Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de lopende CETA-onderhandelingen met Wallonië
Verslag
De heer Vanbesien heeft het woord.
Minister-president, ik heb daarnet een filmpje gezien waarin u buitenkwam uit de onderhandelingen met de gewesten over het Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA). U zei, nogal stoer: “Ik heb daar de belangen van de Vlamingen verdedigd.” Als ik het analyseer, dan moet ik, met spijt in het hart natuurlijk, tot de conclusie komen dat u daar niet de rechten van de Vlamingen hebt verdedigd, maar de rechten van de multinationals en hun recht om een eigen rechtspraak te hebben in ons land wanneer het gaat over disputen over investeringen en hun recht om schadeclaims in te dienen wanneer er beleid wordt gevoerd, bijvoorbeeld door dit Vlaams Parlement, dat hun niet zint. Als er iemand is die de rechten van de gewone Vlaming en van de Vlaamse kmo’s heeft verdedigd, dan is het wel Paul Magnette. Minister-president, mijn voorstel zou zijn dat wij straks samen, namens de Vlamingen, ook zullen zeggen: “Dank u, Paul Magnette” en dat we hem misschien zelfs een erepenning geven namens de Vlaamse Gemeenschap. (Applaus bij Groen en sp.a)
Hij heeft een zeer correcte benadering gehanteerd, namelijk ‘vrijhandel ja, maar voorrechten neen’.
Er zijn dus nieuwe voorstellen in de onderhandelingen ingediend door de Waalse Regering in overleg met het Waalse Parlement. We kennen die niet. Minister-president, wat hebben ze daar voorgelegd? En vooral, ziet u zelf ook manieren om het hele systeem te verbeteren? Wat is het standpunt geweest van de Vlaamse Regering?
De heer Daems heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, velen zeggen dat Canada een land is dat erg Europees is. Ik zou zelfs durven te zeggen dat, als Canada binnen Europa zou liggen, en gegeven het feit dat het, wat cultuur en performantie betreft, veel weg heeft van de Scandinavische landen, het een van de basislanden van de Europese Unie zou zijn. Het is daarom des te bevreemdender dat we blijkbaar niet in staat zijn om met hen een akkoord af te sluiten dat een aantal barrières om meer handel te drijven, wegneemt. Daar gaat het hier over.
Een tweede bedenking is dat het debat intussen erg emotioneel is geworden en dat de ratio voor een stuk weg is. Wat ik nog erger vind, is dat een aantal mensen – vaak met terechte bedenkingen – nu worden gecapteerd door een beweging van wat ik vorige week ‘populistische protectionisten’ heb genoemd. Ik zou dus aan die mensen willen vragen om uit dat carcan te treden, om eens heel even opnieuw rationeel te worden en om zich niet te laten meeslepen door die groeperingen die onze open samenleving opnieuw gesloten willen maken.
Het is dus bijzonder belangrijk dat we tot een overeenkomst komen met Canada omdat het uiteraard heel veel positieve economische en andere effecten heeft, onder meer voor Vlaanderen, maar ook voor heel Europa.
Minister-president, gegeven de specifieke situatie waarin we ons vandaag en de komende uren bevinden, bent u als Vlaamse minister-president bereid om alles in het werk te stellen, binnen respectabele limieten, om toch alsnog in de komende uren tot een akkoord te komen opdat morgen de top tussen Canada en Europa op een goede manier kan doorgaan?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik wil beginnen met de laatste vraag. Uiteraard zal ik alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat dit verdrag kan worden getekend en dat dit verdrag in werking kan treden. Mijnheer Vanbesien, dit is een goed verdrag waarbij de tarifaire belemmeringen om Canada binnen te treden wegvallen voor 98 of 99 procent voor onze landbouwproducten, voor 92 procent voor de fruit- en groentetelers. Vraag hun maar welke potentiële markt daar opengaat. Ook de markt voor de overheidsopdrachten gaat open. Onze baggeraars zullen daar actief kunnen zijn, alsook onze maritieme dienstverlening.
Wat doen wij nu? Wallonië heeft de voorbije veertien dagen een aantal punten opgeworpen. Daar is vijf jaar intensief over onderhandeld. Er is voor gezorgd dat de Vlaamse belangen goed verdedigd zijn. Nu komen er in de eerste plaats een aantal verduidelijkingen. Die verduidelijkingen staan in het verdrag. Er wordt gevraagd aan de Commissie en de Raad om dit in een joint instrument te bevestigen. Er wordt gevraagd dat diensten van algemeen belang niet geliberaliseerd worden, dat onze productnormen, onze arbeidsnormen, onze gezondheidsnormen en onze leefmilieunormen behouden blijven, dat de parlementen hun eigen regelgevingsrecht behouden. Dat zijn allemaal zaken, mijnheer Vanbesien, die in het verdrag staan.
Wat het gerecht betreft, hebt u het ten onrechte en doelbewust permanent over arbitrage. In 2015 heb ik er als een van de eersten, zo niet als eerste, in Europa voor gepleit om te gaan naar een internationaal gerecht. In het verdrag staat dat het een gerecht is. Het gaat niet om arbiters benoemd door de geschilvoerende partijen. Het gaat over vijftien magistraten van hoog niveau benoemd door Canada en door de Europese Unie op voordracht van de lidstaten. Het gaat dus niet om arbiters ad hoc, maar om een permanent gerecht met een beroepsinstantie. In het verdrag staat dat die rechters moeten beantwoorden aan een aantal normen en dat er een gedragscode zal zijn. Er is nu gevraagd aan de commissie om dat snel te operationaliseren met kwalificaties voor de rechters, met een uitgewerkte gedragscode inzake onpartijdigheid, integriteit, het vermijden van belangen, tegenstellingen enzovoort. Er is ook gevraagd naar een goedkope rechtstoegang voor kmo’s, wat we van meet af aan voorbehouden hebben.
Dit zijn verduidelijkingen die zeggen wat in het verdrag staat. We vragen aan de Commissie en de Raad om nog eens te bevestigen dat dit de inhoud is van het verdrag. Dit verdrag is uitonderhandeld. We zijn niet bezig met het verdrag opnieuw te negotiëren. De Canadezen zeggen ook dat het uitonderhandeld is. Ze zijn wel bereid om toelichting en verduidelijkingen te geven. Wat betreft het gerechtelijk systeem zijn we het erover eens dat we vragen dat dit zo snel mogelijk geoperationaliseerd wordt. De Commissie die mee aan tafel zit, heeft zich daartoe geëngageerd.
Ik hoop dat dit verdrag er komt. Dit is een goed verdrag. Dit kan een norm zijn voor alle volgende verdragen. We hopen een verdrag te kunnen sluiten met Japan. Daar zijn we ook al aan de zeventiende onderhandelingsronde toe. India heeft alle bilaterale handelsovereenkomsten met alle Europese lidstaten opgezegd. Er zal dus ook met India een nieuw verdrag moeten komen. Ik neem aan dat het TTIP heropgenomen zal worden na de Amerikaanse presidentsverkiezingen.
Dit verdrag is een goed verdrag met een land dat zeer Europees is, ook al ligt het op het Amerikaanse continent. Het is een land dat meegegaan is in ons voorstel om van een arbitrageregeling over te stappen naar een permanent gerecht, waarbij we de intentie uitdrukken dat we zouden kunnen komen tot een multilateraal gerechtshof, te vergelijken met het Internationaal Strafhof, dat in de toekomst over al die handelsgeschillen zou kunnen gaan. Er zijn hoge normen bepaald inzake arbeid, gezondheid en leefmilieu. Het regelgevingsrecht van de parlementen en de lidstaten wordt erkend.
Wel, dit is state of the art. Ik hoop dat het verdrag er komt omdat we het zouden kunnen gebruiken bij verdere onderhandelingen. (Applaus bij de meerderheid)
Minister-president, u weet net zo goed als ik dat er nog problemen zijn met garanties voor de onafhankelijkheid van rechters en de toegang tot rechtspraak.
Ik heb nog een bijkomende vraag van een andere aard. Ze gaat over de toekomst van de Europese Unie en de besluitvorming binnen die Europese Unie. Ik heb daar de voorbije weken veel N-VA’ers mee zien worstelen, vandaar dat ik het ook graag eens aan u vraag. Er is natuurlijk de nationalist in u, die niet liever heeft dan dat de regionale parlementen, het Vlaamse en het Waalse parlement, veel te zeggen hebben. Maar anderzijds is er ook de liberaal in u, die denkt: ‘Hoe minder die parlementen zeggen, hoe liever’ en ‘Laat de multinationals hun gang maar gaan’. Die twee botsen natuurlijk met elkaar. Vandaar mijn vraag: hoe ziet u de rol van de regionale parlementen, dus van het Vlaamse, maar ook het Waalse parlement, in de toekomst in de Europese besluitvorming als het over vrijhandelsverdragen gaat?
Collega Vanbesien, ik wil u even verduidelijken dat een echte liberaal tegen machtsconcentratie is en dat de natuurlijke vijand van multinationals die de regels niet volgen, uitgerekend liberalen zijn. U kent uw klassiekers niet wat dat betreft.
Wat het erelidmaatschap van Paul Magnette van de groep Groen betreft, zou ik veeleer het erelidmaatschap van de Europese Unie aan Canada willen aanbieden. Dat is wat we zouden moeten doen. In de plaats van een aantal details te zoeken, waar men op een partizane manier een groot spel van probeert te maken – weliswaar niet onbelangrijk, dat is allemaal waar –, maar in de plaats van op een bepaald item te proberen een heel groot akkoord te kelderen, zou je veel beter kijken naar wat er voor ons in dat akkoord zit. Vergelijk het met een glas, het klassieke voorbeeld van een half vol of een half leeg glas. Wel, dit glas is bijna volledig vol. En jullie zijn bereid, collega Vanbesien, om dat gewoon weg te kappen, omdat je een of andere ideologische strijd wilt voeren, terwijl vandaag in het verdrag staat dat het niet klopt. (Applaus bij de meerderheid)
In de commissie Buitenlands Beleid werken wij heel hard om uitgerekend ook de houding van Vlaanderen in dit soort verdragen naar voren te brengen. Wij hebben er geen probleem mee dat vanuit de deelstaten in onze Belgische constructie een input wordt gegeven, zolang het maar een samenwerkend systeem is, en geen tegenwerkend.
We zitten in cruciale uren. Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik hoop dat men in de komende uren effectief verstandig wordt, dat men dit akkoord laat doorgaan, want het is een heel goede zaak voor elke Vlaamse burger en elk Vlaams bedrijf. (Applaus)
De heer Diependaele heeft het woord.
Minister-president, ik sluit me graag aan bij uw woorden van goede hoop dat het inderdaad nog tot een goed einde komt en dat we dit verdrag nog kunnen aanvaarden. Het is zeer belangrijk voor onze economische groei en onze jobs.
Mijnheer Vanbesien, weet u hoe de vaudeville die zich nu voordoet in België, wordt weergegeven op de Canadese televisie? Dat is met een kaartje van België, waarop je duidelijk ziet hoeveel werkloosheid er is in Vlaanderen, waar men het CETA aanvaardt, en hoeveel werkloosheid er is – meer dan dubbel zo veel – in Wallonië, waar men het CETA niet aanvaardt. U zegt dat al die mensen Magnette zouden moeten bedanken. Ik stel voor dat al die mensen die hier een job aan zullen overhouden, een brief sturen naar de minister-president en de Vlaamse Regering, voor de moeite die zij doen om dit er nog door te sleuren.
U zegt dat wij vragen zouden hebben bij het feit dat Wallonië dit kan beslissen. Helemaal niet. Dat staat buiten kijf. Die regels aanpassen tijdens het spel, zou totaal fout zijn. Dat kun je niet maken. Maar dé vraag die we moeten stellen, is: waarom komt Wallonië nu pas met die opmerkingen? Als er al inhoudelijke opmerkingen te maken zijn, waarom maken zij die pas op een moment dat ze weten dat het zal leiden tot een internationale crisis en gigantische imagoschade voor ons land? Het enige antwoord daarop is: vanwege interne electorale Waalse politieke belangen. En daar kun je zien dat de solidariteit en de samenwerking binnen dit land niets voorstellen voor Wallonië. (Applaus)
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Ik wil me graag aansluiten bij wat collega’s Daems en Diependaele gezegd hebben. Ik denk dat iedereen overtuigd is van de waarde van dit akkoord voor de jobs van de gewone Vlaming, de gewone Belg, de gewone Europeaan. Canada is inderdaad ook een voorbeeld van een leidende economie, met veel respect voor milieuzaken, met hoge standaarden voor voedselveiligheid, op milieuvlak, op sociaal vlak. We hebben er dus alles bij te winnen om dit akkoord mogelijk te maken.
Er is meer dan vijf jaar onderhandeld, en waarom komt men nu in de laatste rechte lijn met bezwaren af? Daar spelen verschillende agenda’s. Vanuit mijn fractie: alle steun om het CETA-akkoord zo snel mogelijk te laten goedkeuren.
Ik heb nog een bijkomende vraag, minister-president. Het lijkt me een goed moment om werk te maken van wat in het regeerakkoord staat: een actualisatie van de samenwerkingsverbanden binnen ons land, tussen de federale overheid en de deelstaten, inzake buitenlands beleid. Ik denk dat we dit punt moeten aangrijpen om daar de volgende maanden ook werk van te maken.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Naarmate het maatschappelijk debat over het CETA grondiger wordt gevoerd, neemt het draagvlak voor dit verdrag duidelijk af. Dat debat wordt gevoerd dankzij de Waalse collega’s. Een enquête toont aan dat bijna een op de drie Vlamingen het verzet begrijpt, minister-president. Wij zijn voor handelsakkoorden, wij zijn voor evenwichtige faire handelsakkoorden die ten dienste staan van de welvaartsstaat – dus van iedereen – en van het milieu, en niet omgekeerd.
Wat wij als sp.a en veel mensen van het middenveld en veel burgers die zich tegen het CETA keren zoals het nu wordt onderhandeld, afwijzen, is dat er een speciale voorkeursbehandeling komt van multinationals en parallelle arbitrage of rechtbanken zoals u ze uitvoerig hebt uitgelegd.
Ik heb vorige week een vraag gesteld die pertinent blijft, minister-president. Hoe komt het dat een Vlaams-nationalist als u deze multinationals wilt onttrekken aan onze Vlaamse rechters en rechtbanken? U hebt een heel lang verhaal gedaan over welk gerechtshof moet worden opgericht. Waarom niet onze eigen rechtbanken? (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, u weet dat wij fundamentele problemen hebben met de huidige werking van de EU waarbij de democratische inspraak minimaal is, waarbij steeds meer onze soevereiniteit wordt uitgehold, waarbij steeds meer beslissingen al te vaak tegen de wil van de bevolking in genomen worden. Ook het CETA is blijkbaar zo’n verdrag, uitgewerkt door technocraten waarover de bevolking zelfs niet de kans krijgt om zich uit te spreken. Wat ons betreft, is dan ook de voorlopige inwerkingtreding van een dergelijk verdrag zonder inspraak van het parlement onaanvaardbaar.
Het verbaast me ten zeerste dat ik de afgelopen dagen pleidooien heb gehoord bij monde van mevrouw Rutten of de heer Verhofstadt, die blijkbaar nog verder willen gaan, die nog minder inspraak van de bevolking willen, die nog minder inspraak en medewerking van de parlementen willen. Ik wil u dan ook uitdrukkelijk verzoeken, minister-president, om daar niet in mee te gaan met de Vlaamse Regering en u daarvan zelfs te distantiëren.
Ik blijf verbaasd over de desinformatie door Groen en sp.a. Ik heb u gezegd dat het over een gerecht gaat. Ik heb hier maandenlang, twee jaar lang, vanwege groen en rood gehoord dat er hormonenvlees zou worden ingevoerd, dat onze arbeidsnormen onderuit gehaald zouden worden, onze productnormen, onze leefmilieunormen. We zouden onze regelgeving niet meer kunnen voeren. Dit is allemaal stuk voor stuk weerlegd. Er wordt voor zoveel nodig straks – en ik hoop dat ze het nog eens doen – door de Europese Commissie en de Raad nog eens bevestigd in het instrument – want zo heet dat internationaalrechtelijk volgens de Conventie van Wenen – wat het verdrag op dat vlak allemaal inhoudt.
Ik ben begonnen met u te zeggen wat de garanties zijn. In het verdrag is geen sprake meer van arbitrage, want dat is uw terugval: ‘en nu ga je het privatiseren en nu doe je een cadeau aan de multinationals’. Dit gaat over een rechtbank, over een gerecht voor zeer bijzondere beperkte bevoegdheden. Als een bedrijf zegt: ‘ik ben gediscrimineerd of ik word onteigend’, kan het naar dat ICS stappen. Voor de rest zijn de nationale rechtbanken bevoegd.
Mijnheer Vanbesien, ofwel moet u het verdrag lezen, ofwel ophouden met de mensen te desinformeren dat er nog werk is inzake onafhankelijkheid en gedragscode. Ik heb het al gehad over de benoeming. Ik lees hier in het verdrag – in artikel 8.30 – over de gedragscode: “De leden van het Gerecht zijn onafhankelijk. Ze zijn niet verbonden aan enige overheid. Zij nemen geen instructies van enige organisatie of overheid aan met betrekking tot het voorwerp van het geschil. Zij nemen niet deel aan de behandeling van geschillen die rechtstreeks of onrechtstreeks tot een belangenconflict zouden kunnen leiden. Zij moeten voldoen aan de richtsnoeren van de International Bar Association inzake belangenconflicten (…).”
Dit zijn verdragsbepalingen. Ik bespaar u de volledige lectuur van de tweede alinea. Als een partij vindt dat er een belangenconflict is, kan die partij rechters wraken. Dat wordt allemaal uitgelegd in het verdrag. Alleen hebben we nu gevraagd aan de Commissie om die gedragscode zo snel mogelijk uit te werken, om zo snel mogelijk te voorzien in hoge normen om die mensen te benoemen. Ik heb voorgesteld aan de Commissie om die normen te nemen voor de rechters die benoemd worden in het Hof van Justitie in de EU, waar je hooggekwalificeerde rechters aanduidt die bewezen hebben dat zij de zaken beheersen.
Houd op met de mensen wijs te maken dat dit een privatisering is. Dit is een immense stap vooruit. Dit is een rechtbank met rechters, benoemd door twee overheden, de Canadese en de Europese, niet een ad-hocarbitrage, mét waarborgen. Kijk, ik heb hier tien of twaalf pagina’s over de kwalificaties van die rechters.
Houd dus op met dit te zeggen. De ene na de andere van uw bezwaren – hormonenvlees, leefmilieunormen, enzovoort – zijn niet bestand gebleken tegen de waarheid. Nu begint u de mensen wijs te maken dat er nu dankzij u en het zuiden van het land plots een debat wordt gevoerd. Dit debat is gevoerd. Wij hebben die belangen verdedigd. Wij hebben ervoor gepleit dat in het verdrag een rechtbank zou worden ingeschreven. Wij hebben vijf jaar lang onderhandeld. Wij hebben ervoor gezorgd dat al die zaken – inzake diensten van algemeen belang, productnormen en arbeidsnormen – in het verdrag staan. Die worden, als dat nog nodig is, straks geëxpliciteerd als de Raad en de Commissie daarmee akkoord gaan.
Mijnheer Vanbesien, er bestaat geen enkele twijfel over dat dit intra-Belgisch moet worden geratificeerd door alle parlementen. Dit is onze Grondwet, we gaan daar niet van afwijken. We zullen ook intra-Belgisch een verklaring afleggen. Duitsland heeft de verklaring afgelegd dat er moet worden voldaan aan de voorwaarden van Karlsruhe. Dat er, als het verdrag strijdig is met hun grondwet, een ratificatieprobleem is. Wij gaan verklaren, zoals bij de verklaring 51 bij het Verdrag van Lissabon, dat België ratificeert door middel van ratificatie door de parlementen van al zijn entiteiten. Wij zullen daar niet van afwijken.
Collega’s, wij hebben daar zeer lang over onderhandeld. Diegenen die nu zeggen dat ze dat verdrag niet of nog maar veertien dagen kennen: dat klopt niet. Er is intra-Belgisch bij elke onderhandelingsronde overleg gepleegd, niet één keer maar twee, drie, vier, vijf, zes, zeven keer, en dit over de dertig onderhandelingsronden, zowel met het federale niveau, onder de regering-Di Rupo nota bene, als met de deelstaten. Die teksten zijn gefinaliseerd onder de regering-Di Rupo. Die liggen daar sinds de zomer van 2014. Daar is geen jota aan veranderd, behalve de verbetering inzake het gerecht. Daarover zijn we het debat beginnen te voeren in 2015. Dat is gelukt. Premier Trudeau is daarin meegegaan. Ik ben daar heel blij om.
Collega’s, dit is een heel goede zaak, waar heel ernstig werk van gemaakt is. Mijnheer Vanbesien, ik herhaal dus wat ik gezegd heb: ik ben er om er alles aan te doen opdat dit verdrag zou kunnen worden ondertekend. Dit is voor ons van belang. Dit betekent voor ons economische welvaart. Dit is jobcreatie.
Mijnheer Van den Heuvel, u hebt gelijk: dit toont aan dat die samenwerkingsakkoorden moeten worden aangepast. Er is de lacune dat bij buitenlandse handel de deelstaten daar geen deel van uitmaken. Ik ervaar dat aan de onderhandelingstafel: de ene partij heeft zich – laat het mij zo uitdrukken – beter geïnformeerd dan de andere partij. (Applaus bij de meerderheid)
Mijnheer Daems, u zegt dat wij helemaal geen verdrag willen. Ik herinner u aan het debat van vorige week. Toen werd hier gezegd, ook door jullie: ‘Het is nu tekenen, of we zijn het kwijt. Men gaat met Azië beginnen te onderhandelen en Europa zal het kwijt zijn.’ We zijn nog altijd bezig met de onderhandelingen. Houd dus het hoofd koel. Doe het op een goede manier. Verbeter het verdrag en sluit het verdrag af.
Minister-president, in dit dossier komt heel duidelijk naar voren dat het probleem is dat u op het internationale niveau geen leider bent maar een volger. (Opmerkingen bij de meerderheid)
U begint hier zelf over de geschiedenis van de arbitrage en het gerechtshof. Ik heb aan u in 2014 een schriftelijke vraag gesteld over dat ISDS-systeem, het toenmalige systeem, dat slechter was dan het huidige. Toen lag het nog niet ondertekend op de banken. Ik vroeg u welke positie Vlaanderen daarover toen innam.
U hebt toen geantwoord dat dit correct was en dat Vlaanderen daar helemaal achter stond. Toen het internationaal begon te kantelen, was u plots ook voor het ICS, en nu bent u gedwongen om Wallonië te volgen. Ik zou trots zijn indien we een minister-president hadden die een voortrekker zou zijn op het internationale toneel in plaats van een volger. Ik kijk uit naar de dag dat dit gebeurt. (Applaus bij sp.a en bij Groen)
Over leiders en volgers. Mevrouw Turan, het draagvlak in de samenleving wordt groter omdat een mooie progressieve beweging zoals de socialisten de populistische protectionisten volgen op een blinde manier met een ‘eigen volk eerst’-discours, eigen aan een zot zoals Donald Trump in de Verenigde Staten. (Applaus bij de meerderheid)
U spreidt het bedje voor populistisch protectionisme en dat is bijzonder spijtig. (Opmerkingen van Güler Turan)
U zou beter moeten weten en mee met ons voor een open samenleving moeten strijden in plaats van het bedje voor een gesloten samenleving te spreiden. (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
Mijnheer Vanbesien, u bent zeer milieubewust, ik denk dat ik dat ook ben. U zou die erepenning niet aan Magnette moeten geven, u mag dat wat mij betreft, maar weet u welke stad de meest groene stad van de wereld is? Dat is Vancouver na Mechelen. U zou daar beter eens naar kijken en dan zult u overtuigd zijn dat een van de meest groene landen op de wereld Canada is. En daar bent u tegen! (Applaus bij Open Vld en de N-VA)
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik vraag het woord voor een persoonlijk feit want ik neem de woorden van de heer Vanbesien niet. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Ik beslis over de orde van de vergadering en ik beoordeel of dit al dan niet een persoonlijk feit is. U hoeft zich daar niet zo kwaad voor te maken, mijnheer Tobback. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Ik was bij de eersten die hebben gepleit voor een rechtbanksysteem, dat staat in het verdrag. (Opmerkingen van Bruno Tobback. Rumoer)
Mijnheer Tobback, hebt u de elementaire beleefdheid om te luisteren? We luisteren toch ook naar u? U krijgt het woord niet, de minister-president heeft het woord. (Opmerkingen van Bruno Tobback. Rumoer)
Ik hoef aan u niet te verantwoorden waarom ik de minister-president het woord geef. (Opmerkingen van Bruno Tobback)
Mijnheer Tobback, ik zal onthouden dat u mij een pure schande vindt. Dank u wel.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik begrijp dat de waarheid pijn doet. We hebben absoluut niet gewacht op minister-president Magnette om te pleiten voor het invoeren van een gerechtsysteem in dit verdrag. Dat is niet de laatste veertien dagen ingevoerd in het verdrag.
De actuele vragen zijn afgehandeld. (Rumoer)
– S.pa en Groen verlaten het halfrond.