Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Keulen heeft het woord.
Geluidsoverlast is ook iets wat de leefkwaliteit van mensen hypothekeert. Laat ons hier zelf het voorbeeld geven en naar elkaar luisteren.
Minister Weyts, u hebt een aantal dagen geleden aangekondigd dat u de installatie van nieuwe trajectcontroles in Vlaanderen zult weghalen bij het lokale niveau en naar het gewest zult halen. Het duurt immers te lang, en op die manier krijgt u geen performant systeem. U wilt evolueren naar twintig trajectcontroles per jaar, terwijl dat er nu zeven per jaar zijn.
Wanneer ik echter op het lokale niveau mijn oor te luister legt, dan hoor ik daar net het omgekeerde. De lokale besturen beweren allemaal voorstander te zijn van trajectcontroles. Zij worden door de burger aan de mouw getrokken om iets te doen aan de overdreven snelheid in het verkeer, maar het duurt volgens hen een eeuwigheid voor zij duidelijkheid krijgen over de Vlaamse cofinanciering en over de herijking van de trajectcontroles en van de flitstoestellen. Zij vinden dus dat het gewest te lang wacht om duidelijkheid te geven over de Vlaamse cofinanciering en subsidies.
Mijn vraag luidt: waarom legt u de verantwoordelijkheid bij de gemeentebesturen? Kunt u me daarover duidelijkheid verschaffen?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, collega's, trajectcontroles zijn erg effectief in de strijd tegen de schande van de vierhonderd verkeersdoden die we jaarlijks op onze wegen tellen.
Er zijn twee systemen. Voor de snelwegen werken we samen met de federale minister van Binnenlandse Zaken Jambon. We proberen daarbij zo gebiedsdekkend mogelijk te werken, met ANPR-camera’s (Automatic Numberplate Recognition) die dienstig zijn voor zowel criminaliteitsbestrijding als voor het vaststellen van snelheidsovertredingen. Voor de gewestwegen werken we samen met de lokale besturen, en dus met de politiezones. Dat verloopt traag. Het gaat me er nu niet om wie daarvoor verantwoordelijk is. Ik stel alleen maar vast dat de beslissingsketen traag werkt en dat de financieringsmogelijkheden verschillen.
Wat dat laatste betreft: vandaag zijn er veel meer politiezones die kiezen voor flitspalen, want de Vlaamse overheid betaalt die. Trajectcontroles daarentegen worden maximaal voor 50 procent door de Vlaamse overheid gesubsidieerd. Nochtans zijn we het erover eens dat trajectcontroles efficiënter zijn wat betreft het bevorderen van de verkeersveiligheid. Het andere probleem is de snelheid van de beslissingsketen. Eerst moet de politiezone een beslissing nemen. Vervolgens gaat het dossier naar de provinciale commissie die zich over de verkeersveiligheid buigt. Nadien gaat het dossier naar het Agentschap Wegen en Verkeer, dat alle informatie samenbrengt en op basis daarvan een rangordening aanbrengt. Ondertussen en parallel – terwijl die beslissingen worden genomen en gecommuniceerd – wijzigen de lokale coalities. De gemeenteraden moeten in deze een beslissing nemen. Die beslissen dan om in de zaak geen geld te investeren.
Er zijn dus redenen om te gaan naar een nieuw financieringssysteem. Een: zoals voor de flitscamera’s het geval is, zullen we de trajectcontroles integraal financieren. Twee: we trekken daar meer middelen voor uit. Drie: we pakken het top-down aan. Vandaag gebeurt de installatie van de trajectcontroles op de gewestwegen erg ongelijk. In Antwerpen zijn er twintig en er is eentje in Oost-Vlaanderen. Elders zijn er geen. De plaatsing van trajectcontroleapparatuur geschiedt dus niet in functie van het aantal verkeersongevallen en de verkeersslachtoffers, maar willekeurig, op basis van eigen initiatieven van politiezones. Ik wil de plaatsing ervan objectiveren, in functie van de verkeersveiligheid. Dit jaar komen er zeven bij. Die waren al gepland, en we zullen ze voor 100 procent financieren. Vanaf 2017 komen er in Vlaanderen elk jaar twintig trajectcontroles bij.
Lokale besturen – stads- en gemeentebesturen – zijn voorstanders van trajectcontroles, zowel om de snelheid te kunnen handhaven, als om te kunnen bijdragen aan het zogenaamde cameraschild van minister Jambon, dat dient om de georganiseerde criminaliteit aan te pakken. Ik ken er geen andere. Inhoudelijk zitten we op dezelfde golflengte. Ik denk wel dat u daarover structureel overleg moet plegen met de lokale besturen.
We weten uiteraard dat te snel rijden niet mag, maar niet elke snelheidsovertreding leidt tot een gevaarlijke situatie. Het wordt slechts gevaarlijk als dat gebeurt in de buurt van gebouwen, waar allerlei maatschappelijke functies worden gerealiseerd. Daarmee rekening houden is van kapitaal belang, willen we een performant systeem uitbouwen.
De heer Doomst heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de Vlaamse gulheid in deze is een goede zaak. Maar naast sinterklaas is er ook een zwartepiet mee gemoeid. Daarover ben ik het eens met de heer Keulen. Het is onterecht om de zwartepiet alleen aan de lokale besturen te geven. Er is enorm veel bereidheid om dingen te doen op dat vlak. We moeten nog altijd gehoor geven aan de bottom-upbeweging. Wat gebeurt er met de mensen die al engagementen op het terrein hadden opgenomen? Er zijn nu zeven gelukkigen geselecteerd, maar wie krijgt er voor de rest het lekkers, en wie de roede?
De heer Van Miert heeft het woord.
De minister en de regering willen in dit dossier de vlucht vooruit nemen. Indien de andere gewesten niet mee willen, laat ons dan vooral zelf voortwerken. Trajectcontrole en nummerplaatherkenning zijn toch de uitgesproken middelen om onze politiediensten in de toekomst bij te staan bij hun al zo zware taken.
Minister, gaat u als Vlaams minister van Mobiliteit werken aan een Vlaamse blacklist van overtreders om de lokale trajectcontroles en nummerplaatlezers bij te staan in hun taken?
De VVSG is de idee niet ongenegen. Men heeft het herhaaldelijk over het extra belasten van gemeentelijke begrotingen. Wel, dit is een voorstel ter ontlasting van die gemeentelijke begrotingen en ten faveure van de gemeentelijke budgetten.
Wat vandaag al was overeengekomen, ging uit van de zeven geselecteerde tracés voor 2016 en van een participatie van lokale politiezones. Dat valt onder het nieuwe systeem. Daar gaan we dus gewoon mee door. Dat wordt gehonoreerd en gerespecteerd. Ik zou niet willen dat zij de dupe zijn, dat zij moeten betalen en de volgende generatie niet. Neen, het is een duidelijke afspraak: die financiële overeenkomsten blijven gehonoreerd.
Het gaat me niet om de zwartepiet doorgeven. Wat voor mij de druppel was die de emmer deed overlopen, was dat we in sommige gevallen heel lang onderhandelden, soms zelfs vijf keer heen en weer met een bepaalde politiezone, en er was ook een politiezone die zich op het laatst terugtrok. Dit is een veel beter systeem, dat iedereen ten goede komt. We gaan dat doen op basis van zwarte tracés. Als we er twintig per jaar gaan bekijken, is dat op basis van zwarte tracés, vooral op basis van verkeersongevallen door snelheidsovertredingen. Dat is een objectivering waar heel Vlaanderen en vooral de strijd tegen de schande van de vierhonderd verkeersdoden wel bij zullen varen.
We creëren niet de nieuwe Vlaamse ruit. Vandaag komen in bepaalde sectoren de subsidiestromen altijd terecht in die Vlaamse ruit: Antwerpen, Leuven, Gent en Brussel in het midden. De andere gebieden vallen daarbuiten. Daar wil ik absoluut voor waarschuwen, want verkeersveiligheid is een vraagstuk waarvoor de verantwoordelijkheid moet worden gedragen van de Maas tot aan de kust.
Minister, als u dan toch voor een heel performant systeem gaat, waak er dan over dat uw Vlaamse verwerkingscentrale, die de overtredingen meteen digitaal verwerkt en bij de dader doet terechtkomen, genoeg capaciteit heeft. Als er vandaag een actie gebeurt en dat moet naar die Vlaamse verwerkingscentrale, dan slaat het systeem heel vlug tilt en wordt het een slechte Belgenmop, en dat wil ik u niet aandoen. (Applaus bij Open Vld)
De actuele vraag is afgehandeld.