Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, we lazen afgelopen weken in de kranten dat de onderwijskoepels u blijkbaar opjagen voor de hervorming van het secundair onderwijs. Het laatste wat wij willen doen, is u opjagen. U hebt ook nog de bevoegdheid Leefmilieu gehad, en wat betreft de jacht is er discussie geweest waarop men mag jagen en waarop niet.
Het masterplan secundair onderwijs is een heel uitgebreid pakket. Het betreft zowel maatregelen voor het basisonderwijs als het secundair onderwijs. Het gaat over oriëntering, eindtermen, studierichtingen in de tweede en de derde graad, gebieden waar die studierichtingen inzitten, namelijk Science, Technology, Engineering, Mathematics (STEM), meer wetenschappelijk gericht, cultuur enzovoort. Het zijn heel veel gespreksonderwerpen waar we mee bezig zijn. We stellen vast dat de koepels willen dat het vooruitgaat.
Minister, collega’s, ik kom in heel wat scholen, en scholen weten niet goed meer wat er op dit moment aan het gebeuren is. Sommigen zeggen me dat er acht domeinen komen, anderen zeggen dat het er vijf zijn. Men zegt: ‘Neen, het zijn studiegebieden’. Er is verwarring in de scholen zelf. Bovendien komt 1 september 2018, zoals Urbanus vroeger zei, dichter en dichter en dichter. Dat maakt wel dat die scholen en leerkrachten zich vragen stellen. Die scholen en leerkrachten zijn nu nog volop bezig met het M-decreet te implementeren, namelijk kinderen met bijzondere noden en beperkingen die in de gewone klas zitten. Er zijn heel veel vragen over de zevende jaren: waar gaan die terechtkomen? De screening is gebeurd in een bepaalde periode. Nu blijkt dat sommige studierichtingen heel veel werkzekerheid geven, bijvoorbeeld grafische communicatie. Minister, denkt u dat de datum die u hebt vooropgesteld van 1 september 2018 wat betreft realistische en gerichte maatregelen in het secundair onderwijs, haalbaar blijft, gezien alle extra info die we op dit moment krijgen en de dossiers die op uw tafel liggen en ermee verband houden?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Daniëls, ik ben een beetje verrast over de manier waarop u de vraag stelt. Uit alle indicatoren die we zien, blijkt immers de enorm grote nood aan de modernisering van ons secundair onderwijs. Ik dacht dat u daar ook een heel groot voorstander van bent. Als u mij nu komt vragen of mijn timing in het gedrang komt, dan ga ik er toch wel van uit dat u er samen met mij alles aan zult doen om te zorgen dat we de timing voor de zo broodnodige hervorming kunnen halen.
Ik heb het artikel en de commentaar van de koepels heel goed gelezen. Ik begrijp wel waar die commentaar vandaan komt. Wij hebben met de Vlaamse Regering een paar maanden geleden een plan goedgekeurd. We hebben ook een matrix goedgekeurd voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs en we hebben in een aantal studiedomeinen voorzien. We hebben gevraagd aan het hele veld, zoals trouwens was afgesproken in het plan, om wat we voorstellen, te bekijken en insteken te geven. We hebben van heel veel sectoren een insteek gekregen over wat goed zit, wat minder goed zit en waar men graag wat bijsturingen ziet. We hebben ook van de koepels en het net één gezamenlijk voorstel gezien, waarin ze zeggen dat acht domeinen te veel is. Ze zouden liever naar vijf gaan en liever werken met subdomeinen. Dat hebben ze me ongeveer halfweg september overgemaakt. Het is nu mijn taak om met al deze voorstellen en met het gezamenlijke voorstel van de koepels en de netten aan de slag te gaan en te komen tot een herwerkt voorstel, dat uiteraard wortels blijft vinden in wat de Vlaamse Regering heeft goedgekeurd.
Ik kan begrijpen dat de koepels en de netten liever zouden hebben dat ik hun voorstellen overneem en dat daarmee de kous af is. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Ik denk aan de bakkersscholen en de slagersscholen bijvoorbeeld. Heel veel scholen hebben aan mij hun zorgen geuit, ook over het voorstel dat door de koepels en het net zelf is gedaan. Het is dus van belang dat we wat dit betreft voldoende zorgvuldig te werk gaan en, zoals u zegt, ervoor zorgen dat we de juiste keuzes maken als we de studierichtingen van de toekomst bepalen.
Wat de andere maateregelen betreft: voor Onderwijsdecreet (OD) XXVII zijn er op dit ogenblik een aantal voorstellen die bepalingen meenemen uit het masterplan. Die moeten in dit parlement worden goedgekeurd. Wat betreft de eindtermen, heb ik begrepen dat u erop staat om ook vanuit het parlement daarin een voortrekkersrol te spelen en ook daar een voorstel te kunnen doen. Ik ben in blijde verwachting daarvan.
Dank voor het antwoord, minister. De N-VA wil beperkte, gerichte maatregelen. Dat spreekt voor zich. In 2013 keurden we het masterplan secundair onderwijs mee goed. In 2016 keurden we de conceptnota’s van de Vlaamse Regering mee goed. Er zijn maatregelen nodig. Recent is evenwel nog gebleken dat het Vlaams onderwijs erg goed is. Vandaar de noodzaak van gerichte maatregelen.
U zegt dat u hoopt dat wij aan de kar willen meetrekken. Uiteraard is dat zo. Maar tot nader order voeren wij die maatregelen niet uit. Het zijn de leerkrachten die het zullen moeten doen, en bij hen hoor ik toch wat vragen. Er is een koepel die op dit moment de ronde doet om het voorstel dat hij al aan u heeft bezorgd aan zijn achterband voor te leggen. Ik vang op dat er goede vragen en opmerkingen leven. De vraag stelt zich dan ook hoe het zit met het oriënteringstraject ten behoeve van de overgang van het lager onderwijs naar het secundair onderwijs. We moeten het volledige beeld in ogenschouw nemen vooraleer we een beslissing kunnen nemen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, l’histoire se répète. Alle stakeholders zijn het eens over de noodzaak van een verandering, een verbetering, een hervorming van het secundair onderwijs. Er schijnt maar één partij te zijn die steeds opnieuw roet in het eten gooit, zelfs over de vereenvoudiging van de matrix: de N-VA. Ik feliciteer de koepels met hun verbeterd voorstel inzake de vereenvoudiging van de tweede en derde graad. Het komt nu de verdomde Vlaamse Regering toe om die tweede en derde graad te vereenvoudigen en voorts ook de rest van de hervorming van het secundair onderwijs ernstig te nemen. Dat betekent de studiekeuze op een later tijdstip invoeren en het watervaleffect tegengaan. Zo kunnen we meer Vlaamse jongeren de kans bieden op een diploma en een goede toekomst op de arbeidsmarkt. Maar u, mijnheer Daniëls, torpedeert, samen met Zijne Koninklijke Hoogheid uit Antwerpen, de heer Bart De Wever, voor de zoveelste keer de hervorming van het secundair onderwijs. Dat is erg pijnlijk. (Applaus bij sp.a en Groen)
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de timing is één zaak, maar ook inhoudelijk stelt er zich een probleem met de matrix. Het is het resultaat van een politieke compromis. We weten allemaal dat het een koehandel is, met als resultaat dat de koepels het niet eens zijn. Ze zijn vernietigend. Ze zeggen dat ze het helemaal anders zien. Ze willen geen acht domeinen. De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) is ronduit vernietigend over de hervormingsvoorstellen. Het veld trok al meermaals aan mijn mouw. De richtingen grafische opleiding, fotografie en ook andere richtingen stellen dat hun bestaansrecht verdwijnt, hoewel het nuttige opleidingen zijn.
U zit dus met een politiek probleem, uitgerekend op het moment dat we hoognodig iets moeten doen aan de uitstroom en de schoolmotivatie. Minister, u moet knopen doorhakken in dossiers als het Inschrijvingsdecreet en het lerarenpact. Maar dat gebeurt niet, omdat u het in de Vlaamse Regering niet eens geraakt. Er is dus een probleem.
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, voor het zomerreces besprak het Vlaams Parlement een voorstel waarover we het eens werden. We spraken duidelijk af dat we het zouden voorleggen aan het onderwijsveld en aan al wie bij het dossier is betrokken. Want niet alleen de tijd, maar ook de kwaliteit telt.
Het is belangrijk dat de hervorming van het secundair onderwijs er komt. De noodzaak ervan mag niet in vraag worden gesteld, want die is voldoende aangetoond. Minister, u hebt van veel partners adviezen en voorstellen gekregen. Het is belangrijk om die nu op een rijtje te zetten en ze te toetsen aan onze doelstellingen: de ongekwalificeerde uitstroom wegwerken; het watervalsysteem tegengaan; een betere studiekeuze mogelijk maken. Als die verbetervoorstellen, zo nodig aangepast, onze doelstellingen realiseren, dan moeten we die integreren. Indien dat niet het geval is, is er een voorstel dat kan worden uitgevoerd.
De heer De Ro heeft het woord.
Aan alle onderwijsmensen die op woensdagnamiddag deze uitzending volgen, wil ik duidelijk stellen dat het niet klopt dat er niets wordt uitgevoerd. Minister Crevits heeft terecht gezegd dat OD XXVII hier binnenkort wordt behandeld. Er zijn verschillende onderdelen over kleuters, over talen. De uitvoering kan na de goedkeuring van het Onderwijsdecreet worden gestart.
Na het akkoord dat is afgesloten en dat altijd een compromis zal zijn wanneer het over onderwijs gaat, hebben we met de meerderheid besloten dat we nog verbeterpunten willen aanbrengen wanneer er vanuit het veld zinvolle zaken komen. We moeten rekening houden met die punten en ze ook onderzoeken. De slechtste vorm van participatie is het inzamelen van adviezen en daar niets mee doen. Wanneer we die ernstig nemen, moeten we rekening houden met de voorstellen van de koepels en andere organisaties. Ik ga ervan uit dat wanneer de administratie dat werk heeft gedaan, de drie meerderheidspartijen in positieve zin zullen samenwerken om dat zo snel mogelijk op te lossen. Wij zullen dat in elk geval voor en achter de schermen doen.
Ik begin met een verwijzing naar het veld. Ik ga vrij regelmatig bij scholen op bezoek en in zie telkens schoolbesturen, schooldirecties, leerkrachtenteams die met veel enthousiasme aan de slag zijn op basis van de lijnen die wij gezamenlijk met deze Vlaamse Regering hebben getrokken. Die keuze is een voortzetting van de keuze die de vorige Vlaamse Regering heeft gemaakt maar de sporen zijn getrokken en de scholen, zoals we vaker het geval is in onderwijs, gaan er voluit mee aan de slag.
Mevrouw Meuleman, een paar maanden geleden hebben wij hier met deze Vlaamse Regering een plan inclusief een matrix goedgekeurd. U deed daar toen heel neerbuigend over maar aantal weken later legden de koepels en de netten me een herwerkte versie voor die de basisfilosofie volkomen respecteert maar die enigszins andere domeinen zoals een talendomein invoegt. Dat hadden wij niet gedaan maar dat is geen breekpunt. En dan kan men twee dingen doen: ofwel volgt men dat blindelings, ofwel luistert men toch naar het bredere veld. Dat bredere veld zijn de scholen en de scholengroepen. Ik hoor nu sportscholen en hotelscholen die menen dat zij in dat gezamenlijke voorstel, niet dat van de Vlaamse Regering maar dat van de koepels en de netten worden geliquideerd. Dat is natuurlijk niet de bedoeling, wij willen sterk hotelonderwijs, wij willen sterke bakkers, wij willen sterke slagers. Het is toch maar normaal dat we op basis van het gezamenlijke voorstel nagaan hoe we de beste keuze kunnen maken.
Ik ben het ook een beetje beu dat u me wilt pakken op de timing. Jaren geleden is beslist dat er halfweg 2016 een matrix op tafel moest liggen en hij ligt er. We hebben opmerkingen gevraagd tegen 15 september en die waren er. En vandaag is het 16 november en verwijt u me dat ik nog niet heb beslist. Als ik onmiddellijk had beslist nadat ik de opmerkingen had ontvangen, dan had u wellicht gezegd dat ik ze niet had gelezen en dat ik veel te snel was. Dus ja, ik wil dit jaar die definitieve matrix afronden maar ik zal dat doen met heel veel zorg en overleg, niet alleen met de koepels en de netten maar met ook het brede veld en als u dat wenst, ook met u. (Applaus bij de meerderheid)
Mijn mond valt open wanneer ik hoor dat collega’s uit de commissie Onderwijs hier bij machte zijn om te beweren dat er niets gebeurt. Dan kan ik maar twee zaken vaststellen: ofwel zitten zij niet in de commissie Onderwijs, ofwel lezen zij niet wat daar gebeurt. De bezorgdheid die wij hier vandaag uiten, gaat over scholen en leerkrachten. Het zijn de koepels en de sectoren die opmerkingen hebben gemaakt. Er zijn echter 182.000 leerkrachten die het in de klas zullen moeten doen en die stellen zich vragen, en dus moeten wij die opentrekken.
Wanneer we spreken over een oriënteringstraject, maakt het niet uit dat het enkel over de tweede en derde graad gaat want daar komt ook nog iets voor. In de lagere school kijkt men ook uit naar wat het vervolg is. Het gaat om het totaalplaatje.
Afsluitend wil ik gewoon meegeven wat ook collega Helsen zegt: tijd is één zaak, kwaliteit is een andere zaak. Wat we nu bijsturen, is voor nu en voor een lange tijd, om rust te houden in het onderwijs. We gaan dan ook de minister niet opjagen om een timing te halen, want dan weten we wat daarvan komt. Meestal is dat broddelwerk, en daar bedanken we als N-VA voor. (Applaus bij de meerderheid)
De actuele vraag is afgehandeld.