Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de gesprekken betreffende een intra-Belgisch energiepact
Actuele vraag over de cohesie binnen de Vlaamse Regering met betrekking tot de energievisie en een energiepact
Actuele vraag over de opmaak van een energievisie en het afsluiten van een energiepact
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega’s, wij geloven in kostenefficiëntie, in kostenefficiënte propere en groene energie. Wij geloven in innovatie en techniek. Ik laat de discussie of ik politiek correct ben of niet aan jullie over. Ik ben liever in de feiten correct. Dus wil ik liever eerst feiten en cijfers zien, vooraleer ik een politieke optie kies. Tot zolang sluiten we niets uit op basis van ideologie. Ik ben dus ook geen fetisjist, maar een ecorealist.
Ik verwijs graag naar Duitsland. Daar is men begonnen met een masterplan in 2000. In 2011 heeft men er beslist om versneld uit het nucleaire te stappen, in 2020-2022. Men voorziet het einde van de energietransitie tegen 2050. Wat is er bij ons gebeurd? In 2003 is een kernuitstap beslist samen met Groen. Maar er was geen masterplan. Ik was in het begin zeer enthousiast, maar dat was van korte duur. De tijd dringt inderdaad.
Minister, u hebt met uw twee regionale collega’s en met uw federale collega samengezeten om een timing af te spreken voor een federaal energiepact. Dat moet eind 2017 af zijn. Het federale niveau is daarbij verantwoordelijk voor het interconnectiegedeelte, Wallonië voor marktwerking, en Vlaanderen voor de energieproductie – althans volgens de media. De twee laatste zijn uiteraard transversale bevoegdheden. Dus vraag ik mij af hoe dat in zijn werk zal gaan, als u verantwoordelijk bent voor het gedeelte van de energieproductie terwijl Wallonië verantwoordelijk zal zijn voor de marktwerking. Minister, wat is er nog allemaal afgesproken? Hoe zult u te werk gaan?
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik wil een andere toon zetten. Er is eindelijk begonnen aan een energiepact. Ik denk dat iedereen daarachter staat. Ik denk zelfs dat alle politici van de overkant en in de andere parlementen ervan overtuigd zijn dat we in ons energiesysteem een omslag moeten maken, dat energie morgen en overmorgen voor onze kinderen proper moet zijn. Dat zo’n omslag niet zonder slag of stoot zal gebeuren, is een evidentie. Een transitie verloopt niet vanzelf. Het belang van dit energiepact kan niet worden onderschat.
Op dezelfde dag kwam er een studie besteld door FEBELIEC, de grootverbruikers van elektriciteit, naar buiten waaruit zou blijken dat een energiesysteem zonder kernenergie twee keer zo duur zou zijn. Ik heb die studie erop na gelezen en meteen ontdekt dat niet de totale systeemkost van een energiesysteem met of zonder kernenergie berekend was. Ik kan u zeggen dat een energiesysteem met kernenergie 20 procent meer kost dan een zonder. Er zijn de afvalkosten, risico’s, gezondheid en dergelijke. Ook dat is geen kwestie van geloof, mijnheer Gryffroy, maar een kwestie van cijfers.
Minister, wat is de impact van de studie besteld door FEBELIEC op het intra-Belgische energiepact? Wat mogen we van de verdere werkzaamheden van dit pact verwachten?
De heer Danen heeft het woord.
Dames en heren, er zijn van die momenten dat dit parlement zijn instrumenten gebruikt om wat stenen in de rivier te verleggen. Ik herinner me er zo twee. Dat was een paar weken geleden, toen we de resolutie kamerbreed goedkeurden en dat was een kleine twee jaar geleden, toen we werk maakten van een resolutie die de weg moest uitstippelen naar een energievisie en energiepact. Het was veelbelovend en ik had er veel vertrouwen in. We konden heel wat stappen vooruit zetten.
Wat zie ik? Enkele dagen geleden kondigde de heer Gryffroy van de N-VA aan dat hij niet echt meer gelooft in beslissingen op dit vlak en dat we moeten wachten tot 2019 om iets te beslissen. Minister, daarnaast zegt u dat we integendeel net werk moeten maken van hernieuwbare energie en dat we een tand bij moeten steken. Ik vergelijk dat met een auto waar je op de rem duwt en tegelijk het gaspedaal induwt. Wat gebeurt er dan? Het gaat niet echt vooruit en je krijgt andere problemen, die met frictie hebben te maken.
Minister, neem afstand van de leden van de N-VA en leg hen uit hoe u met uw beleid zult zorgen voor meer hernieuwbare energie, voor meer stabiele netten zodat we kunnen komen tot een gedragen, duurzame en toekomstgerichte energievisie en energiepact. (Applaus bij Groen en sp.a)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik probeer me voor te stellen hoe u in het leven staat als minister van Energie. Ik kan me voorstellen dat er goede en slechte dagen zijn. De goede dagen zijn die waarop u de vele zegeningen van uw energiebeleid kunt communiceren aan de Vlaamse bevolking, huidige en toekomstige zegeningen. De slechte dagen zijn die waarop andere communiceren over uw energiebeleid. Maandag hadden we er zo een, met onder andere de studie van FEBELIEC die heel veel onrust losweekte als het ging over de betaalbaarheid van onze energie, vandaag en in de toekomst. Op andere dagen is er onrust over de veiligheid van onze energievoorziening. Dat is dan eerder een bezorgdheid voor uw federale collega’s. Of er is onrust over de duurzaamheid van onze energievoorziening, helemaal in het hart van uw bevoegdheid.
Er is heel veel onrust over ons energiebeleid en dat kan alleen maar worden aangepakt met een duidelijke langetermijnvisie, die zekerheid geeft aan klanten, investeerders en alle betrokkenen in het energiesysteem over hoe we onze energiebevoorrading op een goede, veilige, duurzame en betaalbare manier kunnen organiseren in de toekomst. Dat energiepact is daarvoor essentieel.
We waren heel blij met de aankondiging van maandag dat u in een samenwerking voorziet met uw collega’s uit de andere deelstaten en de federale overheid. We werken er zelf al een tijdje aan. In 2012 heeft CD&V een studiedag over het energiepact georganiseerd. In 2014 schreven we het energiepact in in het Vlaams en federaal regeerakkoord. In 2015 hadden we hier de resolutie die de weg naar een energiepact moest plaveien. In 2016 bent u gestart met de stroomversnelling. We hopen dat 2017 inderdaad het jaar wordt van het energiepact.
Hoe zult u dat aanpakken? Wat is de concrete afspraak die u met uw collega’s hebt gemaakt? Hoe zult u daarin de bevolking, de sector en het parlement betrekken?
Minister Tommelein heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat ik mijn visie hierover uiteen kan zetten. Niemand twijfelt eraan dat wij met de gewesten en de federale overheid samen een energiepact nodig hebben om een visie te poneren op lange termijn, 2030-2050.
En ik heb inderdaad ook inspanningen geleverd tijdens de voorbije weken en maanden om tot dit resultaat te komen, met de collega’s van de gewesten en met de federale minister.
De overheid wil en moet duidelijk de richting aangeven. We hebben vier werkgroepen opgericht, mijnheer Gryffroy. Dat was mijn voorstel. We zijn immers met vier en zullen dat dan ook met zijn vieren doen. En het is niet omdat men het voorzitterschap heeft van een werkgroep, dat men niet in die andere werkgroepen zit. Vlaanderen zal de werkgroep Productie voor zijn rekening nemen, maar in de andere werkgroepen zullen wij ook aanwezig zijn en effectief onze bijdrage leveren.
We zullen het beleid en de strategie van de verschillende entiteiten oplijsten. Dat is nodig, want wij moeten nog finaliseren wat onze visie is. Daarnaast moeten we de uitdagingen voor de toekomst bepalen en voorstellen. Er zijn natuurlijk altijd factoren die we niet met honderd procent zekerheid kunnen inschatten, maar we moeten proberen dat zo goed mogelijk te doen.
Op 15 maart komen we opnieuw samen. Dat is dus een heel korte termijn. Ik heb het parlement en mijn collega’s heel duidelijk gemaakt dat het dit jaar moet gebeuren. We gaan niet rond de hete brij blijven draaien en bijeen blijven komen in werkgroepen en panels met grote experten. We gaan nu duidelijk keuzes maken.
Het is goed dat wij die energieomslag gaan uitleggen aan de bevolking, want ik denk dat daar het schoentje een beetje wringt. Ik kom terug op de studie van EnergyVille in opdracht van Febeliec, waarin duidelijk staat dat we voor een energieomslag staan, niet alleen in Vlaanderen, maar ook in de buurlanden en in de rest van de wereld. Ik ben daar heel gedreven in. Ons land zit momenteel met een verouderd productiepark dat heel dringend aan vernieuwing toe is. Of men nu investeert in hernieuwbare energie, in zon en wind, of in andere vormen van energie, opnieuw kerncentrales, we zitten nu eenmaal met een verouderd industriepark. We moeten dan ook investeren in energie, wat geld en inspanningen zal kosten. De vraag is waarin we zullen investeren.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik de framing betreur waarin geponeerd wordt dat we heel veel investeringen zullen moeten doen en dat dit de schuld is van de zon en de wind. Op de kap van hernieuwbare energie proberen te bewijzen dat de kerncentrales langer open moeten blijven, is een foute benadering. Ik betreur dat. Als ik één zaak onthoud uit die studie, dan is het dan wij nog sneller en nog meer moeten investeren in zon en wind. Het heeft geen zin om de zaken te vertragen en in vraag te stellen. Het gaat hier in de eerste plaats over systeemkosten, over investeringen in het net, in productiecapaciteit, in opslag. Het is niet omdat de investeringen in nieuwe energieproductiemethodes of- installaties stijgen, dat automatisch de kostprijs van de elektriciteit verdubbelt. Wanneer de bakker om de hoek beslist om een nieuwe machine te plaatsen waarmee hij sneller en duurzamer brood kan bakken, en dat is een heel dure investering, dan betekent dat toch niet automatisch dat de broodprijs zal verdubbelen. Ik heb het een beetje gehad met de framing van sommige media die schrijven dat de kosten zullen verhogen en dat de prijs zal verdubbelen. Zo stond het letterlijk in de krant. En een zaak rechtzetten is altijd iets moeilijker dan ze te poneren. Ik heb het daar heel moeilijk mee. Communiceren betekent eerlijk zijn, correct zijn en de juiste boodschappen brengen. Ik heb de indruk dat sommige mensen in onze samenleving, met inbegrip van de media, daar wat voorzichtiger mee mogen zijn.
Mijnheer Bothuyne, u vraagt me hoe we het middenveld zullen betrekken. Vanaf dag één – nu al negen maanden aan een stuk, het kind is bijna geboren, mijnheer Rzoska – ben ik aan het zeggen dat ik iedereen mee wil in het verhaal. Googel eens ‘Tommelein’, en u zult zien: Tommelein wil iedereen mee in het bad, burgers moeten mee, bedrijven moeten mee, de overheid moet mee.
We hebben een stroomversnelling, en ik betreur dat daar heel weinig aandacht voor is geweest. Sommige journalisten schrijven: ‘Eindelijk.’ Over de stroomversnelling is bijzonder weinig geschreven door de media. Het is moeilijk om de media te betrekken bij iets. Een fantastisch burgerpanel is hier een hele dag mee bezig geweest. De pers was minimaal aanwezig, en dan durven ze schrijven dat er niets gebeurt. Wel, ik heb heel veel respect voor al die burgers die een volledige zaterdag hebben opgeofferd. De pers vraagt dan: ‘Gebeurt er iets, is er iets bezig? Oh, wij weten van niets, het wordt tijd dat de minister eens wat doet.’ Dat vind ik bijzonder jammer. Mijnheer Bothuyne, u weet ook dat er heel veel gebeurt in Vlaanderen.
De stroomversnelling loopt op zijn einde. Deze maand zal ik de eindresultaten presenteren in de commissie en – als u wilt – ook hier in de plenaire vergadering. Dat is geen enkel probleem voor mij.
Mijnheer Danen, het is niet omdat er in 2018 en 2019 verkiezingen zijn, dat er geen beslissingen meer moeten worden genomen. Wat de heer Gryffroy daarover zegt, is voor zijn rekening. Ik weet alleen dat hij samen met mij in deze Vlaamse Regering zit en dat zijn en mijn partij samen in de Federale Regering zitten. Normaal gezien trekken we samen aan één zeel. Dat betekent dat we allemaal samen zeggen dat we voor het einde van het jaar een pact moeten hebben, dat we dat dan ook moeten beginnen uit te voeren en dat we beslissingen moeten nemen. Dus, iedereen voor zijn eigen rekening.
Met mijn parlementaire reflex is het laatste wat ik zal doen, de volksvertegenwoordigers in de pas laten lopen. Dat is niet mijn taak. Parlementsleden moeten hun job doen. ‘It is the duty of the opposition to oppose.’ En het is de plicht van de parlementsleden, ook van de meerderheid, om de minister aan te sporen dingen te doen. Daar heb ik geen probleem mee. Met de parlementsleden van mijn eigen fractie doe ik dat niet, ze hebben alle vrijheid. Ook de parlementsleden van de andere partijen mogen hun ding doen. (Applaus bij Open Vld)
Sommigen zeggen mij dat ik ongeduldig ben als ik blijf aandringen op het uitvoeren van bepaalde maatregelen. Anderen zeggen dat ik dan te veel geduld heb. De keuze is aan jullie.
Ik heb niet gesproken over de prijzen die zouden verhogen. Ik heb altijd gezegd dat de prijzen in de toekomst wellicht zullen stijgen, of het nu met nucleaire, met hernieuwbare of met niet-hernieuwbare energie is. Ik had het over timing. Als je eind 2017 een energiepact afsluit, dan betekent dat niet dat je op 1 januari 2018 regelgeving hebt. Een conceptnota die wordt gemaakt, wordt nog niet direct omgezet in regelgeving. Dat punt heb ik gemaakt in de kranten. Het is niet omdat we eind 2017 een pact hebben dat zegt waar we naartoe moeten gaan tegen 2030 of 2050, dat het onmiddellijk wordt omgezet in regelgeving en dat we meteen van start kunnen gaan. Dat was mijn punt.
Minister, het is essentieel dat we de bevolking en de bedrijven een duidelijk signaal geven dat het pad van deze regering er een is om de omslag van hernieuwbare energie zo efficiënt mogelijk te maken, dat we de investeringskracht van burgers en bedrijven maximaal willen aanboren. Het is heel duidelijk: de omslag naar hernieuwbare energie komt er hoe dan ook. Die gaan we zelfs niet kunnen tegenhouden, al zouden we dat willen. Heel de wereld maakt de omslag. De enige vraag die we ons moeten stellen, is wat we eraan doen om die omslag zo snel mogelijk te maken, om ervoor te zorgen dat iedereen er zo snel mogelijk de vruchten van kan plukken.
Mijnheer Gryffroy, we moeten blijven focussen, en of we nu een jaar sneller of trager zullen zijn, dan mis je ‘the bigger picture’. Onze Vlaamse minister van Energie geeft duidelijk aan wat het doel en het traject moet zijn. Hij probeert iedereen te enthousiasmeren om die omslag zo snel mogelijk te maken.
Minister, ik ben zeer blij en ik ben uiteraard een grote fan van uw stroomversnelling. Het is hoog tijd dat het Vlaams Parlement deze stroomversnelling in het hart sluit en maximaal uitvoert. (Applaus bij Open Vld)
Minister, sommige journalisten doen aan sfeerschepping. Daar kunt u allicht weinig aan doen. Dat sommige leden van de meerderheid hieraan meedoen, vind ik bijzonder vervelend, vooral omdat dit op de bevolking verwarrend overkomt. De mensen vragen zich af wat er nu zal gebeuren. Zullen de kerncentrales al dan niet sluiten? Zullen we al dan niet in staat zijn tot een duurzaam energiebeleid te komen? Ik vind het bijzonder jammer voor u. Ik merk ook in de commissie dat u probeert met alles wat u in zich heeft op de gaspedaal te duwen. Als anderen dan op de rem duwen, is dat bijzonder vervelend.
Zolang mensen twijfel blijven zaaien over de sluiting van de kerncentrales, zullen andere marktpartijen dit aangrijpen om beslissingen te nemen om ze langer open te houden. Dat is wat we kunnen missen als kiespijn. U moet daarmee ophouden. U moet proberen te gaan voor een duurzaam, toekomstgericht en gedragen energiebeleid. In dat geval zullen wij uw partner zijn. (Applaus bij Groen)
Minister, we zijn zeer blij met uw enthousiaste visie op de wijze waarop we de energietransitie moeten aanpakken. We moeten dit doen met recepten voor de toekomst en niet met recepten uit het verleden. We moeten vooruitkijken en nieuwe technologieën gebruiken, zowel voor de groene energieproductie als voor energiebesparing, flexibiliteit, opslag, internationale samenwerking en marktwerking. Daarvoor verwacht ik veel van u. Dit zijn allemaal kerningrediënten van wat een toekomstig energiebeleid moet zijn. We verwachten veel van het energiepact en van de stroomversnelling die we volgende maand in het Vlaams Parlement zullen kunnen bespreken.
We hopen dat u van het energiepact effectief een investeringsplan zult maken. Dit moet niet in 2020 of in 2030 gebeuren. Vanaf 1 januari 2018 verwachten we concrete acties op het terrein als resultaat van het denkwerk dat dit jaar wordt verricht. U zult in ons een trouwe partner vinden.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik heb de heer Gryffroy vorige week de schaduwminister van Energie genoemd. Hij werpt zich steeds meer op als de echte minister van Energie.
Minister, u hebt kritiek op de pers. Een aantal mensen hier hebben kritiek op de Amerikaanse president omdat hij continu kritiek op de pers heeft. Dat is ook een bemerking.
De transitie naar hernieuwbare energie mag geen ideologische strijd zijn, maar moet op concrete cijfers worden gebaseerd.
De enige correcte vraag die we hier vandaag moeten stellen, is de vraag die de heer Danen net heeft gesteld. Hoe zit het nu met de Vlaamse meerderheid? Wanneer moet het energiepact er komen? Wanneer moeten de kerncentrales sluiten? Spreekt u namens uw eigen fractie of in naam van de Vlaamse Regering? De heer Gryffroy heeft de kernuitstap in 2025 hopeloos genoemd. Hij heeft net de idee afgebrand het energiepact in 2017 te halen. Andere leden van de meerderheid doen hetzelfde. Vooraan staan drie vertegenwoordigers van meerderheidspartijen die niet hetzelfde vertellen. Wat is nu de houding van de Vlaamse Regering ten aanzien van de kernuitstap en van de opmaak van een energiepact?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, voor een minister bevoegd voor de energie is het in België niet gemakkelijk. De Federale Regering heeft beslist de kerncentrales te sluiten en u, als bevoegd minister, moet nu op het niveau van de Vlaamse Regering een alternatief ontwikkelen. Dat is geen gemakkelijke zaak.
Ik wil echter terugkomen op wat de heer Gryffroy in de media heeft gesteld. Dat is zijn goed recht, maar wat hij heeft gezegd, is toch wel opvallend. Hij heeft verklaard dat de geplande kernuitstap in 2015 nog haalbaar was, maar nu, in 2017, niet meer haalbaar is. Dat is een opvallende stelling.
Minister, wat is uw standpunt en wat is het standpunt van de Vlaamse Regering? Is de geplande kernuitstap nog altijd haalbaar?
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, ik bewoner uw optimisme. Aangezien uw partij en de N-VA zowel in de Vlaamse Regering als in de Federale Regering zitten, bent u van mening dat ze allebei aan hetzelfde zeel zouden moeten trekken. Als ik naar de realiteit kijk, vind ik dat een heel optimistische stelling. U roept duidelijk op om tot een klare, duidelijke visie te komen. Alle meerderheidspartijen doen dat trouwens. Ik kan op basis van de discussies van vandaag en van eerder deze week echter enkel de vaststelling maken dat er enkel binnen de Vlaamse Regering al minstens twee duidelijk tegenovergestelde visies bestaan.
Vanuit de oppositie en als burger zou ik graag vernemen wat nu het standpunt van de hele Vlaamse Regering en liefst ook van beide regeringen is. De realiteit is immers dat we inderdaad nood hebben aan een langetermijnvisie als we ooit nog betaalbare energie willen.
Mijnheer Gryffroy, u vraagt naar cijfers en feiten in plaats van ideologie. Vandaag is de enige simpele vaststelling de volgende. Als je internationaal gaat kijken, dan liggen de subsidies die Groot-Brittannië moet geven voor nieuwe kerncentrales, hoger dan de subsidies die tegenwoordig nodig zijn voor windmolens op zee. Feit. U pleit hier dus voor een dure technologie. Ook gaan ondanks die zogenaamd goedkope nucleaire energie vandaag onze Belgische en Vlaamse energierekeningen iedere dag omhoog. Dat is óók een feit. Behalve bij de grootverbruikers, want die krijgen blijkbaar goede tarieven. U bent bij dezen de enige verdediger van een aantal grootverbruikers, die voordelige tarieven krijgen. Minister, ik hoop dat u en de rest van de regering de verdedigers zijn van de burgers, die vandaag te veel betalen en die recht hebben op duidelijkheid voor de toekomst. (Applaus bij sp.a)
Collega’s, bewaar de kalmte. Voor iedereen die ‘Waar is uw standpunt?’ roept: als er een energiepact wordt gemaakt, dan gaat dat over 2030, 2050. Mijnheer Tobback, u weet zeer goed dat ik het volgende principe altijd heb gehuldigd: er zijn bevoegdheden, respecteer dan ook die bevoegdheden. U zult me dus als Vlaams minister van Energie over kerncentrales en de kernuitstap geen uitspraken namens de regering horen doen, behoudens mijn persoonlijke mening, en die kent iedereen. Dat ga ik niet doen. Iedereen weet dat we bezig zijn op de korte termijn, met het oog op 2020. Ik heb een Zonneplan gelanceerd, met goedkeuring van de Vlaamse Regering. Ik heb een Windkrachtplan naar voren gebracht en erover gecommuniceerd, met goedkeuring van de Vlaamse Regering. Het is aan de Vlaamse Regering en de Vlaamse overheid om massaal in te zetten op zon, wind en warmte. Ik ga daar niet van af. Dat is de enige opdracht die wij vandaag als Vlaamse overheid hebben, waar wij bevoegd voor zijn.
Natuurlijk, als we een energiepact moeten maken, dan betekent dat inderdaad dat we met de andere gewesten, die ook hun bevoegdheden hebben, en ook met de federale overheid, die ook haar bevoegdheid heeft, moeten gaan samenzitten om dat pact uit te werken. Men vraagt me dan om als voorzitter van de werkgroep Productie op voorhand te zeggen wat ik ga beslissen en wat mijn standpunt is. Dat zou nogal proper zijn. Mag ik toch eventjes met de collega’s van de andere gewesten en de Federale Regering overleg plegen? Mag ik toch eventjes tot een gedachtegang komen, waarbij ik duidelijk zeg dat we voor het einde van het jaar een heel duidelijk energiepact moeten hebben, in het belang van iedereen? Wat mij betreft, is er geen verwarring. Zowel uit de studie van EnergyVille als uit het beleid dat ik hier aan het voeren ben, samen met de Vlaamse Regering, blijkt heel duidelijk dat we inzetten op zon en wind, en ik zal dat blijven doen.
Mijnheer Bothuyne, innovatie is enorm belangrijk. Ik stel ook vast dat er uit de studie, die ook heel veel besproken is geweest, heel weinig vertrouwen in innovatie blijkt. Men spreekt niet over nieuwe technieken die eventueel zouden kunnen worden ontwikkeld. Ik vind dat bijzonder jammer, want ik denk dat innovatie, dat nieuwe technieken inderdaad veel meer zouden moeten meespelen. Ik weet het: je bent ter zake nooit voor honderd procent zeker. Waterstof zal belangrijk worden, nietwaar, mijnheer Diependaele? Er zijn nog wel andere zaken, zoals getijdenenergie en golfslagenergie, die inderdaad heel belangrijk zijn. Er is de geothermie. Met andere woorden, we kunnen ter zake inderdaad toch wel een aantal zaken doen. Ook heel belangrijk is het volgende. Als ik de werkgroep Productie mag gaan voorzitten, dan zit daar uiteraard energiebesparing in. Hoe meer energie we besparen, hoe minder we immers moeten produceren. Ook ons aandeel hernieuwbare energie is lager als we energiebesparend werken. Ik denk trouwens dat iedereen daarvan overtuigd is.
Mijnheer Sintobin, ik ben een liberaal, weet u. Er is ook vrijheid van mening. Ik hoef het niet altijd eens te zijn met de media. Als ik vind dat de media een aantal dingen doen, dan durf ik dat ook te zeggen. Ik zeg niet dat dat allemaal verkeerd is, maar ik mag ook toch wel mijn mening zeggen. U vraagt aan mij een standpunt over kernenergie. Ik heb u al van alles duidelijk gemaakt in de voorbije weken. U bent toch wel degelijk een Vlaams-nationalist. Ik stel vast dat u toch weinig respect hebt voor de bevoegdheden, want u vraagt mij als Vlaams minister wat mijn mening is over kernenergie en de kernuitstap. Ik heb geen bevoegdheid ter zake, mijnheer Sintobin! Weet u dat nu nog altijd niet? Ik houd me aan mijn verantwoordelijkheid en ik zal mijn verantwoordelijkheid opnemen voor alles waarvoor ik een opdracht krijg. (Opmerkingen van Stefaan Sintobin)
Mijnheer Sanctorum, meteen hebt u ook een antwoord van mij. Ik wil dat wel doen samen met mijn collega's in een energiepact. Ik ga dat hier niet doen, dat is mijn verantwoordelijkheid niet.
Mijnheer Tobback, ik ben zeer optimistisch, ik weet dat. ‘Optimism is a moral duty.’ Voor mij is het belangrijkste dat iedereen, over partijgrenzen heen maar ook over meerderheid en oppositie heen, zich nu eindelijk eens bewust wordt van het feit dat de mensen in Vlaanderen duidelijkheid willen, dat we moeten stoppen met verwarring te zaaien en met ervoor te zorgen dat de mensen niet meer weten waarover het gaat.
Ik heb al een paar keer de hand gereikt, ook naar de oppositie. De heer Rzoska weet dat, de heer Danen weet dat, en ook de heer Bothuyne. Alle mensen die hier staan, weten dat ik samen aan de Vlaming duidelijk wil maken waar wij naartoe moeten. Het is een moeilijke opdracht, ik weet het. Minister van Energie zijn is niet zo simpel, dat heeft een aantal uitdagingen en ik ben uiteraard niet altijd heel content. Af en toe zeg ik eens: ‘Dat zou toch op een andere manier moeten.’ Maar ik ben vastbesloten om door te gaan. Ik ben zeer gemotiveerd. Ik weet wat de doelstellingen zijn. Ik weet dat wij moeten inzetten op hernieuwbare energie en het is de bedoeling om die doelstellingen zo snel mogelijk te bereiken. Mijnheer Tobback, als u wil samenwerken met mij: ‘I’m your friend.’
Een aantal collega's zijn soms wat hardhorig. Collega Tobback, ik spreek nergens over nieuwe kerncentrales. Tijdens de bespreking van uw voorstel van resolutie omtrent de kernuitstap, heb ik hetzelfde verteld als wat ik nu vertel. Het gaat erover wat je doet in 2025. We spreken nog niet over nieuw. We willen inderdaad eerst de feiten en de cijfers zien. Mijn punt gaat over timing. Als je in 2015 een pact afsluit, waarin was voorzien in de Vlaamse resolutie, dan heb je in 2016 en 2017 de tijd om dat om te zetten in regelgeving, decreetgeving enzovoort, om het daarna uit te voeren. Nu is er een federaal pact einde 2017, dan hebben we 2018 en ‘that’s it’. Dan krijg je een probleem. Dat is een simpele vaststelling. Op dat ogenblik zeg ik altijd: ‘De geschiedenis zal het aantonen.’ We zullen in 2018 of 2019 zien wie gelijk had en wie geen gelijk had. Ik baseer me nu op feiten en cijfers. Ik ben een ecorealist. (Applaus bij de N-VA)
Collega's, laat er geen verwarring over bestaan: de meerderheid spreekt uit drie monden, maar is één meerderheid. Ook collega Gryffroy, dat weet ik, is ervan overtuigd dat de toekomst hernieuwbaar zal zijn, nietwaar collega? Juist, hè: de toekomst zal hernieuwbaar zijn. Voor de rest gaat de discussie over hoe snel dat zal gebeuren. Hoe snel kunnen we gaan? Er zijn mensen die zeggen: ‘Het kan niet, het kan niet, het kan niet.’ Wel, het kan niet totdat iemand het doet. Daar staat de man die het vandaag doet. (Applaus bij Open Vld)
Onze klimaatresolutie was in dezen wel duidelijk: daar staat heel duidelijk in gestipuleerd dat we in 2025 van de kerncentrales af willen en er wordt niet gesproken van een verlenging.
Als slotopmerking wil ik nog meegeven dat voor een partij die denken, durven en doen hoog in het vaandel heeft staan, er misschien wel veel gedacht wordt, maar weinig gedaan en veel minder gedurfd. (Applaus bij sp.a en Groen)
Collega's, we hebben met deze meerderheid een mooi regeerakkoord onderhandeld. We zijn dat ook aan het uitvoeren, mede dankzij deze prachtige minister en vele anderen. We hebben hier twee maanden geleden ook een klimaatresolutie onderhandeld en goedgekeurd. Dat is geen regeerakkoord. Dat hebben we gedaan met onder andere de collega's van de oppositie erbij. De resolutie is bijzonder duidelijk. Er is heel duidelijk in omschreven dat de kernuitstap het uitgangspunt is voor de opmaak van het energiepact. Ik ga ervan uit, ondanks alle woorden in de pers van sommige leden van deze meerderheid, dat de meerderheid als blok nog altijd achter deze resolutie staat. De kernuitstap is het uitgangspunt voor het energiepact. De weg is hernieuwbaar, is groen, is energiebesparing. Ik hoop dat we die weg zo snel mogelijk opgaan.
De actuele vragen zijn afgehandeld.