Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik kan me niet voorstellen dat u, minister Crevits, de eerste Vlaamse onderwijsminister wilt zijn die wordt gedagvaard door het onderwijsveld, omdat u de mensen in de kleuterscholen echt heel erg boos hebt gemaakt. Het is een bedenkelijke eer die ik u van harte niet toewens omdat u die dagvaarding kunt voorkomen. Er is een historische onderfinanciering van ons kleuteronderwijs. De vorige Vlaamse Regering heeft stappen gezet om die ongedaan te maken. U moet op dat ingeslagen pad voortgaan en ervoor zorgen dat de kleuterscholen voldoende worden gefinancierd om hun werking te kunnen realiseren.
De vorige regering, waar u ook lid van was, investeerde 54 miljoen euro extra om 1200 kleuterleiders te kunnen aanwerven. Deze regering bespaart 2,3 procent op dat kleuteronderwijs. Als men voor een kindje in het kleuteronderwijs 6 euro uitgeeft, is dat voor een kind in het basisonderwijs en het lager onderwijs 8 euro.
Dat verschil was misschien historisch te verklaren omdat kinderen in het kleuteronderwijs minder naar school gingen dan kinderen in het basisonderwijs, maar vandaag, met tweeverdieners en met het grote belang die de collega’s en ikzelf altijd hebben benadrukt van de kleuterparticipatie – hoe vroeger naar school, hoe beter voor de ontwikkeling van het kind –, zijn die ongelijkheid en die onderfinanciering niet meer te rechtvaardigen.
Minister, daarom vragen we u: maak de onderfinanciering van dat kleuteronderwijs ongedaan en doe bijkomende investeringen. (Applaus bij sp.a)
Minister Crevits heeft het woord.
Het klopt dat er een verschillende financiering is tussen het kleuter- en het basisonderwijs. Mevrouw Gennez, u hebt heel terecht – maar daar ging u heel snel over – gezegd dat dat verschil in financiering historisch geworteld is. Dat klopt. Voor 2012, met name in 2008, heeft Frank Vandenbroucke de financiering, de omkadering en de werkingsmiddelenfinanciering hervormd. Hij heeft een historisch onderscheid in werkingsmiddelenfinanciering tussen kleuter- en basisonderwijs laten bestaan. Dat is niet weggewerkt.
In 2012 heeft de Vlaamse Regering het verschil een beetje weggewerkt door de omkadering tussen het kleuter- en het basisonderwijs gelijk te zetten. Dat betekent dat als het gaat over de inzet van leerkrachten, je een totale gelijkstelling hebt tussen het kleuteronderwijs en het basisonderwijs.
Maar dat is vandaag nog altijd niet het geval wat de werkingsmiddelen betreft. Het verschil is 60 miljoen euro, collega Gennez. Ik heb die 60 miljoen euro vandaag niet. Maar als u mij vraagt of we in de komende jaren er werk van willen maken om die kloof te verkleinen, dan antwoord ik daar volmondig ‘ja’ op.
Collega Gennez, u zegt dat ik alleen maar heb bespaard. Het klopt dat we rond de 2 procent besparingen voor werkingsmiddelen hebben gevraagd. Dat is 3,4 miljoen euro. Maar u moet er dan wel bij zeggen dat we ondertussen 5,4 miljoen euro extra hebben geïnvesteerd door de steun die we geven aan kleutertjes van anderstalige nieuwkomers, iets waar collega’s van uw partij die mijn voorgangers waren, nooit aan gedacht hebben.
Ik weet niet of u dat nog weet, maar we hebben u daarin gesteund, zelfs vanop de oppositiebanken. Constructiever kan niet. Maar de keuze die u maakt en die fout is, is dat u elk schooljaar 35 euro bespaart per kleuter. Dat is een desinvestering. En als ‘top of the bill’ ontvangt u de mensen van de werkgroep kleuterscholen. Ze zeggen dat de kosten wel stijgen: de waterfactuur stijgt, de energiefactuur stijgt, het lesmateriaal wordt duurder, allemaal met dank aan deze Vlaamse Regering. Maar wat doet ze? Minder investeringsmiddelen geven om die werking op scholen te kunnen bekostigen. Dan zeg ik: wel, minister, u bent gewoon fout bezig. U gaat af van de goede weg die de vorige regering was ingeslagen. Ik snap niet waarom u dat doet. En ja, dat kost inderdaad 60 miljoen euro.
Weet u wat ik zou zeggen als ik in de regering zou zitten? Ik zou heel vriendelijk zeggen: minister-president, u kondigt een investering van 600 miljoen euro aan. Dat blijkt dan in de begroting wel niet te kloppen. Hoeveel is daar extra bij voor het kleuteronderwijs, collega’s? Nul euro. (Applaus bij sp.a)
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Los van de emotie, is de enige oefening die we nu kunnen doen, heel objectief gaan kijken naar de verschillen die er inderdaad zijn tussen het kleuteronderwijs en de lagere school en dan gaan kijken of de 33 procent verschil van financiering, die er effectief is, ook werkelijk te verantwoorden is. Als die oefening is gemaakt, heel rationeel en objectief, dan kunnen we inderdaad gaan kijken welke prioritaire investeringen eventueel nog kunnen gebeuren binnen de middelen die we nu hebben, en als er inderdaad extra middelen zouden komen, dan kunnen die naar het kleuteronderwijs gaan. Minister, ik denk dat het inderdaad de bedoeling is dat dat prioritair naar het kleuteronderwijs gaat. (Applaus bij de N-VA)
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in de minuut die ik ter beschikking heb kan ik uiteraard weinig zeggen. Ik denk dat het nuttig is om de problemen in een juiste en ruimere context te plaatsen.
Minister, ik heb u vorige week naar aanleiding van het debat over de studiekostenmonitor voor de ouders reeds de suggestie gedaan, en ik wil die nogmaals herhalen, om ook eens te laten berekenen wat de effectieve kosten zijn voor schoolbesturen om onderwijs in te richten en dit bij prioriteit te laten doen voor het kleuter- en lager onderwijs.
De heer De Ro heeft het woord.
Collega’s, er is een momentum. Vier decennia nadat we in ons land toestonden dat kinderen van 2,5 jaar naar het onderwijs gaan, is zowat elke wetenschapper het erover eens dat die jongste leeftijd cruciaal is voor het slagen nadien. Historisch gezien is er nog een achterstand in de financiering, in de werkingsmiddelen van het kleuteronderwijs. De OESO zegt, zoals collega Krekels terecht heeft gezegd, dat er heel veel geld voor onderwijs in Vlaanderen aanwezig is, maar het is ongelijk verdeeld tussen kleuter-, lager, secundair en hoger onderwijs.
Laat ons dat momentum aangrijpen om een tijdspad uit te schrijven voor de komende jaren om de financiering op de plaats te krijgen waar ze het meest nodig is. Vier decennia geleden had collega De Croo, die toen minister was, al het buikgevoel dat het jongste kind het belangrijkste was. Nu hebben we daar ook een wetenschappelijk bewijs voor. Laat ons dat wetenschappelijk bewijs naast onze onderwijsbegroting leggen. Aan Open Vld zult u een partner hebben om in dat tijdspad binnen de onderwijsenveloppe aan hervormingen te gaan doen.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Ik doe een warme oproep om het alstublieft niet bij woorden te laten. Hier wordt zowat elke week herhaald dat het kleuteronderwijs extreem belangrijk is, de fond van alles is. Vorige week nog deed de heer Somers dat in zijn bevlogen toespraak: hij noemde toen de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) conservatief omdat zij niet zo tevreden waren dat wij de participatie nog willen verhogen zonder dat er vanuit de overheid verantwoordelijkheid wordt genomen.
Minister, wat is echter conservatief? Het is conservatief om het kleuteronderwijs nog steeds te financieren als was het een bewaarschool, historisch gegroeid of niet. Als we alle kinderen daarnaartoe willen, dan moeten we die gelijkwaardig financieren. Nu ligt de financiering voor kleuters nog 200 euro lager dan die voor kinderen in het basisonderwijs. Het is conservatief om in te weinig kinderverzorgsters te voorzien, en om niet te voorzien in een warme overgang tussen kinderopvang en kleuteronderwijs. Het is conservatief om voor te weinig plaatsen te zorgen, zodat ouders van de ene kant van de stad naar de andere moeten omdat ze geen plaats hebben in het kleuteronderwijs. Het is conservatief om niet in bedjes te voorzien of om, als er bedjes zijn, die te plaatsen in het chauffagehok, omdat er geen plaats is. Dat er geen plaats is voor hen in de refter om op hun gemak te eten, dát is conservatief. We behandelen het kleuteronderwijs niet volwaardig en ik vind de oproep terecht: als we die participatie zo hoog in het vaandel hebben, dan moeten we eindelijk het kleuteronderwijs geven waarop het recht heeft. (Applaus bij Groen)
Ik noteer hier op alle banken een grote eensgezindheid om een plan te maken dat voorziet in de gelijkschakeling qua werkingsmiddelen tussen het kleuter- en het basisonderwijs. Als ik zo’n kamerbrede steun krijg, dan zal ik daar met heel, heel veel plezier werk van maken. Ik hoop dan ook dat de steun er op alle banken zal zijn als we daadwerkelijk in die middelen moeten voorzien.
Mevrouw Gennez, ik wil toch nog twee opmerkingen maken bij uw betoog. U zegt dat er in de begroting 0 euro extra is voor het onderwijs. Er is volgend jaar 200 miljoen euro extra voor het onderwijs. (Applaus bij de meerderheid. Opmerkingen van Caroline Gennez)
Ik wil toch ook nog eens opmerken dat het deze regering is die voor de allereerste keer in een bedrag van meer dan 900 euro heeft voorzien voor anderstalige kleutertjes. U hebt dat inderdaad gesteund, maar u moet dat ook meenemen in uw calculaties, en dat vergeet u telkens. Dat is een totaaluitgave van meer dan 5 miljoen euro die erbij is gekomen, boven op de reguliere financiering.
Samenvattend en om heel constructief te zijn, u mag in de komende weken, of maanden, maar het zal zeker dit jaar zijn, mijn plan voor de gelijkschakeling van de middelen verwachten. (Applaus bij de meerderheid)
U geeft 5 miljoen euro voor anderstalige kleuters nadat u eerst 11,2 miljoen euro hebt afgenomen. Dat is een vreemde manier van in extra financiering voorzien. Daarnaast, en dat weet u heel goed, heeft het onderwijs open-endfinanciering: meer kinderen, meer middelen. Het tegendeel zou er nog aan ontbreken. Dat is ook niet de verdienste van deze Vlaamse Regering. Ook dat is een historisch pad.
En dan is er de ‘top of the bill’. Ik weet niet of alle collega’s het al weten, maar u dient in dit parlement een ontwerp van programmadecreet in waarin u nog eens, boven op de al gedane besparingen, ook in het kleuteronderwijs, nog eens de werkingsmiddelen desindexeert, ook in het kleuteronderwijs, naast het hoger onderwijs, naast het basisonderwijs.
Minister, de besparingstrein van deze regering dendert voort en de kwaliteit van ons Vlaams onderwijs staat hier serieus op de helling. Ik denk dat dat absoluut de foute weg is om uit te gaan. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.