Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde is het onderzoek van een verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van een Vlaams volksvertegenwoordiger.
De heer Landuyt, verslaggever, heeft het woord voor een mondeling verslag.
Collega’s, gisteren, op 4 oktober 2016, kwam de Commissie voor de Vervolgingen in besloten vergadering bijeen voor de behandeling van een verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van een lid van het Vlaams Parlement.
Bij brief van 1 september 2016 werd het Vlaams Parlement door de procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen verzocht om de parlementaire onschendbaarheid van de heer Dirk de Kort op te heffen om zijn ambt toe te laten de betrokkene te dagvaarden voor de politierechtbank van Antwerpen wegens feiten in het verkeer. Bij dit verzoek tot opheffing van de onschendbaarheid was ook de ontwerpdagvaarding gevoegd, evenals een eensluidend verklaarde integrale kopie van het strafdossier.
De leden van de commissie konden alle stukken inzien. De betrokkene kreeg op zijn vraag kopie van het dossier. Hij werd op zijn vraag samen met zijn raadsman gehoord.
Zoals reeds aangegeven in zijn brief als antwoord op de uitnodiging, verzette hij zich niet tegen de vraag tot opheffing van zijn parlementaire onschendbaarheid.
Na kennis genomen te hebben van de verklaring van het lid en diens raadsman, beperkte de commissie zich tot de gebruikelijke marginale toetsing van de haar voorgelegde feiten. We kunnen niet zeggen dat de vervolging niet ernstig of oprecht zou zijn. Het blijkt dat er geen sprake is van een politiek misdrijf of een onvoorzien gevolg van een politieke actie. Het ingaan op het verzoek tot opheffing van de onschendbaarheid van het betrokken parlementslid is bovendien niet van aard om de werkzaamheden van het Vlaams Parlement op onverantwoorde wijze te verstoren.
In zijn schrijven erkent de procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen dat het tijdsverloop tussen de feiten, april 2016, en het tijdstip waarop hij zelf daarvan kennis kreeg, eind juni 2016, zijn ambt niet meer toeliet de betrokkene op een ontvankelijke wijze te laten dagvaarden voor de politierechtbank op basis van de heterdaadprocedure. Vandaar de huidige procedure.
Gelet op de bovenstaande overwegingen en na rijp beraad, adviseert de Commissie voor de Vervolgingen, bij wege van consensus tussen haar zeven leden, de plenaire vergadering dan ook om in te gaan op het door de procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen geformuleerde verzoek tot opheffing van de parlementaire onschendbaarheid van collega Dirk de Kort om hem conform het ontwerp van dagvaarding te dagvaarden voor de politierechtbank te Antwerpen.
Wij stemmen, op basis van het advies van de Commissie voor de Vervolgingen, over het verzoek van de procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen om de parlementaire onschendbaarheid van de heer Dirk de Kort op te heffen om de procureur des Konings van Antwerpen de mogelijkheid te bieden over te gaan tot dagvaarding van de betrokkene voor de politierechtbank van Antwerpen.
De volksvertegenwoordigers die het verzoek wensen in te willigen, wordt verzocht op te staan.
De tegenproef.
Het verzoek van de procureur-generaal bij het hof van beroep te Antwerpen om de parlementaire onschendbaarheid van de heer Dirk de Kort op te heffen om de procureur des Konings van Antwerpen de mogelijkheid te bieden over te gaan tot dagvaarding van de betrokkene voor de politierechtbank van Antwerpen, is ingewilligd.
Ik zal de procureur-generaal hiervan in kennis stellen.