere attesten dezelfde doelgroep met dezelfde afkapwaarde in de scores en de indicatiestellingen, zullen ondersteunen.
Natuurlijk, zeggen dat men een ander attest gebruikt als blijkt dat degenen die met dat attest worden gescreend, niet helemaal de groep dekken die nu verhoogde kinderbijslag krijgt… Dat is natuurlijk zo. Er zijn mensen die een verhoogde kinderbijslag krijgen, die niet-erkende gehandicapten zijn in de termen van de Vlaamse overheid en andersom. Daar moet je natuurlijk de nodige wetenschappelijke onderbouw voor gebruiken om zeker te zijn dat je de groep, als je dat wilt, behoudt/uitbreidt als je daar nieuwe gerechtigden in wilt onderbrengen.
Ik ben het met veel van uw beschouwingen absoluut eens. We moeten uiteraard de link leggen die ons zeer logisch lijkt. Maar zeggen: je zet die attesten erin en iedereen die recht zou kunnen hebben, zal het dan ook hebben, dat zul je toch heel duidelijk moeten onderbouwen aan de hand van de analyse van de inschalingsinstrumenten. Maar we gaan dat uiteraard doen, want het is de bedoeling om sneller, eenvoudiger en met unieke ingave van informatie automatisch zoveel mogelijk rechten toe te kennen.
Minister, uw laatste conclusie is een heel belangrijke conclusie. We houden vast aan de datum van 1 januari 2019 wanneer we ons nieuw systeem willen invoeren. We gaan naar een systeem dat eenvoudig is en dat, vooral voor de rechthebbende, op een automatische manier kan verlopen. Ik hoop en denk dat u in die richting denkt, dat we gaan naar één inschalingsinstrument dat van toepassing is voor alle categorieën van kinderen, zodat ze op een eenvoudige manier op basis van die inschaling alle voordelen die ze kunnen genieten, ook de zorgtoeslag voor kinderen met specifieke behoeften, ook automatisch kunnen krijgen. Ik kijk alvast uit naar 1 januari 2019.
De actuele vraag is afgehandeld.