Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, iedereen kan zich wellicht nog zijn studententijd herinneren. Bij sommigen zal die wat verser in het geheugen liggen dan bij anderen, maar er werd ongetwijfeld ook nagedacht over al dan niet op Erasmus gaan. Elk jaar zijn er zo’n vijfduizend Vlaamse studenten die die keuze maken om op Erasmus te gaan. Voor velen is het noodzakelijk om daarvoor een beurs te hebben. Gelukkig is er een budget van Europa, van Vlaanderen om die jongeren ook een kans te geven op een buitenlandse ervaring.
Nu hebben we te horen gekregen dat er Europees een voorstel op tafel ligt om te besparen op het groeipad voor Erasmusmiddelen. In tijden waarin Europa zeer sterk onder druk staat en het populisme welig tiert, lijkt het me redelijk onaanvaardbaar, maar ook onverstaanbaar, om te gaan besparen op Erasmus, een van de waardevolste, een van de belangrijkste, een van de succesvolste programma’s van de Europese Unie.
Minister, wat zult u doen om die besparing op de Erasmusmiddelen tegen te houden?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Soens, ik ben het volkomen met u eens dat er niet op het afgesproken groeipad kan worden bespaard. Het bedrag dat de EU uittrekt, is 14,7 miljard euro. Voor Vlaanderen betekent dat dat de budgetten die wij krijgen, richting 2019 groeien, van dik 8 miljoen euro in 2016 naar 12,7 miljoen euro. Dat is het voorziene groeipad, en daar mag zeker niet aan worden geraakt.
Wat is er nu gebeurd? De voorzitter van de Europese Commissie, de heer Juncker, heeft tijdens zijn ‘state of the union’ gezegd dat hij boven op dat afgesproken groeipad nog eens 200 miljoen euro extra wou toevoegen. Het lijkt erop dat het Slovaakse voorzitterschap dat te veel vindt, dat het vindt dat dat zou moeten worden teruggebracht naar 100 miljoen euro. Belangrijk om te weten is dus dat het hier niet gaat over het groeipad waarin wordt voorzien. We discussiëren over de 200 miljoen euro extra die was aangekondigd door Juncker. Slovakije lijkt te zeggen dat het ermee akkoord gaat dat er iets bovenop mag komen, maar dat het maar 100 miljoen euro mag zijn.
Ik begrijp wel dat er daarover verwarring was. Ik heb immers gemerkt dat de website POLITICO deze ochtend is aangepast, dat men er een nieuwe tekst op heeft geplaatst waarin staat dat aan het groeipad niet wordt geraakt, dat het gaat over hetgeen boven op het groeipad komt.
Wat dat extra betreft, kan ik ook melden dat het voor Vlaanderen echt hoe meer, hoe beter is. Hoe meer er kan worden geïnvesteerd in die internationale studentenmobiliteit, hoe beter dat ook is voor onze studenten. Vlaanderen zal de engagementen, met de budgetten die wij daar sowieso naast moeten leggen, ook honoreren. Dat had ik u ook al gezegd in het parlement. De onrust die u hier verwoordt, kan ik echter begrijpen. Toen ik gisteren de commentaren zag, deelde ik die ook. Ik deel ze nu nog, trouwens. Ik zou het een goede zaak vinden als er boven op de groeipaden nog wat extra’s zou kunnen komen. Dat zou ook voor onze Vlaamse studenten zeer welgekomen zijn.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt altijd gezegd dat minstens 33 procent van alle studenten een buitenlandse ervaring, een Erasmuservaring zou moeten opdoen. Wij staan daar absoluut achter, maar natuurlijk zullen daar ook wel middelen voor moeten zijn. We zien vandaag dat een belangrijke groep jongeren uit kansengroepen eigenlijk nu al te weinig die buitenlandse ervaring opdoet. Beurzen zijn natuurlijk cruciaal om die groep jongeren mee te krijgen. Ik zou u dus willen vragen om uw invloed in Europa te gebruiken om dat afgesproken extra groeipad van 200 miljoen euro te honoreren.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Voorzitter, minister, eind oktober kwam de kwestie van de Erasmusbeurzen ook al uitvoerig aan bod in de commissie Onderwijs. Erasmus in het kader van een opleiding is een heel belangrijke ervaring voor veel jongeren en biedt een enorme meerwaarde.
De verwachting is dat de internationale mobiliteit bij studenten zal blijven toenemen. We zullen studenten daartoe ook aanmoedigen. De Vlaamse doelstelling is om tegen 2020 minstens een op drie studenten die internationale ervaring aan te bieden. Deze doelstelling moeten we dan ook vertaald zien in een groeiend budget. Onze N-VA-fractie is ook van mening dat als we de doelstelling willen behalen – en die willen we ook graag behalen – bijkomende inspanningen nodig zullen zijn.
Minister, graag verneem ik van u of u denkt aan inhoudelijke maatregelen om de studentenmobiliteit een boost te geven, bijvoorbeeld het stimuleren van initiatieven als ‘Internationalisation at home’. Wellicht komt dit morgen tijdens de begrotingsbespreking ook ter sprake, maar ik wou graag vragen of u kunt zeggen hoeveel middelen in totaal zullen worden uitgetrokken voor het stimuleren van studentenmobiliteit.
De heer De Potter heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in 2017 viert het Erasmusprogramma zijn dertigste verjaardag. Het is daarmee een van de meest succesvolle en belangrijkste Europese programma’s. In tijden van euroscepticisme is het toch wel een programma dat zijn nut heeft.
Minister, uit uw antwoord leid ik af tot het niet gaat om een ‘snoei’ in de budgetten of in de groeimarge, maar om een beperking van de stijging. Onze fractie is uiteraard vragende partij om meer Europese middelen. Onze fractie in het Europese Parlement zal er ook effectief voor pleiten om die extra stijging volledig te garanderen. Voor ons blijft de internationale mobiliteit en het feit dat we liefst zo veel mogelijk studenten een beurs kunnen geven belangrijk.
Minister, ik zou een suggestie willen doen die misschien op Europees niveau moet worden besproken. Laat ons nagaan of we in de omkadering van het Erasmus+-programma niet kunnen besparen in de bureaucratie om op die manier meer budget vrij te maken.
Collega’s, ik zal – zoals mevrouw Soens het zo mooi uitdrukt – mee proberen aan de kar te trekken om de budgetten op peil te houden. Er is in een groeipad voorzien. Het is ook voor Vlaanderen aangenaam om, als er een groeipad is, te weten wat dat is. Zo kunnen wij ook onderzoeken welke middelen wij ernaast moeten zetten. Als het telkens fluctueert, is het moeilijk om dit correct in te schatten.
Ik ben een absolute voorstander van een zo maximaal mogelijke mobiliteit van studenten. Ik heb het in de commissie ook al gezegd dat het op dit ogenblik onmogelijk is om voor alle studenten die een buitenlandse ervaring willen opdoen, een beurs te hebben. We moeten er wel op toezien – en de instellingen hebben er een vrij grote autonomie in – dat de beurzen zeker terechtkomen bij die jongeren die een financiële kwetsbaarheid hebben. Als alleen maar de sterkeren naar het buitenland kunnen met een beurs en jongeren die geen financiële mogelijkheid hebben hierdoor worden afgeremd, dan zijn we niet goed bezig.
De aantrekkingskracht van Erasmus is bijzonder groot. Steeds meer jongeren doen zo’n internationale ervaring op. Dat is zeer goed en staat trouwens ook zeer goed op een cv. Het is meer dan studeren alleen. Je kunt je ook redden in een anderstalige context. Je kunt je soepel aanpassen aan andere gewoonten en gebruiken. Steeds meer jongeren gaan ook buiten Europa andere lucht opsnuiven.
Ik ben bereid om samen met de hogescholen en de universiteiten na te gaan hoe we het ondersteuningskader, de beurzen, zo kunnen organiseren dat ze terechtkomen daar waar ze zeker het meest nodig zijn, bij die jongeren die ze het meest nodig hebben.
Minister, u hebt onze volle steun. Nogmaals, Europa staat onder druk. Erasmus is een van de waardevolste projecten van de Europese Unie waardoor jongeren op een positieve manier met Europa in contact komen. Besparen op Erasmus, is voor ons ook besparen op de toekomst, besparen op de toekomst van de jongeren maar ook op de toekomst van Europa. Voor ons is dat onbegrijpelijk en onaanvaardbaar.
De actuele vraag is afgehandeld.