Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Homans.
De heer Somers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik had mijn vraag graag gericht aan de minister-president, want het betreft een vraag over onze internationale relaties. Het is natuurlijk goed dat u namens de Vlaamse Regering antwoordt.
Minister, Saoedi-Arabië indoctrineert met zijn totalitaire ideologie – het wahabisme – al vele decennia mensen in West-Europa. Het wahabisme is een ideologische overtuiging die zeer ver staat van zowel de culturele identiteit als de geloofsbeleving van het overgrote deel van de mensen in onze samenleving. Al decennia laten we toe dat het totalitaire denken – dat vergif – in onze samenleving wordt geïnjecteerd. Ik wil een vergelijking maken. Mocht nazi-Duitsland nog bestaan en zijn rassentheorie met miljoenen euro’s ondersteund jaar in, jaar uit in Europa propageren, hoeveel uren zouden we dat aanvaarden? Hoe lang zouden we dat aanvaarden?
Mijn vraag is erg duidelijk. Er is al veel over gepraat. We moeten het wahabistische propaganda-apparaat stilleggen. We mogen niet langer aanvaarden dat die totalitaire ideologie wordt gepropageerd. Anders gezegd: we moeten onze Vlaamse moslims – velen zijn verontrust en komen in opstand – ondersteunen en solidair met hen zijn. Mijn vraag aan de Vlaamse Regering luidt: welke maatregelen neemt u? Hebt u daarover contact gehad met de Saoedische ambassade? Wilt u daarover in het Overlegcomité het debat voeren? We moeten veel duidelijkere sancties en diplomatieke initiatieven nemen om de Golfstaten en Saoedi-Arabië in het bijzonder te stoppen met de verspreiding van dat vergif in Europa. (Applaus)
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, collega's, mijnheer Somers, ik ben het volledig met u eens, en allicht is het hele parlement het met u eens. De vraag is hoe we dat probleem oplossen. Het zou goed zijn als de kamerbrede bezorgdheid over het salafisme – die eigenlijk ook in het OCAD-rapport (Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse) is verwoord – wordt geuit. Het salafisme botst met onze fundamentele normen en waarden. Het rapport van OCAD is 73 pagina’s dik. Ik wil mijn verantwoordelijkheden niet van me afschuiven, maar het is zo dat verschillende niveaus een verantwoordelijkheid hebben. Er is de federale overheid, waaronder OCAD valt. Er is de Veiligheid van de Staat. Er is het lokale niveau. Op bladzijde 57 van het rapport staat bijvoorbeeld iets interessant over een centrum in de Katelijnestraat in Mechelen. Elders staat er ook het een en het ander over Antwerpen. Het lokale niveau heeft dus ook een verantwoordelijkheid.
Mijn spreektijd is bijna op, ik maak het kort. Gisteren is erg lang gedebatteerd over de erkenning van moskeeën in de commissie Binnenlands Bestuur. Vandaag lees ik in de kranten dat men zich wat lacherig afvraagt waarom ik per se de dossiers van de Veiligheid van de Staat moet krijgen. Wel, precies daarom: ik wil op het vlak van de veiligheid geen enkel risico nemen. Ik heb gezegd dat minister Geens me één a4’tje heeft bezorgd. Een volksvertegenwoordiger die gisteren aan de commissievergadering heeft deelgenomen, stelde dat anoniem in vraag. Wel, hier is het a4’tje. Misschien heb ik toch wat gelogen, want de handtekening staat op de tweede bladzijde. Dat is dus het advies over de erkenning van twintig moskeeën.
Dit is bijvoorbeeld een advies dat in het verleden werd gegeven: zes pagina’s over één moskee. Sta me dus toe dat ook mijn bekommernis in het kader van de erkenning van de moskeeën in dezen wel belangrijk is.
Ik kan het volgende meedelen aan de leden die gisteren in de commissie aanwezig waren, maar ook aan u, mijnheer Somers, want in het kader van uw vraag is dat natuurlijk ook zeer belangrijk. Het kabinet van minister Geens heeft vanmiddag naar mijn kabinet gebeld met de mededeling dat het dossiers zou laten opmaken en me die zouden bezorgen. In tegenstelling, dus, tot alles wat er vandaag ook in de media werd gezegd, denk ik dat collega Geens ook niet zo blij was met het lekken van het OCAD-rapport. Mijnheer Somers, moeten we dat tegengaan? Ja. Ik ben intussen ook al zover dat we al een hele procedure hebben doorlopen op mijn kabinet om bijvoorbeeld de erkenningscriteria wat moskeeën betreft strenger te gaan maken. Er is ook de financiering vanuit het buitenland. U hebt nu Saoedi-Arabië genoemd. Dat is een goed voorbeeld, een van de voorbeelden. We willen dat absoluut inschrijven in onze erkenningscriteria. We gaan dat ook doen. We moeten die strenger maken en ondertussen moeten er inderdaad ook internationale contacten worden gelegd. Ik zal die boodschap ook doorgeven aan de minister-president en aan mijn federale collega’s die ter zake enige verantwoordelijkheid dragen.
Minister, u antwoordt eigenlijk niet op mijn vraag. Mijn vraag ging niet over moskeeën. Mijn vraag is wat we als samenleving gaan doen tegen propaganda van het buitenland. Dat is meer dan 70 miljard euro op dertig jaar. Ik vraag u dat de Vlaamse Regering contact opneemt met de ambassadeur van Saoedi-Arabië, dat ze die ontbiedt om te zeggen dat dat moet stoppen. Ik vraag dat men in het Overlegcomité eist dat de Belgische regering ter zake actie neemt. Ik vraag dat men het Europese netwerk in gang trekt om daar eindelijk iets aan te doen. 70 miljard euro wahabistische propaganda, dat is meer dan wat alle democratische partijen in Europa uitgeven om de democratie te verdedigen. 95 procent van alle informatie op internet komt van het wahabisme. We moeten dat stoppen! Moslims vragen dat in onze samenleving, dat dat eindelijk stopt! Dat is wat moet gebeuren, maar waarom doen we dat niet? Omdat we bang zijn voor onze handelsbelangen. Omdat onze vrijheid ondergeschikt is aan economische belangen. Ik denk dat we daar duidelijker in moeten zijn. Dat is mijn vraag. Mijn vraag is om daarover een veel duidelijker standpunt in te nemen. We laten op die manier mensen in de steek. Er is een ‘counternarrative’. Het rapport is gemaakt door mensen die twee jaar lang hebben rondgelopen en uiteindelijk in Mechelen zijn beland, en daar van een lokale overheid 50.000 euro hebben gekregen. Die hebben met het OCAD het rapport gemaakt dat u daar in uw handen hebt.
Minister, nog één zaak over Mechelen. Ik kan u geruststellen: lokale overheden nemen hun verantwoordelijkheid. U verwees naar pagina 57. Die boekhandel is onmiddellijk, binnen de week gesloten, op basis van de principes van gewapend bestuur. Die boekhandel bestaat dus niet meer.
Daar gaat het echter niet over. Het gaat over de vraag hoe we die instroom, dat vergif van dat totalitaire denken in onze samenleving stoppen. Mocht het nazi-Duitsland zijn, we zouden het geen úúr aanvaarden! (Applaus bij Open Vld, sp.a en Groen)
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Voorzitter, minister, we vermoeden natuurlijk al veel langer dat er in Vlaanderen te veel buitenlandse invloed en financiering aanwezig zijn. Mijnheer Somers, we weten echter ook allemaal dat dat voornamelijk via die moskeeën tot bij ons komt, en dat staat nu ook zwart op wit in het dossier van het OCAD. U vraagt een duidelijk standpunt van ons. Wel, ik zeg u dat we dit onder geen enkel beding mogen aanvaarden. We mogen niet aanvaarden dat dat in moskeeën in Vlaanderen gebeurt. Het dossier van het OCAD steunt me ook in de overtuiging dat Vlaanderen die leerstellingen niet moet ondersteunen, en al zeker niet financieel moet ondersteunen.
Minister, ik heb één boodschap, vooral voor uw federale collega. Waar blijven die evaluaties van de moskeeën in Vlaanderen? Hij zou ze een maand geleden “heden” overmaken, en u zegt nu dat hij vandaag heeft gebeld, dat hij ze zál overmaken. Daar zit ondertussen meer dan een maand tussen. Waar blijven die evaluaties? (Applaus bij de N-VA)
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat collega Somers heel juist en scherp het punt heeft gemaakt. Het is een keuze tussen vrijheid en handelsbelangen die we in het Westen moeten durven te maken. Wat is ons het meest dierbaar? Dan gaat het in de eerste plaats over buitenlands beleid. Wat dat betreft, heeft hij absoluut een punt.
Ik denk ook dat we de rapporten goed moeten lezen, en in hun geheel. Dan gaat het hier niet om de erkende moskeeën, maar ook vooral over internet, beïnvloeding in niet-erkende moskeeën, in garagemoskeeën, en ook in grote moskeeën in dit land, zoals de Grote Moskee in Brussel, aan het park, die niet tot de erkende behoren, maar die wel sterk onder invloed staan van Saoedi-Arabië. Dat is het punt waar we toe moeten komen. Waar het probleem zich voordoet, moeten we het aanpakken, met counter narrative, met hulp van binnenlandse en buitenlandse overheden. Daar moeten we samen één front vormen. Degenen die het goed menen met onze samenleving, islamieten en niet-islamieten, daar moeten we mee samenwerken. En aan de anderen moeten we zeggen: hola, niet met ons. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, collega Somers maakt een zeer sterk punt. Het oprukkende wahabisme is geen nieuw probleem, maar is een zeer gevaarlijk probleem. U weet dat wij als sp.a al twee jaar drie dingen vragen. Ten eerste: stop de financiering van de radicale islam. We hebben zelfs wetsvoorstellen ingediend op federaal niveau. Die zijn weggestemd door uw partij en door de meerderheid. U kunt dus handelen.
We hebben ook gevraagd om de handelsmissies naar Saoedi-Arabië te stoppen. Stop de uitvoer naar Saoedi-Arabië. Stop de uitvoer van wapenonderdelen naar Saoedi-Arabië. De minister-president wringt zich dan in alle bochten om investeringen van Saoedi-Arabië in de Antwerpse haven te verdedigen en om die handelsrelaties in stand te houden. Hij stelt inderdaad handelsbelangen boven de veiligheid in dit geval. Op dat vlak hebben we geen enkele vooruitgang gezien.
En ten derde wordt er al twee jaar gevraagd – en dat staat ook in de Vlaamse resolutie – om de gematigde islam te versterken. En daar hebben we gisteren een toonbeeld gezien van passiviteit. Er is niets zo gemakkelijk als niets doen en systematisch de schuld op een ander schuiven, ten koste van vooruitgang. (Applaus bij sp.a, Open Vld en Groen)
De heer Annouri heeft het woord.
Collega’s, het slechte nieuws is duidelijk: het oerconservatieve, radicale Saoedi-Arabië stuurt al tientallen jaren zijn zonen uit om mensen te indoctrineren. Dat weten mensen die op het werkveld actief zijn, al jaren. En ze trekken al jaren aan de alarmbel.
Het goede nieuws is dat er in onze samenleving een enorme tegenbeweging is van moslims die hier geboren en getogen zijn en die dat niet willen pikken. Die organiseren zich in studentenverenigingen. Die organiseren zich in progressieve imambewegingen. Die organiseren zich bij allerlei verschillende organisaties om dat tegen te gaan. Maar zij zeggen vandaag – en het staat onder andere op verschillende nieuwswebsites, waar Khalid Benhaddou, ons allen niet onbekend, aan de alarmbel trekt –: ‘Jongens, ik kan dit niet alleen aan, ik heb meer hulp nodig van de overheden om een dam op te werpen tegen die ontzettend vele petromiljoenen die elk jaar opnieuw doorsijpelen naar Vlaanderen.’
En dan is mijn vraag aan u, minister, om u niet te verschuilen achter dat schijndebat over de erkenning van de moskeeën. Dat debat hebben we gisteren gehad. Doe toch veel meer. Zorg ervoor dat u investeert in die imams. Zorg ervoor dat u investeert in de studentenverenigingen, in de middenveldorganisatie. Omarm die, minister. Want met het beleid dat u vandaag voert, zullen we er niet geraken. (Applaus bij Groen, Open Vld en sp.a)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik zie in dit rapport eens te meer dat waar mijn partij, het Vlaams Belang, al jarenlang voor waarschuwt, eens te meer bewaarheid wordt en helaas eens te meer realiteit wordt. Terwijl wij jarenlang weggezet werden als de grote boosdoeners, als de mestkevers zelfs, mijnheer Somers, schrikken nu plots ook de traditionele partijen wakker. (Opmerkingen)
Het probleem is dat die Vlaamse islam, die gematigde islam, mevrouw Kherbache, een illusie is. En waarom? Omdat het fundamentalisme inherent is aan de islam. Daarom, minister, mogen wij dat niet erkennen in Vlaanderen, en al zeker niet subsidiëren. En dus herhaal ik mijn verzoek uit de commissievergadering van gisteren: we moeten niet alleen de buitenlandse financiering droogleggen, maar ook de binnenlandse. Daarom moeten we de erkenningsprocedure voor al die moskeeën die nu loopt, stopzetten en moeten we de erkenning van moskeeën intrekken, zodat er geen euro belastinggeld meer gaat naar de islamisering van Vlaanderen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Collega Somers, u hebt natuurlijk wel gelijk dat ik niet volledig op uw vragen geantwoord heb, want u hebt natuurlijk ook heel veel vragen gesteld die niet tot mijn bevoegdheid behoren. Maar u had de vraag initieel inderdaad ook aan iemand anders gesteld.
Los daarvan zal ik uw boodschap in ieder geval doorgeven aan de minister-president. Ik ben ook bereid om vrijdag op de ministerraad te bespreken – ik denk dat de collega’s het daarmee eens zullen zijn – om dat te agenderen op het Overlegcomité. Ik heb daar absoluut geen probleem mee. Ik denk dat dat wel gerechtvaardigd is.
U zegt dat ik totaal niet heb geantwoord op uw vraag. Ik heb bijvoorbeeld in mijn portefeuille het erkennen van moskeeën, erediensten of geloofsgemeenschappen, in totaliteit. Ik heb gezegd dat ik die criteria wil verstrengen, bijvoorbeeld ook de buitenlandse financiële stromen in kaart wil brengen. Ik denk toch wel dat ik, wat mijn bevoegdheden betreft, u tegemoetkom.
Er zijn hier mensen die eigenlijk zeggen dat het debat helemaal niet gaat over het al dan niet erkennen van moskeeën. Ik vind dat heel kort door de bocht. Gisteren hebben we twee uur gedebatteerd over een vraag om uitleg – het waren er eigenlijk vijf samengevoegde – over dat thema. Mevrouw Kherbache, u zegt dat ik niets doe en u bent zelf terug begonnen over het debat van gisteren over de moskeeën. U bedoelt dan eigenlijk met niets doen dat ik moet overgaan tot de erkenning. Dat was de teneur gisteren ook in de commissie. Ik ben het daar niet mee eens. We gaan dat niet doen.
Ik zal alle boodschappen overmaken aan de minister-president. Ik zal wat gezegd is over het Overlegcomité op de tafel van de regering brengen. Ik zal mijn erkenningscriteria verstrengen. Ik denk dat we in het actieplan tegen radicalisering een aantal zaken kunnen toevoegen wat dat betreft.
Mijnheer Somers, u hebt groot gelijk, het rapport dat 72 pagina’s telt, is niet om vrolijk van te worden. Dit is een problematiek waar we mee aan de slag moeten. Als ik zeg ‘we’, dan bedoel ik de federale, Vlaamse en lokale overheden.
Minister, het wahabisme is veel meer dan een probleem van moskeeën. Het is in de eerste plaats een probleem van internet, van verenigingen en organisaties die mensen indoctrineren. Ze staan trouwens op de lijst van de sektes van de Senaat.
We staan voor een principiële keuze: ofwel hebben we de moed van onze overtuiging en beginnen we eindelijk op te treden, ook diplomatiek, tegen Saoedi-Arabië, ofwel laten we verder dat vergif in onze samenleving binnensijpelen.
We moeten absoluut meer doen aan de counter narrative. De heer Annouri heeft gelijk. Er zijn in onze samenleving voor het eerst duizenden moslims die zeggen: ‘Ik ben moslim, ik ben ook Europeaan en ik ben het kotsbeu dat die bende doctrinaire, totalitaire denkers mijn godsdienst en mijn identiteit misbruiken voor een totalitair verhaal’, maar ze worden onvoldoende door ons gesteund. Ze moeten komen smeken aan lokale overheden voor een beetje centen. Ik zou vragen dat u daar meer doet.
Aan de leden van Vlaams Belang die zeggen dat we daar nu pas over bezig zijn: ik denk dat jullie zoveel op de koffie zitten bij massamoordenaars dat jullie niet meer weten wat hier aan de gang is. (Applaus bij Open Vld, de N-VA, CD&V, sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.