Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is het actualiteitsdebat over de recente evoluties in het Oosterweeldossier.
Het debat is geopend.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, gisteren vernamen we dat de auditeurs van de Raad van State fundamentele kritiek hebben op de manier waarop het uitvoeringsplan voor de Oosterweelverbinding tot stand is gekomen. Als de Raad van State zijn auditeurs zou volgen, zou dat volgens u leiden tot vele jaren vertraging, omdat dan een deel of de gehele procedure moet worden overgedaan.
In mijn eerste reactie op de kritiek van de Raad van State heb ik gezegd dat die kritiek in de sterren geschreven stond en dat u nu oogst wat u gezaaid hebt. Als ik zeg dat u oogst wat u gezaaid hebt, minister, heb ik het niet over de hele Oosterweelsaga, die nu al twintig jaar duurt. Elke partij in dit halfrond die in de regering heeft gezeten, heeft daar haar deel in gehad. Als u dat gerust kan stellen, zal ik het nog eens nadrukkelijk zeggen: heel de Oosterweelsaga is een collectieve verantwoordelijkheid.
Ik had het gisteren en wil het vandaag hebben over uw verantwoordelijkheid, minister, over de keuzes die u in de afgelopen twee jaar gemaakt hebt. Dat er problemen zijn met het uitvoeringsplan, is geen nieuws. Dat komt niet uit de lucht vallen. De actiegroepen – stRaten-generaal, Ringland, Ademloos – hebben herhaaldelijk gewezen op die juridische problemen. Ze hebben u herhaaldelijk gewaarschuwd, maar u hebt die waarschuwingen weggewuifd en hun uitgestoken hand om te overleggen, afgewimpeld.
Nochtans, minister, gaf de Vlaamse ombudsman in het voorjaar van 2015 de actiegroepen gelijk. Op 2 juli 2015 hebben de actiegroepen in een hoorzitting in het Vlaams Parlement heel uitvoerig hun juridische bezwaren toegelicht. Ze vroegen om overleg, om procedures voor de Raad van State te vermijden. Ze vroegen om overleg, niet om te blokkeren of te vertragen, maar om vooruitgang te boeken. U weigerde toen elk overleg en koos voor het conflict. ‘See you in court’, was toen de boodschap. Omdat u elk overleg weigerde, hadden ze na die hoorzitting en nadat u stelselmatig geweigerd had om rond de tafel te zitten, geen andere keuze om hun bezwaren te doen gelden dan naar de Raad van State te stappen.
Het negatieve advies van de auditeurs is nu een nieuwe situatie en dus ook een nieuwe opportuniteit om de strategie bij te sturen en om in overleg met de actiegroepen de impasse te doorbreken. Het is een kans om vooruitgang te boeken en te werken aan duurzame en gedragen oplossingen om de files en de luchtvervuiling aan te pakken.
Trouwens, de overkappingsintendant Alexander D’Hooghe, die u aangesteld hebt, geeft het goede voorbeeld, want hij heeft samen met de actiegroepen, de experten en de verschillende betrokken overheden overleg gepleegd. Hij heeft werkgroepen opgestart om samen aan oplossingen te werken. En we vernemen dat die werkgroepen heel constructief verlopen. Dat is de manier om vooruitgang te boeken, vooruitgang die iedereen vraagt. Vooruitgang, dat vragen alle Vlamingen die in de file staan op de Antwerpse ring. Vooruitgang, dat is wat de Antwerpenaars vragen die nu stikken in de ongezondste lucht in Europa. Vooruitgang, dat is ook wat wij hier in het parlement vragen, minister. Vooruitgang is de impasse doorbreken. U kunt dat doen door in overleg te treden met de actiegroepen. En de intendant toont ons de weg. Het is volgens ons de enige weg om tot snellere en betere oplossingen te komen.
Minister, ik sta hier vandaag niet om u van alles te verwijten. Ik sta hier wel – en dat is de kern van mijn betoog – om te pleiten voor een andere aanpak, een aanpak gericht op samenwerking met de actiegroepen. Een samenwerking in plaats van hen te bekampen. Vooruitgang in plaats van impasse.
Vandaar mijn vraag, minister: bent u bereid om na het alarmsignaal van de Raad van State de uitgestoken hand van de actiegroepen te aanvaarden en samen met hen rond de tafel te zitten om op die manier de impasse te doorbreken?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw Kherbache, u roept hier op om in overleg te gaan. Dat is exact wat deze regering doet, niet de vorige regering, niet de regering waarvan ook sp.a deel uitmaakte. Het is deze regering, die bottleneck na bottleneck wegwerkt, die ook de intendant heeft aangesteld, die ervoor zorgt dat het draagvlak zienderogen groeit, die dat daadwerkelijk doet.
En u staat hier en zegt: ‘Ik roep op.’ Ik heb in uw tweets gelezen waartoe u allemaal oproept. Mijn vraag aan u is: vindt u nog steeds dat er een derde Scheldeoeverkruising moet komen? Of zegt u, wat ik links en rechts lees: ‘Wat knip- en plakwerk, we sturen wat verkeer extra richting Liefkenshoek’ – dat trouwens ook verzadigd raakt –, ‘we verlagen de snelheid wat, we zullen de spits mijden’ – die nu in de buurt van Antwerpen al vier uur duurt. Bent u nog steeds de mening toegedaan dat een Scheldeoeververbinding noodzakelijk is? Staat u nog steeds achter de conclusies die u zelf mee hebt goedgekeurd met de goedkeuring van het GRUP begin 2014, dat de Oosterweelverbinding daarvoor de beste oplossing is? Of zegt u: ‘Och nee, we hebben ons vergist. Laat ons maar verder knoeien en that’s it.’?
Mevrouw De Ridder, het spelletje zwartepieten dat u hier speelt, zal het dossier zeker niet vooruithelpen.
Op 2 juli 2015 hebben de actiegroepen in het parlement gevraagd om overleg. Wat was toen de reactie? ‘See you in court.’ Zij waren toen nog niet naar de Raad van State gestapt. U zei: ‘See you in court.’ (Opmerkingen van Annick De Ridder)
Probeer minstens intellectueel eerlijk te blijven. En als er vanuit de actiegroepen, vanuit de oppositie, vanuit het brede middenveld de vraag komt om stap voor stap concreet aan oplossingen te werken en alle pistes op tafel te leggen, op een goede, concrete, pragmatische manier vooruitgang te boeken, wilt u dat dan doen, mevrouw De Ridder? (Opmerkingen van Annick De Ridder)
Zegt u nu dat u bereid bent om nu, morgen, met de actiegroepen te gaan samenzitten om te vermijden dat de Raad van State dit dossier verder moet opvolgen in plaats van tijd en energie te steken in een concrete oplossing? Want dan hebben we hier een consensus dat we nu gehoor geven aan de vraag van de actiegroepen om samen te zitten, niet meer het juridisch conflict verder op te drijven, maar ervoor te zorgen dat men op de fundamentele vragen die nu nog op tafel liggen, zoals de derde Scheldekruising, een antwoord krijgt.
U vroeg of ik die derde Scheldekruising nog wil. Iedereen is ervan overtuigd dat je, om die ring op een goede manier te laten functioneren, een derde Scheldekruising moet integreren in een totaaloplossing. Dat is de discussie niet. De discussie is: hoe kunnen we op korte termijn de files verminderen? Hoe kunnen we het autoverkeer, het verkeer op de ring verminderen? Dat zeggen wij, dat zeggen ook de actiegroepen, dat zegt ook de intendant. Bent u bereid om het advies van de intendant te volgen en er alles aan te doen om het verkeer op die ring te verminderen en zo een overkapping te kunnen garanderen?
Eerst en vooral, voor eens en voor altijd: u blijft een verkeerd citaat hanteren. U moet de verslagen erop nalezen. Naar aanleiding van de debatten heb ik gezegd dat de houding bij sommigen er een was van ‘see you in court’. Dat heb ik gezegd. Ik heb nooit gezegd: ‘See you in court.’ We bewijzen dat, dag in, dag uit.
We vinden elkaar blijkbaar in de manier waarop we met de actiegroepen willen omgaan. Dat gebeurt dag in, dag uit. Dat is wat al maanden, onder impuls van de intendant, aangesteld door minister Weyts, gebeurt.
Ik herinner u graag aan het Sint-Annabos. Dat was een uitdrukkelijke vraag van de actiegroepen. Daar is naar geluisterd. Die plannen zijn verfijnd en aangepast: het Sint-Annabos blijft bewaard. Hetzelfde met de Deurnese Tuinen, het op- en afrittencomplex aan het Sportpaleis. Dat wordt nu anders gepercipieerd en veel mooier in de plannen ingewerkt. Hetzelfde met het Noordkasteel. Ook daar worden grondige aanpassingen van de plannen bekeken met de intendant. Dat gebeurt dus. Maar mijn kernvraag is of er bij alle partijen in dit halfrond bereidheid is om, vertrekkende van het traject Oosterweelverbinding, dat als beste uit alle studiewerk kwam, nu die investeringstrein van meer dan 3 miljard euro te laten vertrekken – met zowel een oplossing voor de files, Oosterweel, met verfijningen die tegemoetkomen aan de vraag van de actiegroepen en met de unanimiteit over de wil om tot overkapping te komen. Als we dit nu niet doen, is dat een gigantische gemiste kans.
De opmerkingen van de Raad van State hebben te maken met de olifant in de kamer: met het tracé. Als u, mevrouw De Ridder, samen met minister Weyts systematisch hebt herhaald dat het beslist beleid is, en dat u niet meer discussieert met de actiegroepen, dan kunt u geen vooruitgang boeken. Ik herhaal – en u treedt dat bij –: neem het voorbeeld van de overkappingsintendant en zorg voor overleg en samenwerking. Stap af van het conflictmodel en kies voor het samenwerkingsmodel.
De heer Vanbesien, de olifant in de kamer, heeft het woord. (Gelach)
Grapje!
Dank u wel, mijnheer de dromedaris. (Gelach)
Mevrouw De Ridder, u zegt dat duizenden bladzijden studies hebben uitgewezen dat het BAM-tracé (Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel) het beste is. U hebt toch deze week de krant gelezen, neem ik aan? U hebt toch het nieuws gehoord? Volgens de auditeur van de Raad van State werden de verschillende trajecten niet op een gelijkwaardige en goede manier tegen elkaar afgewogen, en is er partijdigheid in het spel. Daar gaat het over! U komt hier zonder verpinken zeggen dat die studies alles hebben bewezen en dat we het daar dus niet over hoeven te hebben. Dan begrijp ik niet waarom dit debat überhaupt zou moeten worden gevoerd.
Dat is de aanleiding. Dat is een zeer belangrijke en zeer aanzienlijke aanleiding.
Ik sluit af. Minister, als u ziet welke fundamentele problemen er nu op tafel liggen naar aanleiding van het advies van de auditeurs, kunt u kiezen. Ofwel kiest u ervoor om het juridisch conflict te blijven aangaan, ofwel kiest u de weg van de intendant: samenzitten met de actiegroepen, en werken aan concrete oplossingen voor het bestrijden van de files en voor het verbeteren van de luchtverontreiniging in en rond Antwerpen. Bent u bereid om daarvoor uw strategie aan te passen? (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, er is slecht nieuws van de auditeurs van de Raad van State. Ze formuleren een viertal bedenkingen bij de plan-MER Oosterweel en dus ook bij het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) dat daarop is gebaseerd. Niemand kan voorspellen of de Raad van State dat GRUP nu ook effectief zal vernietigen. Het is alvast geen goed nieuws voor het project dat nu volop in ontwikkeling is. Het is geen goed nieuws voor de alternatieve voorstellen, en ook niet voor wie droomt van een overkapping, en evenmin voor wie elke dag op de Antwerpse ring in de file staat. Een derde Scheldekruising is broodnodig voor de Antwerpse stad en voor de omliggende regio. Een vernietiging van het GRUP zal ons jaren terugslaan. Wie deze uitkomst als een overwinning ziet, ziet geen graten in extra jaren fileleed in en om Antwerpen, en ook niet in de bedreigingen die dat vormt voor de leefbaarheid van de ruime regio.
Collega’s, welk oordeel u ook hebt over het dossier en de manier waarop het tot stand kwam, niemand kan ontkennen dat er de voorbije maanden een omslag is in de toon tussen de verschillende stakeholders en in de sfeer tussen de overheid en de actiegroepen. Dat is de verdienste van de overkappingsintendant, Alexander D’Hooghe. D’Hooghe bracht iedereen weer rond de tafel, slaagde er al in enkele compromissen te sluiten over heikele punten en werkt intussen naarstig maar in de luwte verder. En deze aanpak loont. Maar zowel de procedure voor de Raad van State als het risico op een nieuw referendum dreigt nu zand in de motor te strooien en bedreigt de voortgang van het dossier zoals het momenteel vorm krijgt.
Alleen een breed akkoord tussen alle betrokkenen kan dat voorkomen. CD&V blijft ervan overtuigd dat zo’n akkoord een oplossing moet bieden voor de leefbaarheids- en de mobiliteitsproblemen. Een combinatie van het Oosterweeltracé met een maximale overkapping van de ring is veruit de beste oplossing voor de Antwerpenaren in de stad en in de brede regio rond de stad, voor iedereen die de haven een warm hart toedraagt en voor alle Vlamingen die de Antwerpse mobiliteitsknoop dagelijks kruisen.
Alexander D’Hooghe heeft verschillende keren gezegd dat de knoop in de Oosterweeldiscussie juist lag in het feit dat het altijd alleen als een mobiliteitsprobleem werd behandeld en niet als een leefbaarheidsdossier. Het omgekeerde is even problematisch. Als we het dossier alleen als een leefbaarheidsdossier benaderen, zonder de mobiliteitsaspecten aan te pakken, rijden we ons ook muurvast. In zijn ambitienota toont D’Hooghe duidelijk aan dat beide aspecten samen moeten sporen. Die visie is intussen ruim gedragen zodat een breed akkoord wel degelijk mogelijk is en misschien wel binnen handbereik ligt. De tijd is rijp om te beslissen. Ik roep dan ook iedereen op die het goed meent met Antwerpen en de Antwerpse regio – en ik ga er oprecht van uit dat dit voor alle betrokkenen geldt – om een breed akkoord te sluiten aan de onderhandelingstafel van de intendant. Het algemeen belang moet primeren. Stop de blokkeringspogingen, er wint echt niemand bij verdere stilstand. Dat moeten we kost wat kost vermijden. Iedereen moet nu zijn of haar verantwoordelijkheid nemen en de bereidheid tot toenadering tonen. Laat we dit project samen verder uitwerken en het ook uitvoeren voor de stad Antwerpen, onze haven, onze regio en heel Vlaanderen.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Collega’s, het Oosterweeldossier is de voorbije weken ineengestort. Het stond al een hele tijd op twee wankele poten en die poten zijn nu volledig afgebrokkeld. De eerste poot is het draagvlak. Dat draagvlak is weg, bewoners keren zich af. We zien dat in Zwijndrecht, minister, waar de bewoners u gewoon naar huis hebben gestuurd omdat er geen oplossing was voor de leefbaarheid, omdat u niet naar hen geluisterd had.
We zien ook de bewoners van Antwerpen die massaal de aanvraag tekenen voor een volksraadpleging over het BAM-tracé. Minister, u zou eigenlijk eens moeten meegaan wanneer we handtekeningen verzamelen, dat gaat bijzonder vlot.
De tweede poot is het planproces. Dat planproces blijkt juridisch knoeiwerk als we de adviezen van de auditeurs van de Raad van State mogen geloven. En voor alle duidelijkheid, mevrouw De Ridder, dit gaat niet alleen over formaliteiten, hoewel ik van mening ben dat BAM voldoende uitgeeft aan juridisch advies om ook die formaliteiten in orde te krijgen. Dit gaat over fundamentele zaken, namelijk dat de alternatieven van de actiegroepen niet volwaardig zijn onderzocht.
Het dossier is ingestort. Mijnheer de Kort, ik vind deze knoeiboel een verschrikking. Ik sta dus absoluut niet te dansen bij een graf.
Want inderdaad, ondertussen nemen de files alleen maar toe, tot ergernis van iedereen die erin staat, en ondertussen neem het vertrouwen in de politiek af. Men verwacht van de politiek dat ze luistert naar mensen en met goede oplossingen komt. Het vertrouwen neemt af. Het is tijd, beste Vlaamse Regering, om in de spiegel te kijken, om verantwoordelijkheid op te nemen – dat is wat verantwoorde politici doen – en niet te wijzen naar de actiegroepen en Groen die stokken in de wielen steken, niet te wijzen naar Antea, die het eigenlijk heeft geschreven. Neen, u bent verantwoordelijk en u moet bepalen hoe u daarmee voortgaat.
Minister Weyts, ik richt me tot u en ik ben niet de eerste die het zegt vandaag, maar u hebt eigenlijk een geweldige kans. Ik heb een boek bij ‘De geschiedenis van Antwerpen’. Ik denk dat u als Vlaamse Randbewoner de kans hebt om in de Antwerpse geschiedenisboeken terecht te komen als u vandaag de juiste keuze maakt. Voor alle duidelijkheid: ik gun u die plaats van harte. U moet kiezen tussen twee mogelijkheden: ofwel gaat u het straatgevecht aan met de actiegroepen en het enthousiasme dat leeft, ofwel verlaat u uw eigen grote gelijk en brengt u een historische consensus tot stand, een politieke, maatschappelijke consensus over hoe we met het dossier van de ring in Antwerpen voortgaan.
Er zijn drie bouwstenen die u kunt gebruiken om tot die consensus te komen. Ten eerste: werk de files weg nu, vandaag, snel door consequent onder meer een massieve versterking van het openbaar vervoer te realiseren. Ten tweede: herteken de plannen om zo te komen tot een evenwichtig haventracé. Dat is mogelijk. Ten derde: voorzie in een overkapping en voorzie in een geloofwaardig financieel plan – en dan richt ik me tot minister Tommelein, die er niet meer is – voor de overkapping. Met die drie bouwstenen kunnen we tot een consensus komen en ik wil daaraan meewerken. Ik steek de hand uit. Ik denk dat we zowel politiek als maatschappelijk op één lijn moeten komen, aan één zeel moeten trekken. Zo kunnen we dit dossier uit de modder krijgen en kan het conflict verdwijnen, zowel bij de Raad van State als met een eventuele volksraadpleging. Dan hoeft dat allemaal niet meer en kan er gerealiseerd worden.
Ik wil tot slot nog een bedenking meegeven over de overkapping. Het tweede boek dat ik bij heb, gaat over de ring, de ambitienota van de intendant. Enkele weken geleden stond ik hier ook om u te feliciteren met deze ambitienota en met het feit dat u als minister deze ambitienota ondersteunde. U zei dat dit uw kompas was. In die ambitienota staat heel duidelijk dat een volledige overkapping noodzakelijk is voor de toekomst van Antwerpen, voor de economie in Antwerpen, voor de levenskwaliteit in Antwerpen. Nu liet u in de reactie op wat er is gebeurd, een beetje verstaan dat, als er geen Oosterweel komt, er ook geen overkapping komt. Dat soort afdreigingen, dat soort chantage is ongepast, onproductief en in mijn ogen zelfs oneerlijk omdat u hebt gezegd achter deze ambitienota te staan en dat u dat voor Antwerpen het beste vindt. Dus, stop daarmee. Bedwing uzelf. Ik zou zeggen: zet de cassante Ben Weyts op café, haal de staatsman in u naar boven, zoek de consensus in plaats van het conflict en laat ons samen Antwerpse geschiedenis schrijven. (Applaus bij Groen en sp.a)
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, De Standaard bracht gisteren inderdaad onheilspellend nieuws. Twee adviezen van auditeurs bij de Raad van State geven kritiek op de manier waarop het milieueffectenrapport tot stand kwam. Een aantal kritieken zijn vormelijk te noemen, andere lijken meer ten gronde. Ik onthoud vooral dat er momenteel overuren worden gedraaid om de voorliggende kritieken te weerleggen. Dat is voor mij cruciaal. Indien de Raad van State de auditeurs zou volgen, dan moet de hele MER-procedure worden overgedaan. Laat ons eerlijk zijn, dat zou jaren vertraging tot gevolg hebben, niet enkel voor de plannen om de files op te lossen maar ook voor de overkapping zelf.
En dat, beste collega’s, maakt me erg ongerust. Ik wil u toch even wijzen op de toekomst van de Antwerpse haven, die rechtstreeks en onrechtstreeks werk verschaft aan 150.000 Vlaamse gezinnen, die vorig jaar de kaap van 213 miljoen ton overslag rondde, die de tweede petrochemische cluster is wereldwijd, en die toekomst staat momenteel op het spel. Ik citeer Wouter De Geest, topman van BASF: “Lukt het niet met Oosterweel of duurt het nog eens tien jaar, dan zullen we de gevolgen daarvan moeten dragen: een afbouw van de Antwerpse haven. Dan moeten we onze expansiedromen opbergen en kalft de economische activiteit af. En dan moeten we dat ook eerlijk durven te zeggen in het buitenland.”
Ik denk dat hij gelijk heeft dat we geen tien jaar kunnen wachten om de files op te lossen in Antwerpen. We kunnen ook geen acht jaar wachten, want zolang zou het volgens de meest optimistische schatting duren voor de Oosterweel wordt opgeleverd. Die files, mevrouw De Ridder, moeten vandaag worden opgelost. Dus alstublieft, begin ermee.
Wat zegt u nu? Wat zegt u nu? Waar wacht u op? Op het in de grond steken van de spade natuurlijk. Wat is het alternatief? Wat is uw alternatief, mijnheer Vanbesien? Wat is uw alternatief? (Opmerkingen van Wouter Vanbesien)
Als u zegt dat Oosterweel weg moet en dat u met een nieuw wit blad opnieuw begint, wat gaat er dan gebeuren? Een vertraging? Ik ga zeggen wat er gaat gebeuren. De alternatieven zullen opnieuw uit alle studiewerk als inferieur komen. Het Oosterweeltraject is niet alleen uit de MER-procedure als het beste traject naar voren gekomen, maar ook uit de maatschappelijke kosten-batenanalyse, ook uit de ruimtelijke veiligheidsplannen. Alles is onderzocht. Dat zal het effect zijn, en er zal niets komen. Er is geen plan B.
Ik ging verder op uw verhaal en op wat Wouter De Geest zegt, namelijk dat de files in Antwerpen te groot zijn. Daar zijn we het over eens. U kent de MER ook. De MER geeft aan dat de Oosterweelverbinding, als ze volledig is gerealiseerd, ook de files niet oplost. Er is in de avondspits een verzadiging in de Kennedytunnel van 103 procent. We zullen files moeten oplossen door een combinatie van investeringen in openbaar vervoer, van een tweede spoorontsluiting in de haven, met een slimme kilometerheffing, met minder salariswagens enzovoort. Zo’n beleid hebben we nodig: een antifilebeleid dat vandaag moet starten. Daarnaast zijn er ook infrastructuurwerken nodig. Laat ons daarvoor de beste infrastructuurwerken nemen die, als we naar een ander tracé zouden gaan, wellicht twee jaar langer zullen duren, maar die files moeten veel vroeger opgelost zijn.
Dat het een combinatie van maatregelen zal zijn, ben ik volledig met u eens. Dat is ook het beleid van deze Vlaamse Regering. Dat is ook het masterplan, dat niet enkel gaat over 16 kilometer infrastructuur maar over een veelvoud in fiets- en tramverbindingen en groenvoorzieningen enzovoort. Dat er een derde Scheldeoeververbinding moet komen en dat dat Oosterweel zal zijn, is ook een waarheid die als een paal boven water staat. Uit alle mogelijk studiewerk blijkt dat alle andere alternatieven inferieur zijn en minder goed. Ofwel bent u voor een derde Scheldeoeververbinding en dan zal het de beste zijn, en dan weet ik welke het zal zijn.
Mevrouw De Ridder, u zegt dat u ook op korte termijn werk wilt maken van de files. Waar wacht u dan op om werk te maken van de voorstellen die op tafel liggen om die grondig te bespreken en ook meteen grondig uit te voeren? Er liggen tramprojecten van 2000 en van 2010 op tafel die door de regering zijn afgesproken voor de invalswegen naar Antwerpen om een alternatief te bieden aan de automobilist. Waar wacht u nog op om daar de schop in de grond te steken en ervoor te zorgen dat er een deftig alternatief is en ervoor te zorgen dat er minder auto’s op de ring rijden? Waar wacht u nog op om het voorstel van Voka en het Havenbedrijf uit te voeren om het vrachtverkeer toe te leiden naar de Liefkenshoektunnel, niet de tunnel tolvrij maken voor alle verkeer maar wel voor de 8000 vrachtwagens per dag op de ring zodat er minder files zijn, minder luchtvervuiling, minder ongevallen?
Waar wacht u nog op om dit ernstig te bespreken en effectief door te voeren zodat je op korte termijn al een drastische vermindering hebt van de files? De quick wins van de regering hebben alleen gezorgd voor een stijging van de filezwaarte in de afgelopen vier jaar met 50 procent. Ik begrijp dat Wouter De Geest zegt dat we dringend werk moeten maken van de files, maar we gaan niet wachten tot 2024.
Ik wil nog eens opnieuw proberen uit te leggen dat zaken zoals meer verkeer richting Liefkenshoek gewoon niet mogelijk zijn. Je zit met een bottleneck aan de Tijsmanstunnel. Dat zou u ondertussen mogen weten. Het verhaal van het spitsmijden waar u altijd opnieuw mee afkomt: onze spits in Antwerpen duurt vier uur, ’s morgens en ’s avonds! Dan moet u mij eens vertellen hoe je kunt spitsmijden daartussen. En al de rest gebeurt. Er gebeuren enorm veel investeringen. Er is nog nooit zo veel geïnvesteerd in openbaar vervoer. Er wordt nu gewerkt. In de voortgangsrapportage is trouwens in detail uitgelegd welke investeringen er allemaal op til zijn, wat de afspraken zullen zijn met de NMBS voor het GEN-Antwerpen, wat men allemaal plant aan park-and-rides in de buurt van Antwerpen. Men zal aan de rand van Antwerpen 5500 voertuigen kunnen achterlaten om de overstap te maken – drie keer raden – niet in een andere auto maar op het openbaar vervoer of de Velo. Dat gebeurt en dat moeten we maximaal doen, daarover ben ik het met u eens. Hier een riedel afsteken alsof de Vlaamse Regering en de stad Antwerpen met een soort sardonisch genoegen zitten te wachten op een totale verkeerschaos, is dikke onzin. (Applaus bij de N-VA)
Collega’s, vorige week hebben we een uitvoerige bespreking gehad bij de voortgangsrapportage van BAM. Ik denk niet dat we de toelichtingen, besprekingen, vragen en bemerkingen hier opnieuw moeten herhalen. We hebben toen vanuit onze fractie een aantal voorstellen gedaan voor extra minderhindermaatregelen. Nu moeten we ons focussen op het nieuwe element dat voorligt, met de focus naar de toekomst. Het belangrijkste is nu te zeggen of dat we samen aan de onderhandelingstafel gaan zitten voor een onderhandelde oplossing, of dat we elkaar verder gaan tegenkomen in de rechtbank en bij de Raad van State. Als we daarvoor kiezen, dan moeten we tegen de mensen in Antwerpen en rond Antwerpen zeggen: u zult in de file blijven staan, welke extra maatregelen we ook treffen. Daarom doe ik nog eens een oproep aan iedereen om samen aan de onderhandelingstafel te komen.
Mevrouw De Ridder, u hebt de afgelopen jaren niet anders gedaan dan de actiegroepen diaboliseren, hun verwijten dat ze stokken in de wielen steken, dat ze geen vooruitgang willen, dat ze blokkeren. Van elk alternatief dat op tafel werd gelegd, werd door u, mevrouw De Ridder, continu een karikatuur gemaakt en het werd eigenlijk belachelijk gemaakt. U hebt dat op honderd verschillende manieren, systematisch gedaan. Daar staat u nu echt wel voor bekend. (Gelach. Opmerkingen bij de N-VA)
U hebt nog altijd de kans om de komende jaren een andere houding aan te nemen. Maar waar ik toe wil komen, mevrouw De Ridder, zijn de voorstellen die op tafel liggen om op korte termijn de files aan te pakken. Dat zijn voorbeelden die al in andere steden hebben bewezen dat ze werken. In plaats van dat meteen af te schieten, er meteen een karikatuur van te maken, in plaats van uw oren en uw ogen te sluiten om elk constructief voorstel samen te onderzoeken en uit te werken, in plaats van die houding aan te nemen, wil ik u vragen om met de meerderheid en de oppositie samen op korte termijn in een werkgroep antifilemaatregelen uit te werken en daar verder vooruitgang in te boeken, want wat er nu op tafel ligt, zal niet genoeg zijn.
Ik wil even reageren op de heer de Kort. Ik ben het er volledig mee eens dat de focus van het debat moet zijn: wat gaan we nu doen met de bedreiging van de opmerkingen van de auditeur van de Raad van State. Uw oproep is heel duidelijk: grijp dit aan om overleg te plegen. Het antwoord van mevrouw De Ridder ging daar regelrecht tegenin. Zij zegt dat het een goede zaak is dat onze mensen dag en nacht aan het werk zijn om een antwoord te vinden op deze kritiek, want we gaan de strijd niet staken. Ik zou zeggen: spreek een hartig woordje binnen de meerderheid, en ik supporter voor u.
Ik ben nog maar in het begin van mijn betoog, dus er komt nog van alles.
Mevrouw Kherbache, ik moet vaststellen dat u in een soort van parallelle realiteit leeft en daar pirouettes draait, van voorstelletje naar voorstelletje. Het is onder deze regering, met deze minister, dat er een intendant is aangesteld die alle actiegroepen rond de tafel heeft gebracht, die steeds meer draagvlak zoekt, creëert en ook vindt. Dat is ook dankzij het goede werk van die actiegroepen. Waar u het haalt dat ik de laatste weken, maanden en jaren daarop heb zitten kappen en afgeven, dat laat ik voor u in uw parallelle realiteit. Ik hoor zo eerder zaken van de oppositie, maar ik denk dat er grote inspanningen gebeuren en het is een goede zaak om elkaar te vinden.
Ik wou nog een woordje zeggen over het citaat van Wouter De Geest. Ik wou dat vertalen voor de linkerzijde en zeggen dat het geen gebabbel is van het patronaat, maar een oprechte waarschuwing: wanneer we de files niet oplossen, stopt de groei en verliezen mensen hun werk. Daar kunnen we het met zijn allen over eens zijn.
Collega’s, dat mogen we niet laten gebeuren. We moeten er samen alles aan doen om ervoor te zorgen dat we de spade in de grond krijgen, zeker op een moment zoals vandaag. Mijnheer Vanbesien, we staan immers vlak bij een oplossing, een oplossing voor zowel de files als de leefbaarheid, met een Oosterweelverbinding die Antwerpen weer vlot trekt, maar ook met de unanieme wens om te overkappen. Er is niet alleen de wens om te overkappen, maar ook de bijhorende engagementen van verschillende overheden die op dit moment al deels worden genomen. Er is ook een intendant die aan een draagvlak timmert. Er zijn actiegroepen die voor het eerst rond de tafel zitten en in overleg treden en daarin vooruitgang boeken. Ik wil heel graag een aantal voorbeelden geven: een viaduct die een tunnel is geworden, Oosterweel, nadien, het Sint-Annabos dat behouden blijft; een viaduct van Merksem dat tegen de vlakte gaat, een stuk overkapping aan de Damwijk die gebeurt, tientallen hectaren nieuwe groenvoorzieningen. Na vijftien jaar studeren, plannen maken, luisteren naar de bevolking, opnieuw studeren en bijsturen, zijn we er nog niet, maar is de consensus dichterbij dan ooit.
Net nu worden we geconfronteerd met de negatieve adviezen. Ik wil niet vooruitlopen op het arrest van de Raad van State. We moeten afwachten of de auditeurs worden gevolgd, maar ik roep de Vlaamse Regering op om er alles aan te doen om dit dossier weer vlot te krijgen, eerst in de replieken – dat kan u ons niet verwijten – en na een eventuele negatieve beslissing ook in de procedures.
Dat is meteen mijn vraag aan de Vlaamse Regering: welke pistes liggen er op tafel? Hoe kan tijdverlies eventueel worden beperkt? Wat met het decreet inzake complexe projecten? En, ruimer: zal onze decretale vertaling van de MER-richtlijn eens tegen het licht worden gehouden en dringend worden bijgestuurd? Ik kan me immers niet van de indruk ontdoen dat we stilaan het kneusje van de Europese klas aan het worden zijn.
Het is onze verdomde plicht om een oplossing te vinden voor de files. Dat is een noodzaak voor onze Antwerpse economie, het is ook een noodzaak voor onze Antwerpse leefbaarheid. En zoals u allen ongetwijfeld weet, geldt in dezen: wat voor Antwerpen goed is, is goed voor heel Vlaanderen. (Rumoer)
Politici moeten nu hun verantwoordelijkheid opnemen en er alles aan doen om te remediëren, want een plan B is er niet.
Mevrouw De Ridder, u weet net zo goed als ik dat wat goed is voor Antwerpen, goed is voor heel de wereld. U moet het niet alleen tot Vlaanderen beperken. (Gelach) Dat geldt niet het minst voor Vlaams-Brabant.
Ik ben het ermee eens dat de plannen die er nu zijn en de manier waarop ze zijn gewijzigd, een pak beter zijn dan de oorspronkelijke plannen van de Vlaamse Regering. Dat het Sint-Annabos wordt gered, is zeer belangrijk. Dat – dat is al van lang gelden – de Lange Wapper weg is, is zeer belangrijk.
Dat toont dat consequent en onderbouwd protest loont, terecht is, goed is. Op dit moment botsen we nog op diverse problemen. We botsen op de problemen van de Hollandse Knoop. Die heeft wel een andere naam gekregen, de Deurnese Tuinen, maar er ligt nog geen geloofwaardig plan op tafel van hoe daar kan worden overkapt. We zitten met het probleem van het Noordkasteel, dat volledig zal verdwijnen door een verkeerswisselaar. Tegen die problemen is er dus ook terecht protest, en ik ben ervan overtuigd dat ook daarvoor een oplossing mogelijk is. Ik ben het er immers ook mee eens dat een oplossing mogelijk is, maar dan zal er open genoeg moeten worden gekeken, ook wat de tracékeuze betreft.
Dat zijn natuurlijk twee zaken. Ofwel zegt u dat, op basis van het tracé dat nu voorligt, die pijnpunten eruit moeten. Dan zijn we het volledig eens. Dat is niet enkel het Sint-Annabos, maar ook de Deurnese Tuinen en het Noordkasteel. Het is trouwens de intendant die zelf zegt dat we er zijn als men hem toelaat te overleggen en hij die drie pijnpunten kan ontmijnen. Dan ziet hij geen problemen meer om de combinatie met de overkapping te kunnen realiseren op het Oosterweeltracé. Laten we de intendant dus de tijd geven om ter zake nog verder te overleggen en de posities dichter bij elkaar te brengen. Dan hoop ik dat we kunnen landen met een gedragen plan, waar iedereen zich achter kan scharen. Dat is een optimalisering van de bestaande plannen, waarmee we volop bezig zijn. Dat is natuurlijk iets anders dan een volledig andere tracékeuze. Dat is een wit blad en opnieuw van nul beginnen.
Goed, we gaan elkaar hier niet overtuigen. Ik denk dat er ook nog een ander element is: het samenspel van een tracé met de A102 en de mate waarin daar op mobiliteitsvlak, dus niet alleen op ruimtelijk vlak, de optimale oplossing wordt gevonden. Ik wou alleen maar aangeven dat ik het met u eens ben: protest werkt, loont, brengt een betere oplossing met zich mee. Daarom denk ik dat niemand zich moet schamen om ook vandaag nog protest te voeren tegen dingen in dit plan die nog niet goed zitten.
Mevrouw De Ridder, de intendant heeft daadwerkelijk vooruitgang geboekt met betrekking tot een reeks knelpunten, en dat is de weg die verder moet worden bewandeld. Vandaar mijn vraag. U zegt dat er geen plan B is als het gaat over het tracé. Wilt u dan zeggen dat u de intendant niet de ruimte wilt geven om toch ook op het vlak van het tracé te zoeken naar betere oplossingen? Dat is net wat de actiegroepen eigenlijk ook vragen. Ik denk dat daar eigenlijk een historische kans ligt om aan de intendant de ruimte te geven, alle ruimte te geven, want nu mag hij niet buiten het beslist beleid treden met zijn werkzaamheden. Als u vindt dat de intendant op de goede weg is, dat hij ook moet zorgen voor een goede oplossing wat het tracé betreft, bent u dan bereid om hem die ruimte en die vrijheid te geven? Dat is immers nu net het grote knelpunt. Daar zit men echt vast. Dat is echt de knoop. Mocht men ook die knoop kunnen doorhakken, dan denk ik dat we daadwerkelijk een gigantische stap vooruit kunnen zetten.
Mevrouw Kherbache, als u zegt dat de intendant voor geen letter of centimeter aan het beslist beleid mag komen, dan klopt dat natuurlijk niet. Die doet dat dag in dag uit. Die komt aan het beslist beleid. Die doet grondige aanpassingen aan de plannen. Nog eens opnieuw, de Deurnese Tuinen worden hertekend. Dat was beslist beleid. Dat waren tekeningen die bestonden. Dat was uitgewerkt. Het Noordkasteel, dat was ook beslist beleid. Dat wordt herbekeken. In het verleden is beslist dat het Sint-Annabos zou verdwijnen. Nu wordt dat bijgestuurd. Als uw vraag is of er onduidelijkheid is over het tracé op zich, dan hebt u niet goed opgelet, want er is van bij de aanvang gezegd dat we de keuze voor het tracé zelf nu wel hebben gemaakt. U hebt die trouwens samen met ons gemaakt. Dat is nog een nieuw element. Dat heb ik nog niet gezegd, denk ik. In 2014 hebt u mee het GRUP goedgekeurd, waarin letterlijk stond dat het Oosterweeltracé zou worden uitgewerkt en dat dat de basis was. Dat is herbevestigd, en wat dat betreft, gaan we niet terug naar nul. Waarom niet? Omdat alle studiewerk, niet enkel de MER, maar alle studiewerk aantoont dat dit de beste manier is om de files op te lossen.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Collega Vanbesien, ik wou nog even ingaan op wat u op het einde zei. U zei dat protest loont. Ik denk dat het afgelopen jaar heeft bewezen dat dialoog en overleg veel meer lonen dan alle mogelijke protesten van alle afgelopen jaren.
Ik hoop dan ook dat u met ons wilt samenwerken, en met iedereen die het goed voorheeft met Antwerpen, de mobiliteit, de economie en de leefbaarheid. U zegt dat u daarvoor wilt gaan, ik wil dat geloven, maar dan moet u ook consequent zijn. Dan moet u zeggen: ik roep op tot dialoog. Dat is veel efficiënter dan verder protest, want dat gaat ons heel ver weg leiden. (Applaus bij CD&V)
Uiteraard, ik heb opgeroepen om een historische consensus te bereiken. Ik heb de minister daar de bouwstenen voor aangereikt.
Maar ik geef aan dat de huidige dialoog afgedwongen is door protest. Men heeft jarenlang niet geluisterd naar het enthousiasme, de voorstellen en de creativiteit vanuit Antwerpen. Het is door de druk op de ketel te zetten dat er node dialoog tot stand is gekomen, en dat heeft inderdaad gewerkt. Het zal in de toekomst ook werken.
Mijnheer Vanbesien, die keuze voor dialoog is gemaakt, dat is de verdienste van deze Vlaamse Regering. Deze regering heeft beslist tot de aanstelling van een intendant. Dat begint nu zijn vruchten af te werpen.
Als we opnieuw procedures gaan voeren zoals in het verleden, dan zetten we geen enkele stap vooruit. Vandaar, echt waar, mijn oprechte oproep om te kiezen voor de dialoog. En die begint ook hier in dit huis.
Dialoog veronderstelt openheid ten opzichte van de verschillende opties en voorstellen rond de tafel. Mevrouw De Ridder heeft hier tot drie, vier, vijf keer toe gezegd dat we over alles kunnen praten, maar het tracé is beslist, en beslist is beslist. Dat daar nog argumenten voor of tegen zijn, dat doet er niet meer toe. Dat is geen vorm van dialoog.
Een eerlijke dialoog is een open dialoog waarin alles bekeken wordt.
Mijnheer Vanbesien, denkt u nu echt dat u de Antwerpenaar, en bij uitbreiding de Vlaming, er een dienst mee bewijst hier nu opnieuw op te roepen tot protest? (Opmerkingen van Wouter Vanbesien)
Jawel, u doet dat als enige. De actiegroepen doen dat niet meer. Die zitten rond de tafel met de intendant.
Mevrouw De Ridder, ik zal u…
U hebt niet het woord!
We hebben het traject verbeterd. We hebben de knelpunten er uitgehaald. Kunt u dan niet op een bepaald moment zeggen: ‘We hebben ons protest gehad? Kijk wat wij verdorie allemaal hebben gedaan. We hebben ervoor gezorgd dat heel Vlaanderen’ – ik zal niet uitspreken wat ik denk – ‘zo wijs is om mee te komen betalen in Antwerpen. Wij hebben dat binnen gesleurd. Wij hebben dat gerealiseerd, de minister op kop. Dat wordt uitgevoerd.’ Kunt u dan niet zeggen: ‘Bedankt, fantastisch, we gaan ervoor’.
Er staat een investeringstrein van meer dan 3,2 miljard euro klaar om te vertrekken. Er staat 9 miljard euro klaar voor overkappingen, waarvan een deel van 250 miljoen euro al gereserveerd is. Kunt u dan niet op een bepaald moment zeggen: ‘Fantastisch, we hebben daar mee onze schouders onder gezet en we gaan er nu voor.’
Mevrouw De Ridder, ik ga u een geheim vertellen, want er is iets dat u nog niet weet. In alle geheim zijn de actiegroepen handtekeningen aan het verzamelen. Blijkbaar hebt u daar niets van gemerkt. U zegt dat ze heel tevreden zijn, dat ze rond de tafel zitten, dat ze op geen enkele manier het idee hebben dat er nog protest zal moeten komen.
Het is door het protest dat men de Vlaamse Regering tot dialoog heeft kunnen overhalen. Ze hebben gelijk. Nu wordt er geluisterd. Nu worden er stappen vooruit gezet. Ik heb daar de Vlaamse Regering voor gefeliciteerd. Zowel de intendant met zijn ambitienota als de veranderingen aan het Sint-Annabos enzovoort, zijn heel goede punten. Laat ons dialogeren tot het volledig goed zit. Zolang het niet volledig goed zit, zal de dialoog samengaan met protest. Dat is een logisch en democratisch proces.
Mevrouw De Ridder, u moet een beetje eerlijk blijven. U doet alsof deze Vlaamse Regering niets anders wou dan in dialoog en overleg gaan met de actiegroepen. Ze vragen al twee jaar om overleg. Ze hebben in 2015 een verzoekschrift moeten indienen in het Vlaams Parlement om gehoord te kunnen worden. Dat komt alleen doordat ze dat gevraagd hebben aan de Vlaamse Regering, aan deze meerderheid. Dat werd constant geweigerd. Ze hebben hun democratisch recht moeten afdwingen. Het is niet zo, mevrouw De Ridder, dat u spontaan met de actiegroepen rond de tafel bent gaan zitten.
Zij vragen nu een open dialoog, en u blijft herhalen dat het beslist beleid niet het uitgangspunt is, want er zijn bijsturingen, maar als het gaat over het tracé zegt u: ‘Geen discussie.’ Dat is totaal inconsequent. Als u een constructieve dialoog wilt, dan is het belangrijk dat u met de actiegroepen, met de experten rond de tafel zit en dat alles kan worden besproken.
Als het erom gaat constructief de plannen te verbeteren, dan zeg ik : ja. Wat sommigen hier lijken voorop te stellen, namelijk zich als een soort van doodgraver van de Vlaamse economie en werkgelegenheid richting verkiezingen van 2018 slepen, daar pas ik voor. We hebben een historische verantwoordelijkheid om er nu voor te zorgen dat er een spade in de grond gaat om de files te beëindigen en de leefbaarheid te verbeteren. Laat ons daar met zijn allen voor gaan.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Minister, ik leef in Antwerpen en ik adem de slechte stadslucht alle dagen in... Ik ben, zoals vele Antwerpenaren, de Oosterweelsoap hartsgrondig beu. Ik ben erg ontgoocheld en heb Oosterweel eigenlijk opgegeven. Misschien komt het er, misschien niet. Ik reken er niet meer op! Er is geen draagvlak voor en al dat gekibbel met de actiegroepen over procedureregeltjes moet ophouden: het is allemaal tijdverlies.
StRaten-generaal wil het Haventracé, de Vlaamse Regering niet. Ringland wil een overkapping en de heraanleg van de ring en Singel, de Vlaamse overheid niet. Ringland en Open Vld beweren dat een vernietigd GRUP geen gevolgen heeft voor de overkapping. Minister Schauvliege, als Vlaams minister van Milieu, sprak u dat al tegen. En u nam ook al studiebureau Antea onder vuur.
Minister Weyts, op de koop toe hoorde ik u verwijten naar het hoofd slingeren van de oppositie, meer bepaald van de sp.a. Niemand wint hierbij en de grote verliezer zijn wij, Antwerpenaren die dagelijks uren in de files staan.
De Raad van State dreigt nu zelfs de Oosterweelplannen te vernietigen en dat betekent het begin van het einde van de Oosterweelsoap. In een advies van twee auditeurs van de Raad van State staat dat het alternatief Meccanotracé van Ademloos niet correct werd onderzocht en dat dus het MER niet correct werd opgesteld. De realiteit is simpelweg dat de vorige Vlaamse Regering met de N-VA erin, inderdaad de alternatieven van de actiegroepen, waaronder Meccano, anders heeft laten behandelen dan het BAM-tracé. Als de Raad van State deze realiteit bevestigt, dan vervalt het GRUP en kan er dus geen bouwvergunning worden afgeleverd. Geen bouwvergunning betekent nog langer in de file staan en daar pas ik voor, want ik hoor nu al dat er ‘juridische sluipwegen’ uitgedacht worden, zoals het decreet Complexe Projecten, een nooddecreet of zelfs terugvallen op het oude GRUP uit 2006.
Niet enkel de Raad van State, maar ook het Rekenhof uitte recent zware kritiek op Oosterweel en de overkapping van de ring omdat het handenvol geld kost – geld dat wij niet hebben. Raadsheer Jan Debucquoy van het Rekenhof verwittigde vorige donderdag nog in de commissie Mobiliteit dat het financiële plaatje niet klopt. Het Oosterweel-dossier staat dus onder zware financiële en juridische druk. Het is dan ook uiterst noodzakelijk om dringend mobiliteitsalternatieven aan te bieden aan de Antwerpenaar. Antwerpen heeft dringend een coherent mobiliteitsbeleid nodig, met of zonder Oosterweel.
Het Vlaams Belang eist al jaren, bij gebrek aan Oosterweel, een ander mobiliteitsbeleid en andere maatregelen. Er moet uitgegaan worden van de specifieke functionele morfologie of de ruimtelijke verschijningsvorm van Antwerpen, die in grote lijnen bestaat uit vijf Singelverbindingen die steeds wijder worden vanaf de Schelde naar het oosten. Dan zijn er nog de zeven radialen, zoals de Noorderlaan en de Bredabaan, die vanuit de stad vertrekken. Ten slotte zijn er nog de bestaande Scheldekruisingen die de rechteroever met de linkeroever verbinden. Deze hoofdverkeersaders zijn al eeuwen de levensaders qua mobiliteit van Antwerpen en moeten maximaal benut worden om het mobiliteitsinfarct aan te pakken, wat tot op heden niet is gebeurd.
De Liefkenshoektunnel moet tolvrij gemaakt worden om het verkeer dat van noord naar west en omgekeerd moet, weg te halen uit de overbelaste Kennedytunnel. Het verkeer dat van oost naar zuid en omgekeerd moet, moet rechtsreeks naar de E19 afgeleid worden en de oostelijke verkeersstromen van en naar de haven of het noorden kunnen in Wommelgem al afgeleid worden. Zo vallen er al grote verkeersstromen weg die niets te zoeken hebben op de Antwerpse ring.
Al die voorstellen hebben we heel lang geleden gedaan. Het zijn geen lapmiddelen of verfpotmaatregelen zoals u er al een paar hebt genomen, het zijn de basisingrediënten voor een alternatief mobiliteitsbeleid. De cake moet niet herverdeeld worden of opnieuw gemaakt, er moet gewoon een ander recept worden gehanteerd.
De maatregelen die ik opsomde, kunnen op korte tijd worden gerealiseerd en zorgen voor een verlichting van de Antwerpse ring, en dus ook van de fileproblematiek rond Antwerpen. Dat wordt hoog tijd, want het is al vijf over twaalf. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Schiltz heeft het woord
Collega's, ik ben niet tussengekomen tijdens het debat, en dat was een heel bewuste keuze omdat ik vind dat het tijd wordt om tijdens zo'n debat naar elkaar te leren luisteren. Als het nu vastzit, dan komt dat doordat we dat te weinig doen. De auditeurs hebben inderdaad vastgesteld dat de tracés niet gelijk werden onderzocht. Dat is een probleem en daarmee zouden we vele jaren tijd kunnen verliezen. Maar als er hier en daar wordt gezegd dat actiegroepen onverantwoord en onbetrouwbaar zijn, dan is dat geen goed begin. Als hier vandaag ook weer een hoop verwijten heen en weer worden geslingerd, dan is dat ook geen goed begin van een oplossing.
Het is niet de schuld van de actiegroepen dat het dossier lang aansleept. De actiegroepen waar het hier over gaat, zijn geen onruststokers, het zijn ook geen dwarsliggers, neen, het zijn burgerbewegingen die met alternatieven komen aanzetten. Zij zeggen niet: not in my backyard, het is nooit genoeg. Neen, ze komen zelf met constructieve oplossingen aanzetten.
Het parlement en de politici vragen toch dat onze burgers kritisch zijn, dat ze geëngageerd zijn, dat ze met ons meedenken. Wel, dat hebben ze hier gedaan. Ze hebben alternatieven voorgesteld. Ze hebben zich wel verzet tegen een ongelijke behandeling van hun alternatieven tegenover het voorkeurstracé. Het lijkt er nu op dat ze van de auditeurs gelijk hebben gekregen. Collega's, de mogelijke vertragingen en het aanslepen van dit dossier komt door de oogkleppenpolitiek van het verleden. Door te lang stug vast te houden aan het eigen grote gelijk, komen we geen stap verder.
Minister, meer dan een jaar geleden stond ik hier om u te vragen om af te stappen van dat grote gelijk, om de hand te reiken aan de actiegroepen, met open geest te blijven zoeken naar oplossingen en de alternatieven te bekijken. We hebben u ook gevraagd om een intendant aan te stellen, een tussenpersoon om te bemiddelen. Die tussenpersoon zou met de actiegroepen moeten zoeken naar de snelste en beste oplossing voor die gordiaanse knoop. Dat hebt u met succes gedaan. De intendant levert knap werk en maakt vooruitgang. Er is ondertussen een verstandhouding met de actiegroepen en er wordt een stukje eigen gelijk losgelaten.
Het eerste is echter niet gebeurd. De alternatieven zijn niet gelijkwaardig onderzocht. Vorige week stond ik hier ook om aan de minister-president een vraag te stellen, want hij had iets interessants gelanceerd: the right to challenge, het recht om de overheid uit te dagen. Dat past binnen de bredere opvatting die ondertussen gelukkig gemeengoed aan het worden is in dit parlement en bij de regering: we hebben nood aan meer participatie, de burgers serieus nemen, hun kwaliteiten inschakelen om van ons beleid een sterker beleid te maken.
Wel, minister, u bent uitgedaagd. De vraag is nu hoe u met die uitdaging omgaat. Dat kunt u op twee manieren doen. Ofwel blijven we halsstarrig vasthouden, wat de Raad van State ook beslist, we huren een sjiek advocatenkantoor en we zeggen: search and destroy, we zullen en we moeten, no matter what the cost. Ofwel bekijken we alle opties en alle oplossingen op gelijke voet. Voortdoen met een voorkeurtracé als vanuit de Raad van State zou blijken dat de verschillende opties niet op gelijke voet zijn vergeleken, is een fout signaal. Daarmee zouden we eigenlijk zeggen: burgers en actiegroepen, we willen dat u zich engageert, we willen dat u geen roepers bent, maar dat u actief mee naar oplossingen zoekt, maar wat je ook zegt, we doen toch onze goesting. Dat is een slecht signaal.
Wie oprecht van mening is dat we mondige burgers moeten hebben, dat we onze burgers sterker willen maken, die betrekt hen bij het beleid met een open visie. Die blijft weg van wedstrijdjes armworstelen, die stopt met spierballen te rollen, die stopt ermee politici en burgers op te delen in kampen van winnaars en verliezers, die stopt ermee conflicten te zoeken, neen, die zoekt naar oplossingen door naar elkaar te luisteren, echt luisteren.
En er zijn oplossingen, minister. Er zijn oplossingen, maar er is weinig tijd. Daarom is nu het moment aangebroken om los van de uitspraak van de Raad van State – want als het tegenvalt, dreigen we heel veel tijd te verliezen – ook eens verder te kijken naar wat we nu moeten doen. Collega’s, ik heb vanop mijn bank heel goed geluisterd. Ondanks de schermutselingen hier en daar zijn er toch een aantal dingen die naar boven komen. Er is de druk om nú iets op te lossen. We staan nú in de file. En zelfs al zou de Raad van State niets vernietigen, dan nog ligt die Oosterweelverbinding er morgen niet, maar het stelt wel duidelijk hoe problematisch dit dossier is.
Er zijn een aantal oplossingen die misschien nu al soelaas kunnen bieden. Ik geef een aantal voorbeelden. De versnelde aanleg van de A102, de verbinding in het noorden, zou een pak verkeer van de ring kunnen houden. Wij denken dat dat zo is. Bovendien zullen ook tijdens de werken de files nog vergroten en kan die A102 een oplossing bieden.
Een tweede punt is de intendant. We hebben nu een intendant. Die levert goed werk. Die is onafhankelijk, objectief, creatief, geëngageerd. Die zorgt dat er voor stukken van dit probleem al een oplossing komt. Waarom breiden we zijn opdracht niet uit en laten we hem niet ook zoeken naar een oplossing voor de derde Scheldekruising?
Ik concludeer, collega’s. Wie samen vooruitgaat, gaat sneller vooruit. Wie soloslim probeert te spelen, wordt pootje gelapt. Het is de hoogste tijd om de Oosterweelknoop te ontwarren en om alternatieve oplossingen op gelijke voet en eerlijk met elkaar te vergelijken. Ik denk dat met een open vizier tot een breed gedragen oplossing komen, de enige manier is om mobiliteit, leefbaarheid en de Vlaamse welvaart te verzekeren. Ik dank u. (Applaus bij de N-VA, CD&V, Open Vld, sp.a en Groen)
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, wij hebben afgesproken dat ik kort nog iets zal zeggen over de procedure en dat nadien mijn collega Weyts zou ingaan op de vragen die aan hem gericht zijn.
Ik wil nog even herhalen, collega’s, dat dit actualiteitsdebat op gang is gekomen door twee auditoraatsverslagen van de Raad van State, en dat naar aanleiding van twee beroepen die zijn ingediend. Die beroepen hebben betrekking op de gewijzigde Oosterweelverbinding, dus het GRUP dat een eerste keer is goedgekeurd in april 2014, en dan definitief is vastgesteld in maart 2015.
Er is nog geen arrest en dus ook geen definitieve uitspraak. De procedure loopt volop. U zult begrijpen dat het niet mogelijk is om in die procedure door te gaan op alle argumenten die op de tafel liggen. Dat zou de beste manier zijn om ervoor te zorgen dat dit dossier niet op de juiste plaats verder wordt uitgediept, maar dat we hier in het parlement die procedure zouden voortzetten.
Wat ik wel even wil schetsen, is hoe dat in elkaar zit, zo’n gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan en zo’n milieueffectenrapport. We zien immers dat er toch heel wat verhalen de ronde doen. Daarom dachten we dat het goed was om nog eens kort te herhalen hoe dat in elkaar zit. Het is de initiatiefnemer, in dit geval BAM, die een studiebureau aanstelt. Dat studiebureau is de MER-deskundige, en die MER-deskundigen worden ook door de Vlaamse overheid erkend. Er is dus ook een grond van onafhankelijkheid. Het is ook de initiatiefnemer – opnieuw BAM – die een kennisgeving doet. Dat is gebeurd in november 2011. Die kennisgeving wordt dan door de politiek onafhankelijke MER-dienst van de overheid, waar niemand in tussenkomt, al of niet volledig verklaard. En dan wordt het studiebureau natuurlijk volop aan het werk gezet en komt er een definitief plan, dat dan door de plan-MER-dienst van de overheid wordt goedgekeurd. Dat is gebeurd op 10 februari 2014. Belangrijk is dat een dergelijke MER-procedure op een onafhankelijke manier gebeurt, onder toezicht van een onafhankelijke dienst-MER.
Wat zal er op dit moment gebeuren op basis van die auditoraatsverslagen? De Vlaamse overheid is op dit moment volop bezig argumenten te ontwikkelen op basis van de adviezen die nu voorliggen. Zoals daarnet gezegd, zal ik daar niet verder op doorgaan. Wij zetten die procedure dus ook wel verder. Dat sluit uiteraard niet uit dat de dialoog, de gesprekken met alle actoren, en het werk van de intendant, ondertussen voortgezet worden, zoals wij ook volop bezig zijn.
Dat was mijn procedurele kant van de zaak. Voorzitter, als u het ermee eens bent, geef ik graag het woord aan mijn collega, minister Weyts. (Applaus bij de meerderheid)
Ik ben het 100 procent met u eens. Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal trachten kort en bondig te antwoorden op wat hier werd gezegd of verweten.
Ook na dit advies blijven wij heel rustig, kalm en vastberaden om de problematiek inzake filevorming, de congestie, de leefbaarheid in en rond Antwerpen daadkrachtig aan te pakken.
Dat wil zeggen dat wij het overleg voortzetten, het overleg dat wij trouwens zijn opgestart.
Mevrouw Kherbache, u verwijt mij dat ik geen dialoog en overleg voer. Wel, ik ben nota bene het overleg en de dialoog gestart! Deze regering is ermee gestart. We hebben de betrokken partijen rond de tafel geroepen. Met succes, zo werd hier al aangehaald. Nog nooit hebben we zo dicht bij elkaar gestaan. Nog nooit zijn we er dermate in geslaagd om begrip op te brengen voor elkaars uitgangspunten, visie en bezorgdheden. Nog nooit hebben we zo dicht bij elkaar gestaan.
Dat heeft resultaten opgeleverd. Niet alleen via de intendant, maar ook onder de waterlijn hebben wij heel intensief, vanuit mijn kabinet ook altijd die dialoog en dat overleg gevoerd, altijd, in de afgelopen periode. Dat heeft geleid tot concrete oplossingen op vlak van het Sint-Annabos, de Deurnese Tuinen, het Noordkasteel, dat wordt meegenomen in de wedstrijd, met de uitdrukkelijke vraag om ter zake in alternatieven te voorzien, ook op basis van een dialoog en overleg met de actiegroepen. Ook dat wordt dus meegenomen. U moet niet doen alsof dat opnieuw een onoverkomelijk probleem is, een struikelblok waar we niet over geraken. Neen, we proberen dat heel pragmatisch te bekijken en in overleg en dialoog te zoeken naar concrete oplossingen.
Maar inderdaad, in dat overleg is de Oosterweelverbinding het uitgangspunt. Dat is juist. We hebben dat ook nooit onder stoelen of banken gestoken. Dat was ook duidelijk het mandaat van de intendant, dat dat het uitgangspunt is. En waarom is dat het uitgangspunt?
Even terzijde, mijnheer Vanbesien, u verwees naar de nieuwe bijbel, het kompas, dat ik ook zelf als dusdanig heb aangeduid, namelijk het werk over de ring. Ik denk – ik zeg het even uit het hoofd – dat op bladzijde 1 in dat kompas, in die bijbel die u prijst, te lezen staat dat het Ringlandconcept perfect verenigbaar is met de Oosterweelverbinding. Dat staat erin. Op dat vlak delen we één en dezelfde mening en steunen we dat kompas dat u zo prijst.
Maar, waarom vertrekken van die Oosterweelverbinding? Uit vergelijkend onderzoek blijkt dat dat tracé als het beste naar voren komt op het vlak van mobiliteit, veiligheid, milieu en verschillende andere domeinen.
U verwijt mij dat ik niet mag blijven kamperen op mijn eigen gelijk. Maar ik kampeer niet op mijn eigen gelijk. Heb ik daar nu verstand van? Ik kampeer op het gelijk van duizenden bladzijden onderzoek en heus niet alleen de plan-MER die nu wordt gevraagd. Ik heb de communicatie bij me van de vorige Vlaamse Regering, die op 14 februari 2014 uitdrukkelijk een keuze maakte voor het Oosterweeltracé, niet alleen op basis van het plan-MER, maar ook op basis van het ruimtelijke veiligheidsrapport, een tunnelveiligheidsrapport, een verkeersveiligheidsrapport en een maatschappelijke kosten-batenanalyse. Daarbij kwam, ten aanzien van de verschillende criteria inzake mobiliteit, veiligheid en uitstoot en dergelijke, altijd de Oosterweelverbinding, met vaak straatlengtes voorsprong, als beste naar voren. Ik ben dus met niets of niemand getrouwd, tenzij met een Limburgse, maar dat is in dezen niet relevant. Dat is gewoon de bevinding, op basis van duizenden bladzijden vergelijkend onderzoek. Op een bepaald moment moet je wel een keuze maken. Wel, die keuze is gemaakt. Wij hebben die keuze heus niet alleen gemaakt, maar met verschillende partijen.
Dus, enerzijds omdat dat het beste uit vergelijkend onderzoek is gekomen.
Twee, omdat het de snelste manier is om de stilstand en het probleem van de leefbaarheid aan te pakken. Daarom ook de keuze voor de Oosterweelverbinding. Dus zou het een slechte zaak zijn indien het advies van de auditeur zou worden gevolgd door de Raad van State. In het slechtste geval moeten dan de plan-MER en heel dat proces worden overgedaan, en ook het RUP. Dat zou ook betekenen dat we niet alleen afscheid moeten nemen van de werkzaamheden die we plannen voor een 16-tal kilometer weg, maar evenzeer dat andere zaken in het water vallen: de investeringen in 60 kilometer nieuwe fietspaden, in 30 hectare extra groen, in 39 hectare extra bos. En ook van de overkapping moeten we dan afscheid nemen – en voor alle duidelijkheid: de overkapping is ook MER-plichtig, dat blijkt ook uit het MER-besluit. Dat is dus een slechte zaak.
Anderzijds moet ik u ook diets maken dat als, in het slechtste geval, dat plan-MER voor Oosterweel zou worden vernietigd, Meccano niet als een beter plan uit de vergelijking zou komen. Het is niet omdat de plan-MER, in het ergste geval, zou worden vernietigd, dat andere tracés beter zouden zijn. Het is ook niet omdat de plan-MER zou worden vernietigd, dat we dan effe snel handjeklap kunnen doen en zeggen: ‘Weet je wat, laat ons iets anders overeenkomen, we tekenen een ander lijntje en we gaan daarvoor, zonder dat er enige verplichting inzake RUP of plan-MER of MER-procedure zou bestaan.’ Dat is niet zo.
Ik toon enige nuance en wil behoedzaamheid aan de dag leggen voor grootspraak, waarbij wordt gezegd dat het nu tijd is voor een historisch compromis, en dat het volstaat om ergens te tekenen en dat het dan in orde is en dat we dan direct kunnen beginnen te ‘schuppen’. Ik heb die historische compromissen zien passeren rond de Lange Wapper, de brug waarbij ik Mieke Vogels zag dansen. Dat was het historisch compromis. Vervolgens was het een tunnel, vervolgens Arup/Sum, vervolgens Meccano, vervolgens Meccano-Plus, vervolgens Ringland, en ik ben ongetwijfeld een paar dingen vergeten. Daarvoor wil ik toch waarschuwen.
Ja, dit dossier vereist raakvlak. En daar hebben wij ook met deze regering mee gestalte aan gegeven: de maximale zoektocht naar draagvlak. Dit dossier vereist ook daadkracht. Draagvlak en daadkracht, die twee moeten in dezen samengaan, willen we vooruitgaan.
Wat zou het wel betekenen als, in het slechtste geval, de plan-MER wordt vernietigd door de Raad van State en als dus de auditeur wordt gevolgd? Dat zou betekenen dat we vertrekken van een wit blad, dat we in een nieuwe wereld zitten. Maar ook dan zullen wij een nieuw verhaal schrijven, in dialoog en overleg, zoals wij die dialoog en dat overleg gestart zijn. Ook dan zal het een en dezelfde ambitie zijn dat wij die stilstand zo snel mogelijk aanpakken, dat wij streven naar meer mobiliteit en een betere leefbaarheid, en dat we zo snel mogelijk willen vooruitgaan in de zoektocht naar meer draagvlak, maar ook samen met daadkracht. (Applaus bij de meerderheid)
Minister, u hebt de afgelopen jaren al herhaaldelijk gezegd dat u zo snel mogelijk de ‘schup’ in de grond wilt. Iedereen wil die vooruitgang. Dat is vandaag nog eens duidelijk gebleken. Maar als u die ‘schup’ in de grond wilt, is het belangrijk dat u de strijdbijl begraaft.
Zowel de actiegroepen als de experten en de oppositie steken de hand uit om te zorgen dat met de opties die op tafel liggen, een beter alternatief wordt uitgewerkt. Het klopt niet dat het kiezen is tussen het BAM-tracé en de chaos. Als u blijft vasthouden aan die strategie, dan zult u nog meer tijd verliezen, nog meer geld verspillen en nog minder draagvlak hebben. En dan staan we nog langer in de file.
Minister, dit is een uitgelezen moment om ook in de discussie over het tracé en de aanpak van de file een stap vooruit te zetten. U zegt dat u zult doorzetten met de gerechtelijke procedure. Dat betekent dat u de uitnodiging van de actiegroepen die u gisteren hebt ontvangen, afslaat. U zegt dat u de komende 30 dagen tijd en energie zult stoppen in de gerechtelijke procedure. Ik wil u vragen, minister, om ook tijd en energie te stoppen in het vinden van een draagvlak en van een consensus voor een beter project. U zult daarmee tijd winnen en u zult daarmee op korte termijn oplossingen vinden, ook voor de files. U zult er tot slot voor zorgen dat er vooruitgang wordt geboekt in plaats van stilstand.
Minister, u zegt dat het uw verdienste is en die van uw kabinet dat er verder aan een draagvlak wordt gewerkt. Dan mag ik toch aannemen dat het voor u geen probleem mag zijn om verder met de diverse partners en actiegroepen rond de tafel te gaan zitten.
Ik begrijp de boude uitspraken niet die u nu doet. U zegt dat wanneer er een negatieve uitspraak komt van de Raad van State, er niet verder meer zal worden gewerkt aan de uitrol van de fietspaden. We moeten voor de toekomst net zulk spierballenvertoon vermijden, we moeten allemaal water bij de wijn doen en zorgen voor een onderhandelde oplossing in plaats van straffe uitspraken te doen.
Minister, ik denk dat u enkel naar uw eigen fractie hebt geluisterd. Dat u niet naar de oppositie luistert, zijn we gewoon. Ik had gesuggereerd uw cassante zelf op café te zetten en staatsmanschap te tonen, maar u hebt ervoor gekozen om hier te komen roepen dat beslist beslist is. Ik steun de heer de Kort en de vraag van de heer Schiltz die u niet hebt beantwoord om de intendant meer ruimte te geven, ook op het vlak van het tracédebat. Er is een meerderheid in dit parlement om meer openheid te vragen. Het is een beetje teleurstellend dat u die opening niet wilt maken.
Mijnheer de Kort, ik heb enkel de realistische gevolgen geschetst wanneer in het slechtste geval het plan-MER wordt vernietigd. In dat geval moet men van nul herbeginnen. Dat zijn de gevolgen en daar staan we voor. Dat lijkt me geen goede zaak.
Mevrouw Kherbache, wij zijn altijd in dialoog. Wat u voorheen hebt vertikt te doen, hebben wij wel gedaan, met name de organisatie van de dialoog met de actiegroepen op quasi wekelijkse basis onder leiding van de intendant en met grote betrokkenheid van mijn kabinet. Nu zeggen dat ik de strijdbijl bovenhaal, is niet waar. Wij blijven in dialoog en overleg gaan en we zullen dat doen voor een uitspraak ten gronde van de Raad van State en daarna, uitgaand van het concept van de Oosterweelverbinding. Dat hebben we altijd gedaan, dat staat ook in het regeerakkoord, dat is een keuze die we hebben gemaakt. U hebt die keuze mee gemaakt.
Wij hebben die keuze gemaakt omdat het Oosterweeltracé als het beste uit al die vergelijkende onderzoeken is gekomen en omdat het de snelste weg is om de mobiliteitsproblemen en leefbaarheidsproblemen aan te pakken.
Waarom organiseren we ondertussen die dialoog? Net om ervoor te zorgen dat het alternatief wordt verbeterd, in samenspraak. Op verschillende punten zijn we er al in geslaagd om een consensus te bereiken waarvan iedereen zegt dat het een beter alternatief is. We zijn trouwens al met de actiegroepen aan tafel gaan zitten waarbij de ruimtelijke pijnpunten inzake Oosterweel besproken zijn. Er is een akkoord over de vaststelling dat de cijfers die worden gehanteerd in dat kader, correct zijn. Ook daar is overeenstemming over. We gaan zo verder. De dialoog blijven we voeren.
U maakt misschien terecht het verwijt, maar dat moet u niet in deze richting doen, dat er voorheen geen dialoog is gevoerd. Dat kan zijn, maar nu wordt die wel gevoerd. We zullen die blijven voeren voor een uitspraak ten gronde van de Raad van State, en ook daarna zullen we dat doen. (Applaus bij de N-VA)
Minister, ik ben heel blij dat u nog eens hebt verduidelijkt dat u niet getrouwd met de een of andere oplossing, dat het gewoon de beste oplossing moet zijn.
U hebt de situatie geschetst waarvoor we staan. Het zou wel eens dat lege blad kunnen zijn. Daarom heb ik gesuggereerd dat we misschien wel eens moeten kijken naar de A102 vanuit een heel ander perspectief. Wie een onweersbui ziet hangen, namelijk het vernietigen van de MER, wacht toch niet totdat de eerste regenbuien losbarsten om te gaan schuilen. Dit is het moment bij uitstek om de mobiliteitsoplossing – of het nu Oosterweel is of iets anders – al aan te vatten. Mijn suggestie voor de A102 was er een omdat dit ook tijdens de werken een nuttige afleidingsroute kan zijn om een infarct in de stad te vermijden.
We hebben ook dat in de commissie besproken vorige week. In het kader van de MER A102/R11bis bekijken we nu welke consequenties we daar kunnen uit trekken, wat de mogelijkheden zijn en wat de alternatieve toepassingen kunnen zijn. We nemen dit mee.
Minister, als we het hebben over het tracé, grijpt u altijd naar argumenten uit het verleden, terwijl er nu opportuniteiten op tafel liggen en nieuwe inzichten. U verwijst naar de vergelijking die is gemaakt tussen de verschillende alternatieven. U moet toch wel onder ogen zien dat de Raad van State zegt dat die vergelijking niet goed genoeg is gebeurd.
Als u die duizenden pagina’s grondig hebt gelezen, dan zult u hebben moeten vaststellen op pagina 142 van het plan-MER dat geen enkel tracé de files zal oplossen. Ik hoop dat u daarvan wakker ligt als u ziet dat de files alleen maar groeien en dat u er alles aan doet om daar werk van te maken, ook op korte termijn.
Ten slotte, vorige week heb ik gevraagd naar de aanleg van de A102. Waarom houdt de regering vast aan de fasering en wil ze eerst de derde Scheldekruising aanleggen om dan pas de werken voor de A102 aan te vatten? Dat is totaal onlogisch. Ik heb vorige week gevraagd of het niet het uitgelezen moment is om de aanleg van de A102 te bespoedigen en al het mogelijke te doen om die in de fasering naar voren te trekken. Die A102 haalt verkeer van de ring en heeft dus een groot voordeel. Nu u weet dat er een zwaard van Damocles boven de Oosterweelverbinding hangt, hebt u er alle belang bij om de A102 versneld aan te leggen. Waarom hebt u de fasering in het voortgangsrapport daar niet aangepast? U hebt daar vorige week niet op geantwoord. Ik stel opnieuw de vraag of het nu niet het moment is om de aanleg van de A102 in de fasering naar voren te trekken in plaats van die helemaal achteraan te zetten.
We hebben deze discussie gevoerd, maar ik weet eigenlijk niet goed waarom. Ik heb toen gezegd dat de plan-MER voor de A102/R11bis nog maar net is opgeleverd. We bekijken daar nu de resultaten van. Nu probeert u weer te doen alsof het allemaal niet moeilijk is, gewoon een lijntje tekenen, handjeklap en schup in de grond. Stop met die oversimplificatie van de realiteit.
U hebt al een indrukwekkend bochtenparcours achter de rug. U zegt nu dat de sp.a uitdrukkelijk afstapt van eerder genomen keuzes met betrekking tot de Oosterweelverbinding. U stapt ook af van alle vergelijkend onderzoek, al die duizenden bladzijden. U houdt geen rekening meer met de plan-MER, maar ook niet met het ruimtelijk veiligheidsrapport, het tunnelveiligheidsrapport, het verkeersveiligheidsrapport, de maatschappelijke kosten-batenanalyse. Het waren kosten op het sterfhuis en we gaan iets anders doen. Als we nu die beslissing nemen, zal het sowieso langer duren dan wat momenteel op tafel ligt. Daar volg ik u niet in. Ik ben niet getrouwd met welk tracé dan ook, maar er zijn tal van vergelijkende onderzoeken gebeurd waar ik, eerlijk gezegd, weinig verstand van heb. Enkel de conclusies kan ik begrijpen. De conclusies zeggen dat op verschillende criteria dit tracé er beter uit komt dan al die andere tracés en dat het net in de huidige stand van zaken, op het vlak van de realisatie en de concrete aanpak van de mobiliteit en leefbaarheid, de snelste weg is. Op basis van die twee zaken zeg ik, nog voor er een uitspraak ten gronde is van de Raad van State, dat we ons in eerste instantie het best focussen op die piste A. Na de uitspraak ten gronde van de Raad van State zal het altijd in aanpak en in dialoog de piste zijn die wij gestart zijn onder deze regering. (Applaus bij de N-VA)
Ik wou gewoon aan mevrouw Kherbache vragen wat ze bedoelt met ‘versneld aanleggen van de A102 en de R11 bis’ en met ‘het naar voren schuiven van de A102 en R11 bis’. Wil dat zeggen dat de Vlaamse Regering maar moet beginnen te bouwen zonder bouwvergunning? Bedoelt u dat? Zonder procedures te volgen? Het is gewoon absurd. Die plannen lopen, de procedures lopen. Je kunt hier niet de Vlaming komen wijsmaken dat we eraan beginnen, dat we de spade in de grond steken. Dat gaat niet en dat weet u zeer goed. Dat weet u zeer goed.
Ik ben blij dat u daarnet een antwoord op mijn vraag hebt gegeven, want ik vroeg mij af waar uw pirouette ging eindigen. Eerst was het een Oosterweelviaduct, dan was het de bocht van Janssens en moest het viaduct in een tunnel worden gestoken, dan hebt u die nieuwe oplossing omarmd en het GRUP van 2014 mee goedgekeurd en nu plots brengt uw laatste pirouette u bij de A102 en R11 bis, geen nieuwe Scheldekruising dus. Proficiat.
Mevrouw De Ridder, als we u hadden gevolgd dan waren we nu opgezadeld met een viaduct en was de overkapping absoluut onmogelijk geweest. Als u daar fier op kunt zijn? De geschiedenis heeft ook haar rechten.
Om op uw vraag een antwoord te geven: als ik het heb over de A102, bedoel ik dan concreet om verder te gaan met de procedure en niet te wachten tot de derde Scheldekruising er ligt, zoals de Vlaamse Regering nu zegt. Dat is net het verkeerde aan de hele strategie. Wacht niet, maar doe verder met de aanleg van de A102 in plaats van te wachten tot de derde Scheldekruising er is, want daarmee wordt enorm veel tijd verloren, zeker voor een oplossing die iedereen onderschrijft. Werk dan samen met de actiegroepen voor een oplossing die wel een draagvlak heeft.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Wenst iemand tot besluit van dit actualiteitsdebat een motie of een motie van wantrouwen in te dienen?
– Sp.a en Groen kondigen aan samen een motie te zullen indienen.
De motie moet zo snel mogelijk zijn ingediend.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het debat is gesloten.