Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, op 8 december hield het weekblad Trends een lunch met als gastspreker de CEO van de VRT, Paul Lembrechts. Ik was daar niet bij, ik was helaas niet uitgenodigd, maar ik heb het verslag gelezen in de pers: “De CEO haalde uit naar het plafond dat de openbare omroep in de beheersovereenkomst opgelegd kreeg voor digitale commerciële communicatie.”
Die uitspraak verbaast me. De beheersovereenkomst is ter zake bijzonder helder. De VRT mag 72,8 miljoen euro halen uit commerciële reclame en boodschappen van algemeen nut. 3 miljoen euro daarvan mag uit online reclame komen, als dat plafond overschreden wordt, gaat het eerste miljoen euro naar het Vlaams Audiovisueel Fonds, dus naar de brede audiovisuele sector. Als het nog meer is, komt dat op een wachtrekening terecht en dan beslist de Vlaamse Regering daarover.
Er is ook afgesproken dat het systeem om de twee jaar wordt geëvalueerd. Hoe reageert u, minister, minder dan een jaar nadat de beheersovereenkomst tot stand is gekomen en ruim een jaar voor de eerste evaluatie, op de stormloop van de CEO tegen dat plafond voor commerciële communicatie?
Minister Gatz heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, u hebt de situatie correct geschetst. We kennen het plafond dat de VRT uit de markt mag halen uit reclame-inkomsten, bijna 73 miljoen euro. 3 miljoen euro voor advertentie- of reclame-inkomsten online, iets meer dan 17 miljoen euro voor het televisiegedeelte. Dat betekent dat de ruimere reclame-inkomsten die de VRT ophaalt, nog altijd via de radio binnenkomen.
Mijnheer Vandaele, die bedragen zijn niet zo maar bepaald. Zoals u zelf hebt verklaard, is dat vrij recent, ongeveer een jaar geleden, gebeurd. We hebben rekening gehouden met de gezondheid van de globale reclamemarkt in Vlaanderen en wat de verschillende spelers, met name de Vlaamse spelers in de perswereld, daar kunnen uithalen.
Die globale koek staat natuurlijk onder druk. We zien dat het gedrukte woord steeds minder reclame-inkomsten kan ophalen. De druk staat onder druk. De radio blijft redelijk gezond. De online-inkomsten zijn onduidelijk. De televisie is aan een omslag bezig. Online stellen we vast dat buitenlandse spelers, zoals Facebook en Google, maar zij zijn niet alleen, het overgrote deel van de reclame-inkomsten afromen.
In die context zijn bepaalde plafonds afgesproken. Ik kan enkel beamen wat u al hebt verklaard: we zullen dat binnen twee jaar, in het voorjaar van 2018, evalueren. We zullen dan ook de globale gezondheid van de Vlaamse reclamemarkt in de media evalueren. Op basis daarvan zullen we dan en niet eerder nagaan wat er moet gebeuren.
U hebt verklaard dat de afgevaardigd bestuurder van de VRT heeft uitgehaald. Ik weet niet of hij dat heeft gedaan. Hij zou volgens u stormlopen. Ik zou hem willen oproepen om niet storm te lopen. We zullen de gemaakte afspraken nakomen. We zullen dat later bekijken.
Ik plaats een en ander in een positief klimaat. Er is een toenadering tussen de verschillende mediagroepen in Vlaanderen. Ze gaan momenteel na hoe ze door middel van samenwerking de reclamekoek groter zouden kunnen maken. Ik blijf zeer voorzichtig. Het zal een lange en moeilijke weg worden. De gesprekken zijn aan de gang. De VRT doet hier actief aan mee. De uitspraken van de afgevaardigd bestuurder moeten in die context worden geplaatst.
Ik hoop dat de kennisdeling en de samenwerking ertoe zullen leiden dat we meer reclame-inkomsten in eigen land kunnen houden. Dat neemt niet weg dat de gemaakte afspraken zullen worden nageleefd. We zullen te gelegener tijd, in 2018, nagaan of er iets aan de plafonds moet veranderen en, zo ja, wat dan precies. Zoals u zelf hebt verklaard, is het daar nog veel te vroeg voor. Daarover zijn we het roerend eens.
Minister, u weet ook niet wat precies is gezegd. U haalt het ook uit de pers. U was waarschijnlijk, net als ik, niet uitgenodigd. U hebt verklaard waarom die plafonds bestaan. Dat is geen toeval. We willen het ecosysteem met verschillende media bewaren. U vindt een betere samenwerking tussen de spelers wenselijk. Ik denk dat we daar allemaal achter staan.
Dit voorval stoort me echter toch een beetje. De ceo komt uit het bedrijfsleven. Ik weet niet of het de gewoonte is dat een afgevaardigd bestuurder van een bedrijf zich op een publieke tribune negatief uitlaat over de beslissingen van de aandeelhouders. Ik zal die vraag misschien zelf beantwoorden. Dat is niet de gewoonte. Het is ‘not done’. Is dit voor u een aanleiding om eens een gesprek met de ceo te voeren?
De heer Caron heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, het is niet helemaal verrassend. Ik was ook niet uitgenodigd. U hoeft zich geen zorgen te maken. Ik heb het ook enkel gelezen. Ik ben bij wijze van spreken ook een aandeelhouder. Als Vlaamse volksvertegenwoordigers zijn we allemaal aandeelhouders. U moet opletten voor veralgemeningen. Ik zou niet voor alle aandeelhouders spreken. Ik ben op dat vlak iets genuanceerder.
Er zijn inderdaad afspraken over de evaluatie gemaakt. Ik wil echter een bijkomend element aanbrengen. Tot verrassing van het huis aan de Reyerslaan is het gedeelte van de dotatie dat betrekking heeft op de werkingskosten, niet geïndexeerd. De facto zal de VRT een lager meerjarig budget krijgen dan wat normaliter in de beheersovereenkomst was afgesproken. Dat is natuurlijk een generieke beslissing van de Vlaamse Regering. Ik stel echter voor beide zaken samen te voegen. Dat lijkt me een faire deal.
Ik zou u ook willen vragen met alle Vlaamse zenders samen te werken. De VRT vormt geen potentiële bedreiging voor Medialaan of SBS. Google, Facebook en dergelijke bedreigen ons medialandschap. Misschien moeten we ons daar samen tegen wapenen.
Mevrouw Brouwers, kunt u eerst zeggen of u op de lunch bent uitgenodigd? Daarna kunt u uw vraag stellen.
Ik was niet op de lunch uitgenodigd.
Minister, ik volg de vraag van de heer Caron. Ik heb die vraag ook al gesteld, naar aanleiding van de begrotingsbespreking in de commissie. Maar ik wou ook nog eens verwijzen naar de resolutie die we hier in juli 2015 hebben goedgekeurd. Daar stond in: “De onlineadvertentie-inkomsten zullen worden geplafonneerd. De wenselijkheid en concrete kansen van een gezamenlijk initiatief door private mediaspelers en de openbare omroep met als doel de onlineadvertentiebestedingen zoveel mogelijk in Vlaanderen te houden, wordt nader onderzocht.” En dan hebben we hier ook goedgekeurd: “Afhankelijk van de uitkomst van dit onderzoek kan dit plafond, indien marktversterkend, opgeheven worden.” Dat was de wens van het parlement. Dit is niet letterlijk overgenomen in de beheersovereenkomst. Die spreekt over de samenwerking waarover u het zonet had, minister. Ik heb u ook al meermaals gevraagd hoe dat nu zit. Zitten de VRT en de commerciële spelers nu samen om daar iets aan te doen? Gelukkig hoor ik nu dat er eindelijk gesprekken zijn. Hebt u enig idee wanneer die zouden landen? Ik besef dat het moeilijk is, maar misschien hebt u daar zicht op.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ook mijn fractie vindt het goed dat de inkomsten uit de commerciële communicatie van de VRT geplafonneerd zijn. Dat is een zeer belangrijke zaak in het licht van het gezonde ecosysteem, zoals we dat noemen, en in het belang van de hele mediasector.
De media zijn in een constante beweging. Het is dus ook een goede zaak dat die evolutie om de twee jaar moet worden gemonitord. De digitalisering gaat immers razendsnel. We willen dat de VRT is waar de Vlaming is. Als dat steeds meer online is, moet ook de VRT zich daar ontwikkelen.
Als in 2018 die evaluatie plaatsvindt, is het ook belangrijk om rekening te houden met de kijkcijfers van het online videoplatform. Minister, ik roep u op om alvast de suggestie van de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) te volgen, om ook het online kijkgedrag te monitoren en in kaart te brengen. We moeten dat volgen, zodat we begin 2018 een heel duidelijk zicht hebben, niet alleen op de inkomsten maar ook op de kijkcijfers. Zo kunnen we weten waarover we spreken.
Mevrouw Segers, u geeft aan dat er ons nog veel ontwikkelingen te wachten staan. We zullen dus voortdurend moeten aanpassen, ook inzake de monitoring.
Mijnheer Caron, wat u zegt, is inderdaad in de commissie Media aan bod gekomen. Er is de niet-indexering van de werkingskosten, die, zoals u weet, generiek is. Wij proberen altijd een goed evenwicht te vinden tussen enerzijds de stabiele financiering van de openbare omroep en anderzijds een aantal generieke maatregelen die voor iedereen gelden. Dit debat zetten we zeker nog voort.
Mijnheer Vandaele, het gesprek waarnaar u verwees, heeft al plaatsgevonden. Ik heb op gezette tijden een rechtstreeks en goed contact met de afgevaardigd bestuurder. Wij doen dat op informele wijze. Ik heb dus de context waarin een en ander gezegd is tijdens de fameuze lunch waarop niemand in deze zaal aanwezig was. Ik denk het toch, of zijn er toch mensen die mij kunnen tegenspreken? (Minister Sven Gatz kijkt vragend naar de zaal)
Voilà, blijkbaar niet.
Nogmaals, de afgevaardigd bestuurder is zich zeer goed bewust van het feit dat ‘pacta servanda sunt’. Met andere woorden: afspraak in 2018. Anderzijds is er inderdaad gelukkig, mevrouw Brouwers, een toenadering tot de mediaspelers. Nu probeert men tot concrete afspraken te komen met betrekking tot het gezond houden en het gezonder maken van de reclamemarkt in Vlaanderen. Ik kan daar ten aanzien van hen – het zijn ook privébedrijven en dergelijke meer, en een openbaar bedrijf – niet zomaar een datum op zetten, maar dat de klokt tikt, weten zij ook. Zij hoeven niet door mij of door u aangespoord te worden om vooruit te gaan. We zullen daarover niet al te lang na Nieuwjaar wel dingen vernemen.
Ik wil benadrukken dat we de informatielijnen goed en kort houden, mijnheer Vandaele. Wij doen dat op een normale manier, in een open dialoog. Iedereen weet waar hij aan toe is. We zullen ook rekening houden met hoe de markt verder evolueert. Verder kan ik daar niets aan toevoegen.
Minister, het stoort mij dat de VRT blijkbaar zonder ophouden zeurt over een tekort aan middelen, maar tegelijk initiatieven neemt waar niemand op zit te wachten. Er wordt een nieuwe huisstijl aangekondigd, een extra lineair Ketnet is ooit al tot stand gekomen en dan weer gestopt. We hebben ook het extra derde net gehad, dat ondertussen opgehouden is te bestaan. We kennen die passage in de beheersovereenkomst. De heer Caron bevestigt dat. Er is geen indexering voor werkingskosten. Ik vind dit gekreun op de duur een beetje ongeloofwaardig. Ik hoop dat men zich op dat gebied zal herpakken.
De actuele vraag is afgehandeld.