Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister, het begint misschien een beetje gênant te worden, het is de tweede keer in korte tijd dat ik hier sta om te zeggen: ‘Zie je nu wel, eigenlijk hebben de groenen gelijk?’ (Gelach)
Ik weet dat u dat niet over uw lippen gaat krijgen, maar eigenlijk hebben de groenen gelijk. De eerste keer ging het natuurlijk over de noodzaak van een volledige overkapping van de Antwerpse ring, en nu gaat het over het feit dat het nieuwe Saeftinghedok in de Antwerpse haven al een tijdje op een dood spoor zit. Dat zeggen wij al lang. U hebt in juni als Vlaamse Regering beslist om daar een ‘complex project’ van te maken.
Nu start de inspraakprocedure om de afweging te maken van wat er nu het best zou gebeuren. We hebben twee problemen met dat Saeftinghedok. Eén, het zal ongelooflijk veel bijkomende containers naar Antwerpen trekken, die dan op een vrachtwagen worden gezet, die dan op de weg gaat, wat tot nog meer files zal leiden. U weet ongetwijfeld dat er al veel files zijn in Antwerpen en dat het probleem enkel kan worden opgelost, zelfs als er wegeninfrastructuur bij komt, met minder auto’s en minder vrachtwagens.
Het tweede probleem is dat het transport van containers op zich niet zoveel jobs en niet zoveel meerwaarde meebrengt. U hebt ongetwijfeld De Standaard gelezen vandaag. Onder meer Geert Noels werd geciteerd in het artikel ‘Meer containers maar niet per se meer welvaart’. Eigenlijk moeten we meer industrie aantrekken voor meer jobs en meer welvaart.
Deze nieuwe procedure zal die open en eerlijk verlopen, of is ze enkel bedoeld om de haven toch nog hun fetisj van het Saeftinghedok te gunnen? Kunt u garanderen dat alle alternatieven, ook een meer industriële invulling, alle kansen krijgen?
Minister Weyts heeft het woord.
U verwijst naar de overkapping om te zeggen: ‘Kijk eens, de groenen hebben gelijk’. Dat weet ik niet, ik stel alleen vast dat ze, als ze dan zogezegd gelijk hebben, nog niet content zijn. (Applaus. Gelach)
Inzake het Complexeprojectendecreet streven wij naar draagvlak en consensus. Dezelfde ratio hanteren we voor het Oosterweelproject. Hetzelfde geldt voor Doel en de ontwikkeling van de haven. Dit gaat niet zuiver over de containertrafiek, dit gaat in wezen over de concurrentiepositie van de Antwerpse haven, over de industriële en economische ontwikkeling van die haven.
In wezen is het heel eenvoudig: niet vooruitgaan is achteruitgaan. Met de moordende internationale concurrentie en door de internationale consolidatie van rederijen allerhande in het hele gebied tussen Le Havre en Hamburg, gaan de rederijen één aanloophaven kiezen – of misschien nog een tweede – en focussen, en moet die haven zich kunnen ontwikkelen; ze moet kunnen groeien. Het gaat niet alleen over containertrafiek, het gaat over logistiek en industriële ontwikkeling.
De doelstellingen zijn dan ook drieërlei: containertrafiek, logistiek en industriële ontwikkeling, en multimodale ontsluiting. Momenteel worden alle alternatieven evenwaardig bekeken. De onredelijke alternatieven worden natuurlijk geschrapt. Ik kan er u zo’n paar noemen: alle wagens in een container steken of rechteroever onder water zetten. (Gelach. Opmerkingen)
Die voorstellen aanziet men zelfs in Antwerpen als onredelijk en ze worden geschrapt. Men heeft nog tot 18 januari om suggesties in het kader van die publieksronde te formuleren. De redelijke alternatieven worden onderzocht, op basis waarvan vervolgens een brede procedure wordt gevoerd: zowel een milieueffectenrapportering als een maatschappelijke kosten-batenanalyse, een nautisch onderzoek, een veiligheidsrapportering en ook een operationeel onderzoek. Daarbij is het de bedoeling dat de Vlaamse Regering tegen het midden van 2017 een voorkeursbesluit neemt.
Minister, u zegt dat het niet enkel om containers gaat. Ik nodig u uit om uw eigen website eens te bekijken. Die heet www.extracontainercapaciteitantwerpen.be. Dat is uw website. Daar ligt de focus van het project.
Ik ben blij dat u over de moordende concurrentie tussen de havens bent begonnen. Daar ligt volgens mij een deel van de oplossing. Er is een moordende concurrentie tussen de havens van Rotterdam en Antwerpen, die in een wedren zitten. Ze zijn aan de gang om meer dokken te graven en meer infrastructuur te bouwen om containers te ontvangen. Er zal sowieso een overcapaciteit ontstaan.
Ik spiegel dit even aan de Gentse haven. De heer De Clercq is nu wel net weg. De Gentse haven heeft het moedige besluit genomen samen met de haven in Zeeland na te gaan of ze samen niet sterker zouden staan in die internationale context. Het zou goed zijn indien de havens van Rotterdam en Antwerpen ook gezamenlijke afspraken over bijkomende infrastructuur zouden maken. Ze kunnen zich samen in de internationale havenmarkt positioneren. Dit zou de kosten verminderen en de marktpositie versterken. Dit zou ook een effect hebben op de plaatsen waar bijkomende infrastructuur zou komen. Dat is een scenario waarmee binnen deze procedure rekening moet worden gehouden.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, ik heb een lichtelijk andere insteek. De afgelopen dagen heb ik een aantal zaken in de kranten kunnen lezen. Ik citeer kort: “Sommigen binnen de Vlaamse overheid zouden het beu zijn dat het Antwerps havenbestuur het Saeftinghedok naar voren schuift.” Over de capaciteitscijfers wordt het volgende gesteld: “De huidige groeicijfers moeten een einde maken aan de hocus pocus van cijfers die nu te pas en te onpas wordt gebruikt.” Dat zijn uitspraken die me niet geruststellen.
Minister, ik weet dat u de Antwerpse haven een bijzonder warm hart toedraagt. U hebt dat net herbevestigd. U hebt verklaard dat we groei en uitbreidingscapaciteit tot stand moeten brengen. U spreekt uiteraard namens de voltallige Vlaamse Regering en namens uw administratie. Ik zou graag van u vernemen of u in die groei van de haven gelooft.
Ik wil nog even onder de aandacht brengen dat 150.000 gezinnen, dat is maar liefst 6,5 procent van de Vlaamse werknemers, kunnen leven van de jobs die in de Antwerpse haven worden gecreëerd. Ik zou graag een herbevestiging horen van uw vertrouwen in de toekomstige groei van de haven.
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, de vraag is niet of op Linkeroever bijkomende capaciteit zal worden gecreëerd. Die vraag is in het verleden al behandeld. De vraag is veeleer hoe we verder zullen omgaan met de trafiek die in de toekomst wordt verwacht. Hoe zullen we dit verder opvangen?
Ik wil iedereen in dit halfrond erop wijzen dat dit planningsproces al sinds 1998 aan de gang is. Wanneer er vroeger problemen met de procedures waren en het dossier voor een rechtbank of de Raad van State terechtkwam, bestond de oplossing erin een besluit of een nooddecreet op te stellen. Wat nu voorligt, moet de heer Vanbesien tevreden stellen. Alle alternatieven worden naast elkaar geplaatst.
Minister, wat voor ons belangrijk is, is dat de regeling voor complexe projecten nu voor het eerst worden toegepast. Het is van belang dat we dit in de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken kunnen opvolgen en een gedachtewisseling over dit onderwerp kunnen organiseren.
Een ander toekomstig aandachtspunt is de financiering. We zullen het Saeftinghedok anders financieren. In het Havendecreet zijn echter nog altijd oude spelregels opgenomen. Ook hierover zullen we in de commissie verder van gedachten moeten wisselen.
Dan volgt nu de haven van Dendermonde. De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, de Groot-Dendermondse gedachte reikt tot in Beveren.
Minister, ook wij kijken uit naar het verdere verloop van dit proces. U moet dit bijzonder ernstig nemen. U hebt eigenlijk geen alternatief. Als er een risico op stilstand bestaat, volgt dit wel uit de bestaande juridische procedures die ontstaan als u een aantal evenwichten niet bewaakt en probeert na te streven. Ik geef een voorbeeld.
Mijnheer de Kort, het gaat niet alleen om hoe we zullen omgaan met die trafiek. We moeten toch ook eens kijken welke trafiek we willen aantrekken. Dan hoop ik, dan druk ik de wens uit, en dan vragen wij dat er wordt uitgekeken naar trafiek waardoor er ook in de Waaslandhaven meer arbeidsintensieve projecten komen en projecten met meer toegevoegde waarde: industriële projecten, zoals de heer Vanbesien ook heeft gezegd. We hebben die verdeling de afgelopen jaren net iets te veel zien scheefgaan. Misschien is dit wel een moment om die correctie door te voeren.
U maakt gewag van een overcapaciteit die zal ontstaan. We zien nu hoe snel de nieuwe dokken volzet geraken. Dat gaat razendsnel. Vandaag hebben we de voorspelling dat er bij de huidige containertrafiek van 14 miljoen TEU (Twenty Foot Equivalent Unit) – en dat gaat om containers van 6,10 meter – tegen 2030 nog 4 tot 7 miljoen TEU bij zal komen. De nood zal er zeker zijn. Alleszins, bij vroegere dokken die werden gegraven, zei men ook dat dat allemaal niet nodig was en dat dat overcapaciteit zou veroorzaken. Vandaag stellen we vast dat er geen overcapaciteit is en dat alles volstroomt.
De vraag is uiteindelijk niet of we zullen groeien, de vraag is hoe we zullen groeien en welke alternatieven we daarvoor zullen gebruiken en welke pistes we zullen volgen – vooral ook rekening houdend met de multimodale ontsluiting en met de bezorgdheden die leven in het Waasland en met de industriële en logistieke ontwikkelingen.
De overcapaciteit op dit moment zit natuurlijk in de Tweede Maasvlakte in Rotterdam. Dat hoeft onze zorg niet te zijn. Als je allebei dezelfde containers wilt aantrekken, ontstaat er een overcapaciteit. Die kan toevallig in Rotterdam of in Antwerpen liggen. Daarom stel ik voor om dat, als we op een goede en zuinige manier met de ruimte willen omgaan, samen te doen.
We staan voor een investering van 700 of 800 miljoen euro. Laat ons die alstublieft investeren in economische activiteiten die de meeste jobs opleveren. We zijn uiteraard allemaal bezorgd om jobs. Maar ze moeten ook toekomstgericht zijn. Een toekomstgerichte economie is een circulaire, duurzame economie, die zich minder op transport baseert maar die meer naar de lokale maakindustrie tendeert. Investeer in de toekomst en niet in het verleden.
De actuele vraag is afgehandeld.