Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de luchtvervuiling in Vlaanderen en het aandeel van houtverbranding daarin
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, afgelopen maandag werden de nieuwe resultaten over de luchtkwaliteit voorgesteld door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Heel veel elementen waren al geweten, maar er zijn toch een aantal interessante vaststellingen te doen en belangrijke conclusies te trekken.
Een eerste is dat zware metalen op sommige plaatsen echt een probleem blijven. In Hoboken bijvoorbeeld is op een meetplaats voor de eerste keer de Europese streefwaarde niet bereikt. Voor arseen bijvoorbeeld werd op geen enkele plaats in Hoboken de streefwaarde gerespecteerd. Je ziet dat er toch striktere afspraken moeten worden gemaakt met de industrie. Zoveel is duidelijk.
Ten tweede neemt de bezorgdheid rond houtverbranding bij heel wat specialisten toe. En laat ons eerlijk zijn: dat is een ongemakkelijke vaststelling. Maar gelukkig valt er een mouw aan te passen. We kunnen werken aan efficiëntere installaties. Een roetfilter op de schoorsteen kan ook al een groot verschil maken.
Een derde vaststelling – en dat vind ik een bijzonder belangrijke – is de grote kloof tussen enerzijds de Europese normen, die we moeten halen, en anderzijds de echte gezondheidsnormen op basis van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Minister, met die drie vaststellingen moet u aan de slag. Welke wijzigingen plant u? Welke verstrakking van het luchtbeleid voorziet u voor de komende jaren?
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, maandag stelde de VMM haar jaarverslag over luchtkwaliteit voor, in het kader van een studiedag over lucht en gezondheid. Ik was daar voor het inhoudelijke gedeelte; ik kon niet blijven voor uw speech. (Gelach. Opmerkingen)
Daar bleek dat er toch wel een verbetering is van de luchtkwaliteit. De problemen zijn vooral nog ozon, zware metalen in de lucht en stikstofdioxide. Houtverbranding, waar collega Sanctorum al naar verwees, noemt de VMM een onderschatte boosdoener. 78 procent van de polyaromatische koolwaterstoffen (PAK’s) en 40 procent van de dioxines zijn afkomstig van houtverbranding. En dan is er nog het fijn stof: de deeltjes PM2,5 (particulate matter) zijn voor de helft afkomstig van kachels en haardvuur, de deeltjes PM10 voor een derde. Er is dus een groter aandeel van houtverbranding in fijn stof dan van het wegverkeer.
Stel, minister, dat wij samen knus en gezellig twee uur voor het haardvuur zouden zitten, dan brengen wij meer stof in de lucht dan als we samen gezellig in de auto naar Cap d'Agde of naar weet ik waar zouden rijden.
De VMM zal vanaf december, naar aanleiding van het smogalarm dat we al enkele jaren kennen, ook een waarschuwing lanceren om de mensen aan te raden om geen hout te verbranden op bepaalde momenten, bijvoorbeeld bij windstilte. Minister, is dat verwittigingssysteem in uw ogen voldoende om het probleem aan te pakken, of broedt u ook op andere maatregelen, bijvoorbeeld een verbod tijdens bepaalde periodes, of het verplichten van een filter? Als dat in het toestel zelf gemonteerd wordt, valt dat onder de federale bevoegdheid Productnormering, maar op de schouw zou het uw bevoegdheid zijn.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, het klopt dat ik maandag een studiedag heb georganiseerd waar de resultaten van de luchtmetingen en heel wat toekomstige maatregelen zijn overlopen. Hans Bruyninckx, directeur van het Europees Milieuagentschap, heeft daar uitdrukkelijk gezegd dat de luchtkwaliteit nog nooit zo goed is geweest. De luchtkwaliteit gaat er dus op vooruit.
Er is heel uitdrukkelijk gezegd dat Vlaanderen koploper is wat betreft expertise, meten, het nemen van maatregelen en het naar beneden dringen van de uitstoot van fijn stof. De vaststelling is dat wij de afgelopen twee jaar de Europese jaargrenswaarde voor fijn stof halen.
Er zijn nog een paar knelpunten, u hebt ze ook aangehaald. Ik denk aan Antwerpen waar er nog een overschrijding is van stikstofdioxide en inderdaad ook Hoboken waar er nog een overschrijding is van metalen. Het klopt dat de Europese grenswaarden nog niet voldoen – maar dat is een afspraak binnen Europa – aan de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Als we ook die normen willen halen, moeten we bijkomende maatregelen nemen.
We zitten echter niet stil. Ik verwijs naar de maatregelen die de Vlaamse Regering nam om de dieselwagens te bannen van onze wegen. We zien daar de resultaten van. De vergroening van de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling heeft resultaat, er rijden minder dieselwagens.
Volgend jaar komt er een nieuw luchtactieplan. Het huidige loopt nog. We bereiden dat nu voor. Ik heb maandag heel uitdrukkelijk gezegd dat wij samen met de verschillende sectoren die verantwoordelijk zijn voor fijn stof bijkomende maatregelen zullen uitwerken. Het zal uiteraard weer over het wegverkeer gaan en over de industrie. U weet dat we voor de probleemzones die we nog kennen, een specifiek actieplan hebben opgemaakt, dat is zo voor Antwerpen, voor de Antwerpse haven en de Gentse Kanaalzone. Voor Antwerpen hebben we de lage-emissiezones: Vlaanderen heeft een juridisch kader uitgewerkt en gezorgd dat dat op die manier kan worden ingevoerd.
We bereiden het nieuwe actieplan volop voor. Het wordt in de loop van volgend jaar voorgelegd aan de Vlaamse Regering.
Houtvuur is effectief een probleem, en dat is niet nieuw. Dat stond al in het vorige luchtactieplan. De open haard twee uur lang laten branden, geeft evenveel fijn stof als een autorit van Brussel naar Wenen of een vrachtwagenrit van Brussel naar Parijs. Het is trouwens in de eerste plaats niet goed voor de mensen in de woonkamer. Dat wordt te weinig gezegd, het is slecht voor de luchtkwaliteit, maar het is ook slecht voor de binnenluchtkwaliteit. Op die manier krijgen mensen veel schadelijke stoffen binnen.
Haardvuur is verantwoordelijk voor 35 procent van de fijnstofuitstoot en voor 49 procent van de ultrafijne stofdeeltjes. Dat is veel. Er zit wel veel verschil tussen de soorten kachels. Een performante pelletkachel is helemaal iets anders dan een haardvuur.
Dat verbod op dat stoken stond al in het vorige luchtactieplan. Heel wat gemeenten hebben dat al ingevoerd. Er is toen wel een heel debat ontstaan in het parlement. Ik heb het nog eens opgezocht. Er is een probleem van handhaving. We kunnen dat verbod opleggen, maar hoe gaan we dat handhaven? Dat is niet zo evident. Daarom komt er nu naast de Stook slim!-campagne vanuit de Vlaamse Milieumaatschappij een waarschuwingscampagne. Als de luchtkwaliteit niet goed is, zal heel expliciet gewaarschuwd worden. Wie alternatieven heeft, moet het houtvuur niet aansteken, het is slecht voor de mens en voor de leefomgeving.
We zullen op basis van die extra sensibilisering het luchtactieplan evalueren en zien wat we in het nieuwe plan kunnen toevoegen inzake houtkachels.
Minister, we leren twee zaken. Ten eerste, de heer Vandaele heeft een aantal onvervulde wensen ten aanzien van u, waarvan akte.
Ten tweede, minister, hebt u toch wel heel selectief geluisterd en gelezen op die studiedag en zeker ten aanzien van de heer Bruyninckx. We moeten die Europese normen wettelijk halen, anders krijgen we boetes. Als ambitieuze minister zou u eigenlijk die gezondheidsnormen op basis van de Wereldgezondheidsorganisatie moeten willen halen. (Opmerkingen van minister Joke Schauvliege)
Dat is nu net het probleem dat sterk aan bod kwam tijdens die studiedag en dat benadrukt werd door Hans Bruyninckx: we staan heel ver van het halen van die gezondheidsnormen. We staan er heel ver van. Die Europese normen zijn gebaseerd op lobbywerk vanuit het transport en de industrie. Dat wordt ook openlijk toegegeven. De gezondheidsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn gebaseerd op de wetenschap. Dus, minister, vind ik dat u uw beleid moet baseren op de wetenschap en niet op het lobbywerk. Bereidt u enige strategische aanpak voor om in Vlaanderen ten minste die echte gezondheidsnormen te bereiken? Wat is die aanpak?
Minister, houtverbranding, haardvuur is natuurlijk altijd knus en gezellig. Maar we weten inderdaad dat het een bron van luchtvervuiling is. Die polycyclische aromatische koolwaterstoffen (pak’s), dioxines, fijn stof zijn slecht voor het milieu.
Langs de andere kant bestempelen we in de klimaatdiscussie, die heel actueel is, het verbranden van hout als een vorm van duurzame energie, van herbruikbare, groene energie. Dat is natuurlijk heel moeilijk uit te leggen aan de mensen. Waarom doet men dat? Blijkbaar komt de CO2 die in die bomen zit opgestapeld dan vrij en wordt die in het beste geval weer gecapteerd door nieuwe bomen die men aanplant.
Ik vind dat soms een wat kromme redenering, die heel moeilijk valt uit te leggen aan de mensen. Aan de ene kant is het slecht, heel slecht voor het milieu. Dat zegt nu ook de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Aan de andere kant is het groene energie.
Hoe denkt u daar communicatief mee om te gaan? Acht u het haalbaar om die redenering te blijven volgen? Of zegt u: we moeten die redenering over houtverbranding als groene energie op Europees niveau of ruimer op termijn herzien?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, we hebben het in de commissie nog maar net over de luchtkwaliteit en het fijn stof gehad. We hebben de voorbije jaren inderdaad vooruitgang geboekt. We mogen daar trots op zijn. Maar we mogen niet uit het oog verliezen dat we uiteraard nog een weg te gaan hebben. U hebt in de commissie ook beaamd dat we er zeker en vast nog niet zijn.
We moeten de lijn aanhouden dat het belangrijk is om de mensen te sensibiliseren over het houtkachelgebruik. Heel veel mensen gebruiken de houtkachel inderdaad omdat het ’s avonds gezellig is, maar staan er niet bij stil dat het zo ongezond is en dat het onze gezondheid kan schaden op windstille, koude dagen.
We moeten zeker de communicatielijn aanhouden en de mensen sensibiliseren zodat ze er zeker bij stilstaan. Laat ons samen nog sprongen vooruit maken naar een betere luchtkwaliteit in Vlaanderen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, gisteren was het mijn eerste betoog in de commissie Milieu, over een jaar na Dieselgate en de maatregelen die u op dat vlak al had genomen.
Er is inderdaad een verbetering van de luchtkwaliteit. We hebben het gehad over die studiedag. Zoals de collega’s al zeiden, worden de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie niet gehaald. In Vlaanderen zijn er nog altijd 12.000 vroegtijdige overlijdens en heel wat vermijdbare ziekten. Dat zegt ook het Europees Milieuagentschap. Het verkeer blijft een groot probleem. Het blijft een grote bron van vervuiling voor stikstofdioxide, voor NOx en voor ultrafijn stof. Wat bleek gisteren in de commissie? Wat de verdieseling van de wagens in ons land betreft, is er nog steeds een groot probleem. Er rijden in ons land maar liefst 1.380.000 vervuilende dieselwagens rond, die minstens drie keer meer schadelijke stoffen uitstoten dan toegelaten. Op dat vlak, minister, bleek ook gisteren dat er veel te weinig gedaan wordt.
Ik wil u vragen om ook voldoende aandacht te hebben voor dat verkeer, naast de houtkachels waarvoor u moet blijven sensibiliseren.
Minister Schauvliege heeft het woord. (Opmerkingen van Tinne Rombouts)
Ik ben bijna 66 jaar, dus ik kan niet meer zo goed zien. Steek dus alstublieft duidelijk uw hand omhoog als u het woord vraagt
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Ik ben blij dat ik al een gedeelte van mijn tussenkomst achterwege kan laten omdat de positieve geluiden die op de studiedag te horen waren, hier ook al duidelijk aan bod zijn gekomen. Ze krijgen hier terecht een plaats, ook al erkennen we, ook in de commissie, dat wij nog beter kunnen doen en dat het wenselijk is om op het vlak van luchtkwaliteit nog meer in te zetten op een aantal acties. Daarnet werden een aantal acties genoemd, onder andere in verband met dieselwagens en de vergroening van belasting op de inverkeerstelling (BIV) en met de weg die u, minister, al was ingeslagen inzake houtverbranding.
Ik ben dan ook heel blij dat de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de waarschuwingscampagne nog extra gaat opdrijven. Maar, minister, een waarschuwing start al op het moment van de aankoop van bijvoorbeeld een kachel. Niemand hier in het halfrond pleit ervoor om de gezellige kachel uit elke huiskamer te weren, tenzij ik dat dadelijk wel verneem van de collega’s. Maar bij de aankoop zou er ook nog een sensibilisering kunnen gebeuren. Minister, ik weet dat u niet voor productlabeling instaat, maar misschien kunt u deze suggestie overmaken aan uw federale collega’s: in welke mate zijn er ecolabels en in welke mate gebeurt er sensibilisering bij de verkoop van een kachel? Misschien kan daar de in de sensibilisering extra kracht worden bijgezet.
Collega’s, ik wil nog eens herhalen dat de luchtkwaliteit door de maatregelen die we hebben genomen, jaar na jaar verbetert. Ik heb ook heel uitdrukkelijk gezegd dat we er nog niet zijn. We halen de Europese normen, maar we willen beter doen. Telkens opnieuw nemen we nieuwe maatregelen, die een positief effect hebben.
Mevrouw Meuleman, ik zei het u gisteren ook al, maar mijn geduld is nu wel een klein beetje op. U zegt dat ik niets doe aan de ontdieseling. U hebt op een andere planeet geleefd! Mijn excuses, maar als er één regering is, zoals ook de vorige regering, die wél iets gedaan heeft aan minder dieselwagens, dan is het toch wel deze regering. We hebben de BIV vergroend. Wat zien we? Minder dieselwagens komen in het verkeer. We hebben de verkeersbelasting vergroend. Wat zien we? Minder diesels op de weg. U zegt dat er niets gebeurt om dieselwagens aan te pakken in Vlaanderen. We zien de resultaten. We zien een kentering. We zien dat er voor het eerst minder dieselwagens op de wegen rijden. (Applaus bij de meerderheid)
Hoort u mij nu zeggen dat alles goed gaat en dat we daarom niets extra doen? Neen. We hebben extra maatregelen genomen. Ik verwijs naar de specifieke actieplannen die wij hebben aangenomen in Antwerpen en Gent, mijnheer Sanctorum. We moeten op drie grote domeinen werken: de bedrijven en de industrie, verkeer en mobiliteit, de gebouwen. Dat zijn de drie pijlers waarop ook het volgende luchtactieplan nog extra zal inzetten.
Mijnheer Vandaele, het debat over de groene warmte of groene energie wordt op Europees vlak gevoerd. U weet dat de Vlaamse Regering ook daarover een visie heeft. Ook daar wordt de luchtkwaliteit goed bekeken. Wij zijn betrokken bij het aspect groene energie, om de meest performante toestellen maar ook luchtwassers en dergelijke meer te installeren. Dat debat moet op Europees niveau worden gevoerd. Daar wordt meer en meer gekeken naar de luchtkwaliteit.
In het sensibiliseren geloof ik ook zeer sterk. Het is belangrijk dat mensen goed weten wat het effect is als ze een vuurtje stoken. We zijn ook steeds strenger. Ik krijg bijvoorbeeld wel wat opmerkingen waarom er in een tuin of op het veld niet meer mag worden gestookt. Dat is verboden. Vroeger mocht dat wel.
Als je een nieuw toestel koopt, moet het een performant toestel zijn. Dat maakt heel veel verschil. De meest performante toestellen kunnen dertig uur branden in vergelijking met bijvoorbeeld een gewone open haard, die niets van filtering heeft en waarmee je maar twee uur kunt stoken voor dezelfde uitstoot van giftige stoffen en fijn stof.
Hoe doen we dat? We hebben de brochure ‘Stook slim!’, die via de gemeentebesturen wordt verspreid, als mensen bijvoorbeeld een bouwvergunning vragen. We werken ook via Batibouw. Uiteraard zullen we daar nog veel meer de nadruk op leggen en blijft de sensibilisering ook voor mij cruciaal.
Dus, het luchtactieplan heeft resultaat. Waar we beter moeten doen, komt er een specifiek plan op maat, en volgend jaar, in 2017, komt er een nieuw luchtactieplan met bijkomende nieuwe maatregelen, ook rond die drie grote thema’s, om het nog beter te doen, inderdaad in de richting van de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie. Dat is onze ambitie. Dat kan niet op één jaar tijd gebeuren, dat moet stap voor stap gebeuren. Je ziet dat we de resultaten hebben en dat we op weg zijn om in de richting van de normen van de Wereldgezondheidsorganisatie te werken.
Minister, wat u zegt, is pertinent onjuist. De luchtactieplannen dienen allemaal, in het verleden en ook nu, om de Europese normen te halen. Bijvoorbeeld, in Antwerpen, is het feit dat u in het meetpunt in Borgerhout de normen voor stikstofoxide niet haalt, de reden dat u een luchtactieplan indient. Dat heeft niets te maken met de gezondheidsnormen vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie. Wat u zegt, klopt pertinent niet!
Minister, om de kloof nog eens te benadrukken: volgens dezelfde VMM-studie leeft 100 procent van de Vlamingen in Vlaanderen, waar de Europese normen inzake fijn stof worden gehaald. U kent het resultaat van het percentage Vlamingen dat in een gebied in Vlaanderen leeft waar de echte gezondheidsnormen worden gehaald. U kent het percentage. Hoeveel Vlamingen zijn dat? Nul procent! Nul procent van de Vlamingen leeft in een gebied dat echt gezonde lucht bevat. Dat is toch een schande! En u komt hier gewoon met een verhaaltje dat u met luchtactieplannen bezig bent en we op termijn nog wel wat verbeteringen zullen zien. Ik vind het echt heel betreurenswaardig dat u foute informatie geeft als minister en dat u niet echt werk maakt van zuivere lucht in Vlaanderen.
Voorzitter, ik wil eerst mijn verbazing uitdrukken over uw mededeling dat u amper 66 bent. Ik had u veel ouder geschat. (Opmerkingen. Gelach)
Minister, we weten dat de luchtkwaliteit inderdaad verbetert, langzaam maar zeker, maar dat de marathon nog niet is gelopen. Toch verwachten we nog een en ander van uw nieuw geïntegreerd beleidsplan voor lucht. We mogen ook iets verwachten van de klimaattop van de Vlaamse Regering van 1 december. We hebben in elk geval hoop, misschien iets meer dan de heer Sanctorum.
De actuele vragen zijn afgehandeld.