Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verwachte stijging van het aantal alleenstaanden en de gevolgen daarvan voor het beleid
Verslag
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Minister-president, niet alle Vlamingen lijken gelijk te zijn. Soms lijkt het wel alsof alleenstaanden een beetje tweederangsburgers zijn. Onderzoek wijst uit dat koppels in woningen van betere kwaliteit wonen dan alleenstaanden. Alleenstaanden zijn minder vaak eigenaar, we vinden ze vaker terug in het onderste segment van de huurmarkt, ze hebben vaker betalingsproblemen, en als klap op de vuurpijl worden ze ook nog eens vaak gediscrimineerd. Eigenaars verhuren niet graag aan alleenstaanden, laat staan aan alleenstaanden met kinderen. Er is dus al een probleem op de woonmarkt in Vlaanderen, en nochtans tekent er zich een heel duidelijke maatschappelijke tendens af, die het Planbureau bevestigt en zelfs versterkt.
Die nieuwe maatschappelijke realiteit is er eentje waar 40 procent van onze bevolking zal bestaan uit alleenstaanden. Het Planbureau geeft dan ook aan dat daar rekening mee zou moeten worden gehouden op het vlak van huisvesting, mobiliteit, vergrijzing, verzorging en alle maatschappelijke domeinen. De vraag is niet alleen of u een reflex zult ontwikkelen om bij toekomstige maatregelen ervoor te zorgen dat alleenstaanden op een gelijke manier behandeld worden, maar de vraag is vooral op welke manier de Vlaamse Regering zich voorbereidt om op deze nieuwe maatschappelijke realiteit en de bijhorende uitdagingen een antwoord te bieden.
De heer Beenders heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, exact een jaar geleden, het was in januari, stond ik hier ook. Toen vroeg ik namens sp.a om een singletoets toe te passen op uw beleid. De geschatte cijfers waren een op drie in 2030, sinds gisteren is het een op twee huishoudens in België in 2060. Ik vroeg om uw beleid daarop af te stemmen, vooral omdat u toen net twee beslissingen had genomen met de regering, namelijk de heffing rond energie en de drinkwaterfactuur, die toch wel zeer nadelig was voor alleenstaanden. We vroegen u of u bij toekomstige beslissingen geen singletoets kon toepassen. Ik heb toen tevreden het halfrond verlaten omdat iedere partij had gezegd dat het een belangrijke doelgroep is en dat we die singlereflex moeten toepassen. Men had gezegd dat men dat eigenlijk al deed, want in alle beleidsbrieven en het regeerakkoord konden we zien dat de alleenstaanden een heel belangrijke groep zijn.
Iets meer dan een jaar later stellen we alleen maar vast dat de cijfers van de alleenstaanden zijn toegenomen, maar dat beslissingen die genomen zijn in het belang van alleenstaanden uitblijven. We zien nu zwart op wit dat vooral oudere, 80-jarige dames een langere levensverwachting gaan krijgen, waardoor ze ook langer alleenstaanden zijn en thuis willen blijven wonen. Die hebben nood aan ondersteuning, bijvoorbeeld het onderhoud van tuintjes, verzorging, allemaal zaken waar u als minister-president initiatieven in kunt nemen om die mensen langer thuis te laten wonen. Daarin wordt ofwel bespaard ofwel worden er maatregelen geschrapt, ofwel worden die sectoren niet versterkt. Nu we die nieuwe cijfers hebben gekregen, vraag ik u welke beslissingen u gaat nemen als minister-president om die groeiende groep alleenstaanden de bevestiging te geven die zij verdienen.
– Caroline Gennez, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, het is inderdaad een heel belangrijke maatschappelijke evolutie waar u de aandacht op vestigt. Ze is niet nieuw zoals u zelf zegt. Vandaag is een derde alleenstaande, en volgens de vooruitzichten van het Planbureau is dat één op twee in 2060. Herman De Croo is hier niet, maar misschien zouden we een ‘decrooïsme’ kunnen lanceren. In Zweden hebben ze er al een term voor, de ‘singularisering’ van de samenleving.
Collega Beenders, u hebt dit punt inderdaad al een jaar geleden aangekaart. De Vlaamse Regering is er geen voorstander van om nog eens een nieuwe toets te gaan invoeren. We hebben onze reguleringsimpactanalyse (RIA), en die volstaat wat ons betreft. Belangrijker is – daar hebt u beiden de aandacht op gevestigd – dat er beleid gevoerd wordt. Het is zaak om een beleid te voeren. In tegenstelling tot wat u beweert, collega Beenders, voeren we wel degelijk beleid daaromtrent. U hebt het voorbeeld aangehaald van de waterfactuur. Minister Schauvliege heeft ervoor gezorgd dat het aantal kubieke meter water aan een basistarief voor alleenstaanden groter is dan voor samenwonenden. Ze heeft het decreet Ruimtelijke Ordening net voor de vakantie gewijzigd, waarbij subzorgwoningen in een bestaande woning mogelijk worden binnen de nieuwe decreetgeving.
Hetzelfde bij Wonen, waar we, zoals u weet, bij minister Homans een apart inkomenstarief hebben om in aanmerking te komen voor een sociale woning. Collega Homans heeft net het recht op experimenteren in een decreet gelanceerd, en in haar woonbeleidsplan dat in 2017 komt, zal bijzondere aandacht gaan naar de nieuwe noodzakelijke woonvormen.
Ik verwijs naar het beleid van Welzijn van minister Vandeurzen. Het persoonsgebonden budget is bij uitstek een budget dat toelaat aan mensen om alleen te wonen, met de nodige zorg. De assistentiewoningen zijn een schitterend voorbeeld van tegemoetkoming aan de zorg voor alleenstaande bejaarden, om zelfstandig te kunnen blijven wonen, met crisisomkadering, met een assistent en dergelijke meer.
Minister Gatz en ikzelf zijn volop bezig met het uitwerken en ondersteunen van het vrijwilligersbeleid, want ook dit is een aspect van het beleid. Het gaat ook over vrijwilligerswerk, het gaat ook over vereenzaming. Als u het hebt over alleenstaanden, we hebben in Vlaanderen 1 miljoen vrijwilligers. Wel, ook daar maken we werk van.
De Visienota 2050 besteedt uiteraard aandacht aan die maatschappelijke evolutie. We zijn volop bezig met het uitrollen van de startnota’s. Binnenkort komt er een nota Zorg 4.0 van de ministers Vandeurzen en Gatz. Uiteraard zal die aandacht hebben voor dit fenomeen, voor dit probleem. De nota 'slim wonen en leven' van minister Homans en mezelf zal uiteraard ook focussen op deze heel belangrijke maatschappelijke evolutie. Dat is belangrijker dan te zeggen dat we een toets invoeren om in elk beleid te kijken hoe we kunnen inspelen op die tendens, op die noden die zich manifesteren.
Beste collega's, ter gelegenheid van de Vrouwendag heeft de voorzitter mij gevraagd om het parlement even voor te zitten, met respect uiteraard voor de gelijkheid van mannen en vrouwen. (Applaus. Opmerkingen van minister-president Geert Bourgeois)
Minister-president, u hoeft zich geen zorgen te maken.
Mevrouw Partyka heeft het woord.
Nu nog een vrouwelijke minister-president en het trio zou compleet zijn. (Applaus bij Groen en sp.a)
Er mag uiteraard iemand in mijn plaats komen antwoorden. (Gelach)
Minister-president, u duidt terecht op het brede beleid dat nodig is, en niet alleen op de toets of de test of het advies, want het maakt niet uit welke kleur de kat heeft, als ze maar muizen vangt. Het is inderdaad belangrijk dat het beleid zich voorbereidt, en dan vooral kwantitatief. Het aantal gezinnen stijgt van 2,7 naar 3,5 miljoen. Dat zijn 600.000 gezinnen die extra moeten worden gehuisvest, die zich extra in de mobiliteit zullen bewegen, die zorg nodig zullen hebben, want de helft daarvan zal alleenstaand zijn.
Het is inderdaad belangrijk om zich voor te bereiden op en rekening te houden met de maatschappelijke realiteit en uitdaging die deze steeds groter wordende groep alleenstaanden is, op alle beleidsdomeinen.
Minister-president, ik moet eerlijk zeggen dat uw antwoord weinig hoopvol is voor de groeiende groep singles. De voorbeelden die u aangeeft, zijn net de voorbeelden die zeer negatief zijn voor alleenstaanden. U gebruikt de waterfactuur als goed voorbeeld, maar u zegt er wel niet bij dat minister Schauvliege heeft beslist dat een alleenstaande 86 euro vast recht betaalt en een gezin van vier maar 26 euro. Als u dan zegt dat een alleenstaande meer water krijgt, dan is het wel zeer duur water. Dat zijn nu net de frustraties die de alleenstaanden vandaag ervaren. Veel woorden, weinig daden. Als de rekening komt, is het steeds de alleenstaande die het moet betalen.
Als u aangeeft dat minister Homans ook goede praktijkvoorbeelden heeft en een beleid voert voor alleenstaanden, dan moet ik u ook daarin tegenspreken. Het zijn net de senioren die een groeiende groep mensen zijn die langer thuis willen wonen en jammer genoeg dikwijls alleen staan. Voor de organisaties die zich inzetten, vooral vanuit de sociale economie, om de tuintjes van die mensen te onderhouden, om naar de winkel te gaan enzovoort, wordt geen enkel personeelslid bij gecreëerd. Daarin wordt enkel afgebouwd.
Minister-president, u kunt dus toch niet zeggen dat deze regering singlevriendelijk is. Misschien is dat wel zo in woorden achter het spreekgestoelte, maar niet in daden voor de alleenstaanden die er dag in dag uit mee worden geconfronteerd. Ik wil u vragen om uw huiswerk opnieuw te doen, zodat we niet elk jaar deze vraag moeten stellen om vriendelijker te zijn voor alleenstaanden. (Applaus bij Groen aan sp.a)
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Beenders, met een dergelijke verzuring zult u ooit nog politiek alleenstaand worden. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Vandenbroucke, zo geraakt u in de oppositie. Laat ons zeer duidelijk zijn: dat is natuurlijk een analyse die al lang wordt gemaakt. Het is historisch gegroeid en het groeit alleen maar in de slechte zin verder, het probleem groeit vanwege de demografie die zich zo ontwikkelt.
Minister-president, u hebt een paar voorbeelden gegeven waarin wel degelijk rekening wordt gehouden met die problematiek. Ik voeg er graag nog een aan toe. Ook de dienstencheques worden persoonlijk en per individu toegekend. Ook daar wordt het belastingvoordeel individueel toegekend.
Ik geef u ook graag het ruimere plaatje. Want je moet natuurlijk ook nuanceren. De personenbelasting is inderdaad een federale bevoegdheid. Maar je ziet daar bijvoorbeeld dat die niet alleen afhangt van het alleenstaand zijn, maar voornamelijk ook van kinderen. Je ziet dat alleenstaanden met kinderen een lagere belastingdruk hebben dan gezinnen met kinderen. En dat is natuurlijk wegens het feit dat die belastingvrije som verhoogt door meer kinderen ten laste.
Ik wil er dus vooral toe oproepen dit niet heel eenzijdig te benaderen, maar het totale plaatje in de gaten te houden, om er zo voor te zorgen dat we niet een oplossing proberen te geven voor een probleem, maar daardoor eigenlijk een nieuw probleem creëren.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, het proces van gezinsverdunning is al langer ingezet. Het is bovendien een lot dat, gewild of ongewild, vroeg of laat iedereen boven het hoofd kan hangen. De vraagstellers hebben een bezorgdheid die wij ook delen met onze fractie. Het is niet de vraag of, maar uiteraard hoe het beleid rekening zal houden en anticiperen op deze wijzigende samenleving. We hebben de vraagstukken rond zorg, mobiliteit en wonen. Maar er is inderdaad ook de grote financiële druk op alleenwoners, niet alleen dagelijks, wanneer ze de facturen alleen moeten betalen, maar ook op hun aanslagbiljet. Het is al aangehaald door de heer Diependaele: de alleenstaande zonder kinderen is de zwaarst belaste persoon in Europa.
Twee jaar geleden heeft onze fractievoorzitter gepleit voor een singlereflex. Maar we dienen ook proactief te handelen. We moeten die wijzigende samenleving inderdaad omarmen en haar de nodige en passende omkadering geven, niet het minst voor de meest prangende problemen zoals zorg en betaalbaar wonen.
Minister-president, het beleid speelt inderdaad reeds in op verschillende vlakken. Maar ziet u ook ruimte voor een overkoepelend initiatief over de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen heen?
De heer Danen heeft het woord.
Minister-president, er is niemand die zegt dat het gemakkelijk is om de nieuwe maatschappelijke evoluties bij te benen of om daar sneller op in te spelen. Het is eigen aan de politiek – dat stel ik helaas vast – dat we altijd een beetje achterlopen op maatschappelijke evoluties.
Maar we weten natuurlijk al heel lang dat het aantal singles de komende jaren zwaar zal toenemen. Het is dus echt wel tijd om een tandje bij te steken.
Ik moet zeggen: twee jaar geleden stond Bart Somers hier op het spreekgestoelte, toen hij de singlereflex aankondigde. Vorig jaar heeft Open Vld dat nog eens herhaald. Maar ook uw partij, de N-VA, heeft gezegd: ‘We zullen dat misschien tot onderwerp maken van de postdecreetsevaluatie.’ En CD&V heeft gesproken over sociaal versterkende maatregelen, waarvan ook singles kunnen profiteren.
Nu, dat zijn allemaal heel mooie woorden. Maar ik ben wat bang dat het bij lippendienst blijft, vooral als ik zie dat de nieuwe maatregelen, zoals de nieuwe waterfactuur, maar ook alles wat met energie en energieheffing te maken heeft, alsook het beleid van minister Vandeurzen, dat sterk leunt op mantelzorg waarvan alleenstaanden moeilijker kunnen gebruikmaken of moeilijker mantelzorger kunnen zijn, het allemaal heel moeilijk maken om alleenstaanden te omarmen.
Minister-president, ik vraag u: wat zult u doen? Welke harde engagementen wilt u opnemen om ervoor te zorgen dat de singles de komende jaren worden omarmd en niet gestraft? (Applaus bij Groen)
Er zijn een aantal bijkomende aspecten aan bod gekomen. Mevrouw Talpe kaart het fiscaal aspect aan. Dan zitten we hoofdzakelijk op federaal vlak, het huwelijksquotiënt versus het fiscaal tarief personenbelasting voor alleenstaanden. Het is evident dat het Vlaams Parlement, de Vlaamse Regering in dezen niet betrokken is.
U vraagt: ’Komt er een overkoepelend beleid?’ Wel, dat voeren we. Ik heb alleen gezegd: we gaan niet een aparte singletest of -toets invoeren. We hebben namelijk onze reguleringsimpactanalyse en zorgen ervoor – breed, want we beslissen altijd collegiaal in de regering – dat we aandacht hebben voor die aspecten.
Ik ben het dus niet eens, mijnheer Beenders en mijnheer Danen, met uw analyse dat het beleid daar geen rekening mee houdt. Het omgekeerde is waar. Ik heb u voor de vuist weg vier à vijf voorbeelden gegeven, in alle beleidsdomeinen, waar daar wel degelijk rekening mee wordt gehouden. Ook in de waterfactuur is het zo dat het aantal kubieke meter water aan basistarief voor alleenstaanden hoger is. Ik verwijs ook naar de inkomensdrempels bij sociale woningbouw. De woonvormen met de subwoning in een bestaande woning zijn gerealiseerd met het decreet van minister Schauvliege. Er is het beleid om zorg te geven aan mensen die alleen staan, met het persoonsgebonden budget. Het beleid voor assistentiewoningen, het beleid gericht op vrijwilligers, is een zeer sterk beleid.
Collega’s, ik wil erop wijzen dat dit beleid wordt gevoerd, niet alleen op federaal en Vlaams vlak maar ook op lokaal vlak. Er zijn ontzettend veel lokale initiatieven van thuiszorg, poetshulp en van allerhande lokale dienstverleningen aan mensen die alleen wonen, kortverblijf in de woonzorginstellingen van mensen die alleen wonen en die als gevolg van een korte ziekte, een operatie, een breuk twee, drie, vier weken of maanden moeten worden opgenomen in een zorginstelling. Daar is dus wel degelijk heel veel aandacht voor.
En we zullen in dat beleid een onderscheid maken tussen mensen die deze bewuste keuze maken – een wereldwijd fenomeen – en degenen die dat niet doen. Ik heb u gesproken over de term die men in Zweden gebruikt, de ‘singularisering’. In Japan en andere landen maken veel jonge mensen bewust de keuze om niet meer in een partnerschap te wonen maar alleen te gaan wonen, met allerlei bijkomende aspecten daaromtrent. En dan zijn er de mensen die onvrijwillig alleen zijn gaan wonen. Zij waren in een partnerschap of getrouwd en komen alleen te staan, maar dat is dus een ander type van alleenstaanden, waar ook vaak een verschillend beleid op gericht moet zijn.
Zowel in het sociale woningbeleid, als in de ruimtelijke ordening en in de zorg hebben wij daar heel veel aandacht voor. Wij ondersteunen zeer sterk het vrijwilligersbeleid.
Mevrouw Talpe, in de Visienota 2050 is dit uiteraard een thema. Dit is niet nieuw, iedereen onderschrijft dat, dit is een demografische evolutie die al een hele tijd bezig is op twee vlakken: de vergrijzing van de samenleving met het alleen vallen van mensen enerzijds, en een bewuste keuze van veel jonge mensen om alleen te gaan wonen anderzijds. We hebben daar aandacht voor. Ik heb gezegd dat we de startnota’s aan het uitrollen zijn. Zorg 4.0 komt er aan, 'slim wonen en leven' komt er ook aan. Dit is een aandachtspunt voor de hele regering, u kunt daarvan op aan.
Mevrouw Partyka heeft het woord voor de slotrepliek. (Opmerkingen van minister-president Geert Bourgeois)
– De microfoon blijkt niet ingeschakeld te zijn.
Wat zegt u dan? Sommige mannen zouden misschien zeggen: 'Dat heb je met vrouwen aan de hand.' (Gelach)
Mevrouw Partyka, als ik een mannelijke voorzitter was, zou ik zeggen: uw tijd loopt. (Gelach)
Ga uw gang.
Ik denk dat het duidelijk is dat dit een uitdaging is en dat we het er allemaal over eens zijn dat de koe bij de horens moet worden gevat en dat we niet moeten blijven steken in een discussie over de vraag of dat met of zonder toets moet gebeuren. Het gaat om een grote uitdaging voor alleenstaanden, of dat nu hun keuze is of niet. Daar kan moeilijk een onderscheid worden gemaakt. Het is ook niet aan de overheid om te bepalen of mensen beter samen dan wel alleen leven. Dat moet onafhankelijk van die keuze zijn. Het is hoog tijd om daar met zijn allen werk van te maken, zowel op het vlak van huisvesting als op de andere maatschappelijke terreinen.
Minister-president, toen ik hier vorig jaar stond, heeft elke fractie positief gereageerd om een singlereflex toe te passen en meer aandacht te hebben voor singles. Vandaag onthoud ik dat de N-VA mij een zure mens noemt omdat ik de ongelijkheid voor alleenstaanden wil wegwerken. Dat verontrust mij ten zeerste. Ik zie vooral openingen bij andere fracties, ik ben een zeer positieve mens en ik zal met mijn fractie blijven strijden om die ongelijkheid tussen gezinnen met of zonder kinderen en alleenstaanden weg te werken. Ik interpreteer dat niet als ‘zuurdoenerij’, maar ik ben wel bezorgd over de groeiende groep alleenstaanden in de toekomst wanneer u met de N-VA hier het beleid blijft voeren. (Applaus bij sp.a en bij Groen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.
Ik dank de minister-president en de galante collega-ondervoorzitter, Wilfried Vandaele, in rang hoger dan ondergetekende maar van het mannelijke geslacht, die vandaag plaats heeft gemaakt in het kader van Vrouwendag voor de vierde ondervoorzitter, die één vraag heeft behandeld en bij dezen zeer graag opnieuw het woord geeft aan onze voorzitter, de heer Jan Peumans.