Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, we herinneren ons waarschijnlijk allemaal nog wel de natte maanden mei, juni en juli, toen heel wat straten blank kwamen te staan en heel wat woonkamers onder water liepen. Minister-president, we waren blij op 31 oktober te kunnen lezen dat er drie erkenningsbesluiten werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Daarin werd onder meer de hevige regenval van 27 mei tot en met 27 juni als ramp erkend, zodat alle mensen die toen schade leden, ook daadwerkelijk aanspraak kunnen maken op een vergoeding.
Het is zeker zeer positief dat het zo snel verlopen is, dat u heel de periode van die hevige regenval in aanmerking hebt genomen en dat het uiteindelijk geldt voor heel Vlaanderen. Wat we ietwat minder positief vinden, is dat er op dit moment nog twee erkenningsdossiers lopen, en die hebben juist betrekking op die periode. Zo hebben we nog de dag van 23 juni toen er een hevige windhoos, rukwinden en hagelbuien voor heel wat schade hebben gezorgd en de dag van 23 juli, waarvoor nog geen erkenningsbesluit is genomen. Mensen die schade geleden hebben, moeten hun dossier indienen voor 31 januari 2017. Wat nu als ik schade heb, zowel op 23 juni door de hevige regenval, als ook door de storm? Wil ik als burger aanspraak maken op een schadevergoeding, dan moet ik twee dossiers indienen. Dat brengt bijkomende rompslomp met zich mee.
Waarom werd niet overwogen om alle erkenningsdossiers gelijktijdig te laten gelden als een ramp, zodat er gelijktijdig maar één dossier hoeft te worden ingediend?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega Peeters, u maakt zich nodeloos zorgen. Er zijn nog drie dossiers in behandeling.
Het eerste waar u het over hebt, is de periode van de zeer zware regenval in mei en juni. Dat dossier hebben we kunnen erkennen op basis van de Belgische wetgeving. We hebben een nieuw decreet, maar dit valt onder de Belgische wetgeving. Daarin staat dat als er over het hele land schadedossiers zijn voor een geraamd bedrag van meer dan 50 miljoen euro, de regering zonder verdere adviezen of bewijsmateriaal kan overgaan tot erkenning. We hebben daar gebruik van gemaakt.
Er zijn nog drie dossiers, twee van 23 juni en één van 23 juli, die wel nog in de erkenningsfase zitten. Dat heeft te maken met het feit dat je voor het dossier van de zware windhoos en van de hagelschade adviezen moet hebben van het KMI en andere instanties, maar bovenal ook dat je fotomateriaal moet hebben. Het laatste bewijsmateriaal en de laatste foto’s die moeten worden aangeleverd door de gemeenten zijn ingeleverd door de gemeente Borgloon op 19 oktober. Er is onmiddellijk werk gemaakt van de drie besluiten. We hebben een advies aangevraagd bij de Inspectie van Financiën (IF) en dat ook verkregen. Het dossier ligt nu bij collega Tommelein voor begrotingsadvies.
Naargelang van de snelheid waarmee ik begrotingsadvies krijg, zal ik het dossier kunnen agenderen, uiterlijk volgende vrijdag ofwel ten laatste de week daarop. We gaan die dossiers evenzeer diligent behandelen, maar het verloopt enigszins anders omdat daar een immense schade was over het gehele land, die op meer dan 50 miljoen euro was geraamd, en dus een ander procedure kon worden gevolgd.
Minister-president, ik dank u. Het blijft wel zo dat in Zuid-Limburg heel wat landbouwers geconfronteerd werden met die windhoos. Als ik nu op 23 juni schade heb geleden door die windhoos, maar ik heb in mijn woning ook water door die hevige regenval, dan moet ik twee dossiers indienen. Het ene dossier moet voor 31 januari 2017 ingediend zijn en het andere moet nog eerst definitief erkend worden als een ramp. Dan moet uw administratie die twee dossiers afzonderlijk gaan beoordelen en de burgers moeten twee aparte dossiers indienen. Dat lijkt mij qua rechtszekerheid niet zo interessant. Daarom vind ik dat men beter alles gelijktijdig had erkend als ramp. Dat zou alleszins voor de burger veel duidelijker zijn geweest.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Het is inderdaad zo dat wanneer iemand schade heeft geleden, hij zo snel mogelijk vergoed wil worden en dat dit liefst zo weinig mogelijk rompslomp met zich meebrengt. Als ik hoor dat het laatste dossier op 19 oktober is ingediend door de gemeente Borgloon en de beslissing volgende week zal vallen, dan ben ik blij dat op dit ogenblik de afhandeling veel sneller gaat sinds het een Vlaamse bevoegdheid is dan voorheen. We blijven het dossier opvolgen en we zijn blij dat we volgende week heel zeker weten dat alle slachtoffers vergoed zullen worden en dat alle schade heel snel zal worden vergoed.
Minister-president, we vragen u dit verder goed op te volgen er ervoor te zorgen dat de betalingen heel snel bij de mensen geraken.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister-president, we sluiten ons natuurlijk aan bij de vaststelling dat de afhandeling en de erkenningsprocedure, sinds Vlaanderen daarvoor instaat, veel sneller en adequater gebeuren dan voorheen. Minister-president, mijn felicitaties daarvoor aan u en aan uw administratie.
Langs de andere kant wordt er ook een zeer grote hoeveelheid dossiers verwacht. Men spreekt van een vijfduizendtal dossiers die zouden kunnen worden ingediend voor de erkende rampen. Minister-president, is er voorzien in bijkomende bestaffing en personeel om die dossiers adequaat te kunnen afhandelen nadat ze zijn ingediend, zoals het trouwens ook bij vorige rampen is gebeurd?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister-president, we zijn het er allemaal over eens dat als mensen getroffen worden door een ramp, we vooral moeten zorgen voor goede communicatie en snelle afhandeling van de dossiers. Het is een beetje een ongelukkige samenloop van omstandigheden, volgens mij, omdat de storm en de hagel van 23 juni zich in dezelfde periode hebben voorgedaan als de wateroverlast. Daardoor is het heel verwarrend voor mensen die zien dat de wateroverlast erkend wordt, en die dan natuurlijk denken dat de storm en de hagel ook erkend worden. Daardoor worden de gemeenten overspoeld met vragen. Dat bemoeilijkt de communicatie een beetje. Maar, minister-president, ik leid uit uw antwoord af dat u op heel korte termijn ook dit noodweer zult erkennen als ramp. Ik ga er dan ook van uit dat de dossiers, zodra ze binnen zijn, snel zullen worden afgehandeld.
Collega’s, dank u. U kunt ervan op aan dat we die dossiers zo diligent mogelijk zullen behandelen. Wij doen dat ook.
Mijnheer Dochy, u raakt dat punt terecht aan. Het eerste jaar dat wij bevoegd zijn, werden wij getroffen door een enorme ramp. Het is ook een ramp voor de administratie. Wij hebben – ik zeg het uit het hoofd – drie mensen overgeheveld gekregen van het federale niveau. Er is inderdaad een toeloop van dossiers. Voor de eerste grote ramp worden er vijfduizend dossiers verwacht. Dit kan niet afgehandeld worden door die mensen. De regering is akkoord gegaan met mijn voorstel om tot tien bijkomende voltijds equivalenten in te schakelen om die afhandeling te kunnen doen. Het zal enorm veel voeten in de aarde hebben. Elk dossier moet zorgvuldig bekeken worden. Daar heb je menskracht voor nodig, daar kun je niet onderuit. Wij gaan alle mogelijke maatregelen nemen om die rampen zo snel mogelijk af te handelen.
Mevrouw Robeyns, ik begrijp uw zorg. Daarom zijn wij blij dat ook de lokale besturen daarbij betrokken zijn, om tekst en uitleg te kunnen geven. Bedankt ook voor uw begrip.
Mevrouw Peeters, ik begrijp uw kritiek echt niet. Wat moest ik misschien doen? Moest ik wachten met de erkenning van die grote ramp terwijl er wellicht vijfduizend mensen over heel Vlaanderen door getroffen zijn, totdat we ook het dossier van de hagel en de windhoos hebben kunnen behandelen? Dat zou heel slecht geweest zijn. Het is belangrijk dat er een erkenning is, dat mensen hun dossier kunnen indienen.
Mevrouw Peeters, ik mocht, in het kader van goed bestuur, niet handelen vooraleer het laatste bewijsmateriaal aangeleverd was. Voor de windhoos en de hagel moet er fotomateriaal zijn. Het laatste werd aangeleverd op 19 oktober. Er is onmiddellijk gehandeld door de administratie. De besluiten zijn klaar, ze zijn naar de Inspectie van Financiën gegaan, het advies is verkregen, het dossier ligt bij Begroting. De mensen gaan twee schadedossiers moeten indienen als ze ongelukkigerwijs zijn getroffen door de zware regenval én de windhoos of de hagel. Maar zelfs in één dossier zouden zij twee soorten schade hebben moeten bewijzen. Eén keer omdat ze – bij hypothese – op 27 mei onder water hebben gestaan, en dan één keer omdat ze op 23 juni een gebouw hebben waarvan het dak werd afgerukt of waarvan een schouw schade heeft geleden door de windhoos.
Hoe dan ook waren dit twee verschillende bewijsleveringen. Moet je nu zeggen dat het jammer is dat die mensen dat twee keer moeten indienen? Het jammere is dat ze twee keer getroffen zijn. Het goede is dat we er werk van maken om die erkenningen snel te laten gebeuren. We zullen er alles aan doen om die erkenningen snel af te handelen. Maar ik vraag nu al uw begrip: er zijn enorm veel dossiers. De raming is dat er vijfduizend zullen zijn in het eerste jaar dat we bevoegd zijn, op een moment dat we onvoldoende menskracht hebben en onvoldoende middelen. Het wordt dus een enorme inspanning voor ons, qua menskracht maar ook budgettair.
We gaan er alles aan doen, zeker wat de erkenningen betreft. We hebben snel en goed werk geleverd. Vervolgens heb ik de opdracht gegeven om die dossiers zo snel en zo hulpvaardig mogelijk aan te pakken en op te lossen.
Minister-president, ik heb ook gezegd dat wat goed is, goed is. Het is inderdaad snel verlopen en daar is iedereen heel tevreden mee. Iedereen die schade heeft geleden, moet zo snel mogelijk kunnen worden vergoed.
U zegt zelf dat u tien mensen extra moet aanwerven omdat er ruim vijfduizend dossiers bij de administratie terechtkomen om te kunnen worden beoordeeld. Het is en blijft spijtig dat sommige mensen nog altijd twee aparte dossiers moeten indienen. Dat is voor de administratie omslachtiger, en voor de burgers onduidelijker. Daarvan wil ik een punt maken. Men had dat iets eenvoudiger kunnen doen door de erkenningsdossiers gelijktijdig te laten lopen. Dan was het misschien iets later, maar dan toch alleszins veel duidelijker geweest voor de burger.
Minister-president, ik zie u neen knikken, maar ik denk dat we qua rompslomp toch iets duidelijker te werk hadden kunnen gaan.
De actuele vraag is afgehandeld.