Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verwachte forse stijging van de huurprijzen op de private huurmarkt
Verslag
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, afgelopen weekend konden we in de media vernemen dat de verhuurdersorganisatie Verenigde Eigenaars ervoor waarschuwt dat er binnenkort wel eens een prijsstijging van zo’n 10 procent zou kunnen komen op de huurmarkt. Voor alle duidelijkheid: het zou enkel gaan over nieuwe contracten. Vandaag zijn sommige mensen al zeer ongerust over dat soort berichten van prijsstijgingen. Een huurcontract kan niet worden verhoogd tijdens de looptijd. Het gaat enkel over de nieuwe huurcontracten.
Desalniettemin moeten we daar toch mee opletten. Men wijst niet alleen op de nieuwe dakisolatienorm en de dubbelglasnorm tegen 2020. We staan trouwens achter die norm. De woninghuurmarkt moet continu in evolutie zijn. Het kan inderdaad niet meer zijn dat wij woningen op de huurmarkt aanbieden die tochtkoten zijn, waar nooit iets wordt gerenoveerd. Vanuit het parlement staan we dus zeker achter die norm.
Anderzijds kunnen we niet blind zijn voor hun ongerustheid. Het is een schot voor de boeg. De nieuwe huurwetgeving komt eraan. Zij zeggen op voorhand al: ‘Pas op wat u daarmee zult doen, want elke beslissing die u neemt, heeft een invloed op de huurmarkt.’
Minister, houdt u bij de verdere uitwerking van de nieuwe huurwetgeving rekening met het risico dat de huurprijzen weleens zouden kunnen stijgen als er nog bijkomende verplichtingen worden opgelegd?
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
We weten het allemaal: de private huurmarkt staat onder druk. Het aanbod is kleiner dan de vraag. De kwaliteit is niet goed. Uit het grote woononderzoek blijkt dat 47 procent van de verhuurde panden niet voldoet aan onze kwaliteitseisen. Bij de huurders is er een grote kwetsbare groep met betaalbaarheidsproblemen, met risico op uithuiszetting. Bij de verhuurders aan de andere kant is de overgrote meerderheid geen professionele verhuurder: 64 procent van de verhuurders verhuurt zelfs maar één pand en heeft moeite met het rendement dat hun investering maar opbrengt.
Dat er geïnvesteerd moet worden in kwaliteit, staat buiten kijf. Dat hogere energienormen gehaald moeten worden, is voor ons een evidentie, maar we worden de laatste dagen geconfronteerd met de Verenigde Eigenaars, de koepelorganisatie van de verhuurders, die aankondigt dat 75 procent van haar leden nu al aangeeft dat ze de extra investeringen zullen moeten doorrekenen aan de huurders, bij wie zich al zo een groot betaalbaarheidsprobleem voordoet.
Er zijn nochtans ondersteuningsmaatregelen voor die investeringen in de hogere energie-eisen. Er zijn energiepremies, die zelfs hoger zijn indien verhuurd wordt aan extra kwetsbare huurders, maar blijkbaar zijn die ondersteuningsmaatregelen voor de verhuurders niet voldoende. We kunnen ons niet permitteren dat het aanbod nog verder daalt, dat de verhuurders nog meer afstand nemen van de private huurmarkt en hun panden niet gaan aanpassen. We kunnen ons ook niet permitteren dat de huurprijzen nog stijgen op de al heel precaire huurmarkt.
Minister, welke maatregelen gaat u nemen? Hoe gaat u nu al kort op de bal spelen, om ervoor te zorgen dat het aanbod gehandhaafd blijft en dat de prijzen niet stijgen?
Dat is een mooi voorbeeld van twee Limburgse volksvertegenwoordigers die zonder enig papier gedurende twee minuten zinvolle vragen stellen aan de minister.
Minister Homans heeft het woord.
Ik wil toch wel benadrukken dat we de afgelopen drie weken twee extra commissiezittingen van de commissie voor Wonen hebben ingepland voor de bespreking van de conceptnota private huur. Ik vind het dus een klein beetje vreemd dat ik tijdens de plenaire vergadering opnieuw op dezelfde vragen moet antwoorden. Maar goed, het is het volste recht van het parlement om die vragen te stellen.
Ik wil een en ander in perspectief plaatsen. Er is inderdaad een enquête geweest. Als ik me niet vergis, hebben 1800 verhuurders-eigenaars gereageerd. Als we weten dat we om en bij de 180.000 verhuurders-eigenaars hebben in Vlaanderen, betekent dat eigenlijk een responsgraad van één procent.
Ik treed de heer Engelbosch volledig bij als hij zegt dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen een lopend contract en een nieuw contract, want bij een lopend contract is het absoluut onmogelijk om de huurprijs eenzijdig aan te passen. Natuurlijk is er wel de indexering. Ik was er zelf van geschrokken, maar 58 procent van de eigenaars indexeert en 42 procent doet dat niet. Dat is eigenlijk toch wel een goede zaak. Kan men gewoon een inbreuk maken op een lopend contract? Neen. We hebben het over eventuele nieuwe contracten. U weet dat ik een voorstander ben van langdurige contracten, net vanwege het feit dat er dan zo weinig mogelijk prijsstijgingen uit kunnen voortvloeien. Dat hebben we ook heel uitvoerig besproken bij de toelichting bij de conceptnota private huur. Als er toch een prijsstijging is, moet volgens de Huurwet de vrederechter uitspraak doen. Ik neem aan dat dat ook gebeurt.
We vragen inderdaad, mevrouw Christiaens, behoorlijk wat inspanningen, niet alleen aan verhuurders maar ook aan eigenaars die gewoon zelf in hun eigen woning wonen. Aan verhuurders vragen we inspanningen wat klimaat betreft, energie-efficiëntiedoelstellingen en dergelijke. We geven natuurlijk ook wat terug, u hebt dat al aangehaald in uw vraagstelling. Volgens een federale maatregel geldt er 6 procent btw op energetische renovatie en er zijn REG-premies die worden uitgekeerd door de DNB’s. Dat is een goede zaak.
Ik heb eens de proef op de som genomen. U kent de huurschatter. De leden van de commissie Wonen kennen de huurschatter. Zelfs de fractievoorzitter van sp.a kent de huurschatter, maar dat verbaast me niet, mijnheer Vandenbroucke. We hebben eventjes een test gedaan. Als een verhuurder dubbel glas had geplaatst, was er, ten opzichte van de vorige huurprijs, een prijsverhoging van 4 procent. Dat betekent – en het is een beetje gevaarlijk om hier als N-VA’er te zeggen dat ik kan rekenen – voor een huurprijs van 500 euro een stijging met 20 euro. (Applaus)
We hebben ook nog gekeken naar dakisolatie. Volgens de huurschatter, die door veel mensen als een waardevol instrument beschouwd, brengt dakisolatie een huurprijsverhoging van 2 procent mee. Met een huur van 500 euro komt men dan aan 510 euro.
Ik wil dat dus allemaal nuanceren. Ik ga niet mee in het verhaal van forse prijsstijgingen, ik niet. Ik wil nog eens benadrukken dat het verschillende voordelen bevat. Eén, voor de huurder, want men moet misschien – bij een nieuw contract, niet bij lopende contracten – wel 10 of 20 euro meer betalen, maar de huurlasten zullen ook aanzienlijk dalen. Twee, het is een voordeel voor het klimaat waar de hele Vlaamse Regering in al haar bevoegdheden inspanningen voor moet doen. Bovendien, als een eigenaar-verhuurder deze aanpassingen doet aan zijn of haar woning, wordt die woning ook gewoon meer waard. Ik denk dat dat absoluut de moeite waard is.
Uit de enquête is ook gebleken – want we zijn nu eigenlijk bezig over wat die 1800 mensen hebben gezegd – dat het nog altijd – dat staat letterlijk in de enquête – zeer interessant is om te investeren in Vlaanderen in onroerend goed. Ik hoop dat zoveel mogelijk mensen dat blijven doen, dat we samen werken aan de klimaatdoelstellingen. Ik hoop dat de mensen beseffen dat de huurfacturen misschien wel een klein beetje duurder worden, maar dat tegelijk de huurlasten veel meer kunnen dalen zodat we een win-winsituatie krijgen.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik dank u om in de commissie de conceptnota over private huur uitvoerig te bespreken. Maar als dit soort berichten in de media verschijnt, kunnen we natuurlijk niet anders dan er de nodige aandacht aan geven.
Het risico op huurprijsstijgingen bevestigt eigenlijk wat de N-VA altijd gezegd heeft, dat we altijd zeer voorzichtig moeten zijn om beslissingen te nemen die een invloed hebben op de huurmarkt. De collega’s van Groen en sp.a zijn er altijd als de kippen bij om hier vragen te komen stellen over bijkomende premies en subsidies voor de huurders. (Opmerkingen van Björn Rzoska)
Vandaag wordt bewezen wordt dat er een risico is. Zoals wij altijd gezegd hebben: bruuskeer die markt niet, leg daar geen bijkomende verplichtingen op. Ik hoor continu voorstellen die een invloed gaan hebben, vandaag wordt bewezen dat wij gelijk hebben. Wij willen niet de verhuurder beschermen, maar door die huurmarkt stabiel te houden, beschermen wij de huurmarkt en dat is ook gunstig voor de huurder. Dat is wat ik wou zeggen.
Minister, u hebt tijdens de bespreking van de conceptnota gezegd dat u wilt gaan naar het systeem van geconventioneerde huur, dat is een vrijwillige lagere huurprijs mits bepaalde renovaties en bepaalde doelgroepen. Hebt u al enig zicht op de doelgroepen die daarvoor in aanmerking kunnen komen?
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben het volmondig eens met wat u op het einde zei: het zou moeten gaan om een win-winsituatie. Indien eigenaars-verhuurders investeren in hun pand, wordt het immers ook meer waard. Dat is op termijn dus een voordeel voor de verhuurder. Aan de andere kant is de winst voor de huurder dat die in een meer kwaliteitsvol pand woont en dat, als het specifiek gaat over een investering met betrekking tot de energienorm, zijn energiefactuur zal dalen. Ik vond het resultaat van de enquête van een huurprijsstijging tout court met 10 procent dus ook wel wat kort door de bocht. Onze fractie is het er echter wel mee eens dat, indien de woonkosten gelijk blijven, dat kan worden gecompenseerd. Indien er een lagere energierekening is voor de huurder, dan kan de verhuurder dat compenseren, al dan niet op het einde van het contract, of tussentijds, zoals ook in de conceptnota staat. Er moet echter wel een evenwicht, een rechtvaardigheid zijn, en dat moet worden gecontroleerd.
Minister, u weet dat ik er in de commissie ook al eens op heb aangedrongen om ook te bekijken of de renovatiepremie voor de verhuurder-eigenaar mogelijk kan zijn. Zowel met het oog op de energienorm als met het oog op de slechte kwaliteit zou dat echt een grote opportuniteit zijn. Hoever staat het met dat onderzoek?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik moet u gelijk geven. Er zijn al diverse debatten geweest. De woonmarkt is een zeer complexe markt, maar dit pleidooi bewijst alleen maar dat we de huurinkomsten van de verhuurders absoluut niet moeten belasten, integendeel. Er wordt soms populistisch gepleit voor het belasten van die huurinkomsten, terwijl de helft van de mensen die vandaag hun woning betrekken van die verhuurders, eigenlijk recht heeft op een sociale woning. Ik zeg altijd: de verhuurders vormen vandaag eigenlijk de grootste sociale bouwmaatschappij, die verhuurt zonder enige vorm van subsidie. Ik pleit er dus voor dat men de verhuurders niet zou viseren, dat men hen aanmoedigt om de kwaliteit van de woningen te verbeteren, dat men hen vooral niet extra belast en dat men hen zeker als een partner in het beleid beschouwt.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, als dat soort aankondigingen de media halen, dan kunnen we alleen maar zeggen dat dat natuurlijk zeer verontrustend nieuws is, als we weten dat er zich nu al in het laagste segment van die private huurmarkt een echte wooncrisis voordoet, dat nu al een derde van de huurders niet voldoende bestaansmiddelen overhoudt na het betalen van de huur. Als we weten dat 13.000 gezinnen met uithuiszetting worden bedreigd, dan is het duidelijk dat zo’n prijsstijging absoluut niet kan. Er zijn urgente maatregelen nodig op die private huurmarkt. U hebt inderdaad een conceptnota opgemaakt. Ik heb toen al gezegd dat die een aantal goede aanzetten bevat, maar dat dat niet volstaat. Men zal echt urgente maatregelen moeten nemen, los van die eventuele prijsstijgingen, om iets te doen aan die private huurmarkt. Het verontrust me dan te zien dat in uw begroting vier vijfde van de middelen voor de preventie van uithuiszetting wordt geschrapt. Als daar dan ook nog eens aangekondigde prijsstijgingen bij komen, dan is het duidelijk dat we nood hebben aan urgente, daadkrachtige maatregelen op die private huurmarkt.
Mevrouw Moerenhout heeft het woord.
De noodkreet van de Verenigde Eigenaars was niet de eerste noodkreet, maar de zoveelste over het feit dat de huurprijzen stijgen en blijven stijgen. Onze huurmarkt is er slecht aan toe. Wat ik daar zie, is dat de armoede er heel sterk toeneemt. Ik zie een sterke correlatie tussen die huurmarktprijzen en de armoede. Als ik de vraagstellers dan hoor zeggen dat we het ons niet kunnen permitteren dat het aanbod verder daalt of dat de prijzen stijgen, dan kan ik dat alleen maar beamen. Ik wil toevoegen en benadrukken dat de urgentie groot is, dat de problemen al heel lang aanslepen, dat de noodkreten alsmaar toenemen en dat het vijf na twaalf is. Minister, Groen vraagt dus de conceptnota die inderdaad pas is besproken en waarnaar u ook hebt verwezen, dringend om te zetten in legistiek werk, om ook in de nodige middelen te voorzien en dat liever snel dan traag te doen.
Als uitsmijter wil ik hieraan toevoegen, mijnheer Engelbosch, dat de minister in haar conceptnota de bezorgdheid van sp.a en Groen over de huurpremies deelt. U haalt dus uit naar uw eigen minister en valt haar aan. Dat lijkt me niet correct.
Mevrouw Van dermeersch heeft het woord.
Ik ben geen lid van de commissie Wonen en het is dan ook goed dat de collega’s hier hun bezorgdheid over de geplande stijging met 10 procent uiten.
Die stijging komt niet enkel door kwaliteitseisen of energienormen waaraan moet worden voldaan, maar ook door de toenemende risico’s en onzekerheid voor de verhuurders. Zij mogen, durven, kunnen niet meer verhuren aan wie ze willen of ze worden van discriminatie beschuldigd. Het principe ‘baas in eigen huis’ is meer en meer uitgehold. Ik heb vele verhalen gehoord van mensen die hun huis geruïneerd terugkregen, en ook verhalen over huurders die geen eurocent betalen en toch zeer moeilijk uit het pand kunnen worden gezet. Verhuurders zijn met andere woorden ook vaak een slachtoffer en hebben vele problemen en noden. Mijn vraag, minister, is dan ook bij de uitbouw van de Vlaamse huurwetgeving duidelijk rekening te houden met deze andere facetten en noden van de verhuurders.
Ik herhaal wat ik in mijn initieel antwoord heb gezegd. Leggen we bepaalde eisen op? Ja. Zijn er voordelen aan verbonden voor zowel de huurders als de verhuurders? Absoluut. Voor alle duidelijkheid, ik heb niet de indruk dat de heer Engelbosch me heeft tegengesproken. Maar van twee zaken één. We hebben in één maand tijd achttien commissievergaderingen moeten inplannen om al mijn beleidsbrieven te kunnen bespreken. De bijkomende vragen die vandaag worden gesteld – wie komt er in aanmerking voor de conventionele huur, komt er een renovatiepremie voor verhuurders en dergelijke meer – zijn tijdens de afgelopen twee vergaderingen van de commissie Wonen gesteld en morgen word ik verondersteld erop te antwoorden. Dus ofwel ga ik er nu heel diep op in, maar dan wil ik daar wel de tijd voor krijgen, voorzitter. Ofwel doen we dat waar het eigenlijk thuis hoort, bij de bespreking van de beleidsbrief.
Mevrouw Van Volcem, ik hoop dat u ook begrepen hebt dat ik altijd een absolute tegenstander ben geweest van het belasten van de huurinkomsten. Ik heb me daar altijd tegen verzet. Het is echter mijn bevoegdheid niet, het is federale materie. Mijn partij en naar ik begrijp ook de uwe, hebben zich er altijd tegen verzet en ik hoop dat we op dat punt bondgenoten kunnen blijven.
Ook mevrouw Hostekint heeft haar vraag over het Huurgarantiefonds of het Fonds ter preventie van uithuiszettingen vorige week al in de commissie gesteld en ik word verondersteld daarop morgenvroeg te antwoorden. Dus ofwel, voorzitter, houden we dat debat nu in de plenaire vergadering en gaat de commissie morgenvroeg niet door, ofwel antwoord ik morgenvroeg. Aan u de keuze, maar ik antwoord niet twee keer op dezelfde vraag.
Minister, hier geldt freedom of speech en men mag de vragen stellen die men denkt te moeten stellen. Ik kan moeilijk tegen mevrouw Hostekint zeggen dat ze een bepaalde vraag niet mag stellen omdat ze die vorige week al heeft gesteld. Als voorzitter bewaak ik de freedom of speech.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Collega’s, volgens mij delen we allemaal dezelfde bezorgdheid. Ik wil het ook niet zo negatief voorstellen. De huurmarkt is de afgelopen jaren gegroeid. We doen hier bijna alsof de markt problematisch is, alsof er geen huurwoningen zijn. We mogen niet ontkennen dat de huurmarkt gegroeid is en dat het niet zo slecht gaat. Ik wil enkel de waarschuwing van de Verenigde Eigenaars doorgeven dat we moeten opletten met wat we doen. Hoe meer normen en verplichtingen we opleggen, hoe zwaarder dat aan de huurders zal worden doorgerekend. Ik hoor u zeggen, mevrouw Hostekint, dat er nu maatregelen nodig zijn en dan gaat het volgens u om het belasten van de huurinkomsten, om een huurindexsprong en om bijkomende verplichtingen. Dat is net wat we niet moeten doen, want dat wordt aan de huurders doorgerekend. (Opmerkingen van Michèle Hostekint)
Dit debat toont eens te meer aan hoe moeilijk het is een evenwicht op de private huurmarkt te vinden. Dat de private huurmarkt moet worden versterkt, is ook aangetoond. Er zitten inderdaad een reeks goede maatregelen in uw conceptnota, minister, en die ondersteunen we mee. Ik denk dan aan renovatiehuurovereenkomsten en aan tussentijdse prijsstijgingen, maar dat zullen we allemaal morgen bespreken.
Ik denk dat we nu wel kort op de bal moeten spelen en de nodige maatregelen uitvoeren zodat er voor iedereen een betaalbare en kwalitatieve huisvesting kan worden gegarandeerd.
De actuele vragen zijn afgehandeld.